Psychology and behavorial sciences - Theme
- 16201 keer gelezen
In het jaar 2000 pleiten Seligman en Csikszentmihalyi voor een verandering in de psychologie. Volgens hen zou onderzoek zich meer moeten richten op wanneer men optimaal functioneren in plaats van op disfunctioneren. Dit was de start van de positieve psychologie. Sindsdien zijn er meer dan 18.000 wetenschappelijke artikelen geschreven en wordt positieve psychologie toegepast in het kader van werk, sport, onderwijs en in de gezondheidszorg.
Positieve psychologie is een wetenschap die onderzoek doet naar welbevinden en optimaal functioneren. Maar wat is nu eigenlijk welbevinden? Ook de World Health Organizaton (WHO) beschrijft gezondheid op positieve wijze: ‘een staat van welzijn waarin een individu zijn eigen mogelijkheden realiseert, kan omgaan met de normale stress van het leven, productief kan zijn en een bijdrage kan leveren aan zijn gemeenschap’. Daarbij maken zij onderscheid tussen: emotioneel welbevinden, psychologisch welbevinden en sociaal welbevinden.
Emotioneel welbevinden bevat volgens Diener: aanwezigheid van positieve gevoelens, afwezigheid van negatieve gevoelens en tevredenheid over het eigen leven. Socioloog Veenhoven heeft met zijn bibliografie ‘World Database of Happiness’ een grote rol gespeeld in onderzoek naar geluk. Hij haalt hierin bijvoorbeeld aan dat landen waar er meer respect is voor de rechten van de mens, er een meer individualistische cultuur heerst en er een grote bruto nationaal product, meer emotioneel welbevinden ervaren. Ook huwelijk, opleiding, werk en lichamelijke gezondheid hangen met het begrip samen. Maar ook individuele verschillen zijn van belang. Neuroticisme blijkt bijvoorbeeld sterk negatief samen te hangen met tevredenheid over het leven, in tegenstelling tot extraversie. Diener en Chan concludeerden in hun studie dat mensen met een hoger emotioneel welbevinden ook daadwerkelijk langer leven. Ander onderzoek vond dat emotioneel welbevinden het herstel van mensen met een lichamelijke aandoening positief beïnvloedde. Daarentegen is er ook kritiek op het onderzoek naar emotioneel welbevinden; geluk en tevredenheid geven namelijk niet veel informatie over hoe iemand zich uiteindelijk ontwikkelt.
De WHO omschrijft psychologisch welbevinden ook wel als zelfrealisatie, het functioneren volgens normatieve psychologische standaarden. Het gaat dus niet alleen om een plezierig leven maar of het gaat om een goed leven vanuit psychologisch perspectief. Ryff bestudeerde het werk van levenslooppsychologen, humanistisch psychologen en klinisch psychologen om uiteindelijk te achterhalen dat zes criteria essentieel zijn in het streven om het eigen potentieel te realiseren: doelgerichtheid, persoonlijke groei, autonomie, omgevingsbeheersing (het gevoel hebben aan de eisen van de omgeving te voldoen), zelfacceptatie en positieve relaties. Ryff ontwikkelde een meetinstrument om deze dimensies te meten. Psychologisch welbevinden wordt gerelateerd aan leeftijd, geslacht, sociaal economische status en etniciteit. Ouderen scoren bijvoorbeeld meestal hoger op de schaal voor autonomie en omgevingsbeheersing. Zij scoren lager op persoonlijke groei en doelgerichtheid. Een hogere sociaal economische status hangt samen met een hoger psychologisch welbevinden op alle dimensies.
Sociaal welbevinden kan worden beschreven als de evaluatie van het optimale sociale functioneren in de maatschappij. Keyes kwam tot de conclusie dat sociaaleconomische status en sociaal-maatschappelijke activiteiten een samenhang hebben met sociaal welbevinden.
Keyes deed onderzoek en concludeerde dat een hogere score op welbevinden samengaat met minder psychische klachten en andersom. Maar deze relatie was niet perfect. Anderen concludeerden dat er een samenhang is tussen welbevinden en het gebruik maken van gezondheidszorg en productiviteit op werk. Daarbij is er door onderzoek aangetoond dat welbevinden een beschermende factor is voor psychopathologie. Het investeren in welbevinden zou dus veel impact kunnen hebben op de gehele bevolking.
