Burgerlijk Recht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 17/18 - Week 3b


Vragen

Vraag 1

A verkoopt en levert zijn herenhuis aan B voor €300.000,-. Een week nadat de leveringshandeling heeft plaats gehad, verkoopt en levert B het herenhuis voor €320.000 aan C. C verkoopt en levert het herenhuis vervolgens weer een week later aan D een vriend van B.

Pas na de overdracht van het herenhuis door C aan D ontdekt A dat hij bij de koop door B is bedrogen.

Op vordering van A vernietigt de rechter de koopovereenkomst A-B op grond van artikel 3:44 lid 1 jo. Lid 3 (jo. 3:49 e.v. BW). Vaststaat dat C geheel onkundig is van het door B gepleegde bedrog, maar dat D door zijn vriend B volledig op de hoogte is gebracht van zijn bedrog. Wie is eigenaar van het herenhuis nadat de koopovereenkomst tussen A en B is vernietigd?

    Vraag 2

    Kasper ziet bij Sander zes boeken op het bureau liggen waarvoor hij wel belangstelling heeft. Sander die krap bij kas zit, wil deze wel alle zes aan Kasper verkopen, ook al weet Sander dat hij een van de boeken van Julia heeft geleend. Ze komen een prijs overeen voor de zes boeken en de koop wordt beklonken. Sander overhandigt de zes boeken aan Kasper. Is hier sprake van een geldige eigendomsoverdracht?

    Vraag 3a

    A is eigenaar van een fiets. B steelt de fiets van A. Nadien schenkt en levert B de fiets aan zijn vriend C. Deze verkoopt en levert de fiets aan D, die een fietsenwinkel heeft en daarbij gespecialiseerd is in de aan- en verkoop van tweedehandsfietsen. A ontdekt de fiets, twee jaren nadat de fiets hem is ontstolen, bij D en legt onder hem beslag tot afgifte. D verzet zich tegen afgifte aan A en stelt dat hij rechthebbende is met betrekking tot de fiets. Vaststaat dat D te goede trouw was op het moment dat hij de fiets van C verkreeg. Kan A de fiets revindiceren onder D?

    Vraag 3b

    Zou het antwoord op vraag a. anders zijn als D de fiets in de winkel van zijn vaste leverancier C had gekocht?

    Vraag 3c

    Stel B had de fiets niet gestolen, maar gehuurd van A. Kan A in dat geval de fiets revindiceren onder D?

    Vraag 4

    Is de regel van artikel 3:86 of artikel 3:88 BW toepasselijk op een overdracht van:

      1. Een fiets?
      2. Een schip?
      3. De vordering, die A tegen B heeft tot terugbetaling van het door A aan B uitgeleende geld?
      4. Een auto, waarvoor een kentekenbewijs is afgegeven?
      5. De “Nachtwacht”?

      Vraag 5a

      Eva - een succesvolle zakenvrouw- is eigenaar van een groot zeilschip (25m), de Alera. Omdat Eva de gewoonte heeft van drankmisbruik wordt zij op 5 februari 2014 onder curatele gesteld (1:378 lid 1 sub b BW). Een dag na de ondercuratelestelling ontmoet zij op de zeilclub Fred, die zich bezighoudt met de in- en verkoop van zeilschepen. Hij zou het schip heel graag van haar willen overnemen en biedt Eva €250.000,-, hetgeen een redelijk bedrag is. Gezien haar toestand zal Eva de komende tijd niet in staat zijn pleziertochtjes te maken voor haar zeilschip. Zij besluit daarom (zonder toestemming) het schip aan Fred te verkopen voor €250.000. Op 8 februari 2014 wordt de Alera per sleepboot afgeleverd bij de loods van de heer Fred alwaar het te koop wordt aangeboden voor €275.000. Twee dagen later komt Sander op de loos van Fred en ziet de Alera liggen. Hij is erg onder de indruk van het schip en zou het graag willen hebben. Op maandag 11 februari 2014 verkoopt en levert Fred het schip aan Sander. Er is echter een probleem: het navigatiesysteem is hopeloos verouderd. Omdat Sander graag een satelliet gestuurd systeem wil hebben, spreken partijen af dat het schip nog een maand in de loods zal blijven. In de tussentijd zal Fred het gewenste navigatiesysteem inbouwen. Diezelfde week ontvangt Fred een brief van de curator van Eva waarin hij aanzegt de koopovereenkomst van 6 februari 2014 te vernietigen.

