Oefententamens en oefenvragen Inleiding Sociaal Recht - RUG

 

Deze bundel bevat oefententamens en oefenvragen bij de hoorcolleges te gebruiken bij het vak Inleiding Sociaal Recht aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Bundle items:
Inleiding sociaal recht - Oefententamen 2015/2016
Inleiding sociaal recht - Oefententamen 2014/2015 (1)
Inleiding sociaal recht - Oefententamen 2014/2015 (2)
Inleiding sociaal recht - Oefententamen 2013/2014 (1)
Inleiding sociaal recht - Oefententamen 2013/2014 (2)
This content is used in bundle:

Oefenvragen hoorcolleges Inleiding Sociaal Recht - RUG 2017/2018

Inleiding Sociaal Recht - RUG - Oefenvragen hoorcolleges 2017/2018 - Week 1

Inleiding Sociaal Recht - RUG - Oefenvragen hoorcolleges 2017/2018 - Week 1


Vragen

Vraag 1

In het arrest Groen/Schoevers is door de Hoge Raad beslist dat bij de beantwoording van de vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst:

  1. De maatschappelijke positie van degene die krachtens de overeenkomst arbeid verricht relevant is.
  2. De partijbedoeling van doorslaggevende betekenis is.
  3. Aan de partijbedoeling geen betekenis toekomt indien de bewoordingen van het contract duidelijk zijn.

Vraag 2

Vader Weasly is Brits onderdaan en gaat drie jaar werken als manager van een afdeling bij Texaco, Amsterdam. Hij behoudt zijn huis in Engeland. Zijn vrouw en kinderen wonen ook bij hem in Nederland. Mevrouw heeft geen werk. De kinderen gaan in Amsterdam naar de internationale school.  Is mevrouw Weasley gedurende haar verblijf in Nederland verzekerd voor de AOW?

  1. Ja, want vader Weasley is verzekerd op grond van art. 6, lid 1 onder b AOW
  2. Nee, want ingezetenschap kan pas ontstaan na drie jaar verblijf
  3. Nee, want moeder Weasley heeft geen sociale binding met Nederland

Vraag 3

Wat is correct?

  1. In de eerste Wet op de Arbeidsovereenkomst uit 1907 kwam vooral de ordeningsfunctie van het arbeidsrecht nadrukkelijk naar voren.
  2. ‘Maatschappelijk verantwoord ondernemen’ (mvo) was ook eind 19e eeuw een duidelijke trend in Nederland.
  3. In art. 7:672 BW zien we zowel voorbeelden van ‘driekwartdwingend recht’ als van ‘vijfachtste dwingend recht’.
  4. Geen van de bovenstaande stellingen is correct.

Vraag 4

Wat is juist?

  1. In het Beurspromovendi-arrest is door de Hoge Raad bepaald dat het feit dat beurspromovendi een duidelijk eigen belang bij hun onderzoekswerkzaamheden hebben (kennisvermeerdering, ervaring opdoen, opbouwen naamsbekendheid), niet uitsluit dat zij op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam zijn voor de universiteit.
  2. Het verschil in de uitkomst tussen de uitspraken over de beurspromovendi van de UvA en de bursalen van de RUG, zat in het criterium of arbeid werd verricht.
  3. Als in een contract uitdrukkelijk staat dat het geen arbeidsovereenkomst is, kan de rechter de overeenkomst niet als een arbeidsovereenkomst kwalificeren.

Vraag 5

Marleen Evers is lid van de geloofsgemeenschap “De Heilige Discipelen”. Zij verricht sinds 1979 fulltime werkzaamheden als bejaardenverzorgster in een bejaardentehuis dat wordt geëxploiteerd door een stichting. Deze is opgericht door de genoemde geloofsgemeenschap. Zij geniet kost en inwoning. Evers heeft nog nooit vakantie opgenomen, behoudens een week in 1995 die samen met de leden van de geloofsgemeenschap is doorgebracht in Friesland. Marleen heeft elk jaar vakantiegeld van (laatstelijk) € 700 en een kerstgratificatie van (laatstelijk) € 500 ontvangen.

Kan Marleen werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst?

