Strafrecht 3 - Recht - B3 - RUG - Oefenmaterialen
- 3356 keer gelezen
Op vrijdag 16 oktober 2009 om 04:00 uur belt Marten de meldkamer van de regiopolitie Groningen en doet melding van een gewelddadige diefstal. Twee mannen hebben eerder die nacht zijn woning aan de Westerhavenstraat 5b te Groningen overvallen. In de woning hebben zij Marten geschopt, geboeit en geslagen met een pistool. Marten beschrijft de daders: het waren twee blanke mannen en zij droegen grijze sweaters met capuchon en donkere trainingsbroeken. Zij hadden een rode sporttas bij zich. De twee mannen hebben Martens autosleutels en zijn auto gestolen: een donkerblauwe Renault Mégane met kenteken 00-AAW-1.
Twee opsporingsambtenaren ontvangen van de meldkamer de melding om 04:10 uur en om 06:00 uur zien zij tijdens een reguliere surveillance op de ring Groningen de donkerblauwe Renault Mégane rijden. Het kenteken komt overeen met de gestolen auto. Op de hoedenplank zien de opsporingsambtenaren bovendien een rode sporttas liggen. Daarop besluiten zij de auto een stopteken te geven. Er zit één persoon in de auto, dat is Oscar en hij voldoet aan het signalement. Hij stapt uit en gooit meteen zijn handen in de lucht. De opsporingsambtenaren twijfelen geen moment en houden Oscar aan op verdenking van artikel 312 lid 2 sub 1 en 2 Sr en brengen hem vervolgens naar het politiebureau.
Is Oscar rechtmatig aangehouden?
Stel, de aanhouding heeft op rechtmatige wijze plaatsgevonden. Oscar wordt vervolgens om 09:00 uur voorgeleid aan de hulp-OvJ. Oscar heeft contact gehad met zijn advocaat Ernst Pleiten. Zijn advocaat is aanwezig bij de voorgeleiding. Oscar bekent dat hij samen met medeverdachte Joppe de gewelddadige diefstal in de woning van Marten heeft gepleegd. De hulp-OvJ stelt Oscar daarop in verzekering, omdat hij hem verder wil verhoren en daarnaast de wenselijkheid van een vordering inbewaringstelling wil onderzoeken.
Kan Oscar in verzekering worden gesteld op de genoemde gronden?
Stel, de inverzekeringstelling is rechtmatig en Oscar wordt op maandag 19 oktober 2009 om 09:00 uur ’s ochtends in bewaring gesteld. Vervolgens wordt op maandag 2 november 2009 de gevangenhouding voor 90 dagen bevolen. Halverwege november 2009 wordt geprobeerd de dagvaarding ter zake van dit feit aan Oscar te betekenen. Volgens de gemeentelijke basisadministratie (GBA) woont Oscar aan de Heymanslaan 10 te Groningen. Daar wordt echter niemand aangetroffen. De postbode laat schriftelijk bericht achter waarin staat dat de dagvaarding gedurende een week kan worden afgehaald op het postkantoor aan het Floresplein 32 te Groningen. De dagvaarding wordt niet opgehaald. Na een week wordt zij teruggestuurd naar het OM te Groningen. Uit verificatie bij de GBA blijkt dat Oscar nog steeds aan de Heymanslaan 10 woont (sinds 1 oktober 2008). De dagvaarding wordt vervolgens op 10 december 2009 uitgereikt aan de griffier van de rechtbank Groningen. Het OM verstuurt de dagvaarding vervolgens als afschrift naar de Heymanslaan 10 te Groningen.
Is de dagvaarding rechtsgeldig betekend?
Stel, anders dan in het voorafgaande: Oscar is naar het politiebureau overgebracht en bekent direct na binnenkomst in het eerste inhoudelijke verhoor. Zijn advocaat Ernst Pleiten in wel gebeld door de politie, maar nog niet gearriveerd. Later op de zitting voert Pleiten hierover een duidelijk gemotiveerd verweer:
‘Verdachte heeft tijdens zijn eerste verhoor bekend de gewelddadige diefstal te hebben gepleegd. Ik had bij dat verhoor van verdachte aanwezig moeten zijn en nu dit niet is gebeurd, dient dit tot strafvermindering te leiden. Ik verwijs hierbij naar de factoren genoemd in artikel 359a lid 2 Sv, te weten: het belang dat het geschonden voorschrift dient, de ernst van het verzuim en het nadeel dat daardoor wordt veroorzaakt.’
Beoordeel het verweer van de raadsmaan. U mag er vanuit gaan dat het verweer aan de vormvereisten voldoet.
