Hoorcollegeaantekeningen 1-3

Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.

Hoorcollege 1: Cultuur, Cognitie en Intelligentie.

 

Cultuur

Cultuur betekent voor een individu de impliciete en expliciete richtlijnen die hij/zij meekrijgt door deel te nemen in een bepaalde maatschappij. Dit houdt met name in dat men leert hoe men de wereld moet zien, hoe men de wereld ervaart, wat goden inhouden, etc.

Een belangrijk doel van het meekrijgen van die richtlijnen is het kunnen doorgeven van de cultuur aan de volgende generatie (enculturatie).

Helman (2007) kwam met een andere benadering van wat cultuur is. Hij zag het als een soort ‘lens’ waar een individu doorheen kijkt en waar hij de wereld mee waarneemt.

 

Drie niveau’s van Cultuur

Tertiair niveau: Dit niveau is het meest zichtbaar. Ook voor mensen die geen onderdeel zijn van de cultuur. Het zijn de aspecten die voor een buitenstaander de cultuur beschrijven. Aspecten als traditionele feesten en kleding, maar ook de typische keuken. Het gaat hier dus om het uiterlijk van de cultuur.
Secundair niveau: Dit niveau is al wat minder zichtbaar. Het zijn de sociale normen die de leden van de cultuur met elkaar delen. Deze normen worden niet vaak met buitenstaanders gedeeld.
Primair niveau: Dit niveau wordt ook wel het diepste niveau genoemd, omdat het diep geworteld zit in de leden van de cultuur. Het zijn impliciete regels die iedereen weet en meestal onbewust toepast.

 

Traditionele versus Non-traditionele culturen

Bij de traditionele culturen zijn de sociale rollen voorgeschreven aan de individuen, de partnerkeuze wordt vaak voor de individuen gemaakt, er is een duidelijke scheidingslijn tussen wat goed is en wat niet, waarheid over bijvoorbeeld godsdienst is niet bediscussieerbaar en de sociale regels limiteren de individuele keuzes (dat wil zeggen dat iemand bijvoorbeeld geen homoseksueel mag zijn).
Bij de non-traditionele culturen is dit precies omgedraaid. Sociale rollen worden behaald, de partner keuze wordt door het individu zelf bepaald, de scheidingslijn tussen wat goed en slecht is is veel ruimer, waarheid van godsdienst is wel bediscussieerbaar en de sociale regels zijn minder streng.

 

Er zijn meerdere verklaringen over waarom deze verschillen tussen culturen bestaan:

  • Evolutionaire verklaring: Survival of the fittest. Volgens deze theorie liggen biologische verschillen ten grondslag aan cultuurverschillen. Elke cultuur heeft op zijn eigen manier een sterke biologische “winnaar” ten opzichte van andere biologische aspecten en daarom zijn er verschillen in cultuur.

  • Sociologische verklaring: Een maatschappij biedt stabiliteit en solidariteit en vraagt daar een klassenverdeling en gehoorzaamheid voor terug. Bij traditionele culturen is dit aanwezig in zijn puurste vorm, waar bij non-traditionele culturen er een wat genuanceerdere balans is.

  • Eco-culturele verklaring: Deze verklaring gaat ervan uit dat ecologische en socio-politieke factoren de cultuur bepalen.

  • Cross-culturele psychologische verklaring: Hier gaat men uit van het feit dat tegenwoordig culturen overal over de wereld met elkaar mixen. Er ontstaat een zogenoemd multiculturalisme. Dat wil zeggen dat culturen met elkaar interacteren. Dit heeft ertoe bijgedragen dat individuen meer actief bezig willen zijn met hun omgeving en ze daar de benodigdheden voor binnen handbereik willen hebben. Er is niet meer echt sprake van een gebonden cultuur.

 

Personal Construct Theory (Kelly)

Kelly bedacht de Persoonlijke Construct Theorie. Deze theorie gaat ervan uit dat iedereen Persoonlijke Constructen (PC’s) heeft, die hij/zij overal op toepast. Men past deze PC’s toe zodat men beter kan anticiperen op situaties, het is een soort short-cut om sneller waarnemingen in hokjes te kunnen plaatsen.

