Werkgroep week 1 'personenvennootschappen' vennootschappen en rechtspersonen

Werkgroeopdrachten

Opdracht 1

Bert en Geert kennen elkaar van de rechtenstudie in Utrecht en werken allebei al een aantal jaren in de praktijk als advocaat. Tijdens een reünie van hun studievereniging in Utrecht raken Bert en Geert aan de praat en ontstaat het idee om samen een advocatenpraktijk te beginnen. De praktijk zou gevoerd kunnen worden vanuit de woning van Bert onder de naam Bert en Geert advocaten. Een paar maanden later bezoeken Bert en Geert de notaris om een contract te tekenen waarin de voorwaarden voor hun samenwerking zijn vastgelegd. In het contract is onder andere bepaald dat Bert zijn huis inbrengt, Geert een geldbedrag zal inbrengen en dat de winsten gelijk verdeeld zullen worden. Bert en Geert verlenen elkaar tevens over en weer een volmacht om namens het samenwerkingsverband rechtshandelingen te verrichten. Het samenwerkingsverband wordt ingeschreven in het handelsregister met de gemaakte afspraken inzake vertegenwoordiging. 

Vraag 1a

Hoe zou het samenwerkingsverband van Bert en Geert gekwalificeerd moeten worden? Welke elementen spelen bij die kwalificatie een rol? Is het vereist dat Bert en Geert de afspraken over hun samenwerking schriftelijk dan wel notarieel vastleggen? 

Vraag 1b

Stel dat Bert namens Bert en Geert advocaten voor € 1.500 kantoorbenodigdheden heeft besteld bij leverancier X. Wie kan/kunnen door X worden aangesproken tot betaling? 

Vraag 1c 

Stel dat Bert op eigen naam heeft gehandeld en de kantoorbenodigdheden bij afname uit eigen zak heeft betaald, kan hij deze betaling dan verhalen op de vennootschap en/of op Geert? 

Vraag 1d

Verandert uw antwoord op de vorige vraag wanneer in de overeenkomst tot samenwerking het volgende tussen Bert en Geert is bepaald?
‘Voor alle rechtshandelingen die een bedrag van € 1.000 te boven gaan en die een vennoot
voor rekening van de vennootschap wil laten komen, is voorafgaande instemming van de andere vennoot vereist’. 

Opdracht 2

Drie vrienden, A, B en C drijven sinds een jaar gezamenlijk een onderneming genaamd De vlie- gende schotel. Het doel van deze onderneming is voordeel te behalen door het bereiden en bezor- gen van maaltijden ten behoeve van ondernemingen en particulieren. A brengt daarvoor een be- stelauto (waarde € 10.000) in (juridische) eigendom in; B brengt keukeninventaris en -apparatuur in (juridische) eigendom in (waarde € 10.000); C stort zijn inbreng (€ 5.000) op de bankrekening van De vliegende schotel.
A, B en C hebben in de samenwerkingsovereenkomst verder afgesproken dat A en B elk 60 uur per week voor het bedrijf zullen werken en C 30 uur. Ook is afgesproken dat A en B zorgdragen voor het bereiden en verspreiden van de maaltijden en C de administratie voert, belast is met de in- koop van de ingrediënten en als enige bevoegd is De vliegende schotel te vertegenwoordigen. Over de verdeling van eventuele winsten of verliezen zijn geen afspraken gemaakt. 

Vraag 2a

Welke wettelijke bepalingen beheersen het samenwerkingsverband van A, B en C? 

Vraag 2b

Neem aan dat De vliegende schotel in het eerste jaar een winst zou boeken van € 25.000. Hoe moet deze winst worden verdeeld? 

Vervolg casus

In juni koopt C namens De vliegende schotel van X, handelaar in ongeregelde goederen, een partij warmhoudschotels "voor de helft van de winkelwaarde". C meent met deze transactie een flinke slag te hebben geslagen. Wanneer X de schotels komt afleveren aan het adres van De vliegende schotel en om betaling van de koopprijs (€ 1.500) vraagt, geven A en B hem echter te verstaan dat De vliegende schotel deze schotels niet wil hebben. 

Vraag 2c

Kan X met succes betaling vorderen en zo ja, van wie? Ga er daarbij vanuit, dat zowel De vliegende schotel als de gemaakte vertegenwoordigingsafspraak zijn ingeschreven in het handelsregister. 

