Inleiding strafrecht - UL - Recht - B1 - Oefententamen 2016 (1)


MC-vragen

Vraag 1

In het Runescape-arrest voerde de verdediging het verweer dat geen sprake was van diefstal als bedoeld in artikel 310 Sr, aangezien het in de tenlastelegging opgenomen virtuele amulet en masker niet kunnen worden aangemerkt als zijnde een ‘goed’ in de zin van artikel 310 Sr. Hoe noemt men een dergelijk verweer?

  1. Een betrouwbaarheidsverweer
  2. Een Meer- en Vaartverweer
  3. Een rechtmatigheidsverweer
  4. Een Dakdekkerverweer

Vraag 2

Voor de toepassing van welke van de volgende vrijheidsbenemende dwangmiddelen dient er meer dan een eenvoudige verdenking te bestaan?

  1. Aanhouding
  2. bewaring
  3. ophouden voor onderzoek
  4. inverzekeringstelling

Vraag 3

In Ons Strafrecht (4e druk, 1970, deel 1, p. 195) schrijft J.M. van Bemmelen: ‘De in….[1]…ondernomen handelingen zijn wel onrechtmatig. …..[2]…. daar tegen kan zijn toegelaten. Alleen geldt ook voor deze …..[2]…. opnieuw zowel het subsidiaireits- als het proportionaliteitsbeginsel en zelfs in nog sterkere mate dan anders, omdat van de oorspronkelijke aanrander verwacht mag worden, dat hij de hevigheid van de gemoedsbeweging die hij door zijn aanranding heeft veroorzaakt, beseft.’

Welke van de onderstaande termen horen op plaats [1] en [2]?

  1. Op plaats [1] hoort ‘psychische overmacht’ en op plaats [2] hoort ‘overmacht in de zin van noodtoestand’
  2. Op plaats [1] hoort ‘overmacht in de zin van noodtoestand’ en op plaats [2] hoort ‘psychische overmacht’
  3. Op plaats [1] hoort ‘noodweerexces’ en op plaats [2] hoort ‘noodweer’
  4. Op plaats [1] hoort ‘noodweer’ en op plaats [2] hoort ‘noodweerexces’

Vraag 4

Door het schrappen van welk onderdeel van artikel 323a Sr wordt de reikwijdte van de strafbaarstelling kleiner?

  1. wederrechtelijk
  2. met een bepaald doel
  3. opzettelijk
  4. dan wel door of vanwege een volkenrechtelijke organisatie

Vraag 5

Een medeplichtige wordt niet als dader van het strafbare feit gezien, omdat zijn opzet niet is gericht op het strafbare feit dat wordt gepleegd, maar slechts op de deelneming aan dat feit.

  1. dit is correct
  2. dit is niet correct

Vraag 6

De vraag naar causaliteit is vooral relevant bij formeel omschreven delicten.

  1. dit is correct
  2. dit is niet correct

Vraag 7

De gemeente Utrecht wijst specifieke vuurwerkvrije zones aan. Het afsteken van vuurwerk in deze zones is ook tijdens Oud en Nieuw strafbaar op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening. Enkele baldadige tieners steken op oudejaarsdag vuurwerk af naast de woning van Ruud, die in een vuurwerkvrije zone woont. Ruud mag deze tieners op heterdaad aanhouden.

  1. dit is correct
  2. dit is niet correct

Vraag 8

Wanneer een richtlijn na het verstrijken van de omzettingstermijn nog niet is geïmplementeerd door onze wetgever, kan een verdachte worden veroordeeld op basis van de in de betreffende richtlijn opgenomen strafbepalingen.

  1. dit is correct
  2. dit is niet correct

Vraag 9

Internationale samenwerking wordt toegepast in alle fasen van het strafproces.

  1. dit is correct
  2. dit is niet correct

Vraag 10

De gemeente Groningen heeft in haar APV de volgende strafbaarstelling opgenomen:

Het is verboden op een openbare plaats zich tezamen met anderen te begeven naar of al dan niet tezamen met anderen deel te nemen aan een samenscholing, onnodig op te dringen of door uitdagend gedrag aanleiding te geven tot ongeregeldheden.”

Deze APV-bepaling levert geen strijd op met het lex certa-gebod.

  1. dit is correct
  2. dit is niet correct

Vraag 11

Een succesvol beroep op een schulduitsluitingsgrond staat in beginsel niet in de weg aan het bewijzen van het bestanddeel opzet.

  1. dit is correct
  2. dit is niet correct

Vraag 12

Wanneer de officier van justitie om opportuniteitsredenen een minder zwaar delict ten laste legt dan volgens hem te bewijzen is, brengt de in ons land geldende grondslagleer met zich dat de rechter zich dient te beperken tot de beoordeling van dit minder zware delict.

  1. dit is correct
  2. dit is niet correct

Vraag 13

Uit de aard van het schuldbeginsel dat ten grondslag ligt aan ons strafrecht volgt dat omissiedelicten in het commune strafrecht een uitzondering zijn.

  1. dit is correct
  2. dit is niet correct

Vraag 14

Lagere publiekrechtelijke rechtspersonen, zoals gemeenten en provincies, kunnen niet strafrechtelijk vervolgd worden.

  1. dit is correct
  2. dit is niet correct

Vraag 15

Wanneer een zaak door de officier van justitie bij de politierechter is aangebracht en de politierechter meent dat hij de zaak niet kan behandelen omdat deze niet van eenvoudige aard is, moet de politierechter zich onbevoegd verklaren.

  1. dit is correct
  2. dit is niet correct

Vraag 16

De vervolgingsrichtlijnen van het Openbaar Ministerie vloeien voort uit het opportuniteitsbeginsel en de daarmee samenhangende ruime discretionaire bevoegdheid van het Openbaar Ministerie.

  1. dit is correct
  2. dit is niet correct

Vraag 17

De fouilleringsbevoegdheid van opsporingsambtenaren ingevolge de Opiumwet is ruimer dan de fouilleringsbevoegdheid op grond van het Wetboek van Strafvordering, aangezien de Opiumwet niet vereist dat de verdachte ook formeel is aangehouden.

  1. dit is correct
  2. dit is niet correct

Vraag 18

Bij culpoze delicten vormt de verwijtbaarheid een bestanddeel van het delict, maar is de wederrechtelijkheid een element.

  1. dit is correct
  2. dit is niet correct

Vraag 19

In het centrum van Eindhoven is een weggedeelte afgesloten door middel van een paal die naar beneden kan zakken in het wegdek wanneer een voertuig dat speciale toestemming heeft de paal nadert. Dan knippert tevens een groen lichtje. Naast de paal staat een bord dat vermeldt: ‘Bij groen één voertuig tegelijk’. In de Algemene Plaatselijke Verordening is overtreding van dit gebod strafbaar gesteld. Nadat Jeroen met zijn taxi door de afsluiting is gereden. ziet hij dat Kevin in zijn veegwagen doorrijdt zonder te wachten tot de paal naar beneden is gezakt en weer omhoog komt. In dit geval zijn zowel Jeroen als Kevin dader van het strafbare feit in kwestie, omdat zij beide bijdragen aan het overschrijden van het maximum van één voertuig dat tegelijk door de afsluiting mag rijden.

  1. dit is correct
  2. dit is niet correct

Vraag 20

Sjoerd en Richard hebben lange tijd plannen gesmeed om Martin Veensma te ontvoeren als hij op weg is naar zijn huis. Ze hebben hun bestelbusje vol touwen en dergelijke geladen, en hebben in een garage een plaats ingericht waar ze Martin net zo lang kunnen vasthouden tot er losgeld van zijn familie is ontvangen. Richard en Sjoerd zitten ‘s avonds om acht uur met bivakmutsen in hun handen en een mes in gereedheid in hun busje te wachten totdat Martin langs zijn gebruikelijke route naar huis komt fietsen. Op dat moment zijn Richard en Sjoerd strafbaar voor een poging tot wederrechtelijke vrijheidsberoving.