      Wie is eigenaar van het schip nadat de overeenkomst is vernietigd?

      Vraag 5b

      Verandert het antwoord op vraag a indien de Alera wel een teboekgesteld schip zou zijn? Ga bij beantwoording van deze vraag ervan uit dat alle leveringshandelingen op 8 respectievelijk 11 februari 2014 correct zijn verricht.

      Vraag 5c

      Stel dat de Alera een teboekgesteld schip is. Van drankmisbruik en curatele is geen sprake. De leveringshandeling tussen Eva en Fred wordt verricht op 8 februari 2014. Echter, de rechtbank verklaart Eva dezelfde dag failliet en benoemt mr. Van Buren tot curator. Het faillissement wordt dezelfde dag ingeschreven in het faillissementsregister. Drie weken later komt de curator erachter dat het schip op de dag van de faillietverklaring is overgedragen. Hij meent dat het schip nog steeds tot de boedel behoort. Kan de curator met succes het schip revindiceren?

      Vraag 6

      X heeft een vordering van €10.000 op L. X verkoopt en levert deze vordering aan Y. Vervolgens verkoopt en levert Y deze vordering aan Z. Achteraf blijkt de overdracht X-Y te zijn mislukt vanwege beschikkingsonbevoegdheid van X, die het gevolg is van het feit dat X de vordering op L al eerder door middel van een geregistreerde onderhandse akte “stil” had gecedeerd aan Q. Z wist dit niet en kon dit ook redelijkerwijs niet weten. Is Z schuldeiser van de vordering van €10.000 euro op L?

      Vraag 7

      Helen heeft op 1 juni 1993 het boek “De Client” van John Grisham uitgeleend aan Mia. Mia vindt het een prachtig boek, zo goed zelfs dat ze besluit het niet terug te geven aan Helen. Mia schrijft haar naam en datum (1 juni 1993) op de titelpagina en zet het boek in haar boekenkast. Ze zegt hierover niets tegen Helen en rekent erop dat Helen snel zal vergeten dat ze het boek heeft uitgeleend. Wanneer Helen in 2014 op vakantie wil gaan, herinnert ze zich opeens het boek. Ze belt Mia op en vraagt het boek terug. Mia erkent dat ze het boek heeft, maar stelt door verjaring eigenaar te zijn geworden. Ze wijst er in dit verband op dat het boek sinds 1993 bij haar in de boekenkast staat met haar naam erin. Gaat het betoog va Mia op?

      Antwoordindicatie

      Vraag 1

      A – B; verkoopt en levert herenhuis aan B voor €300.000,-. Bedrog blijkt pas na overdracht van herenhuis door C aan D. Bedrog heeft terugwerkende kracht bedrog; op grond van artikel 3:53 BW.

      B-C:  eigendomsoverdracht? art. 3:84 BW;

      • Geldige titel; koop
      • Beschikkingsbevoegd; 3:88 BW; wordt beschermd
      • Levering; ja er staat in de casus dat is geleverd aan C

      C is eigenaar geworden

      C-D; art. 3:84 BW:

      • Geldige titel; koopovereenkomst
      • Beschikkingsbevoegd; ja C is eigenaar geworden dus kan gewoon
      • Levering; ja er staat in casus dat is geleverd

      D is eigenaar.

        Vraag 2

        Artikel 3:84 BW is van toepassing;

        • Geldige titel; er is sprake van koop (art. 7:1 BW), dus aan voldaan.
        • Beschikkingsbevoegd; Sander is beschikkingsbevoegd ten aanzien van 5 boeken, maar niet ten aanzien van het boek dat hij van Julia heeft geleend. Hij heeft dit boek immers geleend en is niet de eigenaar.
        • Levering; geschiedt krachtens bezitsverschaffing, art. 3:90 BW.

