Study and Sheet Notes Werkgroepen IPP (2019/2020 - UU)
- 1714 keer gelezen
Probleemdefinitie
Theoretische analyse
Theoretische analysie is een theoretische verklaring voor een probleem. Hierbij richt je je specifiek op de uitkomstvariabele. De uitkomstvariabele moet gespecificeerd zijn in termen van concreet gedrag, attitudes/cognities of emoties/affect. Het is belangrijk dat de uitkomstvariabele specifiek, concreet en meetbaar is.
Procesmodel
In het procesmodel breng je alle factoren die invloed hebben op de uitkomstvariabele in kaart in een model. In dit model geef je de sterkte van de relaties aan tussen de variabelen en of ze een negatief of positief verband hebben.
Bijna 40% van de echtparen gaat scheiden. Dit brengt naast gevolgen voor de partners ook gevolgen voor de kinderen mee. Mogelijke gevolgen van een echtscheiding zijn:
In het paper dat geschreven moet worden over echtscheidingen wordt de volgende vraag beantwoord:
Hoe zou de kwaliteit of duurzaamheid van intieme relaties verbeterd kunnen worden?
De meest voorkomende oorzaken voor scheidingen zijn conflicten, seksuele problemen, ontrouw, jaloezie, communicatie en financiële problemen.
Probleemdefinitie
In de probleemdefinitie moeten de volgende vragen beantwoord worden:
Wat is het probleem?
- Bv. ontrouw, communicatiestijl, mishandeling etc. - Is het een oplosbaar probleem?
Waarom is het een probleem?
- Wat zijn de mogelijke gevolgen?
Voor wie is het een probleem?
- Welke partijen zijn erbij betrokken en wat is de doelgroep?
Wat zijn de mogelijke oorzaken van het probleem?
- Stel waarom-vragen
- Voorbode voor de theoretische analyse
Probleemdefinitie
Theoretische analyse
Theoretische analysie is een theoretische verklaring voor een probleem. Hierbij richt je je specifiek op de uitkomstvariabele. De uitkomstvariabele moet gespecificeerd zijn in termen van concreet gedrag, attitudes/cognities of emoties/affect. Het is belangrijk dat de uitkomstvariabele specifiek, concreet en meetbaar is.
Procesmodel
In het procesmodel breng je alle factoren die invloed hebben op de uitkomstvariabele in kaart in een model. In dit model geef je de sterkte van de relaties aan tussen de variabelen en of ze een negatief of positief verband hebben.
1. In zijn relatie met Vera ziet Jasper zijn opbrengsten/bijdragen ratio als 30/60, terwijl hij de opbrengsten/bijdragen ratio van Vera ziet als 30/80. Waarschijnlijk ervaart René...
a. Billijkheid (equity)
b. Bevoordeling (overbenefit)
c. Gelijkheid (equality)
2. Welke vorm van macht is gebaseerd op het hebben van specifieke informatie waarmee de partner beïnvloed kan worden?
a. Expert macht
b. Informatie macht
c. Legitieme macht
3. Op welke dimensies onderscheiden intieme relaties zich het meest van relaties tussen vrienden?
a. Kennis, affectie, interdependentie, wederzijdsheid, vertrouwen, commitment
b. Positieve stimulatie, aandacht en bevestiging, sociale steun
c. Frequentie, delen van moeilijke ervaringen, sociale steun
4. Reacties op ontevredenheid in een relatie worden door Rusbult geclassificeerd in twee dimensies: actief versus passief en constructief versus destructief. Een actieve, constuctieve reactie wordt benoemd met...
a. Voice
b. Exit
c. Loyalty
5. Hoe worden culturele normen genoemd die aangeven welke emoties gepast zijn in welke situaties?
a. Emotienormen (emotion norms)
b. Display rules
c. Interpersoonlijke kloof (interpersonal gap)
6. Welke drie voorspellers van echtscheidingen worden in Karney and Brandbury's model genoemd?
a. Interactiepatronen, conflicten en stress
b. Kwetsbaarheden, adaptieve processen en stressvollegebeurtenissen
c. Attractie, alternatieven en barrières
7. Wat is de meest optimale hoeveelheid zelfcontrole in een relatie?
a. Beide partners dezelfde hoeveelheid zelfcontrole (similarity)
b. Hoe meer zelfcontrole, hoe beter (totality)
c. Eén partner meer zelfcontrole dan de ander weinig (complementarity)
8. Welke vorm van relatietherapie is gebaseerd op het Psychodynamische benadering?
a. Insight-oriented therapy
b. Cognitive-Behavioral Couple therapy
c. (Traditional) Behavioral Couple therapy
9. Hoe kan het dat het lijkt dat mannen meer seksuele partners hebben dan vrouwen door de hogere onderzoekscijfer? Ze hebben seks met een vrouw dus dan zouden de cijfers toch meer gelijk moeten zijn?
a. Mannen overdrijven het aantal sekspartners en vrouwen minimaliseren juist.
b. Mannen en vrouwen definiëren seks verschillend; mannen vatten handelingen zoals orale seks eerder op als “seks” dan vrouwen.
c. Alle bovenstaande antwoorden zijn juist.
1. B (hoofdstuk 6)
2. B (hoofdstuk 12)
3. A (hoofdstuk 1)
4. A (hoofdstuk 11)
5. B (hoofstuk 5)
6. B (hoofdstuk 13)
7. B (hoofdstuk 14)
8. A (hoofdstuk 14)
9. C (hoofdstuk 9)
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Op zoek naar een uitdagende job die past bij je studie? Word studentmanager bij JoHo !
Werkzaamheden: o.a.
Interesse? Reageer of informeer
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Add new contribution