Burgerlijk Procesrecht - UL - Rechten - B3 - Oefenbundel
- 2971 keer gelezen
Het bestuur van de Universiteit Leiden heeft besloten om al haar medewerkers dit jaar met kerst te verrassen met een doos luxe bonbons. Het bestuur geeft groothandel Kerst&Co B.V. te Voorburg de opdracht 4000 dozen luxe hazelnootbonbons (in exclusieve verpakking) aan de Universiteit te leveren op 22 december 2011, zodat ze nog vóór het kerstweekend aan de medewerkers kunnen worden uitgedeeld. Kerst&Co neemt de opdracht dankbaar aan en bestelt de hazelnootbonbons vervolgens bij de Colombiaanse vennootschap Dulce&Banana Ltd., die bekend staat om haar uitstekende kwaliteit chocolade, noten en vruchten. Speedy Ltd. (eveneens gevestigd in Colombia) wordt ingeschakeld voor het koeltransport van de bonbons van het bedrijfsterrein van Dulce&Banana in Colombia naar Voorburg. Uiteindelijk worden de hazelnootbonbons medio december geleverd aan Kerst&Co, die ze verpakt en wel op 22 december bij de Universiteit op het Rapenburg bezorgt.
Na het kerstweekend klagen de medewerkers dat zij in de dozen bonbons beestjes hebben aangetroffen. Later blijkt het te gaan om de zogenaamde notenkever, die zich snel voortplant maar – gelukkig – niet schadelijk is voor de gezondheid. Kerst&Co wordt op de hoogte gesteld en dezelfde dag nog adviseert Kerst&Co de Universiteit en haar medewerkers de bonbons weg te gooien, voor zover zij dit niet al hebben gedaan. Het bestuur van de Universiteit stelt zich vervolgens op het standpunt dat Kerst&Co voor vervangende kerstpakketten moet zorgen. In overleg wordt besloten dat Kerst&Co met oud en nieuw luxe champagnepakketten zal bezorgen bij de Universiteit. De extra kosten die Kerst&Co in dat verband moet maken bedragen €26.000,-. Kerst&Co wil door middel van een procedure bewerkstelligen dat Dulce&Banana en Speedy hoofdelijk worden veroordeeld tot vergoeding van deze schade, omdat zij meent dat de verantwoordelijkheid voor het intreden van de schade bij hen (althans, één van hen) rust.
Welke rechter heeft rechtsmacht? Vermeld tevens welke rechter absoluut en relatief bevoegd is om van de vordering van Kerst&Co kennis te nemen en bespreek de subsectorcompetentie (de bevoegdheid van de sector civiel of sector kanton).
In de procedure die vervolgens aanhangig wordt gemaakt verschijnt Dulce&Banana op de wettelijk voorgeschreven wijze. Van Speedy wordt echter taal noch teken vernomen. De rechter stelt vast dat de voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht zijn genomen, waarna hij tegen Speedy verstek verleent.
Kan Speedy in een later stadium, voordat de rechter vonnis wijst, alsnog aan de procedure deelnemen? Zo ja, op welke wijze? Zo neen, waarom niet?
In afwezigheid van Speedy wordt doorgeprocedeerd. Dulce&Banana voert gemotiveerd verweer bij conclusie van antwoord. Zij stelt zich op het standpunt dat iedere grond voor de gevorderde schadevergoeding van €26.000,- ontbreekt. Volgens Dulce&Banana heeft zij immers een goede kwaliteit bonbons geleverd aan Kerst&Co zodat geen sprake is van een tekortkoming.
Eventuele gebreken moeten zijn ontstaan nadat de bonbons haar bedrijfsterrein hebben verlaten, bijvoorbeeld tijdens het transport of in de periode dat de bonbons waren opgeslagen bij Kerst&Co. Na de comparitie wordt vonnis gewezen waarin de rechter een bewijsopdracht geeft met betrekking tot het moment van het intreden van de besmetting van de bonbons met de notenkever.
Om wat voor soort vonnis gaat het hier? Kunnen Kerst&Co en Dulce&Banana van dit vonnis dadelijk in hoger beroep? Zo ja, op grond waarvan? Zo neen, waarom niet?
Aan welk van de partijen dient de rechter volgens u deze bewijsopdracht te geven: Kerst&Co of Dulce&Banana (Speedy wordt even buiten beschouwing gelaten).