  1. dit is correct
  2. dit is niet correct

Casus

Het is zondag 6 mei 2014. Justin Bakker (18 jaar) en zijn broer Joost Bakker (20 jaar) maken zich klaar voor de voetbalwedstrijd Feyenoord-PSV in de Kuip te Rotterdam. Zij gaan samen met hun vrienden die allen ook deel uitmaken van de harde kern van Feyenoord. Het belooft zoals altijd een beladen wedstrijd te worden. Daarom is besloten om bij deze wedstrijd bijzondere veiligheidsmaatregelen te nemen, waaronder de inzet van extra politieagenten. Voor het begin van de wedstrijd vinden er – behalve dat een kind zijn ouders kwijt is – geen ongeregeldheden plaats.

Justin en Joost bereiken samen met hun vrienden supportersvak M. Justin heeft zoals bij elke wedstrijd zijn rode bomberjack aangetrokken. Ze zijn aardig opgefokt doordat ze veel bier hebben gedronken en daarnaast onder invloed van cocaïne zijn. Tien minuten na het startsignaal scoort Feyenoord de 1-0. Justin, Joost en hun vrienden zijn uitzinnig van plezier. Justin en Joost uiten dit door in het vak naar beneden te rennen, te springen en tegen het hek te duwen dat hun vak scheidt van vak L, het familievak. Het hek breekt hierdoor open. Justin en Joost, met in hun kielzog een tachtigtal supporters, rennen het familievak in. Een groep agenten in burger (opsporingsambtenaren in de zin van artikel 141 sub b Sv), onder wie Patrick en Michiel, is snel ter plaatse. Zij proberen samen met een aantal supporters de groep van Justin tegen te houden. Hierbij krijgen zij verscheidene klappen, trappen en elleboogstoten. Het lukt de agenten de meeste leden van de groep tegen te houden. Enkel Justin en Joost weten door te breken.

Bovenaan vak L hangt een PSV-vlag. Het zou de status van Justin en Joost bevoordelen binnen de harde kern wanneer zij deze als trofee in handen krijgen. Ze hebben het er wel eens over gehad, en toen afgesproken dat zij er dan gezamenlijk voor zouden gaan. Joost ziet de vlag hangen, tikt Justin aan en wijst naar de vlag. Justin weet meteen wat hen te doen staat. Ze knikken naar elkaar en zetten het op een lopen naar de vlag. De geschrokken supporters uit vak L hebben, enigszins in paniek, de familietribune verlaten. Op de steile stenen trap die van de tribune vandaan leidt komen zowel kinderen als volwassenen ten val. Zo ook Gemma de Vries, die uitglijdt, over de lage reling duikelt en een verdieping lager terechtkomt op een betonnen vloer. Zij overlijdt ter plaatse.

Joost en Justin, die geen idee hebben van hetgeen zich heeft afgespeeld, weten de PSV-vlag te bereiken. Joost verovert de vlag en geeft deze aan Justin. Op dat moment kijkt Joost om en ziet wat er in de paniek achter hen is gebeurd. Hij schrikt enorm en vreest minstens een stadionverbod. Hij ziet een zijuitgang en wil zich uit de voeten maken. Hij wordt hierin echter belemmerd door Patrick, die hem toeschreeuwt te blijven staat, hem de weg verspert en hem vastgrijpt. Joost ontsteekt daardoor, naar hij later verklaart, in woede. Hij worstelt zich los, geeft Patrick een harde duw en verlaat het stadion. Door de duw struikelt Patrick over een stoeltje, valt hard met zijn hoofd op de grond en overlijdt in de ambulance onderweg naar het ziekenhuis. Joost verklaart hierover later: “Het klopt dat ik een flinke duw heb uitgedeeld. Ik heb er enorme spijt van. Dit was niet mijn bedoeling; ik wilde alleen zo snel mogelijk het stadion verlaten.” Michiel is van een afstand getuige van het tafereel, maar is net te laat om Patrick te assisteren. Justin weet uiteindelijk via weer een andere uitgang het stadion te verlaten. Daar wordt hij tezamen met andere supporters aangehouden door de politie, die reeds is ingelicht dat een aantal supporters van Feyenoord openlijk geweld heeft gepleegd en een PSV-vlag heeft ontvreemd.

Naar aanleiding van bovenstaande incidenten worden de camerabeelden opgevraagd en geanalyseerd. Op deze beelden is onder andere duidelijk te zien dat Joost Patrick duwt. De daarop volgende zaterdag 12 mei 2014 speelt Justin, die nog steeds niet door justitie is getraceerd, aan het begin van de middag een voetbalwedstrijd tegen Blauw-Wit. Ongelukkigerwijs is in de kantine ook Michiel aanwezig. Mede dankzij de rode bomberjack van Justin herkent Michiel hem onmiddellijk, en houdt hij Justin aan.

De volgende dag, zondag 13 mei 2014, wordt Justin in verzekering gesteld en op 16 mei 2014 wordt de bewaring van Justin bevolen. Justin wordt uiteindelijk gedagvaard om op 31 mei 2015 voor de rechtbank te verschijnen. De officier van justitie legt hem het volgende ten laste: 1. Primair doodslag van Patrick (art. 287 Sr) en subsidiair zware mishandeling van Patrick, de dood ten gevolge hebbend (art. 302 lid 2 Sr); 2. openlijke geweldpleging, de dood van Gemma de Vries ten gevolge hebbend (art. 141 lid 2 sub 3 Sr); en 3. diefstal van de PSV-vlag (art. 310 Sr). De tenlastelegging luidt, voor wat betreft het onder 2 ten laste gelegde, als volgt:

2. Dat hij, verdachte, op of omstreeks 06 mei 2013 te Rotterdam, in elk geval in Nederland, met een ander of anderen, op een voor het publiek toegankelijke plaats of in een voor het publiek toegankelijke ruimte, te weten voetbalstadion De Kuip (gelegen aan Van Zandvlietplein 1), althans een stadion en/of op of aan een openbare weg (Van Zandvlietplein 1) openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een of meer personen, te weten een of meerdere agenten en/of een of meer supporters (al dan niet van PSV) en/of tegen goederen, te weten een hekwerk (gelegen tussen het tribunevak M en het tribunevak L) en/of een scheidingswand, welk geweld bestond uit het

  • meermalen slaan en/of schoppen tegen het lichaam van die personen en/of

  • meermalen (met kracht) duwen van die personen en/of

  • meermalen geven van elleboogstoten tegen het lichaam van die personen en/of

  • meermalen (met kracht) duwen tegen en/of trekken en/of rukken aan en/of trappen tegen voornoemd hek,

terwijl dat geweld de dood van een persoon, genaamd Gemma de Vries, heeft veroorzaakt, doordat zij in het door het gepleegde geweld ontstane gedrang van de trap en over de reling van de daaronder gelegen betonnen vloer is gevallen, ten gevolge waarvan zij is komen te overleden;

(art. 141 lid 1 jo. lid 2 sub 3 Sr)

Vraag 21

Welke van de onderstaande stellingen met betrekking tot de gezagsuitoefening over de politie is correct?

  1. het zoeken naar de ouders van het zoekgeraakte kind geschiedt onder gezag van de officier van justitie
  2. het direct buiten het stadion aanhouden van de groep supporters, waaronder Joost, geschiedt onder gezag van de burgemeester
  3. het opvragen van de camerabeelden van het stadion geschiedt onder gezag van de burgemeester
  4. het op de tribune tegenhouden van Justin door Patrick geschiedt onder gezag van de officier van justitie

Vraag 22

Was de aanhouding van Justin in de kantine van Blauw-Wit rechtmatig?