Er zijn verschillende meningen over hoe de relatie is tussen de componenten van welbevinden. Er wordt bijvoorbeeld gedacht dat geluk geen goede indicator is voor een goed leven. Aan de andere kant is er de mening dat de componenten niet zinvol van elkaar te scheiden zijn. Daar tussen in zit de zelfdeterminatietheorie van Ryan en Deci. Zij stellen dat geluk een gevolg is van zelfrealisatie. Emotioneel welbevinden is dus een uiting van een gezonde persoonlijkheid die volgt uit psychologisch en sociaal welbevinden.
De broaden-and-build thoerie van Fredrickson stelt juist dat positieve emoties leiden tot optimaal functioneren. Boosheid roept bijvoorbeeld een aanval op, angst roept een vluchtreactie op. Positieve emoties brengen juist verbreding van aandacht, cognitie en handelen. Dit is het broaden-effect. Positieve emoties dragen ook bij aan het opbouwen van (sociale) hulpbronnen, het build-effect.
Tijdens een experimentele studie van Fredrickson werd ontdekt dat mensen die zes weken ‘loving-kindness meditation’ volgden vergeleken een controlegroep meer fysieke hulpbronnen, cognitieve hulpbronnen, psychologische hulpbronnen, en sociale hulpbronnen hadden gekregen. Na vijftien maanden waren deze effecten nog steeds behouden. Dit werd verklaard door de toename van positieve gevoelens.
De componenten van welbevinden beïnvloeden elkaar wederzijds volgens de verschillende theorieën en daarom ziet de positieve psychologie als een multidimensionaal construct. Als iemand een hoge mate van welbevinden op alle componenten ervaart, dan is er sprake van ‘floreren’ (flourishing).
Flourishing is noodzaak voor de maatschappij omdat welbevinden onderdeel is voor een goed functionerende economie. Ook het politieke beleid erkent het belang van welbevinden, zowel in binnen- en buitenland. Welbevinden is daarnaast cruciaal voor het individu, door zijn bijdrage aan veerkracht. Op verschillende niveaus worden interventies gebruikt die gebaseerd zijn op de positieve psychologie. Op macroniveau is de politiek bezig met het ondersteunen in welbevinden en op mesoniveau worden op werk of op school interventies gebruikt.
Op microniveau worden interventies ingezet gericht op het versterken van competenties. Seligman heeft verschillende kortdurende interventies ontwikkeld die onder begeleiding van een psycholoog of als zelfhulp kunnen worden ingezet (bijv. je sterke kanten inzetten, drie positieve dingen, het grafschrift, dankbaarheid uiten, actief reageren en genieten).
Sin en Lyubomirksy vonden middels een meta-analyse dat deze interventies welbevinden verbeterden en depressieve klachten verminderden. Een andere studie vond vergelijkende resultaten. Er kan geconcludeerd worden dat eenvoudige interventies een positieve invloed hebben op welbevinden maar dat er betere onderzoeken nodig zijn om dit verder uit te wijzen.
Onderzoek zou zich in de toekomst kunnen richten op de consequenties van de aan- of afwezigheid van flourishing, op het ontwikkelingen van interventies die welbevinden en flourishing als doel hebben en welke interventies voor wie op welk moment het beste werken.
Onderzoek en interventies zouden zich meer kunnen richten op het welbevinden van de mens in plaats van op deficiënties en stoornissen. Het behandelen van stoornissen leidt namelijk niet direct tot meer welbevinden. Positieve psychologie kan een bijdrage leveren aan de mogelijkheid en variatie in het werk van psychologen. Er wordt dan rekening gehouden met krachten en klachten. Het doel van positieve psychologie is niet om enkel nog positieve ervaringen te hebben. Negatieve ervaringen horen bij het leven. Op een goede manier omgaan met tegenslagen kan bijdragen aan groei. Voorbeelden van positieve psychologie zijn ‘mindfulness’, ‘acceptance and commitment therapy’ en ‘existentiële psychotherapie’. Positieve psychologie gaat er in de kern vanuit dat foleren ligt in het ontdekken, waarderen en ontwikkelen van iemands sterke kanten, in plaats van het minimaliseren van problemen.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1501 | 1 |
Add new contribution