  1. Ja, indien ook aan de elementen arbeid en gezag wordt voldaan, zal gelet op de gegeven omstandigheden sprake zijn van een arbeidsovereenkomst.
  2. Nee, want uit de gegeven omstandigheden kan worden afgeleid dat aan het element loon niet is voldaan.
  3. Nee, want uit
.....read more
Access: 
Public
Inleiding Sociaal Recht - RUG - Oefenvragen hoorcolleges 2017/2018 - Week 2

Inleiding Sociaal Recht - RUG - Oefenvragen hoorcolleges 2017/2018 - Week 2


Vragen

Oefenvragen over medezeggenschap

De stichting ‘Sightclinics’ exploiteert enkele klinieken in Nederland. De stichting is gespecialiseerd in oogheelkundige behandelingen. Hieronder vallen onder andere de kliniek ‘Meer zicht voor u’, waar 56 mensen werken en de kliniek ‘Sight Care’ waar 44 mensen werken. De algemeen directeur van de stichting is ook directeur van ‘Sight Care’. De kliniek ‘Meer zicht voor u’ heeft een eigen directeur. In kliniek ‘Meer zicht voor u’ is er een ondernemingsraad, in de kliniek ‘Sight Care’ is op het gebied van medezeggenschap echter niets geregeld.

Vraag 1a

Kan in ‘Sight Care’ worden afgedwongen dat een ondernemingsraad of andere vorm van wettelijke medezeggenschap wordt ingesteld? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke manier en door wie is dat mogelijk?

De vraag naar ooglaserbehandelingen en de technologische ontwikkelingen die hierop betrekking hebben wordt steeds groter. Hierdoor heeft ‘Meer zicht voor u’ steeds meer beter ontwikkelde laser- en computerapparatuur nodig. Het personeel heeft onvoldoende kennis met betrekking tot deze apparatuur. Daarom is besloten om deskundigen in te zetten, dit zal gedaan worden via een medisch uitzendbureau.

Vraag 1b

Heeft de ondernemingsraad bevoegdheden ten aanzien van een besluit zoals deze?

Er worden drie deskundige uitzendkrachten ingezet bij ‘Meer zicht voor u’. Nadat deze deskundigen acht maanden met veel plezier in de kliniek hebben gewerkt, komen er verkiezingen voor de ondernemingsraad. De uitzendkrachten gaan naar de stemming, maar hun teleurstelling is groot als zij daar te horen krijgen dat zij geen stem mogen laten gelden.

Vraag 1c

Kan de ondernemer de deskundige uitzendkrachten van de stemming uitsluiten? Zo nee, waarom kan dat niet? Zo ja, op welke grond is dat mogelijk?

Tijdens een scholingsbijeenkomst van de ondernemingsraadleden van ‘Meer zicht voor u’ wordt bekend dat op de verschillende afdelingen van de kliniek een verschillend beleid op het gebied van de personeelsbeoordeling wordt gevoerd. De ondernemingsraadsleden zijn hier niet blij mee en willen graag dat er een regeling wordt vastgesteld die voor iedere werknemer van de kliniek geldt. De directie neemt hierin echter geen actie, ondanks aandringen van de ondernemingsraad.

Vraag 1d

Van welke wettelijke mogelijkheid(/-heden) kan de ondernemingsraad gebruikmaken?

Oefenvragen over het recht op (minimum)loon

Ski- en snowboardinstructrice Nadine van Zuilen komt op woensdag 12 april voor de zoveelste keer en na meerdere waarschuwingen te laat op haar werk. Zij wordt hierom door haar werkgeefster ‘Sneeuwwereld’ voor de rest van de week geschorst. ‘Sneeuwwereld’ zegt het volgende tegen Nadine: ‘Denk thuis maar eens na over je gedrag. Misschien helpt het dat je het nu voor de verandering in je eigen portemonnee voelt!”

Vraag 2a

Zal Van Zuilen dit inderdaad ‘in haar eigen portemonnee voelen’, zoals ‘Sneeuwwereld’ beweert? Licht uw antwoord toe.

Stel: werknemers van ‘Sneeuwwereld’ vangen op 7 mei in de wandelgangen op dat ‘Sneeuwwereld’ een veel flexibeler werkrooster wil gaan invoeren. Als gevolg

.....read more
Access: 
Public
Inleiding Sociaal Recht - RUG - Oefenvragen hoorcolleges 2017/2018 - Week 3

Inleiding Sociaal Recht - RUG - Oefenvragen hoorcolleges 2017/2018 - Week 3


Vragen

Het sociaal minimum

Vraag 1

Een woongroep van zes mensen richt zich volledig op Hindoeïstische zenyoga. De groep wil om bepaalde redenen uit principe geen enkele vorm van betaalde arbeid verrichten. Daarom vragen de zes leden bijstand aan. De gemeente waar de woongroep is gevestigd is Emmen. Vanaf eind jaren ‘80 van de vorige eeuw laat de gemeente deze situatie al toe. De hoogte van de bijstandsuitkering moet door de gemeente opnieuw vastgesteld worden op grond van de Participatiewet. Wat is de bijstandsnorm van elk lid van de woongroep als percentage afgeleid van de grondslag?

  1. 60%
  2. 55%
  3. 38%

Vraag 2

Welk vereiste van de gezamenlijke huishouding mist bij een commerciële relatie?

