HC14: Test en behandeldrempel
Behandeldrempel
De behandeldrempel beantwoord de klinische vraag: “Hoe zeker moet ik zijn van de ziekte, voordat ik overga tot behandeling, wetende dat elke behandeling zowel voor- als nadelen heeft?”
Kosten en baten:
Elke behandeling heeft voor- en nadelen. De consequenties van een behandeling bepalen wanneer een behandeling wordt ingezet → er wordt gekeken naar de balans tussen de voor- en nadelen:
- Baat: vermindering van de schade door de ziekte
- Kan alleen optreden bij de aanwezigheid van die ziekte
- Kosten: gezondheidsschade door de behandeling zelf
- Bij mensen met en zonder de ziekte
- Bij mensen met de ziekte, zitten de kosten al verwerkt in de baat
- Mensen zonder de ziekte hebben alleen de kosten
- Baat het niet, dat schaadt het niet
- Bij mensen met en zonder de ziekte
Het volgende geldt:
- Bij zekerheid over de ziekte
- Bij mensen met de ziekte is er baat
- Bij mensen zonder de ziekte zijn er kosten
- Bij onzekerheid over de ziekte
- Bij mensen met een hoge kans op de ziekte is er meer baat dan kosten
- Bij mensen met een lage kans op de ziekte zijn er meer kosten dan baat
Bij de behandeldrempel is de baat gelijk aan de kosten.
Beslisboom:
De baat en kosten zijn ook zichtbaar in de beslisboom, bijvoorbeeld over AAAA:
- Opereren
- De patiënt heeft AAAA → overlevingskans van 40%
- De kans hierop is pAAAA
- De patiënt heeft iets anders → overlevingskans van 95%
- De patiënt heeft AAAA → overlevingskans van 40%
- Afwachten
- De patiënt heeft AAAA → overlevingskans van 0%
- De kans hierop is pAAAA
- De patiënt heeft iets anders → overlevingskans van 100%
- De patiënt heeft AAAA → overlevingskans van 0%
In dit geval is de baat 40% - 0% = 40%, en zijn de kosten 100% - 95% = 5%.
Utility:
Elke beslissing heeft zijn eigen uitkomst → elke uitkomst heeft een “utility” (waarde of nut):
- UTP= nut van “true positive” → terecht behandeld
- UFP= nut van “false positive” → onterecht behandeld
- UFN= nut van “false negative” → onterecht onbehandeld
- UTN= nut van “true negative” → terecht onbehandeld
Hiermee kunnen de baten en kosten berekend worden:
- Benefit (B) = UTP– UFN
- Het verschil tussen wel en niet behandelen bij mensen met de ziekte, inclusief de behandelschade
- Costs (C) = UTN– UFP
- Het verschil tussen wel en niet behandelen bij mensen zonder de ziekte, exclusief het behandelvoordeel
De “expected utility” (EU) is de verwachtingswaarde van het nut van de 2 mogelijke strategieën:
- EU (wel behandelen) = p x UTP+ (1-p) x UFP
- EU (niet behandelen) = p x UFN+ (1-p) x UTN
Door EU (wel behandelen) gelijk te stellen aan EU (niet behandelen), kan berekend worden wanneer het even goed is om wel/niet te behandelen:
- EU (wel behandelen) = EU (niet behandelen)
- p x UTP+ (1-p) x UFP= p x UFN+ (1-p) x UTN
- p x (UTP– UFN) = (1-p) x (UTN– UFP)
- p x benefit = (1-p) x costs
- p/(1-p) = costs/benefit
- p = costs/(costs + benefit)
- D = costs/(costs + benefit)
- D = de behandeldrempel
Dit betekent dat als de verhouding tussen kosten en baten groter is, er meer behandeld wordt:
- D = 0% als costs = 0 en benefit >0 → iedereen wordt behandeld
- D = 100% als costs > 0 en benefit = 0 → niemand wordt behandeld
- Alles onder de 100% wordt niet behandeld
- D = 50% als costs = benefit
- Als de kans op ziekte groter is dan 50% wordt er behandeld
Om de formule voor de behandeldrempel te gebruiken moet gelden:
- Zowel de costs als de benefits zijn groter of gelijk aan 0 → dan geldt namelijk 0% < D < 100%
- Als dit niet het geval is moet het volgende gedaan worden:
- Costs > 0 en benefit < 0 → niemand wordt behandeld
- Costs < 0 en benefit > 0 → iedereen wordt behandeld
- Costs < 0 of benefit < 0 → rare uitkomst, het probleem moet nogmaals gecontroleerd worden
- Als dit niet het geval is moet het volgende gedaan worden:
- De kosten en baten zijn gemeten in dezelfde soort uitkomst
- Overleving, morbiditeit, tevredenheid, kosten, etc.
