College 2B deel 1 – Psychologische behoeften binnen de ontwikkelingspsychologie
De behoefte die we hebben, de mate waarin die worden vervult (need satisfaction) bepaald hoe we naar dat doel toe gaan.
Psychologische behoeften (needs)
- Autonomie -> zelfvoorzienend, regie willen hebben, bepalen wat er gebeurt
- Competentie -> gevoel willen hebben dat je bepaalde vaardigheden bezit, uitgedaagd worden op jou niveau zodat je daarin kan groeien en ontwikkelen.
- Verbondenheid (relatedness/belongingness) -> sociale relaties
Wat we zien is dat wanneer aan deze behoefte voldaan wordt, dan zien we dat mensen op een positieve manier ontwikkelen. Je ziet ook dat je niet alleen minder goede uitkomsten hebt wanneer je niet aan de behoeftes voldoet, maar ook dat er gedrag is dat tegen jouw behoeftes in gaat, het ondermijnen van je behoeftes zorgt voor slechte uitkomsten.
Model van Erikson -> in verschillende levensfasen hebben mensen andere ontwikkelingstaken. De opstapeling van het wel of niet behalen van deze ontwikkelingstaken heeft invloed op hoe mensen als volwassene functioneren.
Eerste jaren-> Ontwikkelingstaken: vertrouwen en hechting.
Hechting en vertrouwen hangt samen met de verbondenheid (want ze willen hechtingsband met verzorgers want door verbondenheid kun je hechtingsrelatie aangaan) en autonomie (op een gegeven moment moeten ze zelfstandig worden dus ze moeten ruimte krijgen voor autonomie).
Ouderlijke sensitiviteit is hier heel belangrijk zodat een kind zich goed ontwikkelen -> verzorgers bieden warmte, betrokkenheid, responsief (op positieve en negatieve ervaringen).
Veilige haven (kind heeft een plek (verzorger) om terug te keren als ze van streek zijn -> verbondenheid) en veilige basis (kind heeft het vertrouwen om nieuwe dingen te proberen omdat hij weet dat hij de veilige basis heeft -> autonomie) belangrijk.
Peuter/kleutertijd -> Ontwikkelingstaken: behoeften herkennen, keuzes maken en emotie-regulatie
Kinderen zetten zich meer af tegen omgeving, hoezo? Door die ontwikkelingstaken. Hij gaat ook meer emoties ervaren, sommige dingen mogen niet en dat zorgt voor boosheid (emotie-regulering nog finetunen).
Kinderen op deze leeftijd hebben behoefte aan autonomie en competentie.
Kind probeert meer dus input van omgeving wordt belangrijker. Structurering wordt belangrijk in interacties met omgeving. Structurering is welke mogelijkheden het kind heeft om te ontwikkelen en te proberen, dus positieve omgeving gecreëerd door ouders voor dit doel.
Onderzoek op dit gebied = longitudinaal onderzoek kinderen 18maanden tot 48maanden en hun ouders. Kijken naar hoe ouders en kinderen interacteren als kinderen negatieve emoties ervaren.
Focus:
Gebruikte ouders structering (dus contexten creëren waarin het kind kan leren van de ervaring en nieuwe strategieën kan toepassen) of directing (vertelde ze simpelweg wat het kind moest doen, geen autonomie). Voorbeeld -> directing is zeggen nee dat mag niet. En stucturing is waarom mag dit niet, wil je wat anders doen?
Experiment:
Ouders vragenlijsten invullen en kind saai speelgoed en een heel leuk ingepakt cadeau waar ze niet aan mochten komen
Resultaten:
Hoe goed kon dit kind zichzelf
.....read more
Add new contribution