  1. ja, op grond van artikel 52 Sv
  2. ja, op grond van artikel 53 Sv
  3. ja, op grond van artikel 54 Sv
  4. nee, Michiel mocht Justin niet aanhouden

Vraag 23

De officier van justitie heeft Justin gedagvaard voor primair de doodslag (art. 287 Sr) van Patrick. Welk van de volgende uitspraken over het ten laste gelegde opzet is het meest passend?

  1. opzet kan niet worden bewezen
  2. opzet in de vorm van oogmerk kan worden bewezen
  3. opzet in de vorm van noodzakelijkheidsbewustzijn kan worden bewezen
  4. opzet in de vorm van voorwaardelijk opzet kan worden bewezen

Vraag 24

Joost wordt onder meer verdacht van betrokkenheid bij de diefstal van de PSV-vlag (art. 310 Sr). Welke vorm van daderschap of deelneming is ten aanzien van Joost het meest passend?

  1. medeplichtigheid aan de diefstal
  2. medeplegen van diefstal
  3. plegen van de diefstal
  4. uitlokken van de diefstal

Vraag 25

Kort na binnenkomst op het bureau wordt Justin verhoord. Welk van de onderstaande stellingen is correct?

  1. Justin heeft voorafgaand aan zijn verhoor het recht om een raadsman te consulteren
  2. Justin heeft gedurende zijn verhoor het recht om een raadsman te consulteren
  3. Justin heeft voorafgaand aan zijn verhoor het recht om een raadsman alle relevante documenten te laten inzien
  4. Justin heeft gedurende zijn verhoor het recht op de aanwezigheid van een raadsman

Vraag 26

De rechtbank oordeelt ten aanzien van het aan Justin onder 2 ten laste gelegde, dat de openlijke geweldpleging wel, maar het causaal verband met de dood van Gemma de Vries niet kan worden vastgesteld. Welk van de onderstaande stellingen is correct?

  1. de rechtbank zal vrijspreken van de gehele tenlastelegging
  2. de rechtbank zal de openlijke geweldpleging bewezen verklaren en kwalificeren, en het ten laste gelegde gevolg bewezen verklaren, maar niet kwalificeren
  3. de rechtbank zal de openlijke geweldpleging bewezen verklaren en kwalificeren, en vrijspreken van het ten laste gelegde gevolg
  4. de rechtbank zal de gehele tenlastelegging bewezen verklaren, maar niet kwalificeren

Vraag 27

Wanneer begint de vervolging van Justin?

  1. op 12 mei 2014
  2. op 13 mei 2014
  3. op 16 mei 2014
  4. op 31 mei 2015

Vraag 28

De raadsman van Justin voert ten aanzien van de diefstal het verweer dat sprake was van psychische overmacht, vanwege de door de harde kern van Feyenoord opgelegde groepsdruk. Bij de beantwoording van welke vraag van artikel 350 Sv moet de rechter omtrent dit verweer in zijn vonnis een beslissing geven?

  1. de vraag naar de op te leggen sanctie
  2. de vraag of het ten laste gelegde is bewezen
  3. de vraag of het bewezenverklaarde ook kan worden gekwalificeerd
  4. de vraag of sprake is van een strafbare dader

Vraag 29

De vrouw van Patrick wil graag worden betrokken bij het strafproces tegen Justin. Wat behoort niet tot haar mogelijkheden?

  1. het bijwonen van de terechtzitting als toehoorder
  2. het adviseren van de rechter over de op te leggen sanctie
  3. het informeren van de rechter over de gevolgen die het strafbare feit voor haar heeft gehad
  4. het voegen in het strafproces ter zake van een vordering tot vergoeding van immateriële schade

Vraag 30

Stel dat de rechter Justin veroordeelt voor hetgeen hem onder 1 subsidiair, 2 en 3 ten laste is gelegd. Wat is de maximale duur van de gevangenisstraf die hij opgelegd kan krijgen?

  1. 12 jaar
  2. 14 jaar
  3. 16 jaar
  4. 26 jaar

Vraag 31

Henk heeft een fles whiskey gestolen uit een Utrechtse slijterij op vrijdag 1 januari 2016, voor welk feit hij vervolgd wordt. Op de tenlastelegging staat dat hij een whiskeyfles heeft gestolen op vrijdag 1 januari 2015 te Utrecht. Als de tenlastelegging niet wordt gewijzigd, tot welke einduitspraak zal de rechter dan komen?

  1. vrijspraak
  2. ontslag van alle rechtsvervolging
  3. nietigheid van de dagvaarding
  4. onbevoegdheid van de rechter

Vraag 32

Uit neurowetenschappelijk onderzoek blijkt dat bij adolescenten tot circa 24 jaar de prefontale cortex, die betrokken is bij impulsbeheersing, nog niet volledig ontwikkeld is. Daarom stellen sommige hersenonderzoekers dat het strafrecht niet (zonder meer) moet worden toegepast op jeugdigen jonger dan 24 jaar. Welke algemene voorwaarde voor strafbaarheid is volgens hen bij jongeren onder de 24 jaar niet vervuld?

  1. wederrechtelijkheid
  2. een menselijke gedraging
  3. een toepasselijke wettelijke delictsomschrijving
  4. verwijtbaarheid

Vraag 33

Tot welke stroming behoort de opvatting dat humane behandeling van delinquenten voorop dient te staan en dat de overheid zich zou moeten richten op resocialisatie van delinquenten?

  1. de Utrechtse School
  2. de Klassieke School
  3. de Nieuwe richting
  4. de autoritaire richting

Vraag 34

In de zaak Samir A. had het Hof de verdachte vrijgesproken van de ten laste gelegde voorbereiding van moord en/of opzettelijke brandstichting. Wat was de reden dat de Hoge Raad het arrest van het Hof casseerde?

  1. Het Hof had bij de beoordeling van het opzet van A. op de voorgenomen delicten te weinig betekenis gehecht aan het feit dat de door hem verzamelde middelen kennelijk bestemd waren tot het plegen van het misdrijf;
  2. het Hof had bij de beoordeling van het ‘kennelijk bestemd’ zijn tot het misdrijf van de verzamelde middelen te veel betekenis gehecht aan de objectieve geschiktheid van die middelen;
  3. het Hof had bij de beoordeling van het ‘kennelijk bestemd’ zijn tot het misdrijf van de verzamelde middelen ten onrechte niet meegewogen of de door A. verzamelde middelen wel gevaarzettend waren;
  4. het Hof had ten onrechte geoordeeld dat de terroristische intentie van de verdachte niet op zichzelf tot strafbaarheid kan leiden.

Vraag 35

Samantha wordt door de rechtbank veroordeeld tot drie maanden gevangenisstraf, maar in hoger beroep tot vijf maanden. Als motivering daarvoor voert het Hof aan dat de wetgever na het plegen van het strafbare feit de maximumstraf heeft verhoogd vanwege maatschappelijke opvattingen over de strafwaardigheid van het betreffende delict. Is deze motivering toelaatbaar gelet op het strafrechtelijke legaliteitsbeginsel?

  1. ja, het strafrechtelijk legaliteitsbeginsel ziet slechts op de strafbaarstelling en niet op de sanctie
  2. ja, zo lang de rechter binnen de grenzen van het voor het delict geldende strafmaximum blijft
  3. nee, een dergelijke interpretatie is in strijd met het analogieverbod
  4. nee, een dergelijke motivering is in strijd met het verbod van terugwerkende kracht

Vraag 36

Shirley wordt vervolgd ter zake van vernieling (art. 350 Sr) omdat zij op een warme zomerdag het raam van een personenauto kapot heeft geslagen. Ter zitting voert zij aan dat zij dat deed omdat ze zag dat er een peuter in de auto zat en er geen mensen in de buurt waren. Stel dat de rechter het verweer van Shirley aannemelijk acht, hoe zal zijn beslissing dan luiden?