- Anders is het niet in één breuk te vatten
- De gekozen uitkomstmaat bepaalt wat optimaal is
Casus:
Een 76-jarige man in slechte conditie wordt verdacht van een gebarsten aneurysma:
- Bij een niet behandeld AAAA overlijdt de patiënt
- Met een operatie is de overlevingskans 40%
- Bij negatieve laparotomie is de sterfte zo’n 5%
Er geldt dus:
- Bij mensen met AAAA stijgt de overlevingskans door opereren van 0% naar 40%
- Benefit (B) = UTP– UFN= 40% - 0% = 40%
- Bij mensen zonder AAAA daalt bij operatie de kans van 100% naar 95%:
- Costs (C) = UTN– UFP= 100% - 95% = 5%
- Behandeldrempel (D) = C/(C + B) = 5/(5+40) = 11%
Testdrempel
Naast de behandeldrempel zijn er nog 2 andere drempels:
- Testdrempel: de kans op ziekte waarbij “niemand behandelen” even goed is als “testen”
- Onder deze drempel ontstaan bij testen te veel fout-positieven → het operatierisico wordt groter dan de baten
- Test-behandeldrempel: de kans op ziekte waarbij “testen” even goed is als “iedereen behandelen”
- Wordt ook wel de behandeldrempel genoemd
- Drempel waarbij testen even goed is als behandelen → boven deze drempel ontstaan fout-negatieve uitslagen → mensen die geopereerd moeten worden, worden niet geopereerd
Er is geen expliciete formule voor deze drempels. Wel kan de achterafkans vergeleken worden met de behandeldrempel (D):
- Als de a priori kans laag is en een positieve test deze kans niet boven de behandeldrempel kan brengen, dan heeft het geen zin om te testen → de achterafkans kan niet boven de behandeldrempel komen
- Als de a priori kans hoog is en een negatieve test deze kans niet onder de behandeldrempel kan brengen, dan heeft het geen zin om te testen → de achterafkans kan niet onder de behandeldrempel komen
Test range:
Een tandarts overweegt vullingen te plaatsen vanwege cariës. Echter weet zij niet zeker of er sprake is van cariës → ze overweegt 3 mogelijke strategieën:
- Nee, niet vullen
- Ja, wel vullen
- Eerst een bite-wing foto maken
- Specificiteit = 90%
- Sensitiviteit = 75%
De tandarts wil de kans op een juiste beslissing maximaliseren. Er kunnen 4 verschillende uitkomsten zijn:
- Terecht negatief: geen vulling
- Terecht positief: wel een vulling
- Fout positief: wel een vulling
- Fout negatief: nu geen vulling
- Het gaatje wordt wel of niet bij de volgende controle gezien
- Mogelijk kan er kiespijn ontstaan → vervelend
Hier kunnen 2 curves van gemaakt worden:
- Curve van “niet vullen”
- Curve van “wel vullen”
- X-as: a-priori kans op cariës
- Y-as: kans op een juiste beslissing
De 2 curves snijden elkaar in het midden bij 50% → de behandeldrempel. Er kan ook een 3elijn worden toegevoegd, die de kansen aangeeft als er getest wordt met de sensitiviteit en specificiteit. Deze lijn kruist zowel de curve van “niet vullen” en de curve van “wel vullen”. In het midden ligt de “test range” → het gebied waarin het handig is om te testen. Hoe accurater de test, hoe groter de “test range”.
Perspectief:
Fout positieve en fout negatieve uitkomsten zijn allebei ongewenst. Echter kan de ernst van de gevolgen wel verschillen, bijvoorbeeld in het voorbeeld van de tandarts:
- Bij een fout negatieve uitslag is er nu geen vulling, maar later eventueel wel → minder erge gevolgen
- De kosten zijn hoger geworden
- Bij een fout positieve uitslag krijgt de patiënt een vulling waar hij de rest van zijn level aan vast zit → ergere gevolgen
- De benefits zijn minder geworden
Dit betekent dat de kosten hoger zijn dan de benefits → de behandeldrempel stijgt. Ook de consequenties van de diagnostiek moeten dus meegerekend worden.
