Interuniversitaire VoortgangsToets Geneeskunde (iVTG): samenvatting, begrippen, oefeningen


Algemeen

 

Intima

Bevat geen zenuwcel, wel endotheel, glad spiercel, fibroblast

Verdachte lymfeklier

Supraclaviculair, hard, pijnloos (verdenking maag carcinoom hoog)

Heparine

Activeert antitrombine (langzamere stolling)

CML

Translocatie 9, 22 = Philadelphia

Sarcomen

Metastaseren hematogeen

Vit K afhankelijke stollingsfactoren

1972 (2, 7, 9, 10)

onderkoeling

vertraagd de stolling

Ijzer

best opgenomen in duodenum

B-lymfocyten

Hormonale afweer

T-lymfocyten

Cellulaire afweer

 

 

Verdieping hematologie

 

Hemofilie

Definitie: erfelijke stollingsstoornis

A= deficiëntie VIII ( (80%) (x-linked)
B= deficiëntie IX (x-linked)

C= deficiëntie XI (autosomaal)

Behandeling: toediening van ontbrekende stollingsfactor per injectie

Huishouding

Extracellulair = meeste Na

Intracellulair= meeste K

Multipele myeloom

Definitie: ziekte van Kahler

Oorzaak: maligne woekering van plasmacellen vooral in beenmerg. Bepaalde immunoglobulines.

Symptomen: moe, anemie (gedrang van andere bloedcellen), infecties, Bence-Jones proteïnurie (lichte ketens/immunoglobinen in urine), botpijn.(osteolytische schade), hypercalciëmie, nierfunctiestoornis

Diagnostiek: beenmergpunctie op immunoglobulines

Behandeling: chemotherapie, radiotherapie

Ziekte van Wilson

Definitie: koperstapelingsziekte

Oorzaak: gen defect chr.13, koper niet uitgescheiden via gal, stapelt in organen

Symptomen: vaak Spaanse. Lage ceruloplasmine

Diagnostiek: ceruloplasmine in bloed, leverbiopt

Behandeling: Koperarm dieet en chelerende middelen

Pernicieuze anemie

Definitie: Bloedarmoede, macrocytair MCV

Oorzaak: te weinig productie van intrinsic factor (in maag)  tekort aan Vit B12 opname (door ileum)

Symptomen: moe, depressie, gewricht-/zenuwklachten

Behandeling: Vit B12 injectie, 1x in 8wk 1000mcg

 

 

Bloedgroepen

Bloedgroep 0 kan je aan iedereen doneren

Antigeen A Antigeen B geen A ontvangen geen B ontvangen

0 X X

A X X

B X X

AB X X

Rhesus D (belangrijk in zwangerschap)

Wanner moeder – en 1e kind +, maakt moeder antistoffen. Probleem bij volgende zwangerschap, want antistoffen gaan naar foetus.

 

Weetjes bewegen

 

spondylolisthesis

Afschuiven van wervel naar ventraal

Klapvoet

N. Peroneus profundus (m. Tibialis anterior, alle flexoren van de tenen)

Colchicine

Remt migratie granulocyten en leukocyten (jicht medicatie)

Behcet syndroom

Aften in mond, genitaal, iritis

Laseque test

Positief bij zenuwwortellaesie

Kanalen van Haver

Zorgen voor voeding van botcellen

Haemarthrose knie

Meestal schade voorste kruisband

Horner syndroom

Miosis (kleine pupil), ptosis (afhangend ooglid), anhidrose (geen zweetsecretie)

Monteggia

Ulnarisbreuk met radiuskopdisocatie

Somatische zst

Innerveert spiervezels en skeletspieren

Myocard

Dwarsgestreept spierweefsel

 

Verdieping bewegen

 

Pols fractuur

Colles; extra-articulair, naar dorsaal en radiair (meest voorkomend, vooruit vallen)

Barton: intra-articulair, naar dorsaal en radiair

Smith: extra-articulair, naar volair (achteruit vallen)

Jicht

Definitie: pijnlijke reumatische ontsteking

Oorzaak: gekristalliseerd urinezuur in gewricht, vaak distaal, koude omgeving

Symptomen; plots, rood, zwelling, pijn, warmte, functiebeperking, tophi

Diagnostiek: 60% grote teen

Behandeling: diclofenac, colchicine (acute fase), alluperinol (chron)

Calciumhuishouding

PTH verhoogt calciumconcentratie (terugresorptie in nieren en stim osteoclasten)

Vitamine D remt PTH, verhoogt de calciumabsorptie in darm

Cacitonine: verlaagt de calciumconcentratie (remt nierresorptie, remt osteoclasten, remt absorptie in darm)

Spiercontractie

Rust: myosine kop zit vast aan actine filament

Vrij ATP bindt myosine kop en de kop laat los en verschuift (contractie)

Kop bindt opnieuw actine filament, waardoor het hele complex verschuift

 

Verdieping psychisch

 

 

Positieve symptomen

Wanen: stoornis in inhoud van denken, bestaande persoonlijke fundamentele overtuiging in strijd met werkelijkheid en niet corrigeerbaar.