Stel, tijdens de zitting op 15 januari 2010 bestudeert Oscar de samenstelling van de meervoudige kamer van de rechtbank. Hij probeert te ontdekken of de jongste rechter links of rechts van de voorzitter zit. Plotseling herkent Oscar twee van de drie rechters. De ene rechter, die met de snor, heeft zijn inbewaringstelling bevolen en de andere rechter, een vrouw, was één van de drie rechters die Oscars gevangenhouding heeft bevolen.
Mogen zowel de rechter met de snor als de vrouwelijke rechter deel uitmaken van de meervoudige kamer die ter terechtzitting de zaak van Oscar behandelt? Besteed in uw antwoord aandacht aan het Nederlandse Wetboek van Strafvordering en aan de rechtspraak van het EHRM (Haudschildt).
Stel, de dagvaarding is tijdig en op geldige wijze betekend. Oscar wil slachtoffer Marten graag oproepen als getuige op de zitting. Oscar wil dat Marten wordt ondervraagd over het toegepaste geweld.
Ernst Pleiten heeft namens de verdachte, Marten als getuige opgegeven door op 3 januari 2010 een aangetekende brief naar de OvJ te sturen, met het verzoek Marten als getuige op te roepen. Pleiten heeft de naam van de getuige, zijn beroep en woonplaats in de schriftelijke opgave vermeld. Op de zitting (15 januari 2010) blijkt dat Marten er niet iets. Ernst Pleiten vraagt aan de OvJ waarom niet is verschenen. ‘Oh, die zijn we vergeten op te roepen’, aldus de OvJ.
Daarop reageert Pleiten met het verzoek aan de rechtbank de oproeping van getuige Marten te bevelen.
Is deze procedure van oproeping van getuige Marten in overeenstemming met het recht? Gebruik relevante wetsartikelen.
Stel, het dossier bevat de volgende bewijsmiddelen:
Een ambtsedig opgemaakt en ondertekend proces-verbaal, opgemaakt door opsporingsambtenaar Vogel van de regiopolitie Groningen van 16 oktober 2009, met daarin opgenomen de verklaring van Marten:
‘Ik ben afgelopen nacht rond 04:00 uur bij mijn woning aan de Westerhavenstraat 4b te Groningen afgezet. Ik opende de voordeur. Ineens zag ik een man de hal binnenstormen. Hij kwam op mij af. Van deze man kreeg ik onmiddellijk een pistool op mijn hoofd gedrukt. Het viel mij meteen op dat deze man een tatoeage in zijn hals had (een rood hartje met een tekst daarbij). Er werd tegen mij gezegd dat ik mee moest komen naar boven. Onderweg naar boven werd ik geschopt, geduwd, geslagen, alles. Onmiddellijk hierna zag ik een andere man de trap opkomen. Ik moest naar de slaapkamer boven aan de trap, meteen links. Ik moest op de grond gaan liggen, op mijn buik. Terwijl ik op de grond lag, werd ik geschopt, geslagen en mijn handen werden geboeid op mijn rug. Met het vuurwapen werd ik in mijn gezicht geslagen. Terwijl ik geslagen werd, werd mij om geld gevraagd. Hij pakte mijn paspoort uit mijn trui. Ik ben drie mobiele telefoons kwijt. Tijdens de mishandelingen en bedreigingen werd ook om mijn autosleutels gevraagd. Ik rijd een Renault Mégane. Het kentekenbewijs van mijn auto ligt in de auto. Ik ben bang dat ook mijn ‘deel drie’ in de auto ligt. Ik kan mijn auto niet meer vinden. Ik vermoed dat hij gestolen is. Hiervan wens ik meteen aangifte te doen. Ik heb tijdens het voorval één vuurwapen gezien. Dat was van die jongen die mij bij de hal tegemoet kwam treden.’
Een ambtsedig opgemaakt en ondertekend proces-verbaal, opgemaakt door opsporingsambtenaar Duijf van de regiopolitie Groningen van 16 oktober 2009, met daarin opgenomen de verklaring van getuige 2:
‘Ik was vandaag bij een vriendin die woont aan de Westerhavenstraat 5b te Groningen. Mijn vriendin woont samen met Marten. We zijn om ongeveer 02:00 uur naar bed gegaan. Ik werd wakker van de deur van de slaapkamer die open werd gedaan. Ik zag twee mannen, hun gezichten kon ik niet zien. Een van de mannen stond in mijn slaapkamer, een andere man stond in de slaapkamer van mijn vriendin en Marten. De man die in mijn slaapkamer stond was korter dan de andere man. Ik denk dat de man in mijn slaapkamer de man van de snackbar op de hoek is. Deze man is klein van stuk en draagt vaak een grijze capuchontrui. Degene in de slaapkamer van Marten was ook een man. Hij was gekleed in een grijze trui met een capuchon en een zwarte broek.’