        Er is sprake van beschikkingsonbevoegdheid; nu moet er gekeken worden naar artikel 3:86 BW, omdat het gaat over een roerende zaak die krachtens art. 3:90 BW is geleverd. Wil zijn voldaan aan artikel 3:86 BW dient aan de volgende vereisten te zijn voldaan;

        • Sprake van een levering van een roerende zaak, niet-registergoed, of een recht aan toonder of order. Dit is het geval, namelijk een roerende zaak, het boek.
        • De levering vindt plaats overeenkomst art. 3:90, 91 of 93 BW. In casu volgens art. 3:90 BW: bezitsverschaffing dus aan voldaan;
        • De levering geschiedt anders dan om niet; dat is het geval, er is geld betaald voor de boeken.
        • De verkrijger is ten tijde van de levering te goede trouw; dit is het geval; Kasper wist niet dat Sander een van de zes boeken van Julia had geleend.

        Dus Kasper wordt beschermd door artikel 3:86 BW, dit heft de beschikkingsonbevoegdheid op waardoor er sprake is van geldige eigendomsoverdracht.

        Vraag 3a

        A – B; Diefstal 3:84 BW;

        • Geen sprake van een geldige titel dus B is geen eigenaar geworden.

        B (steelt fiets van A) schenkt en levert de fiets aan zijn vriend C; sprake van eigendomsoverdracht?

        • Art. 3:84 lid 1 BW; geldige titel (schenking), beschikkingsbevoegd (NEE! Geen eigenaar, B heeft fiets gestolen), levering (art. 3:90 BW) 
        • Dus geen sprake van eigendomsoverdracht
        • Bescherming door art. 3:86 BW? Nee, want er is sprake van een overdracht om niet, namelijk schenking.
        • A is hier nog steeds eigenaar.

        C verkoopt en levert de fiets aan D, die een fietsenwinkel heeft. Eigendomsoverdracht?

        • Art. 3:84 lid 1 BW; geldige titel (koop), beschikkingsbevoegd (NEE! C is nooit eigenaar geworden), levering (art. 3:90 BW).
        • Dus geen sprake van eigendomsoverdracht.
        • Bescherming door art. 3:86 BW? Overdracht overeenkomstig art. 3:90 BW van een roerende zaak, anders dan om niet, verkrijger te goeder trouw;
        • Echter hier is artikel 3:86 lid 3 BW van toepassing; de eigenaar van een roerende zaak, die het bezit daarvan door diefstal heeft verloren kan deze gedurende drie jaren, te rekenen van de dag van diefstal als zijn eigendom opeisen; dus A kan revindiceren (art. 5:2 BW) 

        Vraag 3b

        Op de in artikel 3:86 lid 3 BW genomen uitzonderingen, maakt lid 3 zelf weer uitzonderingen. De door lid 1 geboden bescherming geldt namelijk wel onverkort indien:

        Sub a; de zaak door een particulier (natuurlijke persoon die niet in uitoefening van een beroep of bedrijf handelde) is gekocht in de normale handel; Dit is niet het geval, als D de fiets voor zijn winkel had gekocht van een leverancier, handelt hij in uitoefening van zijn beroep/bedrijf. Dus sub a is niet van toepassing.

        Vraag 3c

        Nee, dan zou D wel gewoon worden beschermd door artikel 3:86 BW! Er is dan sprake van levering krachtens art. 3:90 BW, anders dan om niet en te goeder trouw en de uitzondering van lid 3 is niet meer van toepassing want dit geldt slechts in geval van diefstal.

        Vraag 4

        Artikel 3:86 BW biedt alleen bescherming indien het een daarin aangegeven goed betreft:

        • Roerende-niet registerzaken;
        • Toonder- of orderrechten;
        • Krachtens art. 3:89 BW geldt artikel 3:86 BW ook voor beperkte rechten op dergelijke goederen (bijv. vestiging van een recht van vruchtgebruik op een koe door een beschikkingsonbevoegde)
        • Slechts leveringen als bedoeld in artikel 3:90, 3:91 en 3:93 BW

        Artikel 3:88 BW;