  1. ontslag van alle rechtsvervolging, wegens het ontbreken van de verwijtbaarheid
  2. ontslag van alle rechtsvervolging, wegens het ontbreken van de wederrechtelijkheid
  3. vrijspraak, wegens het ontbreken van de wederrechtelijkheid
  4. vrijspraak, wegens het ontbreken van de verwijtbaarheid

Vraag 37

Bij een gewapende overval op haar videotheek wordt Kim met een golfclub in haar nek en op haar hoofd geslagen. Als gevolg daarvan loopt ze een hoge dwarslaesie op. Na een aantal maanden blijkt dat er voor haar geen enkel vooruitzicht op verbetering is: ze is voor de rest van haar leven afhankelijk van hulp, lijdt aan geheugenverlies en chronische hoofdpijn. Ze besluit dat ze niet verder wil leven en doet een verzoek tot euthanasie. De overvaller wordt vervolgd voor diefstal met geweld, de dood ten gevolge hebbend (art. 312 Sr). Toepassing van welke causaliteitsleer leidt waarschijnlijk tot het oordeel dat er geen causaal verband bestaat tussen het uitgeoefende geweld en het intreden van de dood?

  1. de leer van de condicio sine qua non
  2. de leer van de adequate veroorzaking in zijn objectieve variant
  3. de leer van de redelijke toerekening
  4. de causa proxima-theorie

Vraag 38

Op welk van de volgende deelbeginselen van het strafrechtelijk legaliteitsbeginsel heeft de voornaamste rechtsvraag van het Elektriciteitsarrest (NJ 1921, 564) betrekking?

  1. het gebod van lex scripta
  2. het gebod van lex certa
  3. het verbod van analogie
  4. het verbod van terugwerkende kracht

Vraag 39

Welke juridische mogelijkheid heeft een slachtoffer van gekwalificeerde diefstal (art. 311, 312 Sr) om met enige kans op succes op te komen tegen de beslissing van de officier van justitie om te dagvaarden voor eenvoudige diefstal (art. 310 Sr)?

  1. het doen van beklag bij het gerechtshof
  2. het aanvoeren van een klacht hierover bij de uitoefening van haar spreekrecht
  3. het indienen van een bezwaarschrift bij de rechtbank
  4. het verzoeken van de rechter-commissaris tot het instellen van een onderzoek naar het gekwalificeerde delict

Vraag 40

Tijdens een vergadering ontstaat onenigheid tussen de hoogleraren Pieter en Karel over de kwestie of een bepaalde vraag al dan niet in het tentamen moet worden opgenomen. Karel is van mening dat de vraag niet in het tentamen thuishoort omdat de vraag niet één van de gestelde leerdoelen toetst. Als Pieter deze kritiek fel van de hand wijst door te roepen ‘ach, ga toch weg met je leerdoelen’, ontsteekt Karel in woede. Hij ergert zich al jaren aan de houding van Pieter als het gaat om leerdoelen. Karel staat op, loopt rood van woede met een jurisprudentiebundel in zijn linkerhand op Jan af en schreeuwt hem toe: ‘Wil je die leerdoelen soms eens voelen?’ Als Karel minder dan een meter van Pieter verwijderd is, maakt hij met de bundel in zijn hand een slaande beweging in de richting van Pieters gezicht. Net voordat de bundel Pieters gezicht dreigt te raken, glijdt deze uit Karels hand en valt op de grond.

Kan Karel op basis van deze feiten worden veroordeeld voor een poging tot mishandeling (art. 45 jo. 300 lid 1 Sr)?

  1. ja, er is sprake van een strafbare poging tot mishandeling
  2. nee, er is geen sprake van een voor een strafbare poging vereist begin van uitvoering
  3. nee, er is geen sprake van een voor een strafbare poging vereist voornemen
  4. nee, er is geen sprake van een misdrijf waartoe een poging strafbaar is

Open vraag

Willem, een cocaïneverslaafde, steelt een doos frikandellen en 2 flesjes bier uit de Utrechtse supermarkt Jumbo. De officier van justitie vraagt zich af of hij aan Willem een strafbeschikking zal opleggen of dat hij hem zal dagvaarden voor de politierechter. Leg uit hoe deze twee scenario’s van elkaar verschillen in de sancties die aan Willem kunnen worden opgelegd en in de strafdoelen die met de sancties gediend kunnen worden. Betrek in uw antwoord de persoonlijke omstandigheden van Willem.

Antwoordindicatie MC-vragen

  1. D
  2. B
  3. C
  4. D
  5. B
  6. B
  7. A
  8. B
  9. A
  10. A
  11. A
  12. A
  13. B
  14. B
  15. B
  16. A
  17. A
  18. B
  19. B
  20. B
  21. D
  22. C
  23. A
  24. B
  25. A
  26. C
  27. C
  28. D
  29. B
  30. C
  31. A
  32. D
  33. A
  34. B
  35. B
  36. C
  37. D
  38. C
  39. A
  40. D

Antwoordindicatie Open vraag

N.B. Dit is een indicatie van de elementen die een uitstekend antwoord zou kunnen bevatten. Voor een goed antwoord is het niet nodig dat daarin alle elementen volledig worden uitgewerkt.

De politierechter kan aan Willem deze sancties opleggen:

  • een taakstraf van maximaal 240 uur (310 jo. 9 lid 2 jo. 22c lid 2 Sr)

  • een geldboete van de vierde categorie (310 Sr)

  • een gevangenisstraf van ten hoogste één jaar (310 Sr jo. 369 lid 1 Sv)

    • deze kan geheel of gedeeltelijk voorwaardelijk worden opgelegd onder algemene en bijzondere voorwaarden (14a jo. 14c Sr) met een proeftijd van maximaal 3 jaar (14b Sr). Bijzondere voorwaarden zouden in het geval van Willem kunnen inhouden: een verbod op drugsgebruik en controle daarvan (14c lid 2 onder 9 Sr), opname in een zorginstelling (10), behandeling door deskundige of in zorginstelling (11), begeleid wonen of maatschappelijke opvang (12), gedragsinterventie (13)

  • tbs en ISD zijn niet mogelijk, de politierechter kan wel naar de MK verwijzen (369 lid 2 Sv)

Bij een strafbeschikking (257a Sv) kunnen aan Willem deze sancties worden opgelegd:

  • een taakstraf van maximaal 180 uur (257a lid 2 onder a Sv)

  • een geldboete van de vierde categorie (257a lid 2 onder b Sv jo. 310 Sr)

  • aanwijzingen het gedrag van Willem betreffend, met een proeftijd van maximaal 1 jaar (257a lid 3 onder e Sv)

    • deze aanwijzingen kunnen in principe alle bijzondere voorwaarden van 14c Sr omvatten

De verschillen hiertussen:

  • bij strafbeschikking kunnen geen vrijheidsbenemende sancties worden opgelegd; bij de politierechter kan aan Willem een gevangenisstraf van ten hoogste één jaar worden opgelegd;.

  • bij strafbeschikking kan aan Willem een taakstraf van ten hoogte 180 uur worden opgelegd; bij de politierechter is dat ten hoogste 240 uur.

  • de proeftijd voor de aanwijzingen die in de strafbeschikking worden opgelegd is maximaal 1 jaar, de voorwaardelijke gevangenisstraf die door de politierechter wordt opgelegd kent een proeftijd van maximaal 3 jaar

  • gedragsbeïnvloeding vindt bij de gevangenisstraf plaats via voorwaarden die aan de veroordeling worden verbonden, bij de strafbeschikking worden deze opgelegd als zelfstandige aanwijzingen.

