Woudsend/V (Kindertaxi/Shockschade) (HR 22-02-2002, LJN AD5356)
Feiten
Op 9 april 1992 is een 5 jarig meisje bij een verkeersongeval om het leven gekomen. Zij reed op haar fietsje op het woonerf en is aangereden door een achteruit rijdende taxibusje. Dit taxibusje is met een van de achterwielen over haar hoofd gereden. Daardoor is haar schedel ernstig beschadigd en kwam de schedelinhoud naast haar hoofd op het wegdek terecht.
Meteen na het ongeval waarschuwde de buurvrouw de moeder van het meisje. Zij rende naar buiten en zag toen op de plaats van het ongeval haar dochter levenloos liggen. Zij zag de schedelinhoud aan voor braaksel. Zij heeft toen een ambulance gebeld en is terug gerend naar haar dochter die op haar buik, met haar gezicht naar beneden lag. Zij heeft geprobeerd met haar hand het hoofd van haar dochter om te draaien. Daarbij heeft zij tot haar ontzetting ervaren dat haar hand vrijwel geheel in de schedel van het meisje verdween en dat de schedelinhoud op straat lag.
Dit heeft geleid tot ernstig geestelijk letsel van de moeder, waaronder een ernstige depressie met melancholische (vitale) kenmerken en een ernstige posttraumatische stressstoornis waarbij zij o.a. de afschuwelijke confrontatie met haar dochter herbeleeft. De bestuurder van de taxibus is wegens dit ongeval strafrechtelijk veroordeeld. Voor het taxibusje was ten tijde van het ongeval bij Woudsend een WAM-verzekering afgesloten. De moeder heeft een vordering ingesteld tot vergoeding van haar materiële schade (therapie- en medische kosten, kosten van rechtsbijstand) en immateriële schade. De Rechtbank heeft deze vordering afgewezen. Het Hof heeft de vordering van de materiële schade geheel en wat betreft de immateriële schade gedeeltelijk toegewezen.
Hoge Raad
De Hoge Raad overweegt dat als iemand door overtreding van een veiligheids- of verkeersnorm een ernstig ongeval veroorzaakt, hij niet alleen onrechtmatig handelt jegens degene die dientengevolge is gedood of gekwetst, maar ook jegens degene bij wie door het waarnemen van het ongeval of door de directe confrontatie met de ernstige gevolgen ervan, een hevige emotionele schok wordt teweeggebracht, waaruit geestelijk letsel voortvloeit (shockschade), hetgeen zich met name zal kunnen voordoen als iemand tot wie de aldus getroffene in een nauwe affectieve relatie staat, bij het ongeval is gedood of gewond.
De daardoor ontstane immateriële schade komt op grond van art. 6:106 lid 1 b BW voor vergoeding in aanmerking. Daarvoor is dan wel vereist dat het bestaan van geestelijk letsel, waardoor iemand in zijn persoon is aangetast, in rechte kan worden vastgesteld, hetgeen in het algemeen slechts het geval zal zijn als sprake is van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld.
Kern
De Hoge Raad heeft overwogen dat voor het vergoeden van shockschade o.a. vereist is dat sprake is geweest van waarneming van de gebeurtenis of directe confrontatie met de ernstige gevolgen daarvan.
Arresten en jurisprudentie
- Arresten en jurisprudentie : waar vind je meer uittreksels en samenvattingen op WorldSupporter?
- Arresten en jurisprudentie: hoe kan je ze lezen, begrijpen en bestuderen?
- Arrestsamenvattingen: waar vind je per vakgebied arresten verzameld op WorldSupporter?
Samenvattingen en studiehulp
Studie in het buitenland
- Recht & Bestuur: opleiding tot studeren in het buitenland
- Juridische en bestuurlijke vaardigheden: leren of versterken
Vacatures en Stage in het buitenland
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Add new contribution