Head Start programma - Artikel


Het grootste voorscholingsprogramma van de VS is The Head Start Program. Het programma was oorspronkelijk een zomerprogramma, maar heeft zich ontwikkeld tot een veelomvattende dienst voor kinderen en families met een economische achterstand. Head Start is een pionier geweest voor methoden van werken met ouders en jonge kinderen. Het programma was ook voor kinderen met beperkingen en voor groepen die cultureel en linguïstisch divers zijn. Het wordt het belangrijkste onderwijskundige en sociale experiment genoemd van de tweede helft van de twintigste eeuw.

Het ontstaan van Head Start en Johnson’s ‘War on Poverty’

Head Start ontstond als een onderdeel van de War on Poverty. Het was een optimistische tijd in de geschiedenis van de VS en men wilde de armoede bestrijden. De veelbelovende resultaten van educatie interventie programma’s voor kinderen met een economische achterstand als achtergrond hoorden daar ook bij. De ‘civil rights movement’ van de jaren ‘60 van de twintigste eeuw vroeg aandacht voor de armoede die in het land heerste en voor de gevaren voor het economische en sociale welzijn van het land. The War on Poverty, van Kennedy en Johnson, was gebaseerd op een geloof in verbetering van de armoede door onderwijs. Intellectuele ontwikkeling wordt volgens Hunt vooral bepaald door omgevingsfactoren en de moeder. Benjamin Bloom kwam tot eenzelfde conclusie. Hij geeft aan dat de eerste 4 tot 5 jaar van het leven de periode is waarin de grootste verandering plaats vindt in intellectuele groei. De voorschoolse jaren zijn volgens hem de beste jaren om een langdurig effect op het cognitief functioneren te verkrijgen. Door deze conclusie werd de populariteit van de ‘kritische periode’ in de ontwikkeling in de vroege jaren erg groot. Er ontstonden beweringen dat de helft van wat mensen leren, plaatsvindt voor het vijfde levensjaar. De ‘vroege’ jaren werden in de jaren ‘60 van de twintigste eeuw gezien als de belangrijke fundamenten van een bouwwerk. De bevolking zag leren in voorscholing als goede constructie van fundamenten, en dus als oplossing van de armoede en onwetendheid. De fundamenten moeten namelijk goed zijn voor een goede structuur. Voorscholingsprogramma’s voor kinderen van ouders met een economische achterstand waren echter nauwelijks opgericht in de jaren ‘50 en begin jaren ‘60 van de twintigste eeuw. Het positieve effect van de voorscholingsprojecten op het IQ en de verbale vermogens van de kinderen, zou hoop kunnen bieden voor wat bereikt kan worden op een bredere schaal.

De veronderstellingen waren naïef en de politieke realiteit speelt op

In de zomer van 1965 werd Head Start ingevoerd, waarbij veel meer kinderen werden betrokken dan werd aangeraden door experts. Eén visie was, dat het programma klein moest beginnen, omdat er nog te weinig informatie over de ervaring met een voorscholingsprogramma was. Maar het doel was om zo veel mogelijk kinderen te bereiken. Er waren hoge verwachtingen van het programma, het IQ en de intelligentie van de kinderen zou namelijk stijgen door het programma. Kort nadat Head Start was gestart, bleek al dat deze verwachtingen naïef waren. Er speelden vragen op over de visie dat kinderen klei waren dat gekneed kon worden door de omgeving. Het gebrek aan de biologische factoren in het ‘environmentalism’ rond 1965, ontstond wel in de late jaren ’60. De interactie tussen genetische factoren en omgevingsfactoren, zoals Bronfenbrenner dit omschreef, werden erkend als oorzaak voor de ontwikkelingsprocessen. Deze trend wordt tot vandaag doorgevoerd. De begin jaren van Head Start werden ook gekenmerkt door simpele veronderstellingen over armoede en kenmerken van kinderen en families die in economische achterstand leven. Een stereotype was bijvoorbeeld, dat een moeder met een laag inkomen in het algemeen niet in staat en niet geschikt is om voor goede begeleiding en liefde te zorgen voor het kind. Arme families zouden juist over-stimuleren of onder-stimuleren. Uit studies van de antropoloog Oscar Lewis blijkt dat door veel mensen armoede geïdentificeerd werd met een ‘armoedecultuur’ en dat kinderen die opgroeien in arme gezinnen ‘cultureel beroofd’ waren. Aan het einde van de jaren ’60 van de twintigste eeuw werden deze stereotypes op de proef gesteld. Uit onderzoek bleek bijvoorbeeld dat Afrikaans-Amerikaanse kinderen veel beter presteerden als ze werden getest door een Afrikaans-Amerikaanse tester en als het geen academische setting was. De invloed van de omgeving en de samenleving, en de sociale contexten op het functioneren van een individu en familie, werd in politieke analyses benadrukt. Individuen en families werden niet gezien als schuldigen voor als er dingen fout gaan. Een tegenstand tegen het concept van ‘culturele deprivatie’ leidde tot oproepen voor onderwijsprogramma’s om de culturele diversiteit te vieren, en om respect voor individuele verschillen te krijgen. Daarnaast werd er gebouwd op de kracht van familie, in plaats van gericht op de zwakke kant. De originele, hoge verwachtingen van de voorscholingsprogramma’s hebben echter lang bestaan. Dat was het belangrijkste aspect voor het ontstaan van Head Start en andere voorscholingsprogramma’s.