Relatie met strafdoelen:

De aanwijzingen/bijzondere voorwaarden zijn vooral gericht op het verbeteren van Willems leefsituatie en daarmee met name op het strafdoel van speciale preventie. Dat geldt ook voor de taakstraf, die Willem terug in een arbeidsritme kan krijgen. De vrijheidsbenemende straf die hem alleen door de politierechter kan worden opgelegd heeft een meer vergeldend karakter. Alleen de gang naar de politierechter kan generaal-preventief werken door de openbaarheid daarvan. Deels zijn enkele bijzondere voorwaarden (opname in een instelling bijvoorbeeld) wellicht ook incapaciterend, net als gevangenisstraf. Beide sanctiearsenalen kennen geen langdurige op resocialisatie gerichte vrijheidsbenemende maatregelen zoals de tbs en ISD.

Check page access:
Public
Check more or recent content:

Inleiding Strafrecht - Rechten - B1 - UL - Oefenbundel

Inleiding strafrecht - UL - Recht - B1 - Oefententamen 2018

Inleiding strafrecht - UL - Recht - B1 - Oefententamen 2018


MC-vragen casus

Casus

De vrienden Luxor, Rudolf en Abel zijn lid van dezelfde Rotterdamse studentenvereniging. In het kader van hun ontgroening moeten zij dagelijks nieuwe opdrachten uitvoeren. Op woensdag 3 oktober 2016, de derde dag van de ontgroening, krijgen zij de volgende opdracht van het bestuur van hun dispuut: ‘Haal het nieuws en neem een cadeau mee.’ Luxor heeft een geniaal idee: ze gaan naar het attractiepark Madurodam in Den Haag om daar een miniatuurvliegtuig mee te nemen om dat vervolgens in de ochtendshow van Leonie Schagen op Radio Veronica aan de presentatrice aan te bieden. Abel en Rudolf vinden het een ‘superchill’ idee en de jongens besluiten het plan met zijn drieën uit te voeren. Ze spreken af dat Luxor een busje zal huren en dat Abel daarmee zal rijden. Eenmaal bij Madurodam aangekomen, zullen Luxor en Abel over de omheining van Madurodam klimmen om een miniatuurvliegtuig mee te nemen, terwijl Rudolf op de uitkijk zal staan. Vervolgens zullen ze direct doorrijden naar de studio van Radio Veronica.

Op donderdag 4 oktober 2016, tegen vijf uur in de ochtend, gaan de heren op pad. Nog geen uur later parkeren zij het busje in de bosjes bij de omheining van Madurodam in Den Haag. Terwijl Rudolf op de uitkijk staat, klimmen Luxor en Abel over de omheining. Al snel hebben zij een miniatuurvliegtuig gezien dat zich gemakkelijk laat verplaatsen en tillen dit over het hek. Even later ligt het miniatuurvliegtuig achterin het busje en gaan de jongens op weg naar de studio van Radio Veronica in Hilversum. Wat de jongens niet weten is dat de nachtwaker van Madurodam de jongens heeft zien lopen toen zij met het miniatuurvliegtuig naar het busje liepen. De door hem gealarmeerde politie arriveert net te laat, maar geeft over de radio direct een signalering uit. Op basis daarvan kijken alle surveillancewagens in de wijde omtrek uit naar het busje van de jongens. Desalniettemin arriveren de jongens tegen een uur of zeven ongehinderd bij de studio van Radio Veronica. In de uitzending vertellen de jongens uitgelaten over wat ze die nacht hebben gedaan en laten trots het miniatuurvliegtuig zien aan presentatrice Leonie Schagen en redactrice Amanda Buren. Leonie en Amanda zijn niet bepaald gecharmeerd van de actie van de jongens. Amanda – die in het verleden een blauwe maandag rechten heeft gestudeerd – aarzelt geen moment en houdt de jongens in de studio aan wegens verdenking van diefstal van het miniatuurvliegtuig en belt onmiddellijk de politie. Kort daarna draagt Amanda de jongens over aan de inmiddels gearriveerde politieagenten Vladder en Overbrecht. De agenten nemen ook het miniatuurvliegtuig in beslag.

De jongens worden door de agenten overgebracht naar het politiebureau in Hilversum. De daar aanwezige hulpofficier van justitie Groenen geeft direct na aankomst, om

.....read more
Access: 
Public
Inleiding strafrecht - UL - Recht - B1 - Oefententamen 2016 (1)

Inleiding strafrecht - UL - Recht - B1 - Oefententamen 2016 (1)


MC-vragen

Vraag 1

In het Runescape-arrest voerde de verdediging het verweer dat geen sprake was van diefstal als bedoeld in artikel 310 Sr, aangezien het in de tenlastelegging opgenomen virtuele amulet en masker niet kunnen worden aangemerkt als zijnde een ‘goed’ in de zin van artikel 310 Sr. Hoe noemt men een dergelijk verweer?

  1. Een betrouwbaarheidsverweer
  2. Een Meer- en Vaartverweer
  3. Een rechtmatigheidsverweer
  4. Een Dakdekkerverweer

Vraag 2

Voor de toepassing van welke van de volgende vrijheidsbenemende dwangmiddelen dient er meer dan een eenvoudige verdenking te bestaan?

  1. Aanhouding
  2. bewaring
  3. ophouden voor onderzoek
  4. inverzekeringstelling

Vraag 3

In Ons Strafrecht (4e druk, 1970, deel 1, p. 195) schrijft J.M. van Bemmelen: ‘De in….[1]…ondernomen handelingen zijn wel onrechtmatig. …..[2]…. daar tegen kan zijn toegelaten. Alleen geldt ook voor deze …..[2]…. opnieuw zowel het subsidiaireits- als het proportionaliteitsbeginsel en zelfs in nog sterkere mate dan anders, omdat van de oorspronkelijke aanrander verwacht mag worden, dat hij de hevigheid van de gemoedsbeweging die hij door zijn aanranding heeft veroorzaakt, beseft.’

Welke van de onderstaande termen horen op plaats [1] en [2]?

  1. Op plaats [1] hoort ‘psychische overmacht’ en op plaats [2] hoort ‘overmacht in de zin van noodtoestand’
  2. Op plaats [1] hoort ‘overmacht in de zin van noodtoestand’ en op plaats [2] hoort ‘psychische overmacht’
  3. Op plaats [1] hoort ‘noodweerexces’ en op plaats [2] hoort ‘noodweer’
  4. Op plaats [1] hoort ‘noodweer’ en op plaats [2] hoort ‘noodweerexces’

Vraag 4

Door het schrappen van welk onderdeel van artikel 323a Sr wordt de reikwijdte van de strafbaarstelling kleiner?

  1. wederrechtelijk
  2. met een bepaald doel
  3. opzettelijk
  4. dan wel door of vanwege een volkenrechtelijke organisatie

Vraag 5

Een medeplichtige wordt niet als dader van het strafbare feit gezien, omdat zijn opzet niet is gericht op het strafbare feit dat wordt gepleegd, maar slechts op de deelneming aan dat feit.

  1. dit is correct
  2. dit is niet correct

Vraag 6

De vraag naar causaliteit is vooral relevant bij formeel omschreven delicten.

  1. dit is correct
  2. dit is niet correct

Vraag 7

De gemeente Utrecht wijst specifieke vuurwerkvrije zones aan. Het afsteken van vuurwerk in deze zones is ook tijdens Oud en Nieuw strafbaar op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening. Enkele baldadige tieners steken op oudejaarsdag vuurwerk af naast de woning van Ruud, die in een vuurwerkvrije zone woont. Ruud mag deze tieners op heterdaad aanhouden.

  1. dit is correct
  2. dit is niet correct

Vraag 8

Wanneer een richtlijn na het verstrijken van de omzettingstermijn nog niet is geïmplementeerd door onze wetgever, kan een verdachte worden veroordeeld op basis van de in de betreffende richtlijn opgenomen strafbepalingen.