Een ambtsedig opgemaakt en ondertekend proces-verbaal, opgemaakt door opsporingsambtenaar Duijf van de regiopolitie Groningen van 18 oktober 2009, met daarin opgenomen de verklaring van Joppe (medeverdachte):
‘Ik beken dat ik samen met medeverdachte Oscar de woning aan de Westerhavenstraat heb overvallen op 16 oktober 2009 om ongeveer 04:00 uur. Echter, ik was niet degene die het pistool tegen slachtoffers hoofd heeft gedrukt en ook niet degene die in de slaapkamer het slachtoffer heeft geschopt en geslagen. Dat was Oscar. U vraagt mij of ik een tatoeage heb in mijn hals? Dat klopt, ik heb in een hartje met de tekst ‘I love mummy’ daarbij.’
Is bewijsmiddel 2 een wettig bewijsmiddel en zijn de daarin genoemde feiten en omstandigheden redengevend?
Stel, op de terechtzitting heeft Pleiten het volgende verweer gevoerd en verzocht dat het verweer wordt aangetekend in het proces-verbaal van de terechtzitting:
‘De verklaring van Joppe (zie voor de inhoud van de verklaring bewijsmiddel 3) is onbetrouwbaar. Hij heeft duidelijk een motief om een ander, in casu mijn cliënt, te belasten. Hij wil de schuld in de schoenen schuiven van mijn cliënt. Gelet op de verklaring van Marten, is juist hij de degene die het pistool tegen Martens hoofd heeft gedrukt en is hij degene die hem heeft geschopt en geslagen. Zijn signalement komt immers overeen met het signalement dat het slachtoffer van deze dader heeft gegeven. Het kan dus niet anders dan dat medeverdachte Joppe het pistool tegen Martens hoofd heeft gedrukt. Ik verzoek u derhalve zijn verklaring als onbetrouwbaar aan te merken, dan wel onvoldoende betrouwbaar en zijn verklaring voor het bewijs uit te sluiten.’
Moet de rechter bij afwijking van het verweer, reageren op het door de raadsman gevoerde verweer?
Verandert uw antwoord op vraag 8a indien blijkt dat de raadsman niet heeft verzocht om aantekening van zijn verweer in het proces-verbaal van de terechtzitting?
Aan de verdachte is onder verwijzing naar artikel 301 lid 1 Sr ten laste gelegd dat
‘hij op of omstreeks 27 december 2009, te Volendam, gemeente Edam-Volendam, opzettelijk mishandelend een persoon genaamd Jan Schilder (meermalen) heeft vastgepakt en/of vastgehouden en/of tegen/over een hek heeft geduwd en/of gegooid, waardoor die Jan Schilder (telkens) letsel heeft bekomen en/of pijn ondervonden.’
De rechter handelt als volgt:
‘Aangezien in de tenlastelegging het bestanddeel ‘met voorbedachten rade’ is vergeten, voeg ik dit bestanddeel aan de bewezenverklaring toe. Boven is het feit niet gepleegd in Volendam, maar in Edam. Hierover bestaat ook bij de verdachte geen onduidelijkheid. Daarom wijzig ik de plaatsnaam in de bewezenverklaring in ‘Edam, gemeente Edam-Volendam’.’
Stelling: de rechter heeft door de toevoeging én de wijziging de grondslag van de tenlastelegging verlaten. Is deze stelling geheel en/of gedeeltelijk juist/onjuist? Betrek in uw antwoord beide onderdelen.
Twee verschillen tussen de transactie en de strafbeschikking kunnen als nadelen van de transactie worden genoemd. Wat zijn beide verschillen?
Nee, de aanhouding is onrechtmatig (artikel 54 Sv jo. 128 Sv). Er moet voldaan zijn aan de volgende vereisten:
buiten heterdaad (artikel 128 Sv);
verdachte (artikel 27 Sv): redelijk vermoeden van schuld;
feiten & omstandigheden;
strafbaar feit;
geval van voorlopige hechtenis (67 Sv);
bevoegdheid: geen bevel OvJ en geen spoedeisende situatie; opsporings-ambtenaren waren niet bevoegd tot aanhouding buiten heterdaad.
Verdachte kan in verzekering worden gesteld (artikel 57 en 58 Sv); belang van het onderzoek (57 lid 1): ja, verhoren en uit het arrest Belang van het onderzoek volgt dat ook een onderzoek naar de wenselijkheid van een vordering inbewaringstelling onder belang van het onderzoek valt.