  1. twee personen zijn niet in staat met bewijsstukken aan te tonen dat er niet aan het huisvestings- en het zorgcriterium is voldaan (objectiveerbaarheidscriterium)
  2. twee personen hebben hun hoofdverblijf in hetzelfde huis (huisvestingscriterium)
  3. twee personen dragen zorg voor elkaar door bij te dragen in de kosten van het huishouden (zorgcriterium)

Vraag 3

Annet werkt al een lange periode bij de ING bank als receptioniste. Op een gegeven moment wordt er aangekondigd dat er bezuinigingen zullen komen en nog geen maand later is Annet ontslagen. Ze heeft de wettelijke periode aan WW ontvangen, maar nog steeds geen nieuwe baan gevonden. Annet denk er nu over na om een bijstandsuitkering aan te vragen. Haar nicht Henriëtte studeert rechten en daarom wil Annet van haar weten hoeveel bijstand ze zal krijgen. Annet vertelt Henriëtte dat ze al haar hele leven in de Groningse Oosterparkwijk woont en haar woning deelt met haar zoon Laurens (16) en haar eveneens bijstandsgerechtigde broer Frank (38). Hoe zal Henriëtte hierop reageren?

  1. Annet krijgt maximaal  50% van het minimumloon
  2. Annet krijgt maximaal 70% van het minimumloon 
  3. Annet krijgt maximaal  90% van het minimumloon

Vraag 4

Felix en Sander zijn beide AOW-gerechtigd en wonen in Groningen in de Heerestraat boven hun restaurant de Blauwe Bloemkool. Ze zijn tussen 2009 en 2017 getrouwd geweest. Na een zakelijk conflict over de bedrijfsvoering hebben ze het huwelijk in 2017 ontbonden. Felix is als gevolg hiervan op zichzelf gaan wonen in een appartement in de Korrewegwijk. In juni 2018 besluit Sander om Felix weer bij hem te laten wonen. Felix betaalt per maand € 100 aan Sander als bijdrage aan de kosten van de woning. Felix houdt echter zijn eigen appartement in de Korrewegwijk voor het geval het opnieuw mis gaat. Heeft de keuze van Felix en Sander invloed op de hoogte van hun AOW pensioen?

  1. Ja, het AOW pensioen zal worden verlaagd, omdat er is sprake van een onweerlegbaar rechtsvermoeden.
  2. Nee, Felix en Sander hebben hun voorverblijf niet in dezelfde woning, omdat Felix zijn eigen woning aanhoudt (eigenwoningregel).
  3. Nee, Felix
.....read more
Access: 
Public
Inleiding Sociaal Recht - RUG - Oefenvragen hoorcolleges 2017/2018 - Week 4

Inleiding Sociaal Recht - RUG - Oefenvragen hoorcolleges 2017/2018 - Week 4


Vragen

Wijziging arbeidsvoorwaarden en bedingen

Vraag 1a

Een werkgever geeft aan een werknemer een arbeidsovereenkomst voor een periode van project A. Dit project duurt naar verwachting 3 jaar.  

  1. Wat is de maximale proeftijd die in het contract kan worden bedongen?
  2. Kunnen werkgever en werknemer een proeftijd overeenkomen als deze werknemer al eerder vergelijkbare werkzaamheden voor deze werkgever heeft gedaan, maar dan als uitzendkracht?

Een andere werknemer krijgt van dezelfde werkgever een arbeidsovereenkomst voor een periode van 1 jaar. In zijn contract is een proeftijd van 2 maanden bedongen. De werknemer wordt na 3 weken echter al ontslagen. Er wordt een beroep gedaan op de proeftijd.  

  1. Kan de werkgever een beroep doen op de proeftijd?

Antwoordindicatie

Vraag 1a

De maximale proeftijd die kan worden bedongen, is twee maanden. Zie hiervoor artikel 7:652 lid 5 sub b BW.

Vraag 1b

Werkgever en werknemer kunnen geen proeftijd overeenkomen, omdat het om vergelijkbare werkzaamheden gaat, artikel 7:652 lid 8 sub d BW.

Vraag 1c

Op grond van artikel 7:652 lid 5 sub a BW is er een proeftijd toegestaan van maximaal 1 maand. Er is namelijk sprake van een arbeidsovereenkomst van bepaalde tijd en voor korter dan twee jaren. Op grond van artikel 7:652 lid 8 sub b BW is dit beding met de proeftijd nietig. Daarom kan de werkgever geen beroep doen op de proeftijd.

Access: 
Public
Inleiding Sociaal Recht - RUG - Oefenvragen hoorcolleges 2017/2018 - Week 5

Inleiding Sociaal Recht - RUG - Oefenvragen hoorcolleges 2017/2018 - Week 5


Vragen

Ontslagrecht

Thomas van der Meer, 26 jaar, werkt al vijf jaar op grond van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd als verkoop en service-medewerker voor reisorganisatie TUI. TUI zegt de arbeidsovereenkomst met Thomas op 2 april 2017 op vanwege bedrijfseconomische redenen (zonder preventieve toets of instemming van de werknemer).