  1. dit is correct
.....read more
Access: 
Public
Inleiding strafrecht - UL - Recht - B1 - Oefententamen 2016 (2)

Inleiding strafrecht - UL - Recht - B1 - Oefententamen 2016 (2)


MC-vragen

Casus

In een museum te Rotterdam vindt op 10 oktober 2015 de feestelijke opening plaats van een tentoonstelling van de controversiële fotograaf Terry Richardson. Vanwege de omstreden reputatie van Richardson is veel pers aanwezig. Voorafgaand is er op de sociale media fel gediscussieerd over een opstelling die bestaat uit een groot met water gevuld ligbad waarin tweehonderd donderkopjes zwemmen. In het ligbad zijn drie metalen elektroden neergelaten, gekoppeld aan een elektrische installatie. Op deze installatie is een grote rode knop bevestigd. De opstelling suggereert dat, zodra men als museumbezoeker op de rode knop drukt, een stroomstoot door het bad wordt geleid waardoor alle donderkopjes worden geëlektrocuteerd.

Voorafgaand aan de opening verzamelt zich een groep demonstranten bij de ingang van het museum. Michael, één van hen, houdt een spandoek van ongeveer anderhalve meter breed aan twee houten latten omhoog, met daarop de tekst 'Dood aan de kopjeskiller'. Evelien, de vriendin van Michael, is wat minder activistisch en bewandelt de juridische weg. Zij heeft bij de politie aangifte gedaan tegen het museum vanwege het uitlokken tot het beschadigen van een dier (art. 47 lid 1 sub 2 jo. 350 lid 2 Sr). Intussen gaat de openingsceremonie in het museum gewoon door. De directeur van het museum houdt een speech waarin hij op het controversiële kunstwerk ingaat. Nadat hij zich naast het kunstwerk heeft opgesteld, vertelt hij: 'Dit werk daagt ons ironisch en indringend uit te reflecteren op onze zelfgeschapen identiteit van "kouwe kikkerlandje", en biedt ons aan ons alter ego op geïndustrialiseerde wijze ruw te beëindigen. Het confronteert ons gelijktijdig met onze zelfidentificatie, met de door onszelf gecreëerde mogelijkheden aan ons bestaan een einde te maken, alsmede met onze onmogelijkheid afstand te nemen van onze beheersingsdrang.'

Aan het einde van het verhaal van de directeur is er gelegenheid voor de aanwezige journalisten om aan de directeur vragen te stellen. Er is ook een verslaggever van radiozender BNR aanwezig, wiens opnames live worden uitgezonden. Deze verslaggever stelt de voor de hand liggende vraag: 'Vindt u het geen dierenmishandeling om zó met deze donderkopjes om te gaan?' De directeur antwoordt: 'Als iedereen van die knop afblijft, gebeurt er niets. Het publiek heeft het dus helemaal aan zichzelf te wijten als er straks tweehonderd dode donderkopjes ronddrijven in dit museum.' Michael, die buiten meeluistert met de radio-uitzending, ontsteekt hierop in razernij. Hij stormt met zijn spandoek naar binnen, omzeilt drie beveiligers, en dringt door tot de plaats bij het bewuste kunstwerk waar de museumdirecteur de journalisten te woord staat. Gedurende zijn tocht zijn er al flink wat links-radicale pamfletten uit zijn binnenzak gevallen, maar daardoor laat Michael zich niet afremmen. Schreeuwend en tierend baant hij zich een weg naar voren, grijpt de latten van zijn spandoek stevig in zijn

.....read more
Access: 
Public
Inleiding strafrecht - UL - Recht - B1 - Oefententamen 2015

Inleiding strafrecht - UL - Recht - B1 - Oefententamen 2015


MC-vragen

Casus 'De licht-ontvlambare voetbalvete'

Van oudsher bestaat er een flinke rivaliteit tussen de voetbalclubs van de dorpen Lienden en Ochten. Het voetbalkampioenschap in augustus vormt voor beide dorpen het hoogtepunt van het jaar. Dit jaar zijn de verwachtingen extra hoog gespannen nu de dertigste editie zal plaatsvinden. Op 10 augustus 2014 zal de strijd losbarsten. Vanwege het belang van deze wedstrijd is besloten de wedstrijd op neutraal terrein in een aangrenzende gemeente te laten plaatsvinden. Hans, Imke en Johan wonen alle drie in Lienden en zijn van kinds af aan groot fan van de voetbalclub van Lienden. Nog nooit hebben ze een wedstrijd gemist en al tijden kijken ze uit naar de eindwedstrijd van dit jaar. Na ruim anderhalf uur voetbal, waarbij Hans, Imke en Johan vanaf hun vaste plaatsen op de publiekstribune keihard hebben staan supporten, valt hun droom in duigen: het team van Lienden verliest de wedstrijd. Het verdriet is groot en tijdens het jubileumfeest dat na de wedstrijd plaatsvindt, grijpen Hans, Imke en Johan gedrieën naar drank. Nadat ze ieder zo'n acht flesjes Heineken hebben gedronken, zegt Johan tegen Imke en Hans dat ze wraak zouden moeten nemen. Hij geeft aan dat hij thuis nog vuurpijlen en wasbenzine heeft liggen, waarmee ze het clubhuis van de voetbalclub van Ochten voor eens en voor altijd van de wereld kunnen laten verdwijnen. Hans en Imke zijn direct enthousiast en roepen instemmend: "Ja, laten we de boel affikken". Terwijl ze naar het bestelbusje van Johan lopen, komen ze hun vriend Aron tegen. Johan spreekt hem aan en vraagt of hij even op zijn mobiele telefoon het weerbericht wilt checken om te zien of het de komende uren droog blijft, omdat dat "absoluut noodzakelijk is voor het plan dat ze met z'n drieën hebben". Aron ziet dat Johan niet bepaald vrolijk is en vraagt dus niet verder. Hij grijpt naar zijn telefoon en zoekt het weerbericht op. Er blijkt geen bewolking te zijn voorspeld, waarop Hans – gerustgesteld dat zijn plan succesvol kan worden uitgevoerd - hem haastig bedankt en zijn busje start. Nadat ze met zijn drieën vuurpijlen, een jerrycan wasbenzine en lucifers hebben opgehaald bij het huis van Hans, rijden ze direct door naar Ochten. Echter, voordat zij in Ochten aankomen, stuiten ze op een verkeerscontrole. Politieagent Klaassen - een algemeen opsporingsambtenaar in de zin van art. 141 lid 1 onder b Sv - geeft het teken het voertuig tot stilstand te brengen. Wanneer Hans het raampje opendraait, vraagt Klaassen het drietal eerst of zij toevallig de eindstand van de voetbalwedstrijd kennen; hij heeft de wedstrijd helaas moeten missen. Daarop ontsteekt Imke in woede en schreeuwt uit dat Ochten ten onrechte heeft gewonnen en dat de voetbalclub van Ochten zal boeten. Bij haar

.....read more
Access: 
Public
Inleiding strafrecht - UL - Recht - B1 - Oefententamen 2014

Inleiding strafrecht - UL - Recht - B1 - Oefententamen 2014


MC-vragen casus

Casus

Vladimir heeft het nieuws de afgelopen tijd nauwlettend in de gaten gehouden. Hij is kwaad over de situatie in zijn moederland Oekraïne. De pro-Russische benadering van president Janoekovitsj vindt hij onbegrijpelijk, diens vlucht laf en het geweld gedurende de opstanden zorgelijk. Hij is gefrustreerd dat de regering geen rust creëert. In de gemeenteraad van zijn woonplaats Leiden wordt gesproken over het toelaten van extra Oekraïners die zijn gevlucht. De burgemeester van Leiden heeft een werkgroep opgericht die het probleem nader onderzoekt. Tijdens een van de debatavonden die de werkgroep heeft georganiseerd, deelt Vladimir zijn zorgen. Hij vindt dat iedereen een plekje moet krijgen in Leiden, terwijl de gemeenteraad deze belofte niet waar kan maken. De burgemeester reageert hier op door te zeggen dat het heel goed is dat hij zo betrokken is en dat hij het hartverwarmend vindt om te zien dat zoveel mensen opkomen voor de belangen van anderen. Hij zegt: ‘De demonstraties voor Oekraïne zijn prima, daar gaan we niks aan doen want het is belangrijk voor de democratie. Als er mensen zijn die eens ergens opklimmen of zo om een spandoek op te hangen lijkt me dat allemaal wel oké’. Deze opmerking wordt door het publiek met enthousiast ontvangen.