  • Betrekkingswaan; alle gebeurtenissen hebben speciale betekenis (boodschap bevatten)

  • Beïnvloedingswaan; gedachten, gevoel wordt van buitenaf ingevoerd in het hoofd

  • Bizarre waan; onmogelijk bv afkomst van Mars

Hallucinatie; ervaren van zintuiglijke ervaringen met werkelijkheidskarakter, zonder externe

  • Prikkel

  • Akoestisch; vaak bij schizofrenie stemmen horen (negatieve)

  • Tactiele; voelbaar

Formele denkstoornis/onsamenhangende spraak

  • stoornissen in organisatie van denken

  • Incoherentie; moeilijk te volgen gedachtegang

  • Onlogische verbanden;

  • Draad kwijt raken

  • Neologismen; nieuwe woorden maken

  • Concretisme; abstracte begrippen letterlijk opvatten

  • Vertraagd denktempo

Katatoon of chaotisch gedrag; verstarring

  • Stupor;verminderde bewustzijn/ stilstaand

  • Mutisme; ontbreken van spraak

  • Motorische negativisme; tegengestelde handelingen uitvoeren

  • Katalepsie; langdurig ongewone houding aannemen

  • Echolalie; woorden herhalen op rare momenten

  • Echopraxie; nadoen van een ander

  • Echomimie; gebaren nadoen

Negatieve symptomen

  • Affectieve vervlakking; emotionele reactie minder sterk of afwezig

  • Apathie

  • Spraakarmoede

  • Sociale terugtrekking

  • Gelaatsuitdrukking zonder expressie

  • Laag energieniveau

Angststoornis

Gegeneraliseerde angststoornis:

Definitie: Continue aanwezigheid van angsten en nervositeitsklachten zonder aanleiding.

Symptomen: Piekeren over dingen waar geen reden toe is. Extreme bezorgdheid.

Diagnostiek: >6 mdn

Behamdeling: psycho-educatie, cognitieve gedragstherapie (applied relaxation), Buspiron eventueel SSRI

Aanpassingsstoornis:

Definitie: Extreme emotionele en gedragsproblemen in reactie op minimaal 3 mdn geleden herkenbare stressfactor, greep op situatie verloren, bv burnout, < 6 mdn. Predisponerend: perfectionisme/subassertiviteit

Behandeling: *crisisfase *probleem-opl fase *toepassingsfase, cognitieve- gedragstherapie

Paniekstoornis

Definitie: plotselinge paniekaanvallen die zich blijven herhalen en ongerustheid hierover ontstaat

Behandeling: psycho-educatie, cognitieve gedragstherapie (eventueel responstherapie), SSRI

Sociale fobie

Definitie: aanhoudende vrees voor sociaal functioneren, voor schut staan, kritiek, acceptatie

Behandeling: psycho-educatie, cognitieve gedragstherapie (sociale vaardigheidstraining)

 

 

Specifieke fobie

Definitie: aanhoudende vrees voor bepaald voorwerp of bepaalde situatie (subtypen; dieren, bloed, naalden, hoogtes)

Behandeling: psycho-educatie, cognitieve therapie (applied tension; coping), geen medicatie

Obsessieve-compulsieve (dwang-) stoornis

Definitie: dwanggedachten en/of dwanghandelingen, voor besmetting, gevaar, controledwang, symmetrie/tellen/ordenen/verzamelen. Serotinine/dopamine systemen. Patiënt herkent eigen gedachten (verschil met psychose)

Behandeling: cognitieve gedragstherapie +responstherapie, SRRI/TCA (alleen seronine), evt stereotactische chirurgie of DBS

Stressstoornis

Definitie: blootstelling aan psychotrauma, herbeleving, vermijding, verhoogde prikkelbaarheid

*Acute stressstoornis:

Definitie: VG traumatische ervaring, herbeleving, vermijding, derealisatie/depersonalisatie, < 4 wk

Behandeling: gaat vanzelf over, wordt soms PTSS

*Posttraumatische stressstoornis

Definitie: VG traumatische ervaring, herbeleving, vermijding, zweten, schuldgevoel, slaapgebrek, > 4 wk

Behandeling: Psycho-educatie, Pyschotherapie en eventueel SSRI (bij depressie), *Cognitieve gedragstherapie (imaginaire exposure) *EMDR *KEP

Psychotische stoornissen

Schizofrenie

Definitie: >2 sympt: wanen, hallucinaties, onsamenhangende spraak, katatoon/chaotisch, neg symptomen. >6 mdn, ontwikkeling geleidelijk. Introvert, terugtrekkend, angstiger. Dopamine systeem

Schizofreniforme stoornis

Definitie: schizofrenie symptomen maar > 1 maand en < 6 maanden, vaak een voorloper

 

 

Schizoaffectieve stoornis

Definitie: kenmerken van schizofrenie (wanen/hallucinatie) +stemmingsstoornissen (manie/depressie)

Waanstoornis

Definitie: inhoud van de waan verband met positie van de patiënt ten opzichte van ander. Geen bizarre waan, zou echt kunnen zijn. >1 maand, geen negatieve symptomen, weigering behandeling, geen schizofrenie

Autisme spectrum stoornis

Autistische stoornis

Definitie: triade van stoornis in sociaal contact, communicatie en rigiditeit/stereotypie gedrag

Behandeling: (niet curatief) psycho-educatie en psychosociale interventies

Ziekte van Asperger

Definitie: stoornis in sociaal contact, rigiditeit, maar taal is goed ontwikkeld, vaak bovengemiddeld intelligent

PDD-NOS

Definitie: atypische autisme, wel triade kenmerken, maar lichtere vorm

Stoornis van RETT

Symptomen: normale ontwikkeling, vervolgens verlies van verworven vaardigheden, meisjes

Desintegratieve stoornis

Symptomen: zelfde als Rett maar met medische afwijking

Hoog functionerend autisme

Multiplex Complex Development Disorder (MCDD)

Symptomen: niet teruggetrokken, heel open

Stemmingsstoornis

Depressieve stoornis

Definitie: sombere stemming grootste deel vd dag, verlies aan interesse en plezier

Epidemiologie: life-time prevalentie 15%

Oorzaak: chronische afnamen 5HT concentratie in synapsspleet, upregulatie postsynaptische (+verandering) effect-receptoren en presynaptische autoreceptoren.

