Bijlagen bij TentamenTests Artificial Inteligence - UL
- 1388 keer gelezen
TentamenTests bij Artificial Intelligence and Neurocognition aan de Universiteit Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Alles wat we om ons heen zien lijkt bekend. We hebben verwachtingen over de objecten die we zien. Deze objecten kunnen we ook omschrijven en benoemen. Het begrijpen hiervan is een basiselement voor het waarnemen van de wereld. Hoe dit kan is de hoofdvraag in het onderzoek bij semantische cognitie.
Het onderzoek van semantische processen was een centraal punt voor de experimentele en computer onderzoeken aan het begin van de cognitieve revolutie. Tussen 1960-1970 was men overtuigd van een vaste set proposities in de hersenen voor semantische kennis. In de jaren ‘70 besloot men dat dit bij sommige categorieën niet klopte. Toen ontstond de ‘op gelijkheid gebaseerde benadering’. Deze benadering stelde dat semantische informatie wordt gecodeerd op basis van kenmerk gebaseerde representaties. Er kwamen specifieke hypotheses over hoe dit mechanisme zou werken.
Tegenover de ‘op gelijkheid gebaseerde bandering’ stond de ‘theory theory benadering’. Deze benadering suggereert dat semantische kennis is ingebouwd in een systeem van impliciete geloven over causale krachten die zorgen voor de observeerbare kenmerken van een object. Impliciete en informele causale theorieën bepalen welke set van items hoort bij een generalisatie. Hierbij rijzen de vragen: welke kenmerken zijn nodig voor het bepalen van een categorie? Welke eigenschappen zijn makkelijk aan te leren welke niet? De ‘theory theory benadering’ heeft echter nooit een model uitgebracht, maar enkel theorieën omschreven en generalisaties aangeboden.
Dit artikel kijkt verder naar een theorie over de cognitieve mechanismen die gebruikt wordt bij spreidingsactivatie en op gelijkheid gebaseerde theorieën. Er wordt vooral gekeken naar de fenomenen die centraal zijn bij de kritieke reacties op de op gelijkheid gebaseerde theorieën.
Het model dat gebruikt wordt is dat van Rumelhart uit figuur 1. Hierbij wordt gekeken naar hoe propositionele informatie werd opgeslagen in een propositioneel hiërarchisch model zoals je in figuur 2 ziet. De input en output lagen komen overeen met de bestanddelen van de proposities. Ieder bolletje is weer gekoppeld aan andere bolletjes in het model.
De items hebben meerdere relaties door het model en moeten uiteindelijk uitkomen bij de juiste attributie. De taak van het model is de juiste attributen in de output aan te geven als die overeenkomt met de input. Het model is een netwerk dat bestaat uit een serie van niet-lineaire units. De units zijn georganiseerd in lagen. Door units te activeren komt er een attributie tot stand. Hiervoor worden bij iedere pijl waarden berekend zodat de juiste unit gaat.....read more
Neurocognitie is voortgekomen uit de mens die iets wil weten over cognities. De 2 hoofdvragen hierbij zijn: Hoe produceert het brein cognities en hoe kun je cognities toepassen. Neurowetenschappers laten zich dan ook inspireren door het brein.
Al 20 jaar is er veel belangstelling voor de relatie tussen cognitie en breinprocessen. Deze stroming is begonnen met Gazzangia, die de een van de grondleggers is van de cognitieve neurowetenschap. Cognitieve neurowetenschappen gaan over het begrijpen van algoritmes en hoe deze in het brein werken. Deze breinprocessen (mechanismen) willen ze omschrijven. Het doel is dus een mechanische verklaring opbouwen zodat men kan laten zien hoe het brein letterlijk werkt. Zodra ze weten hoe iets werkt, zetten ze dit om computerprogramma’s.
Een voorbeeld van zo’n computerprogramma is de Blue Gene supercomputer. Deze computers worden gebruikt om kolommen uit te cortex na te bootsen. De menselijke cortex bestaat uit een structuur van 6 lagen. De complete structuur is 2mm dik. 80% van de neuronen in de cortex zijn piramideneuronen. Deze neuronen kunnen in verschillende lagen werkzaam zijn. Het zijn de langste neuronen.