Vraag 2d

Hoe luidt uw antwoord op vraag 5a indien A namens De vliegende schotel de warmhoudschotels heeft aangeschaft en B en C het hier niet mee eens zijn? 

Vraag 2e

Hoe luidt uw antwoord op vraag 5b indien De vliegende schotel wel, maar de gemaakte vertegen- woordigingsafspraak niet is ingeschreven in het handelsregister? 

Vraag 2f

Hoe luidt uw antwoord op vraag 5b indien De vliegende schotel geheel niet is ingeschreven? 

Vervolg casus

De voormalige echtgenote van A heeft een alimentatievordering op A. Omdat A armlastig is en geen verhaal biedt voor haar vordering, wil de ex-echtgenote verhaal zoeken voor haar vordering op het door A ingebrachte deel van het vermogen van De vliegende schotel. Zij betoogt dat dat immers toch ook toebehoort aan A. Een belangrijke leverancier van De vliegende schotel heeft een aanzienlijke vordering die ook nog niet voldaan is. Er is niet genoeg om deze beide schuldei- sers te voldoen.

Vraag 2g

Kan de ex-echtgenote van A zich verhalen op het vermogen van De vliegende schotel? 

 

Antwoordindicatie

Opdracht 1

Vraag 1a

Bert en Geert beginnen samen een advocatenpraktijk onder de naam ‘Bert en Geert advocaten’. Het beroep advocaten valt onder de vrije beroepen, waardoor dit samenwerkingsverband in aanmerking komt om te worden gekwalificeerd als een maatschap. De vereisten hiervoor volgen uit art. 7A:1655. Volgens dit artikel is een maatschap een overeenkomst, waarbij twee of meerdere personen zich verbinden om iets in gemeenschap te brengen, met het oogmerk om het daaruit ontstaande voordeel met elkander te delen. De 4 elementen die hierbij een rol spelen, zijn als volgt: overeenkomst, samenwerking, inbreng (geld, goederen, genot van goederen of arbeid ex. art. 7A:1662) en het voordeel te verdelen. Het is dus voor Bert en Geer niet vereist om de afspraken schriftelijk dan wel notarieel vast te leggen. Op grond van art. 5 Hrw 2007 moet het samenwerkingsverband wel ingeschreven zijn in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Uit de casus blijkt dat Bert en Geert dit hebben gedaan.

Vraag 1b

In de vraag staat namens, dus het gaat om ‘in naam van’ dat wijst op vertegenwoordiging. Vertegenwoordiging heeft betrekking op de externe verhouding. Art. 7A:1679 bepaalt dat de vennoten niet gebonden kunnen worden, indien deze geen volmacht hebben gekregen. Uit de casus blijkt dat Bert en Geert elkaar een volmacht hebben verleend voor het in samenwerkingsverband uitvoeren van rechtshandelingen. Het aanschaffen van kantoorbenodigdheden is een rechtshandeling. Uit de overeenkomst blijkt niet dat er beperkingen zijn opgenomen qua prijs of soort handeling. Dit betekent dat Bert bevoegd was om namens Bert en Geert advocaten deze handeling te verrichten. Leverancier X kan de maatschap ‘Bert en Geert advocaten’ aanspreken voor 1500 euro of Bert en Geert ieder afzonderlijk voor 750 euro. Art. 7A:1680 bepaalt namelijk dat de schuldeiser de vennoten kan aanspreken voor ieder voor gelijke som en gelijk aandeel.

Vraag 1c

Er staat op eigen naam, dus dit wijst op de interne verhouding. Het gaat om het verrekenen. Er moet worden gekeken naar art. 7A:1676. Dit artikel bepaalt dat ieder van de vennoten bevoegd is om beheerhandelingen uit te voeren. Als het om een beschikkingshandeling gaat, dan is er toestemming van de andere maten vereist. Er moet worden beoordeeld of het hier gaat om een beheer- of beschikkingshandeling. Het gaat hier om een beheerhandeling, omdat het een dagelijks voorkomende rechtshandeling is. Dit betekent dat Bert bevoegd was om deze handeling voor rekening van de maatschap te verrichten. Dit betekent dat Bert de betaling kan verhalen op de maatschap voor het geheel en zich voor de helft kan verhalen of Geert. 