Symptomen: vervreemding, piekeren, besluiteloosheid, wanen/hallucinaties ,verlies van libido, vertraging in denken en handelen, slaapstoornissen, verlies van eetlust, concentratie omlaag, demoralisatie, gedeprimeerd, onmacht, lusteloosheid, labiel, moeheid

Behandeling: psychotherapie (lichte) + SSRI, SNRI, TCA, TCA +lithium, MAO-remmer, ECT

Dysthyme stoornis

Symptomen: depressieve stemming die 2 jaar duurt, maar waar geen sprake is van depressieve stoornis

Bipolaire stoornis

Epidemiologie: life-time prevalentie 1%

Oorzaak: kleine hippocampus. Overactiviteit limbisch systeem(emotie)

Manie: afgenomen activiteit recht frontaalkwab. Verhoogde dopamine.

Depressie: afgenomen activiteit linker frontaalkwab. Verlaagde dopamine/serotonine

Symptomen: extreme stemmingswisselingen van manie en depressie +opgeblazen gevoel eigenwaarde, jagende gedachte, grootheidswanen, overactief, verhoogde energie, minder slaapbehoefte, spreekdrang, impulsief, prikkelbaar

Eventueel hypomanie (II)= geen wanen/hallucinaties en geen duidelijke beperking van functioneren

I = minimaal 1 manische OF gemengde episode vaak mannen

II = minimaal 1 hypomanie vaak vrouwen

Behandeling: stemmingsstabilatoren + eventueel SSRI (deze induceren manie, dus niet te lang)

Cyclothyme stoornis

Symptomen: treedt een reeks hypomane episoden, onderbroken door episoden van lichtere depressie en uitputting

Stemmingsstoornis door somatische aandoening of middel gebruik

 

 

 

Verwardheid; Delier

Definitie: organisch- psychiatrische stoornis, gevolg van lichamelijke ziekte, alcohol/benzodiazepine onthouding of geneesmiddel.

Symptomen: Bewustzijnsstoornis, gestoorde oriëntatie, waarnemingstoornis.

Behandeling: onderliggende lichamelijke ziekte behandelen, Haloperidol, Clozapine, Benzodiazepine (onthoudingsdelier), Anticholinergicum (centrale anticholine delier), Vit B (alcohol misbruik)

Anti-psychotica

Effect: remming dopaminerge neurotransmissie door dopamine D2-receptor blokkade

Bijwerkingen:

  • Extrapiramidale symptomen (parkinsonisme, dystonie, acathisie, tardieve dyskinesie)  beh anticholinergicum

  • Gewichtstoename

  • Dysforie

  • Seksuele disfunctie

  • Orthostatische hypotensie

  • CAVE maligne neurolepticasyndroom

 

Anti-depressiva

Effect: versterken serotonerge, noradrenerge, dopaminerge transmissie (remming heropname)

Bijwerkingen: duizeligheid, misselijkheid, slaapstoornissen

  • SSRI – toename suicidale gedachten

  • TCA – anticholnerge sympt: droge mond, zweten, tremor

  • MAO – hypertensive crisis by tyramide rijk dieet

Weetjes longen

 

ACE-remmers:

1-20% van de hoestklachten

Anatomische shunt longen

Flow vanuit de a. bronchiales naar de vena pulmonales

Astma medicatie

Bètamimeticum en eventueel inhalatiecorticosteroïd

Celademhaling

In mitochondriën

Clemastine

Anti- histamine (werkt versuffend)

Ipratropiumbromide

Antagonisme van muscarinereceptor. COPD en astma behandeling

Hartafdruk long

Op lobus superior

Q-koorts

Gramnegatieve coxiella burnetii (zoönose)

Surfactans

Productie door type II pneumocyten; vergroot contractie long

Penumonectomie

Intercostaal ruimte 5 (drain), intercostaal ruimte 2 (naald, pneumothorax)

Tuberculose

Vaak in longtoppen

Weetjes voortplanting

 

Leydig cellen

Testosteron. (vesicula seminalis levert grootste volume)

Sertoli cellen

Sperma

Muller buizen

Eileider, uterus, vagina (XX)

Wolff cellen

Urineleiders (XY)

Baarmoederhalskanker onderzoek

30-60 jaar

Epididymis

Bijbal. opslag zaadcellen

Vesicula seminalis

Zaadblaas. klier wat vocht toevoegt aan spermacellen

Prostaat

Klier. voegt hulpstoffen aan sperma toe. Voorkomt terugstroom sperma

LH

Stimuleert testis tot testosteronproductie

Klinefelter syndroom

47 XXY

Turner syndroom

45 X

Edward syndroom

Trisomie 18

N. Pudendus

Innervatie van bekkenbodemspieren in het perineum

Eisprong

Tot stand als oestrogeenproductie max

Progesteron

Opbouw endometrium na innesteling

Oestrogenen

Klaar maken endometrium voor innesteling. eisprong

24wk zwanger

Uterus reikt navel hoogte

mola hydatidosa

kan ontaarden in chorioncarcinoom

positieve Coombs test

moeder 0 en kind A

 

Verdieping voortplanting

 