Deze constructen zijn bipolair, wat inhoudt dat men iets min of meer zwart/wit ziet. Iemand is dom of slim, knap of lelijk, etc. Volgens Kelly zijn deze constructen cultuur bepaald. Er wordt dan ook gesuggereerd dat dit de reden is waarom er sprake is van discriminatie tussen verschillende culturen. Als mensen namelijk nader tot elkaar willen toekomen dan proberen ze zoveel mogelijk constructen gemeenschappelijk te hebben. Dit staat culturele verschillen in de weg.

 

Cognitie

Cognitie is moeilijk te beschrijven, maar het komt het meeste neer op information processing. Met andere woorden het omzetten van sensorische input in mentale representaties. Perceptie, interpretatie.

 

Perceptie

Er zijn culturele verschillen in de manier waarop individuen dezelfde dingen waarnemen.

- Kleur wordt door verschillende culturen anders opgevat. Bijvoorbeeld rood staat in Westerse culturen voor gevaar, waar het in China juist weer voor feest en geluk staat.
- Voor smaak gelden ook culturele verschillen. Hoe dichter men zich bij de evenaar bevindt, hoe meer men van pittig voedsel houdt.
- Tijdperceptie: ongeduld is in sommige landen onbeleefd. In Frankrijk wordt ongeduld als een slechte eigenschap gezien, terwijl men het in Duitsland niet zo erg vindt. Punctualiteit verschilt ook heel erg per land. Voorbeeld: Nederland versus Peru.
- Perceptie van schoonheid: Wat mooi is en wat niet mooi is, wordt over het algemeen door de cultuur bepaald.

 

Interpretatie

Als je iets interpreteert dan plak je een betekenis die je haalt uit je eigen geheugen en opvattingen vast aan een situatie.
Hier komt de fundamentele attributie error (Miller, 1984) ook om de hoek kijken. Deze error houdt namelijk in dat men persoonlijke fouten aan de situatie toekent, maar andermans fouten aan interne problemen toekent. Deze error wordt dan ook beïnvloed door culturele contexten. Als men namelijk van te voren al een bepaald vooroordeel heeft over een cultuur dan worden de fouten van diegene ook vaak daarop toegespeeld.

 

Het Barnum effect

Dit effect houdt in dat het lid zijn van een subcultuur ervoor zorgt dat andere mensen de karakteristieken van de subcultuur overgeneraliseren op dit lid.

 

Context van cultuur

Cultuur is niet alles wat we zijn. Het is maar één aspect van hoe we denken en hoe we ons voelen. Andere aspecten zijn: individuele (zoals geslacht en leeftijd), onderwijs-, socio-economische (sociale klasse) en omgevingsaspecten (populatiedichtheid).

 

Assimilatie bias

Men maakt schema’s om de wereld beter te kunnen begrijpen. Dit heeft als doel dat men nieuwe informatie makkelijk kan verwerken via de al opgedane schema’s.

Nieuwe informatie kan men verwerken op twee manieren. Accommodatie, de goede manier, waarbij we onze schema’s aanpassen aan de nieuwe data. We passen onze overtuigingen aan zodat er ruimte voor nieuwe informatie ontstaat. Assimilatie, de verkeerde manier, hierbij passen we de data aan aan onze schema’s. Nieuwe informatie die tegen de overtuigingen ingaan worden niet opgeslagen.

 

Availabiltiy bias/Beschikbaarheids bias

Omdat men gebeurtenissen makkelijk uit het geheugen kan halen wordt het voorkomen van deze gebeurtenissen overschat.

 

Self-fulfilling prophecy

Dit wil zeggen dat alleen het feit dat je iets verwacht er ook voor zorgt dat je verwachting uitkomt, omdat je je ernaar gaat gedragen.

 

Belief perseverance effect

We zijn zo overtuigd van onze eigen overtuigingen dat we er niet van af willen stappen ook al wordt alle informatie om te twijfelen aan ons eigen overtuigingen aangereikt. Omdat we bekritiseerd worden gaan we in de verdediging en willen we onze overtuigingen verdedigen.