Vraag 1

Tot welke datum kan TUI de arbeidsovereenkomst rechtmatig opzeggen?

  1. Tot 2 mei.
  2. Tot 2 juni.
  3. Tot 31 mei.
  4. Tot 30 juni.

TUI houdt zich zoals gezegd aan de geldende opzegtermijn, maar is niet bij het UWV of de kantonrechter geweest voor toestemming. Thomas legt zich niet bij het volgens hem ‘onbehoorlijke ontslag’.

Vraag 2

Welk sancties en aanspraken zijn in dit geval mogelijk en kunnen dus tegelijk worden opgelegd/ gevraagd? Kies het antwoord dat het meest volledig is.

  1. De vernietiging van de opzegging door de kantonrechter, toewijzing van de loonvordering en recht op een billijke vergoeding.
  2. De vernietiging van de opzegging door de kantonrechter, toewijzing van de loonvordering en recht op transitievergoeding.
  3. De vernietiging van de opzegging door de kantonrechter, toewijzing van de loonvordering, recht op transitievergoeding en onder bepaalde voorwaarden ook recht op een billijke vergoeding.
  4. Recht op een billijke vergoeding en op een transitievergoeding.

TUI houdt zich aan de geldende opzegtermijn, maar heeft geen bezoek gebracht aan het UWV of de kantonrechter. En Thomas is het helemaal niet eens met zijn ontslag.

Vraag 3

Wat had TUI moeten doen om overeenkomstig de wettelijke regelingen te handelen? Kies het antwoord dat het meest volledig is.

  1. TUI moest toestemming verzoeken aan en krijgen van het UWV.
  2. TUI moest toestemming verzoeken aan en krijgen van het UWV, tenzij TUI een schriftelijke instemming van Van der Meer had.
  3. TUI moest toestemming verzoeken aan en krijgen van het UWV en bij weigering daarvan door het UWV, de kantonrechter moeten vragen om vernietiging van het afwijzingsbesluit.
  4. TUI had ontbinding van de arbeidsovereenkomst aan de kantonrechter moeten vragen en krijgen.

Vraag 4

Anco is op staande voet ontslagen, omdat hij in het magazijn zijn baas heeft getackeld. De baas viel als gevolg hiervan op de vloer. Nadat Anco, zijn baas en de getuigen zijn gehoord, wordt Anco op dezelfde dag nog op staande voet ontslagen, onder vermelding van de dringende reden. Anco moet dus onmiddellijk vertrekken en hij hoeft ook niet meer terug te komen.

  1. Welke regelingen die normaal gesproken voor een ontslag gelden zijn in dit geval niet van toepassing?
  2. Anco is van mening dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is. Op welke manier kan hij het ontslag aanvechten?

Vraag 5

In welke gevallen is het niet UWV, maar de kantonrechter die bepaalt over het eindigen van een arbeidsovereenkomst op de ‘a- of b-grond’ van artikel 7:669 lid

.....read more
Access: 
Public
Inleiding Sociaal Recht - RUG - Oefenvragen hoorcolleges 2017/2018 - Week 6

Inleiding Sociaal Recht - RUG - Oefenvragen hoorcolleges 2017/2018 - Week 6


Vragen

WW en bijstand

Vraag 1

Appie Boersma heeft een WW-uitkering met een maximale looptijd van 20 maanden. Op 1 juni 2015 vertrekt Boersma naar Turkije voor een vakantie. Als hij twee maanden later door het UWV wordt opgeroepen, komt men tot de conclusie dat hij dan nog steeds niet uit Turkije is teruggekomen. Pas op 1 september meldt Boersma zich weer op het kantoor bij het UWV. Wat is correct wat betreft het recht voor Boersma op een WW-uitkering?

  1. Het recht op WW moet per 1 juni 2015 worden beëindigd en zal per 1 september 2015 weer herleven.
  2. Het recht op WW moet na de toegestane vakantieperiode van één maand worden gestopt en zal per 1 september 2015 weer herleven.
  3. Het recht op WW moet na de toegestane vakantieperiode van één maand worden gestopt en zal nadien niet meer herleven.

Vraag 2

Het college van B&W vordert het teveel ontvangen aan bijstand terug van Geertje en legt ook een boete op van hetzelfde bedrag vanwege overtreding van inlichtingplicht. Geertje schrikt als ze het bericht hiervan ontvangt. Ze heeft geen idee hoe ze het bedrag van ruim € 14.000 bij elkaar moet krijgen. Mag de gemeente zonder meer deze boete opleggen?