Anatomie

Epididymis, ductus deferens, vesicula seminalis, urethra

Fluor vaginalis

Candida

Symptomen: jeuk!, wit brokkelig, niet-riekend

Diagnostiek: hyfen in KOH, pH <4.5 (zuur)

Behandeling: Miconazol

Bacteriële vaginose

Symptomen: homogeen fluor

Diagnostiek: amine test +, clue-cellen, pH >4.5

Behandeling: self-limiting

Trichomonas infectie

Symptomen: Jeuk, geelgroen fluor, schuimend, soms vbv

Diagnostiek: pH >4.5, leukocytose, flagellaten, protozoa

Behandeling: metronidazol, clindamycine

SOA

Chlamydia

Symptomen: vaak asymptomatisch. Soms fluor/PID bij vrouw. Urethritis/proctitis bij man

Diagnostiek: PCR. Vrouw: vaginale wat, Man: 1e urinestraal/rectumwat

Behandeling: azitromycine, eventueel doxycycline

Gonorroe

Symptomen: soms asymptomatisch. Vrouw: urethritis, cervicitis. Man: urethritis. Eventueel faryngitis.

Diagnostiek: PCR. Vrouw: vaginale wat, Man: 1e urinestraal/rectumwat

Behandeling: ceftriaxon, eventueel ciprofloxaxine

Trichomonas (zie hierboven)

 

 

 

Herpes genitalis

Symptomen: prodromen daarna blaasjes.Vrouw: pijn, dysurie, fluor. Man: urethritis, balantitis.

Oorzaak: HSV type 1 en 2

Diagnostiek: klinisch. Eventueel serologie

Behandeling: valaciclovir

Condylomata acuminata

Symptomen: bloemkoolachtige wratten, rozerood tot grijswit

Oorzaak: HPV

Diagnostiek: klinisch. Eventueel histologie of HPV onderzoek

Behandeling: podofyllotoxine, eventueel imiquimodcreme

 

 

Weetjes cardiologie

 

Acuut reuma

Meest voorkomende oorzaak van mitraalklepstenose

Atriumfibrilleren

Meest voorkomende hartziekte op oudere leeftijd

Sinusknoop

In rechter atrium

Harttamponade

Pulsus paradoxus, gedempte harttoon, arteriële druk gedaald, veneuze druk verhoogd. Obstructie shock.

2e harttoon

gespleten bij inspiratie

CO2 teveel

Trommelstokvingers, centrale cyanose

Endocarditis

Splinterbloedinkjes onder nagels (+koorts, moe en malaise)

Virale myocarditis

Meest voorkomende voorzaak: coxsackievirus

 

Verdieping cardiologie

 

Decompensatio cordis

Definitie: Hartfalen. Acute vorm = asthma cardiale

DC links: vocht ophoping in longen

DC rechts: vocht ophoping in perifeer deel lichaam. Centraal veneuze druk verhoogd en leverstuwing.

Oorzaak: afhankelijk systolisch of diastolisch

Symptomen: Moeheid, kortademigheid, gewichtstoename (geen pijn op borst)

Behandeling: bètablokkers en ACE-remmers

 

Weetjes endocrinologie

 

Sulfonylureumderivaten

Bv Tolbutamine. Stimuleert insuline afgifte (type 2)

Immunoglobuline (Ig.)

Antistof = antilichaam (een eiwit)

Feochromocytoom

Tumor bijniermerg (adrenaline en dopamine) Hypertensie!

 

Verdieping endocrinologie

 

Diabetes insipidus

Definitie: ontbreken (craniaal) of ongevoeligheid (nefrogeen) van ADH

Oorzaak: onvoldoende afgifte Anti Diuretisch Hormoon uit hypofyse achterkwab

Symptomen: polyurie (‘s nachts), polydipsie, sufheid, coma

Diagnostiek: dorstproef

Behandeling: vasopressine analoog (ADH = vasopressine)

Overgevoeligheidsreacties (Gell & Cooms)

Type I:

Oorzaak: mestcellen binden Fc deel IgE  degeneratie mestcel + vrijkomen mediatoren (ontstekingsreactie)  histamine

Kenmerken: pas na herhaald contact allergeen

Vb: anafylaxie, atopisch eczeem/astma, hooikoorts, medicijnen

Type II:

Oorzaak: antilichaam IgM/IgG gericht tegen antigeen van lichaam eigen (of getransfuseerde) cellen  killercel reacties of lysis.

Kenmerken: via complement activatie

Vb: autoimmuun hemoltische anemie, MG, pemhigus, Good pasture syndr

Type III:

Oorzaak: immuuncomplexen slaan in weefsel neer  complement geactiveerd, granulocyten aangetrokken  ontsteking + schade

Vb: SLE, polyarteritis nudosa, post-strept glomerulonefritis

 

 

Type IV:

Oorzaak: antigeen gesensibiliseerde T-cellen, lymfokines vrij, bij herhaald contact, aantrekken macrofagen (onsteking), tegen auto-antilichamen

Vb: Lepra, TBC, Crohn, Sarcoidose

Complimentsysteem

Bevat factoren (eiwitten) die door middel van lysis (doden) van de met antilichaam (bact/virus) bedekte micro-organisme en fagocyterende cellen aantrekken door chemotaxis.

