Begrippenlijst Understanding arguments

Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.

1. Gebruik van argumenten

 

Argument

Een argument is een samenhangende reeks van premissen (beweringen) om een conclusie aan te duiden. Een argument hoeft de conclusie niet altijd te bewijzen.

Onpersoonlijke normatieve rechtvaardiging

Je komt met een goede reden (normatief) die iedereen (onpersoonlijk) zou accepteren. Je wilt, ongeacht de toehoorder, een reden geven om de conclusie te geloven.

Persoonlijke rechtvaardiging

Je wilt specifieke personen overtuigen van jouw conclusie.

 

2. Het web van taal

Semantische conventies

Afspraken over de betekenis van een woord.

Syntactische conventies

Afspraken over grammatica.

Linguïstische conventies

Taalafspraken. De syntactische en semantische conventies vallen hieronder.

Linguïstische handeling

Het zeggen van iets betekenisvols.

Taalhandeling

Iets doen door het te zeggen. Elke taalhandeling is een linguïstische handeling, maar niet elke linguïstische handeling is een taalhandeling.

Performatief

Onderdeel van de taalhandeling. Iets niet kunnen doen zonder het te zeggen. Expliciete performatieven staan altijd in de eerste persoon enkelvoud (ik-vorm) tegenwoordige tijd.

Conversatiehandeling

Iets bij een ander teweeg brengen. Er zijn vier basisregels: de regel van kwantiteit (zo informatief mogelijk zijn), de regel van kwaliteit (waarheidsgetrouw zijn), de regel van relevantie (ter zake doen) en de manier waarop moet begrijpelijk, eenduidig, kort, zakelijk, geordend en ondubbelzinnig zijn.

Hyperbool

Overdrijving.

Ironie/sarcasme

Het tegengestelde zeggen van wat je bedoelt. Dit is een overtreding van de kwaliteitsregel.

Eufemisme

Verzachtende woorden gebruiken om iets netjes of aardig te omschrijven.

Spin-doctoring

Iets een mooie of slechte betiteling geven zonder de inhoud te benoemen.

 

3. De taal van het argumenteren

Argumentatieve performatief

Je concludeert iets of stelt iets vast.

Conditionals

Als-dan redeneringen. ‘Als’ is het antecedent en ‘dan’ is de consequentie.

Geldigheid van een argument

De premissen en de conclusie zijn allen waar.

Validiteit

Een argument is niet valide als de conclusie niet waar zou kúnnen zijn. Een argument dat valide is, hoeft niet waar te zijn.

Deugdelijkheid

Een argument is deugdelijk als de premissen waar zijn en het argument valide is.

Verzekeren van een argument

Het vertellen dat er back-up redenen zijn, maar hier niet verder over uitweiden.

Afschermen van een argument

Argumenten afzwakken zodat ze minder aanvallend overkomen.

 

4. De kunst van nauwkeurig analyseren

Geen (nieuwe) begrippen.

 

5. Diepe analyses

Standaardvorm

De standaardvorm van een argument bestaat uit twee premissen en een daaruit volgende conclusie.

Raakvlakken

Mensen starten met een argument, waardoor ze moeten denken aan iets anders.

Red herring

Het gebruik van raakvlakken om de tegenstander te verwarren en gaten in de argumentatie te verhullen. Dit heet ook wel de trick of excess verbiage.

Subargumentatie

Sommige premissen vormen de reden voor andere premissen. Hier leidt een ketting van simpele beweringen (1 leidt tot 2, 2 leidt tot 3, 3 leidt tot 4...) tot een conclusie.

Suppressed (onderdrukte) premissen

Premissen die niet worden genoemd maar wel belangrijk zijn voor het valideren van een argument.

Enthymeme

Een argument dat steunt op onderdrukte premissen.

Sound

Een argument is sound als alle premissen waar zijn.

 

6. Propositionele logica

Propositielogica

Meerdere proposities worden verbonden door operatoren (verbindingswoorden) die de relatie tussen de proposities bepalen.

Conjunctie

Operator voor ‘en’: &.

Disjunctie

Operator voor ‘of’: v (inclusief) / v (exclusief)

Voorwaardelijke verbinding

Operator voor ‘als…dan’: ﬤ

Negatie

Operator voor ‘niet’: ~

Modus ponens

De bevestiging van de antecedent in de volgende vorm:

 

Als p, dan q

 

p ﬤ q

 

p

 

p

dus

q

dus

q

Modus ponens

De ontkenning van de consequentie in de volgende vorm:

 

p ﬤ q

 

~ q

dus

~ p

 

p ﬤ q

 

~ q

dus

~ p

Voldoende voorwaarden

Als a waar is, dan is b ook waar.