Welke bewijskracht komt toe aan de volgende bewijsmiddelen:
Een deskundigenrapport waarin een laborant vaststelt dat de eitjes van de notenkever al vóór de verwerking tot bonbons in de hazelnoten aanwezig waren?
Een interne e-mail van een medewerker van Kerst&Co waarin wordt vermeld dat de bonbons kort na de aflevering een schimmelachtig luchtje verspreidden?
De rechter wijst de vordering van Kerst&Co toe. Dulce&Banana is het niet eens met dit vonnis. Speedy, die via de advocaat van Dulce&Banana in kennis wordt gesteld van het vonnis, wil het er ook niet bij laten zitten.
Welk(e) rechtsmiddel(en) kunnen Dulce&Banana respectievelijk Speedy tegen het vonnis instellen? Op welke wijze dient dat te gebeuren en binnen welke termijn?
Kookstudio De Gouden Lepel B.V. uit Wassenaar heeft in juli 2011 bij Claessen B.V. in Breda, een gespecialiseerde leverancier van professionele keukens, een nieuwe keuken gekocht die in haar bedrijfspand moet worden geïnstalleerd. De Gouden Lepel heeft lang gezocht naar de keuken die aan al haar eisen voldoet en heeft uiteindelijk gekozen voor deze professionele keuken. De koopprijs van de keuken bedraagt €42.000,-. Na aflevering van de keuken enige maanden later, op 20 oktober 2011, is De Gouden Lepel toch niet zo tevreden. Zij is van mening dat de keuken niet de door haar opgegeven kleur heeft. De Gouden Lepel neemt daarop direct contact op met Claessen met het verzoek de keuken terug te halen en een nieuwe keuken in de juiste kleur te leveren. Claessen is het niet met De Gouden Lepel eens. Na een onderzoek ter plekke stelt Claessen zich op het standpunt dat zij de keuken aan De Gouden Lepel heeft geleverd conform de specificaties bij de bestelling. Zij vordert van De Gouden Lepel betaling van de factuur. De Gouden Lepel weigert echter over te gaan tot betaling. Claessen ziet zich genoodzaakt De Gouden Lepel te dagvaarden en in rechte betaling van de koopsom te vorderen. Nadat zij de dagvaarding aan De Gouden Lepel heeft laten betekenen wil Claessen ook beslag leggen op de bankrekening van De Gouden Lepel bij ING Bank in Wassenaar, zodat zij zeker weet dat na afloop van de procedure nog voldoende saldo voor betaling van de vordering aanwezig is.
Welke procedure dient Claessen te volgen voordat zij over kan gaan tot het leggen van dit beslag en hoe wordt deze procedure ingeleid?
Noem de rechter die in deze procedure absoluut en relatief bevoegd is.
Als de rechter Claessen niet toestaat beslag te leggen, kan Claessen van die beslissing dan in hoger beroep komen? Zo ja, binnen welke termijn en op welke wijze moet dit geschieden? Zo neen, kan zij dan op een andere manier alsnog toestemming krijgen om beslag te leggen?
Claessen heeft het beslag op de bankrekening van De Gouden Lepel laten leggen. Enige maanden later wijst de rechtbank een eindvonnis in de bodemprocedure, waarin als volgt is bepaald:
‘De rechtbank Wijst de vordering van Claessen B.V. op De Gouden Lepel B.V. Af; Veroordeelt Claessen B.V. in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van De Gouden Lepel B.V. begroot op €1.181,- aan griffierechten en €1.792,- aan salaris advocaat; Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.’
De Gouden Lepel verwacht daarop dat zij weer kan beschikken over haar bankrekening waarop Claessen beslag heeft gelegd. Met het vonnis in de hand gaat zij de volgende dag naar de vestiging van de bank waar zij bankiert. Een medewerker van de bank stelt echter dat het beslag nog steeds op de rekening rust.
Is deze stelling van de bankmedewerker juist? Zo ja, waarom? Zo neen, waarom niet?
Stel dat de bankmedewerker inderdaad gelijk heeft.
Op welke wijze kan De Gouden Lepel er voor zorgen dat het beslag op de bankrekening wordt opgeheven? Geef daarbij aan wat De Gouden Lepel zal moeten stellen.