Pas actief wanneer contact met immuuncellen (granulocyten, monocyten, B-

Lymfocyten) of rechtsstreeks met bacterie/virus

Geen leervermogen nodig, onderdeel van innate immuunsysteem

Adenohypofyse achterkwab

ADH

Adenohypofyse voorkwab

TSH-schildklier, ACTH –bijnierschors, FSH –groei rijping follikel ovaria, LH-rijping follikel en productie oestrogenen, GH-groei in epifysair schijven, Prolactine-melkproductie

Bijnierschors

Aldosteron (behoudt water en Natrium)
Cortisol (stimuleert glucogenese)

Bijniermerg

Adrenaline / noradrenaline

 

Weetjes neurologie

 

Wernicke

Sensorische spraak, linker temporaalkwab (begrip)

Broca

Motorische spraak, linker frontaalkwab (hoeveelheid)

Actiepotentiaal

Start bij verandering in natrumpermeabiliteit

Repolarisatie

Verhoging in de permeabiliteit voor kalium

Bell verlamming

7e hersenzenuw n. Facialis. Gelaat uitval

myastenia gravis

antilichamen tegen acetylcholinereceptor. Uitputting van spierkracht. Start armen.

Guillain Barre

Verlamming van onder naar boven. Post virale infectie

Brughoektumor

Evenwichtsstoornis, aangezichts- en gehoorproblemen (oorsuizen)

Dubbelzien

N. abducens aangedaan

Tethered cord

Beenslapte, plasproblemen, hairy patch/vette tumor op onderrug

Hyphaema

Bloed in onderste helft iris

Inklemming

Hersenstam. afwezige pupilreflex

Thompsontest

Positief = afwezige plantairflexie. Bij aolledige achillespeesruptuur

Meningeale prikkeling

Passief kin op borst en knieën optrekken = symptoom van Brudzinski I

Slikklachten + tongatrofie

N. Hypoglossus (XII)

Ejaculatiestooornissen

Nn. hypogastrici

Ptosis

N. oculomotorius (m. Levator palpebrae) en m. Tarsalis (spier van muller.)

Cushing triad

Bradycardie, hypertensie, irregulaire hartslag

 

Verdieping neurologie

 

Handzenuwen

N. radialis innerveert extensie pols en duim, dig II, III

Uitval: dropping hand. Bij bovenarm♯ saturday night palsy

N. Ulnaris innerveert spreiders vingers, adductor duim

Uitval: klauwhand. Bij elleboog steun, laesie C8

N. medianus innerveert flexie pols, dig I, II, III, abductie I, sensibiliteit vinger toppen

Uitval: predikers hand. Bij glaswond, Carpaal Tunnel Syndroom

Dermatomen

Th10 = navel / Th4 = tepel

Hersenvliezen

Dura, arachnoide, pia

Subduraal hematoom; meest voorkomend bij val. Langzaam

Epiduraal hematoom; slagaderlijke bloeding, snel, schilvorming

Subarachnoidale bloeding: vaak aneurysma, spider vorm op scan

Oogspieren

Tot onze spijt, altijd redelijk langzaam

N. trochlear: obliquus superior

N. abducens: rectus lateralis

N. oculomotorius: de rest ( obliquus inferior, rectus medialis, rectus superior, rectus inferior)

Reflexen

Kniepeesreflex: L2, L3, L4

Achillespeesreflex: S1, S2

Bicepsreflex: C5, C6

Tricepsreflex: C6, C7, C8

Corneareflex: afferent N. Ophtalmicus (V) . efferent N. Facialis (VII)

Pupilreflex: afferent N. Opticus (II). Efferent N. Oculomotorius (III)

Syndroom van Horner

Symptomen: ipsilateraal, miosis (kleine pupil), ptosis, anhidrose (zweetkliersecretie)

Innervatie: orthosympatische uitval

Miosis door overheersing n. Oculomotorius

Milde ptosis door verslapping spier v Muller (m. Tarsalis), n. Occulomotorius werkt wel

Parkinson

Definitie: zenuwcellen v substantia nigra sterven langzaam af

Oorzaak: productie dopamine faalt  aansturing bewegingen faalt

Symptomen: rigiditeit, akinesie (bewegingsarmoede), rusttremor, freezing (moeizaam starten bew)

Behandeling: Levodopa (bijwerking; chorea)

Parkinsonisme

Definitie: combinatie van symptomen

Oorzaak: verschillende aandoeningen. waarbij dopamine wordt tegen gewerkt. Ontvangende cellen afsterven (MSA), beschadigd raken (tumor, bloedaandoening) effect van medicatie

Symptomen: stijfheid, tremor, maskergelaat, startprobleem, zachtere/minder spraak, houdingsreflex verlies.

Perifere N. Facialis VII laesie links

Definitie: Bellse parese

Symptomen: linker oog open, linker mondhoek hangt af, rimpels voorhoofd, traanvocht

Centrale N. Facialis laesie

Symptomen: aangedane kant mondhoek hangt, oog niet aangedaan, want dubbelzijdig geïnnerveerd

Multipel Sclerose

Definitie: auto-immuunziekte

Oorzaak: myeline schade – afsterven cellen – verval oligodendrocyten

Symptomen: oogklachten (dubbelzien), stijve spieren, sensorische klachten, moe

Diagnostiek: MRI en lumbaal punctie

Kenmerken: relapsing-remitting beloop, steeds minder herstel

Behandeling: methylprednison (acute fase) + IGN-B (remt inflammatie respons)

Hoofdpijn

Migraine: pijnstilling, NSAIDs en eventueel triptanen (profylactische B-Blokkers).