  1. Ja, dit volgt uit de nieuwe systematiek van de zogenoemde “Fraudewet”.
  2. Ja, maar alleen voor als de schending van de inlichtingplicht Geertje valt te verwijten.
  3. Ja, maar alleen als Geertje de inlichtingenplicht opzettelijk heeft geschonden.

Vraag 3

Marijke Nauta is op 1 februari 2017 een tijdelijke arbeidsovereenkomst aangegaan met Livera wat betreft de functie van verkoop assistent. De arbeidsovereenkomst geldt tot 1 november 2018. Er geldt een huishoudelijk reglement, waarin staat dat het voor werknemers verboden is om producten zonder toestemming van de direct leidinggevende mee naar huis te nemen. Als een werknemer dit toch doet, dan kan ontslag op staande voet het gevolg zijn.

In de periode van 27 augustus tot 17 september 2017 zijn videobeelden gemaakt die vanaf 17 september een aantal dagen goed zijn bestudeerd. Hieruit blijkt dat Nauta tot vier keer toe diverse artikelen heeft meegenomen, zonder toestemming van haar direct leidinggevende. Livera besluit daarom de arbeidsovereenkomst met Nauta niet te verlengen. Wat is juist met betrekking tot de sanctie van het UWV?

  1. Het UWV kan geen sanctie opleggen wegens een dringende reden in de zin van art. 24 lid 2 onder a, omdat Nauta niet op staande voet ontslagen is in de zin van art. 7:677 BW.
  2. Het UWV kan een sanctie opleggen als sprake is van objectieve en subjectieve dringendheid en de andere omstandigheden van het geval daartoe reden geven.
  3. Het UWV moet een sanctie opleggen als er materieel sprake is van een dringende reden in de zin van art. 7:678 BW, behalve als sprake
.....read more
Access: 
Public
Inleiding Sociaal Recht - RUG - Oefenvragen hoorcolleges 2017/2018 - Week 7

Inleiding Sociaal Recht - RUG - Oefenvragen hoorcolleges 2017/2018 - Week 7


Vragen

Internationaal en Europees sociaal recht

Vraag 1

Wat is de belangrijkste doelstelling van het  EU-cöordinatierecht op basis van Verordening (EG) nr. 883/2004?

  1. Introductie van minimale voorschriften wat betreft tot de hoogte van de uitkeringen en het percentage burgers die door de nationale stelsels in bescherming worden genomen.
  2. Bescherming van socialezekerheidsaanspraken van burgers die gebruik willen maken van hun recht op vrij verkeer binnen de EU.
  3. Zorgen voor afstemming van het socialezekerheidsbeleid van de lidstaten.

Vraag 2

De rechtbank Groningen oordeelde in kort geding in de zaak FNV tegen de Poolse onderneming Remak, dat Remak de basisvoorwaarden van de algemeen verbindend verklaarde cao moest naleven ten opzichte van gedetacheerde Poolse werknemers die in Eemshaven aan het werk zijn. Deze verplichting volgt uit:

  1. EG-Verordening nr. 883/2004 over de coördinatie van sociale zekerheidsstelsels.
  2. IAO-verdrag nr. 98 over het recht op collectief onderhandelen.
  3. Richtlijn 97/71/EG (detacheringsrichtlijn).

Vraag 3

Sonja, Pieter en Klaas werken in een zaak in katoenen kleding in Budapest, Hongarije. Hun baas Vincent ziet het wel zitten om een nevenvestiging openen in Rotterdam, want daar zou een goede markt bestaan voor “coton”. Om zijn droom te verwezenlijken opent Vincent een nevenvestiging in de De Steenstraat in Rotterdam. Hij detacheert de drie werknemers voor de duur van 16 maanden naar Rotterdam. De bedoeling is om de winkel te starten. Vincent vraagt zich af onder welk stelsel van arbeidsrecht en sociale zekerheid de werknemers vallen. Wat is correct?

  1. Op grond van het EU recht blijft het Hongaarse arbeids- en socialezekerheidsrecht van toepassing op de arbeidsverhouding tussen Vincent en de werknemers.
  2. Op grond van het EU-recht wordt de arbeidsverhouding tussen Vincent en de werknemers bepaalt door het Nederlandse arbeids- en socialezekerheidsrechtrecht.
  3. Op grond van het EU-recht is  de zogenaamde “harde kern” van het Nederlandse arbeidsrecht van toepassing, maar blijven de werknemers onderworpen aan het Hongaarse socialezekerheidsstelsel.