        • Levering betreft een registergoed, een recht op naam of een ander goed waarop artikel 3:86 BW niet van toepassing is
        1. Een fiets? Hier is sprake van een roerende zaak; levering geschiedt krachtens artikel 3:90 BW à dus artikel 3:86 lid 1 BW.
        2. Een schip? Hier is sprake van een roerende zaak, tenzij het gaat om een teboekstaand zee of binnenschip (art. 8:199 BW/8:790 BW) dit blijkt echter niet uit de tekst. Dus een roerende zaak, levering geschiedt krachtens 3:90 BW à dus artikel 3:86 lid 1 BW.
        3. De vordering, die A tegen B heeft tot terugbetaling van het door A aan B uitgeleende geld? Hier is sprake van een vordering op naam; er is sprake van een gewone vordering van A op B van uitgeleend geld. Vorderingen op naam worden op grond van artikel 3:94 BW geleverd; artikel 3:86 BW is slechts voor leveringen krachtens art. 3:90, 91 en 93 BW. Dus art. 3:96 BW is niet van toepassing. Dus artikel 3:88 BW is hier van toepassing; deze geldt namelijk voor de onbevoegdheid van de vervreemder van een recht op naam.
        4. Een auto, waarvoor een kentekenbewijs is afgegeven? Betreft hier een roerende zaak; levering geschiedt krachtens artikel 3:90 BW à dus artikel 3:86 lid 1 BW.
        5. De “Nachtwacht”? Indien het hier de echte Nachtwacht betreft is er sprake van artikel 3:86a lid 2 BW en geldt de door lid 1 geboden bescherming niet met betrekking tot beschermde cultuurgoederen in de zin van de Wet tot behoud van cultuurbezit die, na in strijd met artikel 7 van die wet te zijn vervreemd, nog een of meer keren worden vervreemd aan kopers of een verzekeraar.

        Vraag 5a

        Ga ervan uit dat de Alera niet een teboek gesteld schip is

        • Is er sprake van een koopovereenkomst tussen Eva en Fred? Art. 3:84 BW; door curatele wordt je handelingsonbekwaam. 
        • Geldige titel; doordat de koopovereenkomst wordt vernietigd is er geen sprake meer van een geldige titel; sprake van terugwerkende kracht, art. 3:53 BW.
        • Beschikkingsbevoegd; door curatele ben je gewoon nog beschikkingsbevoegd
        • Levering; schip dat niet geregistreerd is, levering geschiedt middels art. 3:90 BW, dus bezitsverschaffing
        • Geen sprake van eigendomsoverdracht; B is nooit eigenaar geworden

        Fred – Sander ; is hier sprake van eigendomsoverdracht?

        • Art. 3:84 BW;
        • Geldige titel; koopovereenkomst 7:1 BW
        • Beschikkingsbevoegd; B is niet beschikkingsbevoegd
        • Levering; er is hier sprake van een levering C.P. op grond van artikel 3:115 sub a BW; Fred wordt houder voor de verkrijger tot er een satelliet gestuurd navigatiesysteem in zit. Echter volgt uit artikel 3:90 lid 2 BW dat indien de zaak na levering in handen van de vervreemder blijft, de levering werkt dan pas tegenover een derde die een ouder recht op de zaak heeft indien de zaak in handen van de verkrijger komt, tenzij de gerechtigde met de vervreemding heeft ingestemd; dit is niet het geval.
        • Dus nog geen sprake van een volledige eigendomsoverdracht;

        Eva blijft eigenaar van het schip en kan dus revindiceren onder Sander, art. 5:2 BW (gezien de wijze van levering).

        Vraag 5b

        Dan is er sprake van een registergoed; art. 3:199 lid 1 BW jo. 3:89 lid 1 jo. lid 4 BW. Art. 3:84 lid 1 BW; eigendomsoverdracht;

        Is er sprake van een koopovereenkomst tussen Eva en Fred; art. 3:84 BW; door curatele wordt je handelingsonbekwaam. 

        • Geldige titel; doordat de koopovereenkomst wordt vernietigd is er geen sprake meer van een geldige titel; sprake van terugwerkende kracht, art. 3:53 BW.
        • Beschikkingsbevoegd; door curatele ben je gewoon nog beschikkingsbevoegd
        • Levering; schip is nu wel geregistreerd, levering geschiedt middels art. 3:89 BW, dus bezitsverschaffing

        Geen sprake van eigendomsoverdracht; B is nooit eigenaar geworden

        B-P is hier sprake van eigendomsoverdracht? Art. 3:84 BW;

        • Geldige titel; koopovereenkomst, art. 7:1 BW
        • Beschikkingsbevoegd; Fred is niet beschikkingsbevoegd omdat hij geen eigenaar is geworden
        • Levering; er is hier sprake van art. 3:89 lid 1 jo lid 4 BW;

        Sander kan echter een beroep doen op artikel 3:88 lid 1 BW; de verkrijger (Sander) is immers te goede trouw en de onbevoegdheid vloeit voort uit de ongeldigheid van een vroegere overdracht (De titel van de overdracht van Eva en Fred); aan voldaan.