Door echter simpelweg breinonderdelen in een computer over te schrijven weet je nog niet precies hoe dit werkt. Daarnaast is een supercomputer ook niet praktisch. Hij neemt veel ruimte in beslag en kost veel energie. Het doel is deze uiteindelijk zo klein mogelijk te maken.
Deze cursus kijkt vooral naar patroonherkenning, classificatie, geheugen en leren. En maakt daarbij gebruik van de analyse van basisnetwerken en zaken gerelateerd aan hogere intelligentie (Zoals taal).
Basis
De basis van waaruit men begon te werken waren neuronverbindingen. Een neuron zorgt met haar axon en dendrieten voor de communicatie. De axon kan actiepotentialen (of spikes) genereren. Dit wordt ook wel een artificieel netwerk genoemd.
Schematisch gezien gaat de Activiteit via een Gewicht naar de volgende Neuron die weer in een Activiteit kan veranderen. Door het Gewicht. Het gewicht is gelijk aan de synaps: daar wordt de activiteit versterkt of verzwakt.
Er zijn 2 uiterst basale netwerk typen. Vandaag wordt de 1e behandeld, volgende week de 2e.
Er bestaan ook gemixte types waarbij sommige regio’s, veel met elkaar in contact staan. In dat geval kan er.....read more
Wat is het verschil tussen zwakke AI en sterke AI? Wat zijn de aannames en wat betekent dit voor AI?
Wat is het verschil tussen symbolische AI en connectionistische AI?
Wat is de Turing imitation game? Hoe relateert dit zich aan intelligente systemen?
Hoe relateert Searle's Chinese kamer argument zich aan de Turing imitation game? Wat voor conclusie zou Searle trekken over een computer die de test verslaat?
Verklaar de kritiek op symbolische AI. Geef argumenten voor en tegen.
Wat zijn de gelijkenissen tussen connectionistische AI architecturen en het menselijke brein?
Wat betekent content-addressable zijn voor het menselijke geheugen?
Zie bijlage.
Waarom hebben robots sensoren en effectoren nodig? Geef ook definities.
Wat zijn vrijheidsgraden binnen robotica? Geef ook een voorbeeld.
Wat zijn de verschillen tussen gedrag van twee Braintenberg voertuigen, waarvan er één recht en de ander gekruiste excitatorische connecties heeft. Beschrijf dit gedrag ook.
Wat gebeurt er met de twee voertuigen uit vraag 23, als de connecties inhibitorisch zijn in plaats van exciterend?
Wat gebeurt er als er een threshold functie wordt geïmplementeerd.
Hoe kan een voertuig met thresholds reageren op bepaalde sequenties van input waardes?
Hoe kan geheugen in een voertuig worden geïmplementeerd?
Welke twee technieken kan een robot gebruiken om te leren? Leg deze uit.
Verklaar het verschil tussen feedforward en feedback motorische controle systemen. Welke wordt wanneer gebruikt? Wat is een nadeel aan feedforward motorische controle systemen?
Welke drie typen netwerken zijn er? Beschrijf deze.
Wat zijn argumenten voor de suggestie dat object herkenning en classificatie in de hersenen plaatsvindt door middel van feedforward netwerken?
Wat is het receptieve veld van een neuron?
Welke variatie in een receptief veld is er te zien, als het gaat om een receptief veld in een feedforward netwerk in de hersenen, dat visuele informatie verwerkt voor object herkenning en classificatie?
Wat is een topografische of retinotopische representatie?
This bundle contains relevent study materials with the second and third year of the Psychology Bachelor programme, in Dutch and English for Leiden University. Do you have your own lecture notes or summaries to share? Make your fellow students happy and upload them to your own WorldSupporter profile.
Je vertrek voorbereiden of je verzekering afsluiten bij studie, stage of onderzoek in het buitenland
Study or work abroad? check your insurance options with The JoHo Foundation
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Add new contribution