Vraag 4

Het in Arnhem gevestigde theater “Het Roze Plankje” heeft een contract afgesloten met een Mexicaans artiestenbureau inhoudende dat deze gedurende een half jaar elke dag in het theater een cabaretvoorstelling geeft met muziek, dans en gedichten. Daarvoor worden de artiesten gedetacheerd door het bureau bij het theater. Na geruchten in de media over allerlei misstanden over de Mexicaanse artiesten, bekijkt de burgemeester de zaak nog eens goed. Ook de Inspectie SZW is betrokken bij het onderzoek. Uit het onderzoek volgt dat de Mexicaanse artiesten minder verdienen dan het wettelijk minimumloon. Het Mexicaanse artiestenbureau verklaart dat de artiesten onder Mexicaans recht worden ingehuurd en loon krijgen dat vele malen hoger ligt dan wat een artiest in Mexico zou ontvangen Wat is correct?

  1. Als gekozen is voor toepassing van Mexicaans recht betekent dit niet dat het theaterbureau zomaar de verplichtingen uit hoofde van de Nederlandse Wet op
.....read more
Access: 
Public

Inleiding Sociaal Recht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

Sheetnotes hoorcolleges Inleiding Sociaal Recht - RUG 2017/2018

Sheetnotes hoorcolleges Inleiding Sociaal Recht - RUG 2017/2018

Deze sheetnotes zijn gebaseerd op: Hoorcollegeaantekeningen Inleiding Sociaal Recht - RUG 2016/2017


Week 1

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?

  • De onderwerpen, besproken door prof. dr. S.S.M. Peters en G. Vonk, zijn grotendeels hetzelfde gebleven, maar soms aangevuld. De volgende onderwerpen worden in 17/18 behandeld die niet in 16/17 voorkwamen:

    • Deelgebieden arbeidsrecht: in welke deelgebieden zien we de beschermings- en ordeningsfunctie vooral.

    • Bronnen arbeidsrecht.

    • Definitie van sociale zekerheid: ‘regelingen die inkomensbescherming bieden tegen sociale risico’s of bij behoeftigheid’.

Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?

  • Het enige onderwerp dat voorkomt in het hoorcollege, maar niet precies in de literatuur, is de eigen conclusie van docent uit de Nederlandse jurisprudentie over het element ‘partijbedoeling’ uit art. 7:610 BW:

    • De partijbedoeling is vooral relevant in de situatie dat de rechtsverhouding trekken vertoont van zowel een arbeidsovereenkomst als van een andere overeenkomst. Als de feitelijke rechtsverhouding tussen partijen echter heel anders is dan wat partijen op papier hebben gezet als hun bedoeling, is de partijbedoeling bijna niet relevant. Dan gaat ‘het wezen voor de schijn’. Dit volgt uit het Gouden Kooi-arrest.

    • Als de partijbedoeling en de feitelijke uitvoering uiteen lopen, kan de uitvoering van de overeenkomst niet strekken ter interpretatie van de bedoeling. Wezen gaat dus weer voor de schijn. Dit volgt uit het Beurspromovendi UvA-arrest.

  • De docent geeft daarnaast extra voorbeelden, namelijk:

    • ‘Rana Plaza drama’ in Bangladesh en ‘Gebruik Noord-Koreaanse slaven bij bouw Nederlandse schepen: nog steeds confrontaties met slechte arbeidsomstandigheden.

    • Arresten Logidex, Beurspromovendi UvA, Gouden Kooi en ABVAKABO/RUG: over het element ‘arbeid’ uit art. 7:610 BW.

    • Arresten Groen/ Schroevers, Gouden Kooi en PostNL-zaken: over het element ‘gezagsverhouding’ uit art. 7:610 BW.

    • Arresten Gouden Kooi, Verzekeringspositie prostituees en Dubbele woonplaats Ned Marokko: over personele werkingssfeer.

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • Er worden geen recente ontwikkelingen besproken.

Wat is belangrijk voor het tentamen?

  • Ten eerste moet je gedurende de hele periode goed bedenken dat het tentamen uit meerkeuzevragen bestaat.

  • De jurisprudentie is bij dit vak erg belangrijk, want het wordt uitgebreid in de hoorcolleges aan de orde gebracht. Vooral de conclusie van de docent over de Nederlandse jurisprudentie is van belang, want hieruit blijkt wat zij belangrijk vindt.

  • Schema’s uit de hoofdstukken 1 en 2 van het boekje ‘Socialezekerheidsrecht in kort bestek’.

  • Zelfstudie is ook een belangrijk onderdeel van dit vak. Denk daarom niet dat de onderwerpen die niet in de hoorcolleges zijn

.....read more
Access: 
Public
Hoorcollege-aantekeningen Inleiding Sociaal Recht - RUG 2016/2017

Hoorcollege-aantekeningen Inleiding Sociaal Recht - RUG 2016/2017


Hoorcollege 1A: Kwalificatie arbeidsovereenkomst

Arbeidsrecht en sociaal zekerheidsrecht zijn communicerende vaten. Het eerste hoorcollege zal gaan over sociaal recht in het algemeen, over de kwalificatie van de arbeidsovereenkomst en over flexibele arbeidsrelaties. Het college zal worden gegeven door Saskia Peters.

