Artikelsamenvatting bij In search of explanations for early pubertal timing effects on developmental psychopathology van Ge & Natsuaki - 2009
Uit onderzoek blijkt dat een vroege puberteit een risicofactor is voor de ontwikkeling van psychopathologie. Er is echter nog geen consensus over de verklaring voor dit effect van de puberale timing. Hierop volgend zullen vier mogelijke verklaringen worden beschreven van de invloed van puberale timing op internaliserend en externaliserend probleemgedrag. De focus ligt op de puberale timing in plaats van op de puberteit op zich.
The hormonal influence hypothesis
Sommige onderzoekers beweren dat de toename van bepaalde hormonen tijdens de puberteit het risico op de ontwikkeling van psychopathologie verhoogt. De adrenarche vindt plaats tussen de leeftijd van zes en negen jaar, en verwijst naar de rijping van de hypothalamus-hypofyse-bijnieras (HPA-as). In deze periode begint de toename van de adrenale androgenen. Er is enig bewijs dat deze androgenen gerelateerd zijn aan dominantie, depressie en antisociaal gedrag.
De gonadarche begint tussen de negen en elf jaar, en verwijst naar de rijping van de hypothalamus-hypofyse- gonadale as (HPG-as). Tijdens de overgang naar de puberteit is er sprake van een sterke toename van de hormonen van de HPG-as, de gonadotrope hormonen en de geslachtshormonen. Individuele verschillen in testosteron en oestradiol zijn gerelateerd aan negatieve gevoelens, gedragsproblemen en agressief gedrag.
De manier waarop hormonen in de puberteit invloed hebben op psychopathologie is erg ingewikkeld. Er zijn een aantal mogelijke mechanismen voorgesteld:
In de puberteit organiseren de hormonen de neurale circuits in het brein van de adolescent, wat leidt tot gedragsveranderingen.
Hormonen zorgen voor veranderingen in de gevoeligheid
- 1224 reads
Add new contribution