 

Intelligentie

Intelligentie is cultuurafhankelijk. Zo scoren bijvoorbeeld Marokkaanse kinderen lager op de WISC dan Nederlandse kinderen. Dat heeft er niets mee te maken dat Marokkanen minder slim zouden zijn als Nederlanders. Het heeft te maken met de manier waarop de intelligentie wordt gemeten. In elke cultuur loont het op een andere manier om intelligent te zijn. De doelen zijn per cultuur anders.

Motivatie leidt ook tot intelligentieverschillen en die motivatie is ook weer cultuurafhankelijk. Zo zijn er sommige etnische minderheden die het niet zo goed doen op school omdat ze niet geloven in die vorm van onderwijs (low effort syndrome). In sommige culturen is motivatie juist weer heel erg belangrijk (Chinese cultuur).

De intelligentie is dus niet te wijten aan cultuurverschillen. Intelligentie verloopt immers altijd via de bell curve (de normaalverdeling).

Naast het algemene beeld van intelligentie bestaat er ook emotionele intelligentie. Deze intelligentie wordt gezien als intelligentie waarbij iemand heel goed emotionele aspecten aan kan voelen van zowel zichzelf als van een ander.

 

Gezondheid: verschillen tussen Disease, Illness en Sickness

De gezondheid wordt gezien als algeheel concept van de staat waarin iemand zich bevindt, dit is op zowel psychologisch als fysiologisch niveau (de algehele wellness). Er zijn echter verschillende begrippen voor ziek zijn. Van sickness spreekt men meer als je de rol van ziek zijn aanneemt, of de mate waarin je dat doet. Illness is de perceptie die men geeft aan het ziek zijn, dit verschilt per persoon. Van disease spreekt men als er ook objectieve klachten zijn die medisch zijn.

Deze begrippen zijn al redelijk moeilijk uit elkaar te houden, maar culturele verschillen dragen ook nog bij aan de moeilijkheid. Alle vormen van ziek zijn worden in verschillende culturen anders geformuleerd.

Disease wordt in het Westen geformuleerd als het hebben van somatische klachten zoals bijvoorbeeld hartfalen een disbalans van hormonen. Met name illness verschilt het meest over de verschillende culturen, doordat het een persoonlijke benadering is van het ziek zijn. Malaria (slechte lucht) wordt in sommige landen gezien als de brenger van infecties en ziekten.

 

Hoorcollege 2: Motivatie en Cultuur, Persoonlijkheid en Cultuur

 

Motivatie en Cultuur

Motivatie is een conditie die uit jezelf komt. Deze conditie zorgt ervoor dat je gedrag richting een doel kunt bewerkstelligen. Motivatie wordt ook wel drive genoemd.

Drive wordt veroorzaakt doordat je iets nodig hebt, je hebt ergens een “need” voor. De needs kunnen fysiologisch, psychologisch (persoonlijke ontwikkeling), sociaal (krijgen en behouden van relaties) en biologisch zijn. De biologische “needs” zijn universeel. De andere “needs” zijn cultuurgebonden.

Arousaltheorieën stellen dat mensen zich altijd in die mate blootstellen aan opwindende stimuli, dat de voor hun maximale arousal wordt bereikt. Er kleeft echter een zwakheid aan deze theorie, omdat hij ervan uitgaat dat cultuur een externe factor is, terwijl mensen juist heel erg werken aan hun eigen cultuur.

 

Theorieën van motivatie

  • De psychoanalytische theorie gaat ervan uit dat er twee basismotivaties zijn. Een levens- en een doodsinstinct. Levensinstinct om lief te hebben en een leven op te bouwen en een doodsinstinct richting dood en agressie.

  • Maslow kwam met een humanistische theorie. Hij ontwierp een hiërarchisch piramide model met vijf “needs”. Van laag naar hoog: fysiologische needs, veiligheidsneeds, liefdesneeds, respect needs en ten slotte zelfactualisatie needs. Degene die het hoogste level bereikt is kwalitatief anders dan mensen die dit level niet bereiken.