Sociaal recht in het algemeen

Sociaal recht is een enorm pakket aan regelgeving, omvattende een nieuw pakket aan ontslagrecht. Het omvat veel regelgeving, omdat de werkomstandigheden van arbeiders tegen het eind van de 19e eeuw verschrikkelijk waren. Om deze werknemers te helpen kwam de wetgever met regels om de arbeidsomstandigheden voor deze werknemers vast te stellen. In die tijd werden er kinderen van 5 jaar slapend naar de werkplaats gedragen. In de zomer werkten zij dan van 05:00 uur tot 20:00 uur, zo blijkt uit een klachtendossier. Dit was dus niet te combineren met het privéleven. Een machinist zei hierover: “Door zulke lange dienstdagen wordt ons huiselijk en familieleven verwoest. Ons huis is voor ons niets meer dan een slaapstee. Onze kinderen zien we soms in geen 4 of 5 dagen, want ’s morgens als we gaan, slapen ze en ’s avonds of ’s nachts als we thuiskomen evenzo. Ons mens zijn verdwijnt geheel en al onder dat aanhoudend en langdurig afbeulen.” Kortom, het arbeidsrecht omvat zoveel regels ter bescherming van de werknemers.

Het arbeidsrecht kan worden gekwalificeerd als beschermingsrecht. Arbeiders moeten, willen zij leven, arbeiden en een arbeidscontract sluiten. De druk, waaronder zij verkeren, laat het bedingen van de billijke voorwaarden niet toe, zo blijkt uit de Memorie van Toelichting bij de Wet op de AO. Omdat men wel moest werken om geld te kunnen verdienen, zette men wel een handtekening onder de arbeidsovereenkomst. Er was dus als het ware sprake van een dwangcontract. Tegenwoordig kent men ongelijkheidscompensatie, wat onder het dwingende recht valt. De werkomstandigheden van de machinist aan het einde van de 19e eeuw valt tegenwoordig nog moeilijk voor te stellen in Nederland. Het stelsel dat we in Nederland hanteren, wat grotendeels afkomstig is uit de Europese Unie, kost echter wel een hoop geld, waardoor een groot deel van de productie wordt verplaatst naar de lagelonenlanden. Niet alleen de lonen liggen daar lager, maar ook de arbeidsomstandigheden zijn daar veel slechter. In 2013 waren er Nederlandse producenten actief in Bangladesh, waar een gebouw instortte. Onze kleding werd daar geproduceerd, waardoor onze werkgevers op die manier nog wel profiteren van 19e-eeuwse toestanden, maar dan in

.....read more
Access: 
Public
Boeksamenvatting bij de 22e druk van Schets van het Nederlands Arbeidsrecht van Bakels e.a.

Boeksamenvatting bij de 22e druk van Schets van het Nederlands Arbeidsrecht van Bakels e.a.


Hoofdstuk 1. Inleiding op het arbeidsrecht

1.1 & 1.2 Definities en historisch perspectief

Het arbeidsrecht is het geheel van rechtsregels dat betrekking heeft op de arbeidsverhouding van de onzelfstandige beroepsbevolking in de private en de publieke sector. In de private sector wordt dit commune arbeidsrecht genoemd en in de publieke sector ambtenarenrecht. Het arbeidsrecht is in grote mate gericht op de bescherming van de onzelfstandige beroepsbevolking tegen de risico’s van de industriële samenleving. Van belang is dat de vorm van organisatie van arbeidsverhoudingen bepaald wordt door de economische orde van een land in een bepaalde tijd.

Wanneer je geen betaald werk verricht, ben je op de sociale zekerheid aangewezen om in je bestaan te kunnen voorzien. Het recht van de sociale zekerheid geldt voor alle Nederlandse burgers, dus niet alleen voor de onzelfstandige beroepsbevolking.

Het recht van de sociale zekerheid en het arbeidsrecht worden samen aangeduid als sociaal recht.

 

1.3 Beroepsbevolking

Tot de beroepsbevolking behoren:

(1) Zelfstandigen

  • Personen die tot de zelfstandige beroepsbevolking behoren worden niet beschermd door de regels van het arbeidsovereenkomstenrecht, hun rechtspositie verschilt namelijk aanzienlijk van die van de onzelfstandige beroepsbevolking. De zelfstandigen sluiten verschillende soorten overeenkomsten met wisselende opdrachtgevers (zoals een overeenkomst van koop en verkoop, de aanneming van werk, de opdracht of overeenkomst van enkele diensten).
  • In de praktijk kan je veel zelfstandigen van elkaar onderscheiden, zoals freelancers en zzp’ers. Sommige van deze zelfstandigen worden onder omstandigheden gelijkgesteld met werknemers (zoals bij de werknemersverzekeringen o.g.v. artikel 4 en 5 ZW, WW en WAO en het KB o.g.v. artikel 5 van deze wetten).