De doelen van Head Start

Head Start heeft zich lang gefocust op de resultaten van het ontwikkelings- en leerproces van kinderen in families met een lage economische status. De belangrijkste domeinen van de kinderontwikkeling die in interactie staan met elkaar zijn: emotioneel, sociaal, fysiek en cognitief. Maar in werkelijkheid handelde Head Start met het ‘hele kind’. Er is speciale aandacht uitgegaan naar de rol van Head Start in het voor bereiden van kinderen voor schoolsucces. Het 105th Congress vermeldde dat het doel van Head Start was: het promoten van schoolgereedheid om de sociale en cognitieve ontwikkeling van kinderen van ouders met een laag inkomen te verbeteren. In 2000 kwam de Head Start Bureau met een ‘Child Outcomes Framework’. Het bouwen van blokken zou belangrijk zijn voor schoolsucces. De acht domeinen waar de ‘Child Outcomes Framework’ zich op richtte zijn: taalontwikkeling, geletterdheid, wiskunde, wetenschap, creatieve kunst, sociale en emotionele ontwikkeling, benaderingen voor leren en fysieke gezondheid en ontwikkeling.

Vanaf het begin was de visie van Head Start, dat ouders en verzorgers in het algemeen werden gezien als belangrijke partners in het bereiken van een verbetering van de resultaten van kinderen. Het is duidelijk dat kinderen zich ontwikkelen in de context van hun familie en cultuur. Ouders worden gezien als de primaire leraren en opvoeders van hun kinderen. Head Start biedt ouders veel mogelijkheden om deel te nemen aan activiteiten en betrokken te rakken bij de beslissingen in het programma. Geen één 1- of 2-jaar durend programma zal voor verbeteringen zorgen in de ontwikkeling van het kind, tenzij het programma de ouders helpt om de ‘agents of change’ te worden. De positieve veranderingen in het kind worden daardoor doorgevoerd, ook nadat het formele programma voorbij is. De voorwaarde van ouders die een actieve rol hebben, zorgt voor een familie ‘empowerment’-perspectief. Daarin worden ouders als actieve, gerespecteerde deelnemers gezien, niet als passief in het aannemen van professionele hulp. Head Start is altijd meer geweest dan alleen voorscholing, het is een allesomvattend programma.

Een verkeerde opvatting van het doel van Head Start was, dat het een rol had in de uitroeiing van armoede. Het idee dat voorscholing welzijnskosten en misdaad in de volwassenheid kan verminderen, kreeg een boost in 1984. Een studie over het Perry Preschool Project gaf positieve resultaten. Het resultaat van de studie was namelijk, dat op de leeftijd van 19 jaar, kinderen die het Perry Preschool Project hadden gevolgd hogere afstudeercijfers hadden op de middelbare school, mindere tienerzwangerschappen en minder misdaden op jonge leeftijd begaan dan mensen die niet aan het voorscholingsproject hadden deelgenomen. Ook een vervolgstudie van het Perry Preschool Project gaf positieve resultaten. Sommige analisten bekritiseerden echter dat het Perry Preschool Project niet gegeneraliseerd moet worden naar Head Start, want het is geen Head Start. Deze realisatie zorgde voor minder politieke steun voor Head Start. Een andere verwarring was of het programma alleen maar gericht was op het verbeteren van het IQ en het intellectuele vermogen. Het programma was echter vanaf het begin op het hele kind gericht, dus alle aspecten van de ontwikkeling van het kind. Head Start richtte zich op het testen van het IQ, omdat daar goede efficiënte testen voor waren, dat was voor andere aspecten niet zo.