  • Bij leertheorieën gaat men ervan uit dat mensen bewust zijn van hun eigen gedachten en aan de hand daarvan hun eigen motivatie kunnen bepalen en beïnvloeden.

 

In Japan of China is zelfactualisatie helemaal niet de belangrijkste need. Daar is juist de need om ertoe te doen het belangrijkst (interconnectedness).

 

Er zijn twee typen motivaties. De intrinsieke motivatie die zich niet richt op de beloning maar op de voldoening van de activiteit en de extrinsieke motivatie, die zich wel op de fysieke beloning richt.

 

Prestatiegerichte motivatie

Mensen zijn altijd prestatiegericht, de één in hogere mate als de ander. Het is redelijk cultuurbepaald of prestatiegerichte motivatie belangrijk is. In landen waar dat wel het geval is, is er vaak sprake van snellere economische ontwikkelingen. Zowel individualistische als collectivistische prestatiegerichte motivatie leidt tot een hoog prestatiegerichte cultuur (bijvoorbeeld Nederland vs. China).

 

Agressieve motivatie

Agressieve motivatie iset verlangen om iemand te schaden of te verwonden. Het is zeercultureel bepaald of geweld de norm is of niet. Ouders die in gebieden wonen waar veel geweld plaatsvindt geven over het algemeen vaker het advies om geweld met geweld te beantwoorden dan ouders die in rustige gebieden wonen, maar dit effect is bi-directionaal. Ouders geven namelijk dit advies om ervoor te zorgen dat hun kinderen zichzelf goed verdedigen in zo’n situatie. In lage socio-economische groepen komt over het algemeen vaker geweld voor omdat deze mensen zich maker machteloos voelen in hun situatie.

Frustratie-agressie hypothese: Als men gefrustreerd raakt wegens de situatie waarin men zit, dan is de eerste reactie die eruit voortkomt vaak agressie. Hierin spelen ouders een grote rol, het voorbeeld wat zij laten zien reflecteert op het kind. Gaan ze rustig met een negatieve situatie om dan voorkomt dat agressie bij hun kinderen, als ze zelf agressief worden, gebeurt dit over het algemeen ook met het kind later. Het kind heeft dan geleerd dat dit normaal is.

 

Feiten over agressie:

  • Laag zelfbeeld leidt tot een groterekans om agressie te tonen.

  • Het niet kunnen controleren van je emoties en het te weinig sociale vaardigheden hebben om ruzies uit te praten leidt tot agressie.

  • Men kan agressie aanleren van een negatief rolmodel.

  • Soms is doden in de naam van religie toegestaan in sommige landen.

  • Huiselijk geweld is in sommige landen toegestaan.

  • Minderheden zijn vaker gewelddadig.

  • Jongens zijn agressiever dan meisjes.

 

Uit een Belgisch onderzoek komt dat etniciteit en criminaliteit geen relatie hebben als de socio-economische factoren goed zijn.

 

Turken en Marokkanen verschijnen het vaakst niet op hun werk wegens ziekteverzuim. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn echter slechte woonomstandigheden, discriminatie en pesten.

 

Persoonlijkheid en Cultuur

 

De Big Five:

  • Neuroticisme: wordt ook wel emotionele instabiliteit genoemd. Het gaat hier om de mogelijkheid om negatieve emoties als woede, angst en depressie te kunnen ervaren.

  • Mildheid (agreeableness): de mogelijkheid om medelevend en coöperatief te kunnen zijn

  • Extraversie: komt tot uiting in positieve emoties, bij een hoog niveau van positieve affectiviteit is men goed in staat om om te gaan met anderen.

  • Ordelijkheid (Conscientiousness): dan is men goed in staat om zelfdiscipline te laten zien en men is goed in staat om doelen te bereiken.

  • Openheid: is het beste te omschrijven als een mate van creativiteit.