(2) Onzelfstandigen

  • Dit zijn personen die als werknemer bij een particuliere werkgever (private sector) of bij de overheid (publieke sector) werken. Bij de overheid werken voornamelijk ambtenaren, die aangesteld zijn door het bevoegde gezag om in de openbare dienst te werken en werken dus niet op basis van een arbeidsovereenkomst (art. 1 Ambtenarenwet). Op deze arbeidsverhouding is het ambtenarenrecht van toepassing en niet het arbeidsovereenkomstenrecht uit art. 7:610 BW e.v.
  • De onzelfstandige beroepsbevolking in de private sector is onder te verdelen in twee sectoren. De marktsector; de personen binnen deze sector zijn werkzaam in het particuliere bedrijfsleven, dat voor wat betreft de inkomsten afhankelijk is van de markt. Naast de marktsector bestaat er ook de gepremieerde- en gesubsidieerde sector; hier gaat het om de zorg en
.....read more
Access: 
Public
BulletPointsamenvatting bij de 22e druk van Schets van het Nederlandse Arbeidsrecht van Bakels e.a.

BulletPointsamenvatting bij de 22e druk van Schets van het Nederlandse Arbeidsrecht van Bakels e.a.


1. Inleiding op het arbeidsrecht

  • Het arbeidsrecht is het geheel van rechtsregels dat betrekking heeft op de arbeidsverhouding van de onzelfstandige beroepsbevolking in de private en de publieke sector.

  • Het recht van de sociale zekerheid geldt voor alle Nederlandse burgers, dus niet alleen voor de onzelfstandige beroepsbevolking.

  • Tot de beroepsbevolking behoren:

    • Zelfstandigen

    • Onzelfstandige

    • Werklozen en gedeeltelijk arbeidsongeschikten

 

2. Arbeidsomstandigheden

  • Ontwikkelingen van het arbeidsomstandighedenrecht:

    • Van specifieke wetten naar algemene wetgeving die van toepassing is op alle werknemers.

    • Steeds meer verantwoordelijkheden voor de werknemers.

    • Van overheidswetgeving naar regelingen tot stand gekomen na overleg tussen betrokken partijen.

    • De invloed van de EG op de arbeidsomstandighedenwetgeving wordt steeds groter.

 

2.1 De Arbeidstijdenwet

 

  • In de Arbeidstijdenwet wordt vastgelegd de leeftijd waarop men mag deelnemen aan het arbeidsproces en de werk- en rusttijden, alsmede enkele specifieke voorschriften voor jeugdige en vrouwelijke werknemers.

  • De doelstellingen van de Arbeidstijdenwet:

  1. Het vaststellen van wettelijke regels voor de arbeids- en rusttijden om de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van de werknemer te beschermen.

  2. Het combineren van arbeid en zorgtaken bevorderen.

  3. Deregulering.

  • Een jeugdige werknemer is volgens art 1:1 lid 3 ATW een werknemer van 16 of 17 jaar.

  • De arbeids- en rusttijden worden geregeld in hoofdstuk 5 van de ATW.

     

2.2 De Arbeidsomstandighedenwet

 

  • Bij de Arbeidsomstandighedenwet gaat het onder andere om arbeid:

    • die verricht wordt op grond van een arbeidsovereenkomst (7:610 BW);

    • die verricht wordt krachtens een publiekrechtelijke aanstelling (ambtenaren);

    • die verricht wordt door een uitzendkracht, waarbij de inlener als werkgever wordt beschouwd;

    • die verricht wordt onder het gezag van een ander;

    • die door thuiswerkers wordt verricht op grond van een overeenkomst tot aanneming van werk of opdracht;

    • die verricht wordt door zelfstandigen, vrijwilligers en meewerkende werkgevers indien de Arbowet bij algemene maatregel van bestuur op hen van toepassing is verklaard.

       

  • De werkgever moet er voor zorgen dat de veiligheid en gezondheid van de werknemers zoveel mogelijk wordt beschermd, tenzij dit redelijkerwijs niet van hem kan worden gevergd.

  • De werkgever moet ook inrichting van het bedrijf aanpassen als daar behoefte aan is.

  • Werknemers hebben de algemene

.....read more
Access: 
Public
Samenvattingen en studiehulp voor Rechten Bachelor 3 aan de Rijksuniversiteit Groningen
Follow the author: Law Supporter
Contributions, Comments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
3477