Noodzakelijke voorwaarde

a Is alleen waar, als b ook waar is.

 

7. Categorische logica

Categorische proposities

Het gaat om de relatie tussen twee of meer groepen, deze kun je weergeven in een Venn (cirkel) diagram.

Predikaatterm/majorterm

Het gezegde van de conclusie.

Subjectterm/minorterm

Het onderwerp van de conclusie.

 

8. Argumenten veralgemeniseren

Deductief argumenteren

De conclusie volgt noodzakelijkerwijs uit de premissen. Van algemeen naar bijzonder.

Inductief argumenteren

De premissen maken de conclusie waarschijnlijk. Zolang de premissen waar zijn, blijft het argument geldig. Je leidt de beste verklaring af. Van bijzonder naar algemeen.

 

9. Causaal redeneren

Generalisatie

Je bent zeker van iets en gelooft dat dit altijd het geval is.

 

10. Afleiden van de beste verklaring

Geen (nieuwe) begrippen.

 

11. Kansen

Heuristiek

Een manier die een algemene strategie voorziet om een probleem op te lossen of om iets te besluiten.

A priori waarschijnlijkheid

Je komt tot een resultaat door te redeneren op basis van de omstandigheden.

Permutatie

De itemvolgorde is van belang.

Combinatie

De itemvolgorde is niet van belang.

12. Keuzes

Geen (nieuwe) begrippen.

 

13. Drogredenen op basis van vaagheid

Argument van de hoop

Als 1 cent niet veel is, is 2 cent ook niet veel. Als 2 cent niet veel is, is 3 cent ook niet veel enzovoorts. Uiteindelijk beland je bij 1000000000 cent, waarvan je nog steeds zegt dat het niet veel is. Dit klopt natuurlijk niet. Er zijn in dit soort argumenten dus grensgevallen nodig.

 

Gladde helling argument (slippery slope)

Er is geen reëel, verdedigbaar, significant of belangrijk verschil tussen wel x of niet x, omdat de overgang tussen wel x en niet x heel geleidelijk gaat.

 

14. Drogredenen op basis van dubbelzinnigheid

Lexicale definities

Zoals de woorden staan uitgelegd in een woordenboek.

Stipulatieve definities

Een nieuwe term een vaak technische betekenis toekennen.

 

15. Drogredenen op basis van relevantie

Ad hominem argument

Een argument direct tegen de persoon gericht, in plaats van tegen de stelling.

Tu quoque argument

Een argument weerleggen met de opmerking: maar jij doet het ook (bijvoorbeeld in het geval waar een rokende ouder het kind wil verbieden te roken).

 

16. Drogredenen op basis van zinloosheid

Zelf verzegelend standpunt

Geen enkel bewijs kan het standpunt weerleggen. Hierdoor wordt het standpunt onbruikbaar.

 

17. Weerleggingen

Reductio ad absurdum

Weerlegging door absurdheid: er wordt niet gekeken wat er mis is met het argument, maar of er iets mis is.

Aanval op een stroman

Voordat je iemands bewering weerlegt, moet je er zeker van zijn wat die persoon bedoelde.

Inductief generaliseren

Als je steekproef verantwoordelijk is getrokken, kun je je onderzoeksresultaten doortrekken naar de populatie waaruit de steekproef is getrokken.

Statistisch syllogisme

Vanuit je steekproef een conclusie trekken over één object in de populatie.

 

18. Juridisch redeneren

Strafrecht

Bepaalde soorten gedrag worden verboden en degene die verboden gedrag vertoond wordt bestraft.

Civiele procedure

De ene partij klaagt de andere partij aan.

 

19. Moreel redeneren

Geen (nieuwe) begrippen.

 

20. Wetenschappelijk redeneren

Geen (nieuwe) begrippen.

 

21. Religieus redeneren

Theïst

Je gelooft in een God.

Atheïst

Je gelooft in geen enkele God.

Agnosticus

Je ontkent noch bevestigt het bestaan van een God.

 

22. Filosofisch redeneren

Geen (nieuwe) begrippen.

Access: 
Public

Image

Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
793