Door de positieve reactie van de burgemeester voelt Vladimir zich gesteund. Hij belt zijn vriend Arjen en weet hem te enthousiasmeren om samen te gaan protesteren. Arjen houdt wel van een beetje actie en hij neemt zijn echtgenote Bonnie mee op pad. Bonnie kan zich wel wat leukers bedenken, maar ze waardeert de goede intenties van de mannen en gaat toch mee.

Op 28 februari 2014 is het zover. Vladimir breekt de deur open van de opslagruimte van de speelgoedwinkel De Speeltuin aan de Zonnebloemlaan 9 en hij gaat met Arjen en Bonnie naar binnen. Vladimir barricadeert de voordeur achter hen en ze bezetten het pand. Vladimir en Arjen rollen een spandoek uit waar ze met groene verf leuzen op schilderen, waaruit hun woede over het gebeuren in Oekraïne blijkt. Vervolgens bevestigen ze het spandoek aan de ramen aan de voorkant van het pand, zodat de omgeving kan zien waar ze eigenlijk zo boos over zijn.

De volgende ochtend komt de heer Vogeltjes, eigenaar van De Speeltuin, aan bij de opslagruimte. Vogeltjes ziet het spandoek en probeert naar binnen te gaan maar dat lukt niet doordat de deur is gebarricadeerd. Hij roept: ‘wat moet dat, flikker op!’ Vladimir, Arjen en Bonnie geven aan zijn oproep echter geen gehoor. De overbuurman, Van Bakker, schrikt op van het geschreeuw en ziet als hij naar buiten kijkt direct het spandoek hangen. Nadat hij vol verwondering een tijdje naar de protestactie heeft gekeken, realiseert hij zich dat Vogeltjes een keer heeft

.....read more
Access: 
Public
Inleiding strafrecht - UL - Recht - B1 - Oefententamen 2013 (1)

Inleiding strafrecht - UL - Recht - B1 - Oefententamen 2013 (1)


MC-vragen

Casus – Van Gogh Los

De broers Bram en Mike hebben een rijk crimineel verleden. In de loop der jaren zijn ze met name bedreven geraakt in woninginbraken, maar nu acht Bram de tijd rijp voor het grotere werk. Daarom heeft hij een aantal weken geleden het plan opgevat een kunstroof te doen. De keuze valt op een zelfportret van Vincent van Gogh dat in het Van Gogh museum in Amsterdam hangt. Na een aantal weken van voorbereiding brengen Bram en Mike het plan van Bram in de nacht van zondag 19 maart 2012 op maandag 20 maart 2012 tot uitvoering. Op de bewuste zondag kopen zij een kaartje bij het museum en smokkelen de spullen die ze nodig hebben bij de roof onder hun kleding mee naar binnen. Aan het eind van de middag verlaat Mike het museum via de bezoekersuitgang, terwijl Bram in het museum achterblijft en zich verstopt in één van de toiletten. Om twee uur ’s nachts komt hij in actie. Binnen luttele seconden schakelt hij het infrarood alarm uit, zodat hij ongestoord de museumzalen kan betreden. Vervolgens boort hij met een kleine handboor het slot uit een raam aan de straatkant, waarna hij zich richting het bewuste doek begeeft. Daar aangekomen trekt hij het doek een stukje weg van de muur en knipt met een tang behendig de beveiligingsdraden los. Met het doek onder zijn arm rent hij richting het raam aan de straatkant, waar Mike hem staat op te wachten. Mike zet snel een trapje tegen de buitenmuur, pakt het schilderij aan en legt het in de vluchtauto. Als ook Bram beneden is, springen zij samen in de auto en rijden met hoge snelheid de nacht in.

Gealarmeerd door een door Bram niet uitgeschakeld beveiligingssysteem komt de politie gelijk in actie. Ook wordt het OM onmiddellijk op de hoogte gesteld van de roof. De uitvalswegen van Amsterdam worden zo snel mogelijk afgesloten en de directe omgeving van het Van Gogh museum wordt uitgekamd. Tevergeefs, de kunstrovers zijn al gevlogen. Het rechercheonderzoek in en rond het museum levert meer op. Na snelle bestudering van de banden van de beveiligingscamera’s bij de ingang van het museum, constateert de politie dat twee mannen het museum samen hebben betreden, maar dat slechts één van hen het museum ook heeft verlaten. Nu er geen enkel spoor van braak vanaf buiten is aangetroffen, gaat de politie er vanuit dat de kunstroof van binnenuit heeft plaatsgevonden. Natrekking van de beeltenissen van de twee mannen in het politiearchief leert dat het hier mogelijk gaat om Bram en Mike en dat zij eerder in aanraking zijn geweest met politie en justitie wegens woninginbraak. Vanaf dat moment worden Bram en Mike door de politie en het OM aangemerkt als verdachte.

Op 20 maart om

.....read more
Access: 
Public
Inleiding strafrecht - UL - Recht - B1 - Oefententamen 2013 (2)

Inleiding strafrecht - UL - Recht - B1 - Oefententamen 2013 (2)


Vragen

Casus Cyberkraak

Op 21 april 2010 doet Jolande aangifte van computercriminaliteit, beweerdelijk jegens haar gepleegd door Karin. Op 15 november 2011 ontvangt Jolande van de officier van justitie bericht dat Karin niet zal worden vervolgd omdat er sprake is van onvoldoende bewijs ter zake van strafbare feiten. Jolande laat het er niet bij zitten en dient op 20 november 2011 een klaagschrift in de zin van art. 12 Sv bij het Hof Den Haag in, met het verzoek de vervolging van Karin te bevelen. Meer in het bijzonder verzoekt Jolande om vervolging van Karin ter zake van art. 350b Sr en/of art. 138ab Sr. Op 5 januari 2012 wordt het klaagschrift in de raadkamer van het Hof behandeld. Daarbij zijn aanwezig de advocaat van Jalande alsmede de opsporingsambtenaar Hans. Hans heeft als opsporingsambtenaar onderzoek verricht naar aanleiding van de aangifte van Jolande.

Het Hof stelt bij de behandeling van het klaagschrift vast dat Jolande eigenaar is van een in Leiden gevestigd bedrijf dat gespecialiseerd is in ‘vriendendiensten’. Op basis van door cliënten ingevulde profielen, brengt het bedrijf mensen met elkaar in contact. Jolandeheeft door de jaren heen een computerdatabank opgebouwd van duizenden profielen. Voorts stelt het Hof vast dat op 31 maart 2010 iemand als ‘hacker’ toegang heeft verkregen tot deze databank, waarbij veel bestanden zijn gewist en/of beschadigd. Hiervan is gebleken toen Jolande op 31 maart 2010 contact opnam met haar netwerkbeheerder, omdat zij op dat moment geen toegang tot haar computersysteem kreeg. Deze netwerkbeheerder, die in het opsporingsonderzoek als getuige is gehoord, heeft vervolgens vastgesteld dat vanaf een bepaald Internet Protocolnummer (IP-nummer) toegang was verkregen tot de computer van Jolande. Nadat dit IP-nummer in het opsporingsonderzoek is gekoppeld aan een computer die toebehoort aan Karin, is Karin op last van de officier van justitie in haar woning aangehouden. Tijdens deze aanhouding zijn opsporingsambtenaren door de woning van Karin gaan lopen. In een garderobekast die op slot zat en die zij, onder protest van Karin, gemakkelijk hebben opengebroken, vonden zij een computer, die zij in beslag hebben genomen. Karin is vervolgens op het politiebureau opgehouden voor onderzoek en in dat verband, zonder dat zij op enig moment een raadsman heeft gesproken, verhoord. Na afloop van zijn verhoor is Karin in vrijheid gesteld.