 

De 5 dimensies van cultuur van Hofstede:

  • Identiteit: Bij deze dimensie staat het Collectivisme tegenover het Individualisme. Is het iedereen voor zich, of let iedereen op elkaar. Individualisten spreken vaak van “ik”, ze geven meer om privacy en specificeren anderen ook als individualisten. Individualisme zie je veelal in Westerse culturen, Collectivisme in Oosterse culturen.

  • Hiërarchie: Bij deze dimensie staat Veel MachtsAfstand tegenover Weinig MachtsAfstand. Dit beschrijft in welke mate een cultuur content is met de machtsverdeling. Bij Weinig MachtsAfstand is er weinig corruptie, ouderen worden niet gerespecteerd of gevreesd en ouders behandelen kinderen als hun gelijken. De machtsafstand is groter in Oost-Europese landen, Azië en Afrika en lager in het Westen.

  • Geslacht: Bij deze dimensie staat Vrouwelijkheid tegenover Mannelijkheid. Hoe is de rol van de sekse in de maatschappij. In vrouwelijke culturen is er sympathie voor de zwakkeren, balans tussen familie en werk en moeders beslissen hoeveel kinderen het gezin telt. Mannelijkheid zie je het meest terug in Japan, Duitsland, Italië en Mexico, mannelijkheid is het minst zichtbaar in Noord-Europese landen.

  • Waarheid: Bij deze dimensie staat Sterke Ontwijking van Onzekerheid tegenover Zwakke Ontwijking van Onzekerheid. Deze dimensie beschrijft hoe streng de wetgeving en de naleving ervan is in een land. Bij Zwakke Ontwijking is het wisselen van banen geen probleem, weinig stress en angst en afwijken van de norm is geen probleem. Sterke Ontwijking ziet men het meest terug in Latijnse landen, Duitsland en Japan, het minst komt het terug in Engels sprekende landen en Noord-Europese landen.

  • Deugdzaamheid: Bij deze dimensie staat Lange-Termijn Oriëntatie tegenover Korte-Termijn Oriëntatie. Houdt men zich bezig met consequenties op lange- of korte termijn? Bij culturen waar men meer is van de Oriëntatie op Korte-Termijn hebben de belangrijkste gebeurtenissen in iemands leven al plaatsgevonden of gebeuren deze nu, er zijn universele richtlijnen van wat goed en wat kwaad is en daarnaast zijn tradities heilig. Lange-Termijn Oriëntatie zie je het meest terug in Aziatische landen, waar je Korte-Termijn Oriëntatie juist weer meer in Amerika en Engeland ziet.

 

Er wordt nog gesproken van dedimensie Optimisme tegenover Pessimisme. Optimisme zou dan meer voorkomen in Amerika en Pessimisme vaker in Japan. Bij een Optimistische cultuur zegt men dat positieve gebeurtenissen vaker gebeuren bij zichzelf dan bij een ander, waar negatieve gebeurtenissen weer vaker bij een ander gebeuren dan bij zichzelf.

 

Hoorcollege 3: Cultuur, Gezondheid en Psychologie: Stress en Pijn in Migranten

 

Psychologie en Gezondheid

Gezondheid wordt op veel verschillende manieren beïnvloed door psychologie. Zo is de levensstijl van mensen gerelateerd aan hun morbiditeit en mortaliteit. Leef je gezonder, dan zal je ook minder snel ziek worden. Daarnaast wordt gezondheid ook beïnvloed door stressoren die we elke dag meemaken. Ook de manier waarop we symptomen interpreteren beïnvloedt hoe we naar zorg kijken, bijvoorbeeld door de komst van internet zoeken veel mensen voordat ze een arts bezoeken op waar ze last van hebben. Verder beïnvloedt de manier waarop mensen omgaan met hun ziekte het beloop van de ziekte, gaan ze snel naar de dokter of kijkt men het nog even aan. Ten slotte beïnvloedt de manier waarop gezondheidszorgspecialisten patiënten benaderen ook het verdere beloop van de ziekte.