        Er is dus ondanks de onbevoegdheid van Fred wel sprake van eigendomsoverdracht; hier zou Sander eigenaar zijn geworden.

        Vraag 5c

        Art. 23 faillissementswet; als er sprake is van faillissement dan verlies je de beschikking over je goederen vanaf de (gehele, dus ook om 09:00 ’s ochtends; werkt terug tot 00:00 nachts) dag dat het faillissement is uitgesproken. Dus door de terugwerkende kracht van de faillissementsuitspraak is Fred geen eigenaar geworden; gaat het om een faillissementscurator, dan verlies je dus wel de beschikking over je goederen!! (dit is een verschil met curatele in geval van alcohol misbruik).

        Hoe zit het nu met Sander? art. 3:84 BW:

        • Levering; Ja,
        • Beschikkingsbevoegd; Nee, kijken naar 3:88 BW à geen sprake van want Sander is wel te goede trouw echter de onbevoegdheid vloeit niet voort uit de ongeldigheid van een vroegere overdracht.
        • Titel; Ja

        Curator kan revindiceren: art. 5:2 BW, want Sander wordt niet beschermd door artikel 3:88 BW en is dus geen eigenaar geworden van het schip.

        Vraag 6

        X – Q

        Het gaat hier om een vordering op naam; vorderingsrechten zijn overdraagbaar, art. 3:83 lid 1 BW;

        art. 3:84 BW is van toepassing;

        X geregistreerde onderhandse akte “Stil gerediceerd aan Q; hier is sprake van levering middels art. 3:94 lid 3 BW, stille cessie. Wil cessie echter ook daadwerkelijk overdracht bewerkstelligen, dan moet zij niet alleen aan de door art. 3:94 BW gestelde eisen voldaan, maar dient zij op grond van artikel 3:84 lid 1 BW ook door een beschikkingsbevoegde vervreemder op basis van een geldige titel zijn verricht.

        Op dit moment is Q de nieuwe eigenaar geworden van de vordering.

        X verkoopt en levert de vordering aan Y; art. 3:84 BW;

        • Titel; ja
        • Beschikkingsbevoegd; mislukt vanwege beschikkingsonbevoegdheid van X wegens stille cessie aan Q
        • Levering; art. 3:94 BW

        Is er sprake van bescherming? Art. 3:88 BW; alsnog geldig in dien verkrijger te goede trouw is, dit is het geval en de onbevoegdheid van de vervreemder voortvloeit uit de ongeldigheid van een overdracht die niet voortvloeit uit de ongeldigheid van de vorige vervreemder; X is beschikkingsonbevoegdheid omdat hij de vordering gewoon heeft verkocht en niet omdat er sprake is van een ongeldige vorige overdracht. Dus levering gaat niet op!

        Y is geen eigenaar geworden van de overdracht; blijft beschikkingsonbevoegd.

        Y verkoopt en levert de vordering aan Z; wist niet dat er sprake was van een stille cessie aan G.

        Art. 3:84 BW:

        • Geldige titel; koop
        • Beschikkingsbevoegd; Y is dus niet beschikkingsbevoegd
        • Levering; ja volgt uit casus;

        Art. 3:88 BW van toepassing?

        Gaat om de overdracht van een recht op naam;

        De verkrijger Z is te goede trouw;

        De onbevoegdheid van Y vloeit voort uit de ongeldigheid van een vroegere overdracht, maar deze onbevoegdheid is het gevolg van de onbevoegdheid van x waardoor art. 3:88 BW niet Y beschermd! Geen bescherming voor Z, dus geen rechthebbende geworden op die vordering.

        Q is dus eigenaar van de vordering.

        Vraag 7

        Art. 3:99 en 3:105 BW zijn niet van toepassing want dit betreft een bezitter en Mia is detentor; dus het betoog van Mia gaat niet op. Zij kan niet zomaar zichzelf van detentor tot bezitter maken. Eens detentor altijd detentor: art. 3:111 BW.