De huidige status en organisatie

Een aantal gegevens tonen dat Head Start een indrukwekkend profiel heeft (Zie voor voorbeeldgegevens pagina 67). Ook bestond meer dan 10% van de kinderen die deelnamen aan het programma uit kinderen met een beperking. De kinderen die deelnamen aan het programma waren overwegend 3 of 4 jaar. De Head Start programma’s worden meestal uitgevoerd in de vorm van een programma van een halve dag. Maar er komen wel meer programma’s die een hele dag beslaan. In ieder ‘center-based’ Head Start programma moeten gebruikelijk minimaal twee huisbezoeken uitgevoerd worden. Maar een klein deel van de programma’s verzorgt ook ‘home-based’ programma’s.

Vanaf 1995 ontstond ook het Early Head Start program. Dat was gericht op de hulp voor zwangere vrouwen met een laag inkomen en voor gezinnen met kinderen van 3 jaar of jonger. De programma’s zijn bedoeld om hulp te bieden voor de ontwikkeling van het kind, een familie- en gemeenschapsband op te bouwen, en om voor hooggekwalificeerd hulpverlening te zorgen voor kinderen en gezinnen. Het programma is ieder jaar gegroeid.

De hulpverlening en effectiviteit van Head Start

Lokale programma’s moeten flexibel zijn om de behoeften van hun gemeenschap tegemoet te komen. Het is de bedoeling om een aantal individuele services te bieden die geschikt zijn voor elk kind en familie in de gemeenschappelijke context. De hulpverlening die Head Start programma’s verzorgen voor kinderen en families, worden bepaald door de ‘Program Performance Standards’. Om een maximale flexibiliteit te creëren, beschrijven de ‘Performance Standards’ niet hoe de hulpverlening vanuit de standaarden moet worden uitgedragen. Er is ook een gedetailleerde beschrijving van standaarden voor het werken met kinderen met een beperking. Het lukt Head Start echter niet om voor een gecoördineerde set van hulpverlening te zorgen.

Ontwikkeling in de vroege kinderjaren en hulpverlening voor de gezondheid

Een misopvatting van Head Start is, dat het een standaard vorm van onderwijs in elke klas invoert. Lokale programma’s zijn in werkelijkheid echter erg flexibel ontworpen, en nemen een vorm aan die gebaseerd is op geschikte ontwikkelingspraktijken en linguïstische praktijken voor jonge kinderen. Er wordt namelijk erkend dat kinderen individuen zijn met hun eigen ontwikkeling en interesses. Head Start programma’s zijn ook voor kinderen met een beperking. Men wil een omgeving creëren waarin de verschillen, in bijvoorbeeld geslacht en cultuur, geaccepteerd en gerespecteerd worden. Head Start moet de moedertaal, cultuur en familiesamenstelling steunen. Bovendien moet sociale en emotionele ontwikkeling gesteund worden door vertrouwen op te bouwen.

Er moeten voldoende materialen en activiteiten zijn om de geletterdheid en rekenvaardigheid bij kinderen te ontwikkelen. Center-based programma’s moeten voldoende ruimte, tijd, vooruitgang, materialen en volwassenbegeleiding voor actief spelen en bewegen bieden. Dit zodat de fijne en grove motoriek wordt bevorderd. Home-based programma’s moeten ouders motiveren de fysieke ontwikkeling te waarderen en kansen te laten creëren voor veilig en actief spelen. Het doel van voorscholing is, dat kinderen vaardigheden ontwikkelen die voor een fundering voor schoolgereedheid zorgen, en voor later schoolsucces. Om goed onderwijs te bevorderen, lanceerde het Head Start Bureau in 2002 een Strategic Teacher Education Program (STEP). In iedere klas zou namelijk een docent moeten staan die fundamentele kennis heeft van vroege geletterdheid en leertechnieken voor geletterdheid.

Head Start biedt ouders de kansen om hun observatievaardigheden voor hun kind te verbeteren en om ervaringen uit te wisselen met het lokale team van Head Start. Een van de doelen van de huisbezoeken van Head Start was om de rol van ouders als de eerste leraar van hun kind te steunen. Ook zorg voor de gezondheid van de kinderen was een onderdeel van Head Starts originele doel. Als een kind een gezondheids- of ontwikkelingsprobleem heeft, moet Head Start zorgen voor verdere diagnosering.