 

Lazarus Stress model

Men krijgt tekenen van stress. De eerste stap is dan de beoordeling; spreekt men van een primair of secundair verschijnsel? Daarna gaat men kijken hoe het met zichzelf gaat: positief, negatief of neutraal. Vervolgens komt de copingstijl aan bod: is men probleem- of emotiegericht; gaat men voor aanpak of ontwijking. Ten slotte ervaart men de gevolgen: sociaal, psychisch en lichamelijk.

 

Migranten en stress

Migratie kan op verschillende manieren tot stress leiden. Het migreren geeft stress, de reden van de migratie kan stress hebben gegeven en het land waar men terecht komt kan ook bijdragen aan stress (discriminatie, racisme, etc.). Acculturatie, het aanpassen aan de andere cultuur, kan ook tot stress leiden. Dit kan allemaal leiden tot gevoelens van angst, verdriet, woede en ongerechtigheid.

 

Beoordeling (appraisal) en Coping

Doordat migranten een andere perceptie hebben kunnen ze vaak moeilijk omgaan met nieuwe situaties waarin ze stress ondervinden. Ze kunnen hun oude copingstijl niet succesvol hanteren en raken daardoor gestresst. Niet-Westerse immigranten copen vaak door stress uit de weg te gaan. Deze copingstijl is echter niet handig, want de situatie zal niet verdwijnen en ze moeten uiteindelijk toch met de situatie zien om te gaan.

 

Verwachte Sociale Steun

Niet-Westerse migranten verwachten als ze naar Nederland komen dat ze meer emotioneel worden gesteund omdat ze uit het buitenland komen. Ze krijgen niet minder steun dan een in Nederland geboren Nederlander, maar toch ervaren ze dat zo.

 

Voordelen van Migreren

Er bestaan een aantal voordelen van migreren: het verbetert de relatie met de familie, je bent veilig voor vervolging, vrijheid, het verbeteren van economische positie, betere educatie, betere veiligheid en de familie in thuisland kunnen ondersteunen.

 

Gezondheidsrisico’s van Migreren

Het migreren vergroot echter ook een aantal gezondheidsrisico’s: het kan traumatisch zijn, er kan een gevoel van verlies van onder meer identiteit; cultuur en religieuze autoriteiten optreden, verlies van autonomie (recht om zelf te bepalen wat je doet) voor vluchtelingen, kan leiden tot verscheidene ziekten als astma en kanker en ten slotte kan het leiden tot westernisatie (het krijgen van westerse ziektes als obesitas).

 

Migratie en Mentale Ziekten

Migratie leidt niet per definitie tot mentale ziekten, maar omdat de migranten vaak in achterstand te recht komen in een ander land is er wel sprake van een depositie. De meest voorkomende deposities zijn: depressie, psychose, zelfmoordpogingen, drugs- en alcoholmisbruik, huiselijk geweld en antisociaal gedrag. Dit komt vooral voor bij jonge migranten.

 

Model van Berry: Integratie in een Nieuwe Cultuur

  • Als men een zwakke identificatie heeft met zowel eigen als buitenlandse cultuur, dan leeft men in isolatie (marginalisatie).

  • Als men een zwakke identificatie heeft met de eigen en een sterke associatie met de buitenlandse cultuur, dan bekritiseert men de eigen minoriteit (assimilatie).

  • Als men een sterke identificatie heeft met eigen cultuur en een zwakke met de buitenlandse cultuur, voelt men een grote afstand met de majoriteit (separatie)

  • Als men een sterke identificatie heeft met zowel de eigen als de buitenlandse cultuur, dan is men succesvol geïntegreerd.

 

Zes Verklaringen voor Problemen bij Migranten

  • Multimigratie: men maakt meerdere veranderingen mee in de omgeving, bijvoorbeeld van klimaat A, naar klimaat B en van sociale klasse A, naar sociale klasse B.

  • Push-pull hypothese: als de migratie vrijwillig gaat (pull) kan de nieuwe plek voor teleurstellingen zorgen en onvrijwillige migratie (push) kan leiden tot adaptatie problemen.