Blijkens het proces-verbaal van verhoor heeft Karin bij de politie verklaard dat zij de bedoelde computer stelselmatig gebruikt om zich toegang te verschaffen tot de computers van derden met het doel om deze gehackte computers te gebruiken als tussenstations teneinde andere computers te kunnen bereiken, die een snelle toegangstijd en omvangrijke schijfruimte hebben. Karin verklaarde voorts dat zij aan een programma op zijn computer aan het begin van een doorsnee dag de opdracht gaf om te starten met scannen en aan het eind van de dag te scannen hoe

.....read more
Access: 
Public
Inleiding strafrecht - UL - Recht - B1 - Oefententamen 2013 (3)

Inleiding strafrecht - UL - Recht - B1 - Oefententamen 2013 (3)


MC-vragen

Casus Café het Stoepje

Sander werkt in de nacht van 29 op 30 december 2012 als portier in café het Stoepje in Leiden wanneer hij een collega hoort zeggen dat er ruzie is in het achterste gedeelte van het café. Hij loopt er naar toe en ziet dat twee van zijn collega’s een menigte uit elkaar proberen te houden. Hij ziet dat Guus, die bij hem verderop in de straat woont, in die menigte aanwezig is en met beide armen en gebalde vuisten slaande bewegingen maakt in de richting van de andere groep jongeren. Sander neemt een andere jongen in een nekklem en brengt die naar buiten. Wanneer hij weer het café binnen komt, ziet hij dat zijn collega’s Guus naar de voorzijde van het café begeleiden en dat zijn gezicht onder het bloed zit. Hij neemt Guus over en neemt hem mee naar buiten voor het verlenen van EHBO. Guus raakt bewusteloos, maar komt na enkele seconden weer bij bewustzijn. Direct haalt Erik met zijn vlakke hand uit naar het gezicht van Sander en schreeuwt: ‘wacht maar, ik pak je met mijn broer, ik maak je dood’.

Even later verschijnt de politie ter plaatse. Twee verbalisanten, Henk en Theo, zien dat Guus in gesprek is met een andere agent en dat hij een bebloed gezicht heeft. Zij horen Guus roepen: ‘hou mij maar aan, ik ga hem vermoorden’. Desgevraagd antwoordt Guus dat hij aangifte wil doen. Voorts roept hij: ‘ik neem die portier nog wel te pakken en snij hem de keel door, hij woont vlakbij mij’. Guus wordt vervolgens overgebracht naar het politiebureau te Leiden voor het doen van aangifte. Tijdens het transport horen de verbalisanten Guus zeggen dat de uitsmijter die hem een kopstoot heeft gegeven bij hem in de straat woont en dat hij het zelf wel allemaal gaat regelen. Verder horen zij hem zeggen dat hij al drie jaar heeft vastgezeten en dat het hem niets interesseert om nog eens tien jaar te gaan zitten.

In het politiebureau wordt Guus gevraagd in de wachtruimte te wachten. Wanneer Henk en Theo terugkomen, is Guus verdwenen. Direct stappen zij in hun dienstvoertuig en na enige tijd zien zij Guus in de richting van het centrum van Leiden lopen. Zij spreken Guus aan en horen hem zeggen dat hij het zelf wel gaat regelen. Vervolgens loopt Guus door in de richting van het centrum. Enige tijd later zien Henk en Theo Guus richting café het Stoepje lopen. Zij spreken hem opnieuw aan. Guus reageert hier in eerste instantie niet op en loopt met een versnelde pas in de richting van het café. Op ongeveer vijftig meter van het café houden zij Guus tegen door voor hem te gaan staan. Henk ziet onder het T-shirt van Guus een voorwerp

.....read more
Access: 
Public
Inleiding strafrecht - UL - Recht - B1 - Oefententamen 2012

Inleiding strafrecht - UL - Recht - B1 - Oefententamen 2012


MC-vragen

Vraag 1

John G. wordt op enig moment door opsporingsambtenaren aangehouden op verdenking van het plegen van diefstal van enkele dvd’s. Bij verhoor wordt verzuimd John G. de cautie te geven. Tijdens het verhoor bekent hij de dvd’s te hebben gestolen. De politierechter die over de diefstal waarvoor John G. terechtstaat moet oordelen, tilt zwaar aan dit niet herstelbare vormverzuim in het vooronderzoek. Hij stelt: ‘daardoor is een belangrijk (strafvorderlijk) voorschrift of rechtsbeginsel in aanzienlijke mate geschonden.” Welke conclusie zal de politierechter aan deze constatering verbinden?

  1. niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie;
  2. verlaging van de hoogte van de straf;
  3. uitsluiting van de resultaten die door het verzuim zijn verkregen voor het bewijs;
  4. de politierechter zal het bij de enkele constatering van het verzuim laten.

Vraag 2

Aan Bert is een dagvaarding uitgereikt waarin hij wordt opgeroepen om voor de rechtbank te verschijnen en hem winkeldiefstal ten laste wordt gelegd. Hij heeft echter geen zin om het zo ver te laten komen en vraagt zich af wat hij eraan kan doen om een zitting te voorkomen. Welke van de onderstaande mogelijkheden dient hij daarvoor aan te wenden?

  1. het doen van beklag bij het gerechtshof;
  2. het verzoeken van een verklaring dat de zaak is geëindigd bij de rechtbank;
  3. het indienen van een bezwaarschrift bij de rechtbank;
  4. het verzoeken om sluiting van het gerechtelijk vooronderzoek aan de rechter-commissaris.

Vraag 3

Welk van de volgende handelingen kan op grond van het Wetboek van Strafvordering plaatsvinden voordat de officier van justitie op de terechtzitting de zaak voordraagt?

  1. de ondervraging van de verdachte door de voorzitter van de rechtbank anders dan bedoeld in artikel 273 Sv;
  2. de vaststelling door de voorzitter van de rechtbank welke personen als getuige zijn verschenen;
  3. de uitspraak van de rechtbank over de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie;
  4. het voorleggen door de officier van justitie van een lijst met inbeslaggenomen voorwerpen.

Vraag 4

In een strafzaak voert de raadsman van de verdachte het volgende verweer:

Mijn cliënt heeft het slachtoffer inderdaad met een mes gestoken, maar vast is komen te staan dat de dood van het slachtoffer pas is ingetreden nadat hij tijdens zijn verblijf in het ziekenhuis een bloedvergiftiging heeft opgelopen, terwijl de patholoog-anatoom niet met zekerheid heeft kunnen vaststellen waardoor de dood van het slachtoffer is ingetreden’.

Op welk leerstuk van materieel strafrecht ziet dit verweer?

  1. opzet;
  2. culpa;
  3. wederrechtelijkheid;
  4. causaliteit.

Vraag 5

Aan Harm K. is ten laste gelegd dat

‘hij op 5 april 2012, te Terwispel, in de gemeente Opsterland, tezamen en in vereniging met een ander, lichamelijke ingrepen bij een dier heeft verricht, waarbij een deel van het lichaam wordt beschadigd, immer hebben verdachte en zijn mededader, toen, aldaar, een paard, Friese merrie,

.....read more
Access: 
Public
Inleiding Strafrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

Inleiding Strafrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Inleiding Strafrecht voor de opleiding Rechten, jaar 1, aan de Unversiteit Leiden.

Voor een compleet overzicht van de op JoHo WorldSupporter aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare artikel- en arrestsamenvattingen maak je gebruik van de zoekfunctie

Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Check more of this topic?
How to use more summaries?


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
2943 1
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.