45 dagen nadat het kind met het programma gestart is, vinden er een screenings plaats. Er vinden bijvoorbeeld ontwikkelings- en gedragsscreenings plaats. De screenings moeten echter wel sensitief zijn aan de culturele achtergrond en moedertaal van het kind. Daarnaast moeten alle informatiebronnen voor alle aspecten van de ontwikkeling en het gedrag van het kind worden meegenomen in de screenings, inclusief de familieleden en leraren. Ouders moeten continu op de hoogte worden gehouden als mensen uit het lokale Head Start team het kind observeren. Er is ook plaats voor discussie voor ouders in Head Start, zodat de deelname van ouders in de mentale gezondheidsinterventies wordt gesteund. Het lokale team moet ook met de ouders overleggen over het voedingspatroon, zodat het programma tegemoet komt aan de voedingsbehoeften van elk kind. De voedingspatronen worden aangepast aan de culturele en etnische voorkeuren.

Familie en gemeenschap

Head Start heeft, van alle voorscholingsprogramma’s in de VS, waarschijnlijk de meest omvattende en gedetailleerde set van programma’s om met gezinnen te werken. De ouderlijke betrokkenheid wordt ook gezien als het succes van Head Start. De rol van ouders in het concept van ouderlijke betrokkenheid heeft twee doelen. De eerste is: ouders als medewerkers, en de tweede is: ouders als belangrijke ondersteuning voor de ontwikkeling en gezondheid van het kind. Ouders kunnen op veel manieren betrokken raken bij het programma, ook om de hulpverlening van de gemeenschap te bevorderen. Daardoor kan de hulpverlening van de gemeenschap beter aansluiten aan de behoeften van de ouders en kinderen. Lokale Head Start programma’s moeten er voor zorgen dat het belangrijke archief van de kinderen wordt doorgegeven aan de volgende school/setting waar het kind naartoe gaat. Door communicatie moet de continuïteit van het programma voor het kind worden gewaarborgd.

Het team van het programma

De structuur van een lokaal Head Start programma bestaat uit een directeur, een leraar per klas, huisbezoekers en een aantal experts. Sensitiviteit naar culturele en linguïstische verschillen moet een kwalificatie van het team zijn. Medewerkers van het team moeten bekend zijn met de etnische achtergrond van families in de lokale programma’s. Ook moeten de medewerkers effectief kunnen communiceren met de kinderen en families die gebrekkig Engels spreken. Als een groot deel van de kinderen in een programma dezelfde taal spreekt, dan moet tenminste één medewerker of huisbezoeker hun taal spreken.

De effectiviteit van het programma

Op de korte termijn vertoont Head Start goede resultaten, de resultaten waren zelfs erg hoog. Deze resultaten zwakken echter af op de lange termijn. Als kinderen al een aantal op school zaten (regulier onderwijs), verdwenen de positieve effecten. Er was discussie over de beperkte aandacht voor emotioneel functioneren en resultaten die in verband staan met de gezondheid. De uitkomst had een teleurstellend effect op het optimisme over Head Start en The War on Poverty. Het was ook niet duidelijk of Head Start echt een causale rol had in de verbeteringen voor de kinderen en de families. De controlegroep die werd gebruikt, was echter ook niet representatief voor het onderzoek naar de resultaten van Head Start. Wel was Head Start de eerste, grote interventie. Bovendien heeft het programma wel goede effecten op de voorzieningen in de wijken.

Head Start in de toekomst

In het verleden zijn er veel vragen ontstaan over de kwaliteit en focus van Head Start als voorbereiding voor schoolsucces van kinderen. Maar de plannen van President George W. Bush om het onderwijs te hervormen, waren om jonge kinderen door middel van verbeterde voorscholing op scholen succesvol te laten zijn. Head Start moet wel kunnen omgaan met de veranderende behoeften van de families die in armoede leven. Ouders willen nu bijvoorbeeld ook meer werkgerichte training voor het vinden van een baan. Head Start moet daarom echt gericht zijn op kinderen, maar ook op de families.

Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Image

Click & Go to more related summaries or chapters:

Samenvattingen artikelen van Inleding Pedagogische Wetenschappen

Samenvatting bij de voorgeschreven artikelen van Inleding Pedagogische Wetenschappen voor de Universiteit Utrecht.

O.a de volgende thema's komen aan bod: Achterstandswijken, Ouderschap, onderwijsontwikkeling, onderwijsprobleematiek, jeugdhulpverlening

Access: 
Public
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Check how to use summaries on WorldSupporter.org


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
712 1