  • Selectie-stress hypothese: deze hypothese gaat ervan uit dat stress vaak gemeten wordt bij migranten omdat de migranten gevoelig zijn voor stress. Zo kan een mentale ziekte ervoor zorgen dat de persoon denkt dat hij moet migreren. Het migreren zelf kan tot stress leiden. Daarnaast spelen er ook andere variabelen zoals leeftijd, klasse en cultuur mee, die gevoelig kunnen zijn voor migratie

  • Gastheer versus migrant: hoe open staat de gastheer voor het ontvangen van de migranten?

  • Psychosociale overgangen: migratie zorgt ervoor dat een migrant weer een nieuw leven moet opbouwen waarbij hij eigenlijk alles is verloren. Dit speelt met name een rol bij vluchtelingen, maar ook vrijwillige migranten kampen met dit probleem.

  • Cultureel verlies: het permanent verliezen van de eigen cultuur kan tot ernstige psychische klachten leiden.

 

Protectieve factoren in migranten

Naast dat migreren traumatisch kan zijn, zijn er ook protectieve factoren voor migranten. Men kan als familie reizen, als men samen alles meemaakt heeft men veel steun aan elkaar, als men na migratie dan ook samen blijft bevordert dit ook het migratieproces. Het hebben van ambities zorgt ervoor dat je een doel voor ogen hebt. Voldoende financieel in staat zijn om een leven op te bouwen. Het kunnen spreken van de vreemde taal.

 

Religie en Gezondheid

Religie wordt door geboren en getogen Nederlanders niet vaak sterk aangehangen, maar des te meer doen Turkse, Marokkaanse of andere niet-Westerse migranten dat (50%). Het aantal gelovigen onder niet-Westerse migranten stijgt onder de jeugd (16-24) en de ouderen (65+). Religie en opleidingsniveau zijn negatief met elkaar gecorreleerd.

 

Pijn en cultuur

Er zijn culturele verschillen in hoe mensen pijn ervaren. Dan spreken we niet zozeer over het hebben van pijn, maar meer over het uiten ervan, de vrijwillige reacties. Het wegtrekken van je hand uit het vuur of het roepen om hulp valt onder deze vrijwillige reacties.

Pijn is dus niet alleen de sensatie (het gevoel hebben van pijn), maar ook de reactie op die sensatie (pijn gedrag). In sommige culturen is er ook weinig pijn gedrag te zien, als daar bijvoorbeeld wordt geloofd dat pijn privé is.

Dit werd als één van de eersten gezien door Beecher. Hij zag dat maar ongeveer een kwart van de soldaten tijdens de Tweede Wereldoorlog vroegen om morfine, terwijl normaal ongeveer 80% van de ziekenhuispatiënten om morfine vraagt, ook al hadden de soldaten veel ernstigere wonden.

 

Pijn als ongeluk

In sommige culturen wordt pijn gezien als een straf en medicijnen tegen de pijn mogen dan dus ook niet worden toegediend. In deze culturen moet men de pijn ervaren en ermee om leren gaan. In sommige culturen wordt niet gegrepen naar medicijnen, maar naar andere behandelingen zoals duiveluitdrijving of bidden.

De beschikbaarheid van een genezer bepaalt ook of iemand zijn of haar pijn laat zien. Als degene die pijn heeft weet dat hij niet geholpen kan worden zal hij eerder zijn of haar pijn proberen te onderdrukken.

 

Verschillen in cultuur

Hindoestanen: pijn moet ondergaan worden, het is een voorbereiding op een beter leven.

Joden: pijn moet gedeeld worden met anderen.

Spanjaarden: sommigen laten niet zien dat ze pijn hebben terwijl anderen het juist bij het minste of geringste uitschreeuwen.

Afro-Amerikanen: rapporteren meer en hogere pijn en ervaren de pijn langer.

Italianen vs. Britten: Italianen laten pijn veel meer zien en overdramatiseren hun pijn. Britten houden het wat meer voor zichzelf.

 

Het non verbale aspect van pijn is ook cultureel bepaald en aangeleerd. Iedereen laat pijn nonverbaal op een andere manier zien.

 

Access: 
Public

Image

Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
482