Spanningshoofdpijn: antidepressiva (amitriplytine)

Clusterhoofdpijn: O2, sumatriptan s.c. (profylactische Ca-antagonist, lithium)

 

Weetjes medicatie

 

cefuroxim

gevoelig Staphylococcus aureus (meticilline-gevoelig), Streptococcus pyogenes

Metronidazol (flagyl)

Geen antimicrobiële werkingen. Gevoelig: niet–obligaat aerobe gram–positieve micro–organismen, Bacteroides fragilis, Clostridium difficile, Clostridium perfringens,

Miconazol

Vaginale candida

Hydrochloortiazide

Jicht risico

Sensitiviteit

Van alle zieken wie had positieve test. A/A+C

Specificiteit

Van alle gezonde wie had negatieve test. D/D+B

 

Algemeen 2

 

UWI

Oorzaak: 90% E. Coli

Ongecompliceerd: nitrofurantoïne

Zwangerschap: nitrofurantoïne 7dg

Zwangerschap + weefselinvasie of vlak voor partus: amoxicilline-clavulaanzuur

Gecompliceerd; koorts, weefselinvasie: amoxicilline-clavulaanzuur

Oorzaak urinewegsteen: proteus mirabilis

Clostridium difficile

Definitie: Bacterie. 50% onderdeel normaal darmflora.

Oorzaak: verblijf in ziekenhuis / AB gebruik / immuunsysteem – dan ziek

Symptomen: pseudomembraneuze collitis, diarree, buikpijn, koorts

Behandeling: stop AB + contact isolatie. Start eventueel metronidazol

Operant conditionering

Definitie: leerproces door bekrachtigen of straffen na respons

Positief bekrachtigen = aanbieden pos prikken (snoep, speelgoed)

Negatief bekrachtigen = achterhouden / stoppen van neg prikkel (stop lawaai)

Pos straffen = toedienen van neg prikkel (slaan, schelden)

Neg straffen = onthouden van pos prikkel (eten)

Klassiek conditionering

Definitie: leerproces door conditionele stimulus (CS) te laten volgen door conditionele stimulus (UCS).

 

Weetjes oogheelkunde

 

Dioptrie

Brekingssterkte lens. Hoe groter D, hoe sterker de lens.

Traanfilm

Over conjunctiva en cornea heen. Lipide (Meibom), water (traanklier), mucine (slijmbekercel)

Choroïdea

Vaatvlies. Bloedvoorziening o.a. kegels en staafjes

Traanweg

Gladula lacrimalis – punctum lacrimalis – canaliculus lacrimalis – saccus lacrimalis – ductus nasolacrimalis – neus. 10-20% verdampt

Kinderen

Altijd hypertroop

Anisometropie

Verschil in refractie tussen beide ogen. >4D medische indicatie voor contactlenzen

Accomoderen

Lens boller maken

Astigmatisme

Vooral van cornea (rugby vorm)

Oog verwijderder

Parasympatilytica = verlamming m. Sphincter pupillea (antagonist)

Bv tropicamide, atropinem cylopentolaat

Regelt ook accommodatie spier m. Cilliare  remt vlakke lens

Ontspanning = cycloplegie

Staafjes

In donker goed zien, want lichtgevoelig

Kegels

Kleurwaarneming

Iridodialyse

Scheur in wortel van iris (aan sclera zijde)

Anisocorie

Pupilgrootte verschil

Adie pupil

Parasymptomatisch werkt onvoldoende: verwijder pupil

Syndroom v horner

Sympatische zenuwschade: ptosis en miosis

Parasympaticolytica

Mydriasis (verlamming m, sphincter) en enige cycloplegie (ontspannen m. Ciliaris)

Macula degeneratie

Afsterven van de kegels (centraal slechter zien)

Diagnostiek: Amsler rooster

Behandeling: angiogeneseremmer

Bijziend

myoop = dichtbij goed te zien.

Beeld voor netvlies. Holle neg lens nodig.

Verziend

hypertroop = ver goed te zien

Beeld achter netvlies. Bolle pos lens nodig.

 

Algemeen 3

 

Verbranding

Definitie:

  • 1e graads: erytheem, gering oedeem (geen onderdeel TVLO)

  • 2e graads: opp vs diep (incl dermis). antimicro crème/operatief

  • 3e graads: verlies dermis (+subcutis) zonder regeneratie vermogen. Gevoelloos, operatief met donorhuid

  • 4e graads: zwarte verkleuring incl spier/pezen

TVLO: Hoofd = 9%, Arm = 9%, Been = 18%, Romp voor = 18%,

Romp achter = 18%, Geslachtsdeel = 1 %

Behandeling: 1e hulp: eerst water, de rest komt later

Ongeveer 10min koelen, lauw stromend water

Verwijder geen vastgekleefde kleding

Afhandeling van TVLO hoeveelheid infusie 0.9%NaCl geïndiceerd. Voorkom shock

4ml x kg x %TVLO

 

Kraanwater productie door corpus cilliare. Zorgt voor aanvoer voedingsstoffen en zuurstof. Via achterste oogkamer naar voorste oogkamer naar kamerhoek via trabekelsysteem naar afvoerkanaaltjes (v Schlemm) richting bloedbaan. Kanaaltjes v Schlemm lopen rondom parallel aan limbus.