De rechter die over het door Claessen gelegde beslag moet oordelen, overweegt in zijn vonnis als volgt:
‘De voorzieningenrechter moet in deze zaak beslissen op een vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening, te weten de opheffing van een beslag, nadat de bodemrechter reeds vonnis in de hoofdzaak heeft gewezen. De regel is dat de voorzieningenrechter in dergelijke gevallen zijn vonnis dient af te stemmen op het oordeel van de bodemrechter, ongeacht of het vonnis in kracht van gewijsde is gegaan. De bodemrechter heeft in onderhavige zaak de vordering van Claessen B.V. op De Gouden Lepel B.V., ter verzekering waarvan het beslag was gelegd, afgewezen. Nu de Voorzieningenrechter in deze procedure aan dat oordeel is gebonden, staat daarmee de ondeugdelijkheid van het door Claessen ingeroepen recht vast, zodat de Voorzieningenrechter van oordeel is dat het beslag om die reden moet worden opgeheven.’
Is dit oordeel van de rechter juist? Zo ja, waarom? Zo neen, waarom niet?
De rechter dient zijn uitspraken behoorlijk te motiveren. Deze motiveringsplicht is één van de hoofdbeginselen van het burgerlijk procesrecht. Geef ten minste vier argumenten waarom deze motiveringsplicht in het burgerlijk procesrecht van belang is.
Op grond van artikel 1 Rv zijn de bepalingen van afdeling 1 van Rechtsvordering van toepassing nu geen verdrag of verordening van toepassing is. Het betreft hier een verbintenis uit overeenkomst, meer in het bijzonder een koopovereenkomst met betrekking tot roerende zaken (bonbons), zodat uit artikel 6 aanhef en sub a Rv en artikel 6a aanhef en sub a Rv volgt dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft, nu de roerende zaken in Nederland werden geleverd. Absoluut bevoegd is de rechtbank op grond van artikel 42 RO. Het betreft hier een dagvaardingszaak. Dit is geen kantonzaak aangezien het niet om een vordering gaat die op basis van artikel 93 Rv naar aard of waarde bij de sector kanton dient te worden behandeld. De sector civiel is derhalve subsectorcompetent. Aangezien de artikelen 99 t/m 108 Rv geen bevoegde rechter aanwijzen, is op grond van artikel 109 Rv bevoegd de rechter van de woonplaats van de eiser. Eiser, Kerst&Co, is gevestigd in Voorburg. Voorburg is gelegen in het arrondissement ’s-Gravenhage, dus is relatief bevoegd de rechtbank ’s-Gravenhage.
Zolang de rechter nog geen eindvonnis heeft gewezen kan Speedy op grond van artikel 142 Rv het verstek zuiveren door alsnog in het geding te verschijnen. In casu is dit dus nog mogelijk.
Het betreft hier een interlocutoir (tussen)vonnis. Op grond van artikel 337 lid 2 Rv kan daarvan alleen hoger beroep worden ingesteld tegelijk met het eindvonnis, tenzij de rechter anders heeft bepaald. Nu daarvan niet blijkt kunnen partijen in casu nog niet dadelijk in appel.
Artikel 150 Rv bepaalt dat de partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten de bewijslast van die feiten of rechten draagt. Kerst&Co beroept zich in casu op de gevolgen van de door haar gestelde tekortkoming in de nakoming door Dulce&Banana (te weten: besmetting van bonbons met notenkever). De rechter dient de bewijsopdracht derhalve aan Kerst&Co te verstrekken.
Aan het deskundigenrapport komt vrije bewijskracht toe ex artikel 152 lid 2 Rv. De waardering van dit bewijs is aan de rechter overgelaten. Aan de interne mail komt eveneens vrije bewijskracht toe ex artikel 152 lid 2 Rv.
Ex artikel 140 lid 2 Rv geldt het vonnis voor beide partijen als een vonnis op tegenspraak. Dulce&Banana en Speedy kunnen derhalve beiden van dat vonnis in hoger beroep gaan ex artikel 332 lid 1 Rv, nu de vordering meer dan €1750 bedraagt. Ex artikel 343 Rv dient het hoger beroep te worden ingesteld door middel van een appeldagvaarding. Ex artikel 339 lid 1 Rv dient het hoger beroep te worden ingesteld binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de dag van de uitspraak van het vonnis in eerste aanleg.
Het betreft een conservatoir beslag nu Claessen nog geen executoriale titel heeft. Claessen dient verlof te vragen voor het leggen van dit beslag ex artikel 700 lid 1 Rv. Deze procedure wordt ingeleid bij verzoekschrift, op grond van artikel 700 lid 1 Rv/700 lid 2 Rv.