Dagvaarding is niet rechtsgeldig betekend. Er is sprake van een verkeerde betekening ex artikel 588 lid 1 sub a Sv, want verdachte is van zijn vrijheid ontnomen: sprake van gevangenhouding (dus geen betekening aan zijn GBA-adres).
De raadsman heeft geen gelijk. Salduz: enkel consultatiebijstand en geen advocaat bij verhoor. Salduz: rechtsgevolg is bewijsuitsluiting en geen strafvermindering.
Zie:
Arrest Salduz
Arrest Post-Salduz
Arrest Salduz v. Turkey
Nee en ja.
Verdachte herkent twee van de drie rechters van de meervoudige strafkamer. Eén van de rechters heeft de inbewaringstelling bevolen (Nederlands recht). Daarmee is artikel 268 lid 2 Sv geschonden: r-c neemt aan het onderzoek op de terechtzitting geen deel. Deze rechter kan niet plaatsnemen in de meervoudige kamer.
De andere rechter heeft de gevangenhouding bevolen (raadkamer). Artikel 6 EVRM is niet geschonden op basis van het arrest Hauschildt (EHRM). Graad van verdenking (ernstige bezwaren artikel 67 lid 3 Sv) is voldoende van schuldoordeel verwijderd. Dus rechter kan plaatsnemen in de meervoudige kamer (gaat om objectieve partijdigheid).
N.B. Geldt ook voor eerste rechter/r-c.
Zie:
Arrest Hauschildt
De oproeping is op een juiste wijze geschied (voldaan aan de vereisten van artikel 263 lid 2 en 3 Sv: termijn en wijze waarop). Op basis van lid 5 roept de OvJ de getuige in beginsel op. Er is geen sprake van een van de weigeringgronden van art. 264 Sv. De OvJ heeft simpelweg verzuimd. Op basis van artikel 287 lid 3 sub a Sv kan de raadsman het verzoek herhalen op de zitting.
Het is een wettig bewijsmiddel op grond van artikel 344 lid 1 sub 2 Sv (gissing maakt voor de wettigheid niet uit).
Het bewijsmiddel is deels niet redengevend. Redengevend: draagt het bewijsmiddel bij aan de bewezenverklaring? Gaat om de inhoud. De vereisten van artikel 342 lid 1 Sv werken door in artikel 344 lid 1 sub 2 Sv. Er mogen geen gissingen, vermoedens en conclusies in staan.
In het bewijsmiddel staat een gissing: ‘Ik denk dat de man in mijn slaapkamer de man van de snackbar op de hoek is. Deze man is klein van stuk en draagt vaak een grijze capuchontrui.’ Deze gissing maakt het bewijsmiddel voor wat betreft dat deel niet redengevend. Eventueel kan een student aankomen met het arrest ‘Vervalste handtekening’, is op zichzelf goed maar niet verplicht om te noemen.
Bij niet-aanvaarding van het verweer moet de rechter op het verweer reageren. Het gaat hier om een betrouwbaarheidsverweer en dat is een bewijsverweer. Op grond van artikel 359 lid 2, 2e zin Sv moet hierop worden gereageerd indien is voldaan aan de vereisten gesteld aan een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt in het arrest Onderbouwd standpunt en responsieplicht:
duidelijk standpunt;
door argumenten geschraagd, gemotiveerd
voorzien van een ondubbelzinnige conclusie
ten overstaan van de feitenrechter
Nee, schriftelijk vastleggen is geen vereiste (wel raadzaam), maar op een mondeling naar voren gebracht verweer dient de rechter ook te reageren indien voldaan is aan artikel 359 lid 2, 2e zin Sv.
Tenlastelegging is toegesneden op artikel 301 Sr. Mishandeling met voorbedachten rade is alleen strafbaar indien het met voorbedachte is geschied. Mishandeling kan ook anders dan met voorbedachten rade geschieden.
Bestanddeel voorbedachte rade toevoegen: is grondslagverlating (speelruimte tussen tenlastelegging bewezenverklaring). Arrest Amsterdams Experiment I. Rechter is niet vrij om het bestanddeel op te nemen in de bewezenverklaring.
Verandering Volendam in Edam, kan. Is een kennelijke schrijffout. Bij verdachte geen onduidelijkheid. Interpretatie rechter. Studenten kunnen aankomen met het voorbeeld Te Bladel, gemeente Bladel en Netersel.
Zie:
Arrest Amsterdams Experiment I
Bij transacties vindt geen schuldvaststelling plaats en de transactie is niet executabel.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Oude & oefententamens te gebruiken bij strafecht RUG rechten jaar 3
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2185 |
Add new contribution