Feiten
Bij besluit heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan de appellante een boete opgelegd van € 135.000,00, omdat de appellante in januari 2008 artikel 94 van de Geneesmiddelenwet zou hebben overtreden, door het organiseren van een samenkomst voor MS-verpleegkundigen in een restaurant. Tijdens het diner voor de aanwezigen is een presentatie gehouden over het geneesmiddel Rebif door de producent, Merck Serono B.V. De minister stelt dat de samenkomst tot doel had het geneesmiddel Rebif te promoten. De onderneming telde meer dan 49 werknemers. Omdat er geen verzwarende omstandigheden waren, is de boete verlaagd naar € 135.000,00. De minister heeft het bezwaar van appellante deels gegrond verklaard, en de hoogte van de boete verlaagd naar € 121.500,00.
De rechtbank heeft het besluit vernietigd, omdat daarin ter motivering van de hoogte van de boete is verwezen naar een vaste gedragslijn, die niet is gepubliceerd. De minister had per geval moeten motiveren waarom welke boete wordt opgelegd. Hij is onvoldoende ingegaan op de bijzondere omstandigheden waarop appellante zich heeft beroepen. De rechtbank heeft de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten, omdat zij, het beleid niet kennelijk onredelijk achtte. De appellante heeft hoger beroep ingesteld.
ABRvS
De appellante betoogt o.a. dat de boete niet proportioneel is en dat de rechtbank ten onrechte is uitgegaan van het boetedifferentiatiebeleid zoals de minister dat heeft uitgelegd. Dat beleid is niet gepubliceerd. De rechtbank heeft volgens de appellante dus niet kunnen vaststellen of dat beleid redelijk is en of bij het bepalen van de hoogte van de boete niet meer aspecten spelen dan welke de minister heeft genoemd. Zij heeft daar ter zitting ook niet adequaat op kunnen reageren, nu de minister dat beleid pas in het pleidooi uiteen heeft gezet. Daarnaast heeft de minister ruim een maand na de zitting de Beleidsregels bestuurlijke boete Minister VWS gepubliceerd. Uit die regels volgt dat met meer zaken rekening moet worden gehouden dan de minister ter zitting heeft gesteld, aldus appellante.
De minister is bij het bepalen van de hoogte van de boete uitgegaan van de normbedragen in de Beleidsregels 2007. Voor het oordeel dat de Beleidsregels 2013 bij het bepalen van de hoogte van de boete die aan de appellante is opgelegd reeds intern zijn gebruikt als vaste gedragslijn bestaat geen grond, nu de minister ter zitting van de Afdeling heeft aangegeven dat de interne gedragslijn inhield dat een boete met 10% werd gematigd als er geen verzwarende omstandigheden waren. Die matigingsgrond staat niet in de Beleidsregels 2013. In de Beleidsregels 2007 is voor de hoogte van de boete een onderscheid gemaakt in 3 categorieën, te weten bedrijven tot 10 werknemers, 11 t/m 49 werknemers en met 50 werknemers of meer. De boetes variëren van € 30.000,00, € 50.000,00 en € 150.000,00.
Anders dan de rechtbank acht de Afdeling het boetebeleid onredelijk wat betreft het verschil tussen de hoogte van de boete voor enerzijds een bedrijf met 11 t/m 49 werknemers en anderzijds voor een bedrijf met 50 werknemers of meer. Daartoe is redengevend dat in de categorie bedrijven met 50 werknemers of meer geen onderscheid wordt gemaakt tussen de zeer uiteenlopende bedrijven die in die categorie kunnen vallen, zoals de grote producenten van geneesmiddelen enerzijds en apotheken anderzijds. Deze bedrijven verschillen in hoge mate wat betreft de aard van hun betrokkenheid bij de geneesmiddelenvoorziening en hun mogelijkheden om op het voorschrijven van geneesmiddelen invloed uit te oefenen. Ook kan het aantal werknemers in deze categorie bedrijven uiteenlopen van 50 tot vele duizenden.
Bovendien bedraagt het verschil in de hoogte van de boetes voor een bedrijf met 11 tot en met 49 werknemers enerzijds en voor een bedrijf met 50 werknemers of meer anderzijds € 100.000,00, waarbij de boete in de eerstgenoemde categorie € 50.000,00 bedraagt en in de laatstgenoemde categorie € 150.000,00. De Afdeling stelt dat de minister niet inzichtelijk heeft gemaakt waarom een mogelijk gering verschil in het aantal werknemers zo’n groot verschil in de hoogte van de boete rechtvaardigt. De rechtbank heeft de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit ten onrechte in stand gelaten. Het hoger beroep is gegrond.
Arresten en jurisprudentie
- Arresten en jurisprudentie : waar vind je meer uittreksels en samenvattingen op WorldSupporter?
- Arresten en jurisprudentie: hoe kan je ze lezen, begrijpen en bestuderen?
- Arrestsamenvattingen: waar vind je per vakgebied arresten verzameld op WorldSupporter?
Samenvattingen en studiehulp
Studie in het buitenland
- Recht & Bestuur: opleiding tot studeren in het buitenland
- Juridische en bestuurlijke vaardigheden: leren of versterken
Vacatures en Stage in het buitenland
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Add new contribution