Absoluut bevoegd is op grond van artikel 700 lid 1 Rv de voorzieningenrechter. Relatief bevoegd is eveneens op grond van artikel 700 lid 1 Rv de voorzieningenrechter in wiens rechtsgebied de schuldenaar of degene onder wie beslag wordt gelegd woonplaats heeft. Het beslag wordt in dit geval gelegd in Wassenaar, dit valt in het rechtsgebied van de voorzieningenrechter te Den Haag.
Ja dat kan op grond van het bepaalde in artikel 358 lid 1 Rv. Dit dient op grond van artikel 358 lid 2 Rv te gebeuren binnen 3 maanden vanaf de dag van de uitspraak en wordt ingesteld door indiening van een beroepschrift ter griffie, zo volgt uit artikel 359 Rv.
N.B.: hoger beroep wordt in artikel 700 lid 2 Rv alleen uitgesloten voor toewijzende beschikkingen.
Op grond van artikel 704 lid 2 Rv vervalt het beslag pas als het afwijzende vonnis in kracht van gewijsde is gegaan. Omdat de appeltermijn in casu nog niet is verstreken is het vonnis nog niet in kracht van gewijsde gegaan en komt het beslag dus niet van rechtswege te vervallen. De stelling van de bankmedewerker is derhalve juist.
Door een opheffingskort geding ex artikel 705 lid 1 Rv aan te vangen. Zij dient daarbij op grond van artikel 705 lid 2 Rv te stellen dat het ingeroepen recht ondeugdelijk is, dan wel dat het beslag onnodig is gelegd (dan wel gemotiveerd een van de andere aldaar genoemde gronden aan te voeren). Opheffing is eveneens mogelijk tegen het stellen van voldoende zekerheid ex artikel 705 lid 2 Rv.
In het arrest Bijl/Van Baalen (HR 30 juni 2006, NJ 2007, 438) bepaalde de Hoge Raad dat heeft te gelden dat een vordering tot opheffing van een conservatoir beslag op de grond dat de vordering tot verzekering waarvan dat beslag is gelegd, door de bodemrechter in eerste aanleg is afgewezen, in het geval tegen dat vonnis hoger beroep is ingesteld, niet zonder meer moet worden toegewezen, ook niet onder het voorbehoud van kennelijke misslagen in de uitspraak van de bodemrechter. Ook in een zodanig geval dienen de wederzijdse belangen van partijen te worden afgewogen. De omstandigheid dat de bodemrechter in eerste aanleg in de hoofdzaak reeds uitspraak heeft gedaan, dient daarbij wel te worden meegewogen. De voorzieningenrechter heeft in casu geoordeeld in strijd met dit arrest.
Juist zijn in elk geval alle argumenten uit SKM nummer 40, voor zover voldoende gemotiveerd:
Motivering maakt controle van de uitspraak door de rechter zelf mogelijk. Door te motiveren controleert hij de juistheid van zijn (voorlopige) beslissingen en kan hij deze zo nodig bijstellen.
Motivering in combinatie met de eis van openbaarheid maken publieke controle mogelijk. Dit is van belang voor het vertrouwen in de rechtspraak.
Door motivering en de daarmee geboden mogelijkheid van publieke controle wordt daarnaast de schijn van partijdigheid en willekeur vermeden.
Motivering maakt controle van de uitspraak door collega’s in beroep mogelijk.
Partijen moeten hun kansen in beroep kunnen inschatten. Door motivering van de uitspraak zijn partijen hier beter toe in staat.
Door een bevredigende motivering laten verliezers zich overtuigen van hun ongelijk.
Motivering is zorgvuldig en elegant ten aanzien van partijen die veel tijd en kosten aan de procedure hebben besteed.
Motivering is van belang voor de verwezenlijking van de functie van rechtseenheid in het BPR. Zou een uitspraak niet behoorlijk gemotiveerd zijn, dan is het in het algemeen ondoenlijk, uitspraken in soortgelijke gevallen met het oog op de rechtseenheid daarop af te stemmen.
Motivering is van belang voor de verwezenlijking van de functie van rechtsontwikkeling in het BPR. Voor de rechtsontwikkeling is de motivering zelfs van doorslaggevend belang. Of de rechter in zaak A/B A dan wel B gelijk geeft, is meestal nauwelijks van belang voor toekomstige gevallen, het gaat erom waarom hij iets beslist.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Deze bundel bevat oefententamens te gebruiken bij het vak Burgerlijk Procesrecht aan de Universiteit Leiden.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1824 | 1 |
Add new contribution