Iris spieren

M. sphincter pupillae (kringspier): miosis (nauwe pupil)

= parasympatische stimulatie muscarine receptor – scherpte diepte toename

via n. Oculomotorius (N III)

 

M. dilator pupillae (radiare): mydriasis (verwijde pupil)

= sympatische stimulatie adrenerge receptor – scherpte diepte afname

via N. Trigeminus (N V)

accommodatie

m. cilliares regelt accommodatie via zonulavezels

  • symp stimulatie: relaxatie spier, vlakke lens

  • parasymp stimulatie: contractie spier, bolle lens (accomoderen)

acuut glaucoom

iridocyclitis

rood, pijn, misselijkheid/braken, oogboldruk, wijde licht stijve pupil

rood, pijn, visus, nauwe pupil

 

Weetjes neonatologie

 

Geboorte

  • Pre terme: <37wk / <259 dg

  • Zeer pre terme <32 wk

  • Extreem preterme <28wk

  • A terme: 37-41 wk / 259-293 dg

  • Post terme: >41 wk

Colostrum

1e dagen moedermelk

eisen neonaat

<24u mictie, <48 uur meconium lozing

Suppletie naast borstvoeding

Week 2 t/m 3e maanden: Vit K (dag 8), Vit D (dag 14) en eventueel ijzer

Gewicht neonaat

Gemiddeld 3500 (jongen), 3350 (meisje). Per week 150gr erbij.

Gewichtsverlies

Tot 10% verlies eerste dagen is acceptabel

Coeliakie

Symptomen: bolle buik & platte billen

Cyanose

4x T’s. Tetralogie v Fallot, Transpositie grote vaten, Tricus spidalis, Truncus arteriosus/open botalli

Fontanel

Intrekking = uitdroging

Bolling = intracraniële druk

ALTE

Apparent life-threatening event

Trommelvliezen

Rood = reactief

Pral/Bomberend = OMA

Dof = effusie

Ziekte v Hirschsprung

Distaal colon bevat geen ganglioncellen: geen innervatie, strictuur + proximale dilatatie.

Koemelkeiwit allergie

IgE-gemedieerde allergische reactie tegen 1 of meer koemelkeiwtifracties in kunstvoeding. Diagnostiek: eliminatie provocatietest

Pylorushypetrofie

Hypertrofie van m. Circ en longitudinale vd pylorus en distale antrum, obstructie maaguitgang, projectiel braken en failure to thrive

Moro reflex

Schrikreactie armen en benen spreiden en vervolgt door omhels beweging

Galant reflex

Heup 45 gr exorotatie bij prikkeling ruggengraad ipsilateraal

Serotiniteit

2wk na verwachte bevallingsdatum nog geen bevalling

 

Verdieping neonatologie

 

APGAR score

Op 1, 5 en 10 min na geboorte. 10 is beste

  • Hartactie (pulse)

  • Ademhaling (respiratory)

  • Spiertonus (activity)

  • Kleur huid (appearance)

  • Reactiviteit (grimas)

Kinderaaandoening

Coarctatio aortae

Definitie: Vernauwing aorta dat toevoer v onderste lichaamsdeel belemmerd

Symptomen: LV zet meer kracht want weerstand in aorta hoog  RR hoog aan armen, pulsaties lies laag

Behandeling: ductus Botalli sluiting uitstellen middels medicatie op 2e-3e jaar chirurgische correctie

Persisterende ductus botalli:

Normaliter: na geboorte gaan longen open, dus minder weerstand waardoor weerstand in art systeem omhoog en druk in LA omhoog, foramen dicht. O2 rijk bloed vanaf de aorta door ductus. O2 remt prostaglandinesynthese, ductus dicht.

Prematuren: longen onvolgroeid dus O2 is nog laag en blijft ductus langer open.

Tetralogie v fallot:

VSD, pulmonale stenose, overrijdende scheve aorta, hypertrofie rechter ventrikel

Ventrikelseptumdefect:

Definitie: O2 rijk bloed tijdens systole naar RV. Pulmonalisklep is open dus toegang tot longen.

Druk in longen omhoog, hydrostatische druk omhoog, collaps longblaasjes.

Symptomen: kreunen (glottis dicht), PIP in blaasjes, tegen gaan van collaps, tachycardie, gewicht omlaag, spugen , zweten, intrekkingen

Behandeling: diuretica, ACE-remmer (weerstand in aorta omlaag), eventueel chirurgisch hechten

 

 

 

Atrium Septum defect

Definitie: RA en RV dilatatie tijdens diastole. Druk in longen omhoog, minder erg dan VSD.

Symptomen: weinig/geen

Gevolg: irreversibele pulmonale hypertrofie en/of ritmestoornissen

Behandeling: vaak spontaan, eventueel op 4e-5e jaar chirurgisch parapluutje via endovasculaire toegang

Hielprikscreening

In 1e week (liefst dag 4)

  • Fenylketonurie (PKU)

  • Congenitale hypothyreoidie (CHT)

  • Adrenogenitaal syndroom (AGS)

Tanner stadia

Meisje (MPA):

Borstontwikkeling vanaf 8 jaar (gem 10.5 jaar)

Menarche gem 13 jaar

Piek groei 11.5 jaar

Jongen (GPA):

Groeitestikels (9.8-13.4 jaar) middels kralenketting

Piekgroei testis volume 12 ml (14 jaar)

Hyperbilirubine

Definitie: >80-120umol/l

<24 geel is alarm. Vaak ongeconjugeerd bij hemolyse. (cave infectie)

24u-3wk geel: vaak fysiologisch

>3wk geel: zowel geconjugeerd/ongeconjugeerd

Oorzaak: overproductie stoornis, conjugatie stoornis, uitscheidingsstoornis

diagnostiek: volledig lab eventueel urinetest op galactosemie, hielprik

behandeling: Fototherapie: breekt ongeconjugeerd bilirubine af. + vocht optimaliseren + eventueel wisseltransfusie

Voorkom kernicterus (ongeconjugeerd in basale ganglia en nuclea)