Antistolling bij verdenking op longembolie
Complicaties van longembolie kunnen voorkomen worden met antistolling. Echter kan antistolling ook bloedingen veroorzaken. Zowel longembolie als bloedingen kunnen een ernstig beloop hebben. Deze balans kan per patiëntengroep verschillend zijn. Dit probleem kan op 3 manieren aangepakt worden:
- Met een beslisboom
- Met een behandeldrempel
- Met diagnostiek
Beslisboom:
Bij dit probleem horen de volgende kansen:
- Kans op longembolie: 10%
- Kans op recidief embolie: 50%
- Vóórkomen van recidief longembolie met antistolling: 80% effectief
- Risico op bloedingen met antistolling: 10%
Zonder antistolling is de kans op recidief embolie: 0,10 x 0,50 = 0,05. Met antistolling is de kans op recidief embolie 0,05 x (1 – 0,80) = 0,01. De beslisboom ziet er als volgt uit:
- Antistolling → 1% + 10% → 11% kans op complicaties
- Complicaties van longembolie → 1% kans
- Complicaties van antistolling → 10% kans
- Kans op een dubbele complicatie: 1% x 10% = 0,1%
- Geen complicaties van antistolling → 90% kans
- Kans op alleen een recidief: 10% x 90% = 0,9%
- Complicaties van antistolling → 10% kans
- Geen complicaties van longembolie → 99% kans
- Complicaties van antistolling → 10% kans
- Kans op alleen een complicatie van antistolling: 10% x 99% = 9,9%
- Geen complicaties van antistolling → 90% kans
- Kans op geen complicaties van antistolling en geen complicaties van longembolie: 90% x 99% = 89,1%
- Complicaties van antistolling → 10% kans
- Complicaties van longembolie → 1% kans
- Geen antistolling → 5% kans op recidief
- Complicaties van longembolie → 5% kans
- Geen complicaties van longembolie → 95% kans
Hiermee kan de verwachtingswaarde op verschillende manieren berekend worden:
- 0,1% x 2 + 0,9% x 1 + 9,9% x 1 + 89,1% x 0 = 11%
- Er is 0,1% kans op 2 complicaties
- Er is 0,9% + 9,9% kans op 1 complicatie
- Er is 89,1% kans op 0 complicaties
- 1% + 10% = 11%
- De kans op complicaties van longembolie + de kans op complicaties van antistolling
Bij een a priori kans van 10% op longembolie, kan er dus beter geen antistolling gegeven worden. Sensitiviteitsanalyse laat zien dat het verwachte aantal complicaties afhankelijk is van de kans op longembolie → tot 25% kans op longembolie kan er beter geen antistolling geven worden.
Behandeldrempel:
Deze casus kan ook uitgewerkt worden met de behandeldrempel:
- Kans op een recidief embolie na een longembolie: 50%
- Effectiviteit van antistolling: 80%
- Complicaties van antistolling: 10%
De kosten en baten zijn als volgt:
- De kosten van de behandeling bestaan uit het verwachte aantal complicaties door antistolling → 10%
- De baat van de behandeling bestaat uit het verschil tussen wel en niet behandelen bij mensen met de ziekte → 50% - ((1 - 80%) x 50%) = 50% - 20% = 30%
De behandeldrempel is dus 0,1/(0,1 + 0,3) = 0,1/0,4 = 0,25 → 25%.
Deze behandeldrempel gaat er wel vanuit dat een recidief embolie even ernstig is als een bloedingscomplicatie. Dit kan ook aangepast worden, bijvoorbeeld:
- De verwachte sterfte door bloedingen is 10%
- De verwachte sterfte door recidief longembolie is 5%
Dit geeft de volgende resultaten:
| Verwacht aantal complicaties | Verwachte sterfte |
Geen LE, geen AS → “TN” | 0 | 0 |
Geen LE, wel AS → “FP” | 0,1 | 1% |
Wel LE, geen AS → “FN” | 0,5 | 2,5% |
Wel LE, wel AS → “TP” | 0,1 + 0,1 = 0,2 | 2,5% |
Cost → TN versus FP | 0,1 | 1% |
Benefit → TP versus FN | 0,3 | 1% |
Behandeldrempel → D = C/(C+B) | 0,1/0,4 = 25% | 1%/2% = 50% |
Dit leidt dus tot een hogere behandeldrempel → meer gewicht voor de bloedingen verhoogt de behandeldrempel, zodat er minder snel antistolling gegeven wordt.