Vraag 1d

Het gaat om het verrekenen, omdat de rechtshandeling op eigen naam wordt verricht. In casu was de aankoop 1500 euro en dat is 500 euro boven het bedrag waarvoor Bert bevoegd was. Dit betekent dat Bert enkel tot 1000 euro kan verrekenen met de maatschap. De overige 500 is voor rekening van Bert. Het antwoord op de vorige vraag zou dus veranderen door het opgenomen beding. 

Opdracht 2

Vraag 2a

Het gaat hier om een specifieke vorm van de maatschap, namelijk de vennootschap onder firma (VOF). Er is namelijk aan alle vereisten van de maatschap ex. art.7A:1655 voldaan. Tevens is er sprake van een bedrijf en een gemeenschappelijke naam. Hier zijn de bepalingen van de derde titel van het Wetboek van Koophandel van toepassing. Daarnaast is de negende titel van boek 7A van toepassing, zover daar in het Wetboek van Koophandel niet van wordt afgeweken. Tot slot kunnen boek 3 en 6 worden geraadpleegd (vermogensrecht). 

Vraag 2b

Uit art. 18 WvK blijkt dat de vennoten ieder hoofdelijk verbonden zijn. Er is verder geen regeling in het Wetboek van Koophandel over de verdeling van de winst. Hiervoor moet dus worden gekeken naar boek 7A. Art. 7a:1670 gaat over het aandeel van een vennoot in de winst en verlies bij een maatschap. Als er in de overeenkomst niets is bepaald over de verdeling van de eventuele winsten en verliezen, is ieders aandeel geëvenredigd met hetgeen de vennoot in de maatschap heeft ingebracht. Lid 2 bepaalt dat als er door een vennoot enkel arbeid is ingebracht, zijn aandeel gelijk is aan dat van de vennoot met de minste inbreng. In casu brengt A 10.000 euro in, B ook 10.000 euro en C 5.000 euro. De winst van 25.000 wordt dan verdeeld naar inbreng. Hetgeen ieder heeft ingebracht, krijgen zij terug aan winst. 

Vraag 2c

In de vraag staat namens, dus het gaat om ‘in naam van’ dat wijst op vertegenwoordiging. C koopt namens de vliegende schotel een partij warmhoudschotels. De vraag is of C ook bevoegd was om deze rechtshandeling namens de vennootschap te verrichten. In de overeenkomst is opgenomen dat C als enige is bevoegd om De vliegende schotel te vertegenwoordigen. Dit betekent dat X met succes betaling kan vorderen van de vliegende schotel, omdat C bevoegd was om deze rechtshandeling te verrichten. X kan ook ieder van de vennoten apart aanspreken, omdat art. 18 Wvk bepaalt dat alle vennoten hoofdelijk verbonden zijn.  

Vraag 2d

Het gaat om vertegenwoordiging. A is uitgesloten van het verrichten van rechtshandelingen in de overeenkomst. Dit betekent dat A niet was bevoegd om de maatschap te vertegenwoordigen, waardoor de VOF niet gebonden is. Derde kan schadevergoeding van A eisen op grond van art. 3:70 jo. 3:78. Daarnaast kan A gebonden worden om de overeenkomst na te komen op grond van art. 7A:1681.

Vraag 2e

2 mogelijkheden: 

  1. X is onkundig, is te goeder trouw: art. 17 lid 1 Wvk, VOF gebonden jo art. 25 lid 1 Hrw lid 1. Art. 18 Wvk àafzonderlijk aanspraken of maatschap als geheel.
  2. X is onkundig, is te kwader trouw. VOF is niet gebonden. Alleen derde te goeder trouw beschermd jo art. 25 Hrw 2007. Kan X nog A afspreken? Kan proberen op grond van art. 7A:1681.

Vraag 2f

Indien De vliegende schotel in het geheel niet is ingeschreven in het handelsregister, zijn alle vennoten op grond van art. 25 lid 4 jo. 29 WvK bevoegd tot het verrichten van rechtshandelingen in naam van de vennootschap.

Vraag 2g

Uit de casus blijkt dat A een privéschuldeiser heeft. Zolang de maatschap niet is ontbonden, kan de privéschuldeiser geen verhaal zoeken op het aandeel ingebracht door A in het vermogen van De vliegende schotel. De privéschuldeiser kan zich enkel verhalen op het privévermogen van zijn schuldenaar.

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:
WorldSupporter and development goals:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: mandycassa@hotmail.com
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
2574