 

Spraak en taalontwikkeling

  • 0-2 maanden huilen

  • 2-4 maanden vocaliseren

  • 4-8 maanden brabbelen

  • 8-12 maanden sociaal/reactief brabbelen

  • 2-3 jaar 3-woord zinnen, begrip, eenvoudige opdrachten

 

 

Algemene adviezen over de iVTG

  • Lees de vraag goed door, onderstreep woorden die jij belangrijk denkt te vinden

  • Scan de antwoorden, ga na welke je kent

  • Blijf bij je eerste keuze

  • Kijk niet alle vragen na afloop na, alleen wanneer je erg twijfelt over een antwoord

  • Hak snel knopen door, ga niet te lang nadenken per vraag

  • Er zitten geen strikvragen tussen, denk dus niet te moeilijk na

  • Wanneer je veel fouten maakt, beantwoord de volgende keer dan sneller en lees oppervlakkiger

  • Gok nooit een 2 keuze vraag, dit levert meer strafpunten op dan een meerkeuze vraag

Oefenen

  • Kijk op Ivgt.nl jouw voortgang en scores van vorige toetsen, bekijk of je vaak te weinig invult of te veel invult en daarmee veel gokt. Verander je strategie zo nodig.

  • Vergelijk ook met de referentiegroep

  • Maak oudere voortgangstoetsen, sommige vragen worden letterlijk herhaald

  • Oefen een kleine hoeveelheid vragen per keer

    • Als je een vraag niet weet, ga dan naar de volgende.

    • Als een gedeelte van het onderwerp weet, zoek dan het antwoord op en onthoud de belangrijkste punten.

    • Als je een onderwerp helemaal niet weet (en door hebt dat dit onderwerp vaker terug komt in vgt’s), zoek dan wat uitgebreider op het internet informatie op.

    • Zorg dat je de volgende punten leert: oa. Wat, bij wie, wanneer, hoe vaak, hoe ernstig, hoe te behandelen, welke oorzaak, welke gevolgen.

  • Bespreek vragen met mede studenten, bekijk hoe zij een vraag interpreteren en antwoorden beredeneren. Vaak denk je te moeilijk, er zitten geen adertjes onder het gras

  • Bekijk de week voor de toets weer wat onderwerpen, waarvan je weet dat deze steeds weer terugkomen op de toets

  • Bekijk ook eens de VGT spelletjes op blackboard, hier komen ook vragen uit in de VGT’s.

Voorafgaand aan de toets

  • Neem een goede nachtrust

  • Voor je naar bed gaat niet nog studeren, maar neem wat ontspanning

  • Plan niet je hele middag voor, zodat je tijdens de toets daar niet meer bezig hoeft te zijn

  • Koop wat lekker voor tijdens de toets

  • Sta op tijd op, en ontbijt goed

  • Ga op tijd weg van huis, houdt rekening met mogelijke vertraging in het verkeer (of band lek)

Tijdens de toets

  • Ga achterin zitten als je last hebt van onrust en geloop van anderen

  • Bepaal vooraf hoeveel vragen je moet maken voordat je een korte pauze neemt, zo voorkom je concentratieproblemen

  • Neem regelmatig pauzes, eventueel een toilet bezoek

  • Neem eten en drinken mee voor optimaal functioneren van je hersenen

  • Haast je niet, vergelijk jezelf niet met studenten die snel klaar zijn

  • Wat kan helpen: dek voor het lezen van de vraag de antwoordopties af; bekijken of je na het lezen van de vraag al een idee hebt wat het juiste antwoord zou kunnen zijn.

Na de toets

  • Geniet van een vrije middag!

Strategie/beslisstappen

Er zijn 3 mogelijkheden wat betreft de mate van zekerheid:

  1. Zekerheid / sterke voorkeur, je bent (heel, behoorlijk) zeker van een bepaald alternatief: altijd invullen!

  2. Zwakke voorkeur, je hebt een zwakke voorkeur voor een bepaald alternatief

Heeft de vraag 2 alternatieven: NIET invullen! kies voor het ‘?’ (verleidelijk om het wel te doen, 50 / 50 – gevoel, toch NIET doen)

Heeft de vraag > 2 alternatieven: dan zijn er wederom 2 opties:

  • kun je geen alternatief of meerdere alternatieven wegstrepen, dan: NIET invullen

  • kun je wel een alternatief of meerdere alternatieven wegstrepen, dan: volg je zwakke voorkeur of ‘gok’ wanneer je geen voorkeur hebt

3. Geen voorkeur, geen enkel alternatief heeft je voorkeur: zelfde strategie als bij 2

 

Meer oefenmaterialen en samenvattingen in het kader van voortgangstoetsen

Check supporting content in teasers:
Interuniversitaire VoortgangsToets Geneeskunde (iVTG)

Interuniversitaire VoortgangsToets Geneeskunde (iVTG)

  • In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor de Interuniversitaire VoortgangsToets Geneeskunde (iVTG) voor de opleiding Geneeskunde aan de Universiteit Leiden, Universiteit Utrecht en de andere Nederlandse Universitaire Geneeskunde opleidingen.
  • Voor een compleet overzicht van de door JoHo WorldSupporter aangeboden samenvattingen & studiehulp maak je gebruik van de zoek- en navigatie opties op deze website

Wat is de landelijke interuniversitaire Voortgangs Toets Geneeskunde (iVTG)?

......Read more
Check page access:
Public
Check all content related to:
How to use more summaries?


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
2681
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Follow the author: Medicine Supporter