Diagnostiek:
Het toevoegen van een diagnostische test is mogelijk zinvol om te beslissen of een antistolling behandeling voordelig is of niet. Hierbij horen de volgende gegevens:
- Voorafkans op longembolie: 25%
- Sensitiviteit van de test: 90%
- Specificiteit van de test: 50%
- Behandeldrempel: 25%
Deze test is zinvol om te gebruiken → de testuitslag beïnvloedt de beslissing. Dit omdat de voorafkans gelijk is aan de behandeldrempel → een negatieve testuitslag brengt de achterafkans onder de behandeldrempel en een positieve testuitslag brengt de achterafkans boven de behandeldrempel.
Als dezelfde test wordt gebruikt bij een lagere voorafkans op longembolie, bijvoorbeeld 10%, dan kan de formule van Bayes gebruikt worden om te kijken of de test zinvol is of niet:
- LR+ = sensitiviteit/(1 – specificiteit) = 0,90/(1 – 0,50) = 1,8
- De odds-versie van de formule van Bayes geeft een achterafkans na een positieve test van 18%
- De likelihood-versie van de formule van Bayes geeft: 0,10/(0,10 + (0,90/1,8)) = 0,17
- Een 2x2 tabel geeft dezelfde uitslag
In deze situatie is het dus niet zinvol om de test te doen → een positieve testuitslag geeft een achterafkans van onder de behandeldrempel. Het beleid verandert dus niet. Dit wordt ook geanalyseerd in de sensitiviteitsanalyse:
- Behandeldrempel: 25%
- Testdrempel: 16%
- Als de a priori kans onder de 16% is, is het beter om niet te testen
- Test-behandeldrempel: 62%
Tentamen
Voor het tentamen is het volgende van belang:
- Het kennen van formules voor de testdrempel is niet van belang
- Ingewikkelde beslisbomen komen niet voor
- De volgende formules moeten bekend zijn:
- Sensitiviteit
- Specificiteit
- Positief voorspellende waarde
- Negatief voorspellende waarde
- Likelihood ratio
- ROC-curve
- Formule van Bayes
- Formule van de behandeldrempel
- Zonder diagnostiek
- Het maken van 2x2 tabel
- Het maken van sensitiviteitsanalyses met de a-priori kans
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Blok AWV2 2020/2021 UL
- Blok AWV HC1: Research questions
- Blok AWV HC2: RCT
- Blok AWV HC3: Sample size calculation
- Blok AWV HC4: Cohort studies
- Blok AWV HC5: Case control studies
- Blok AWV HC6+7: Bias
- Blok AWV HC8+9: Survival analysis
- Blok AWV HC10+11: Regression analysis
- Blok AWV HC12: Diagnostische begrippen
- Blok AWV HC13: Beslisbomen
- Blok AWV HC14: Test en behandeldrempel
Contributions: posts
Spotlight: topics
Blok AWV2 2020/2021 UL
Deze bundel bevat alle aantekeningen van de colleges uit het blok AWV uit het 2e jaar van de bachelor Geneeskunde aan de Universiteit Leiden. Ook aantekeningen uit de werkgroepen zijn in de samenvattingen verwerkt.
- Lees verder over Blok AWV2 2020/2021 UL
- 1661 keer gelezen
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2011 | 1 |
duidelijke samenvatting! Roos Heeringa contributed on 03-12-2020 12:00
Goeie samenvatting! Heel duidelijk en vond de zin “Baat het niet, dat schaadt het niet” ook heerlijk. Je legt het technisch aspect van de informatie goed uit en het voorbeeld hielp ook heel erg om het proces in praktijk te brengen! Ook fijn dat je aan het eind even focus legt op belangrijke dingen in het tentamen. Ik heb wel nog een vraagje over de sensitiviteit van de test, hoezo is deze 90% en hoe beslissen wij de sensitiviteit van de test voor de patiënt. Is dit dan niet altijd anders?
Add new contribution