        Access: 
        Public
        Work for WorldSupporter

        Image

        JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

        Working for JoHo as a student in Leyden

        Parttime werken voor JoHo

        Image

        This content is also used in .....

        Burgerlijk Recht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 17/18

        Burgerlijk Recht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 17/18 - Week 1a

        Burgerlijk Recht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 17/18 - Week 1a


        Vragen

        Vraag 1

        Arwen is een geadopteerd kind. Ze is geboren in Sri Lanka, maar getogen in Gorinchem. Inmiddels is ze 32 jaar oud. De laatste jaren waren problematisch, ze verkeert in een identiteitscrisis. Ze vraagt zich af wie haar echte ouders zijn. Uiteindelijk weet ze via het tv-programma Spoorloos haar biologische ouders te traceren. Ze wil hen graag ontmoeten en vraagt zich af in hoeverre het mogelijk is de juridische band met haar biologische ouders te herstellen, zonder de band met haar huidige juridische ouders te verbreken. Wat is uw antwoord op haar vraag?

        Vraag 2a

        Sander en Fiona zijn op 6 januari 2017 zonder het maken van huwelijksvoorwaarden gehuwd. De woning is door Sander vóór het huwelijk aangekocht door middel van een hypothecaire geldlening die door hem alleen is aangegaan. Na zes jaar huwelijk gaan Sander en Fiona scheiden.

        Sander heeft inmiddels een verzoek tot echtscheiding ingediend. Nog voordat de scheiding is uitgesproken wint Fiona de Jackpot van € 1.000.000 bij de Staatsloterij. In hoeverre maakt Sander hierop aanspraak?

        Vraag 2b

        Wie is vóór, tijdens en na het huwelijk aansprakelijk voor de hypotheekschuld?

        Vraag 3a

        Evelien en Eva zijn in 2017 gehuwd. Ze willen graag een kind. Een goede vriend, Matin, is bereid aan hun kinderwens mee te werken door zijn zaad te doneren. Het is de bedoeling dat Eva het kind zal dragen. Het plan wordt succesvol uitgevoerd, het kind dat ter wereld komt heet Hugo.

        Wie is/zijn de ouder(s) van Hugo en wie heeft/hebben het ouderlijk gezag?

        Vraag 3b

        Een week na de geboorte van Hugo komt Matin op kraamvisite. Hij herkent zichzelf onmiddellijk in de glimmende oogjes van de kleine spruit. Ondanks zijn afspraken met Evelien en Eva wil hij nu een afstammingsband met zijn zoon. Welke mogelijkheden heeft Matin?

        Vraag 3c

        Vergeet vraag b (Matin heeft geen interesse in een ouderschapsrol). Vlak na de geboorte van Hugo neemt Evelien de benen. Ze is geschrokken van de zware verantwoordelijkheid die op haar moeder zou komen te rusten. Zij heeft via haar advocaat inmiddels een verzoek tot echtscheiding ingediend. Eva realiseert zich dat zij er nu feitelijk alleen voorstaat, maar zij meent dat Evelien zich niet zomaar aan haar verantwoordelijkheden kan onttrekken. Welke mogelijkheden heeft zij?

        Vraag 4a

        Zak en Ashley wonen ongehuwd samen als Ashley in verwachting raakt. Het kind wordt geboren, het is een jongen en het heet Aaron.

        Wie is/zijn de juridische ouders van Aaron?

        Vraag 4b

        Wie heeft/hebben het ouderlijk gezag over Aaron?

        Vraag 4c

        Welke geslachtsnaam heeft het kind?

        Vraag 4d

        Stel: Zak en Ashley besluiten nadat Aaron geboren is een geregistreerd partnerschap aan te gaan.

        Wat zijn de gevolgen hiervan voor het antwoord op vraag wie de ouders zijn van Aaron en wie het ouderlijk gezag heeft van het kind?

        Vraag 4e

        Wat

        .....read more
        Access: 
        Public
        Burgerlijk Recht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 17/18 - Week 1b

        Burgerlijk Recht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 17/18 - Week 1b


        Vragen

        Vraag 1a

        Royce en Gwen zijn in 2011 in gemeenschap van goederen met elkaar gehuwd. Ze hebben samen geen kinderen. Royce overlijdt. Hij laat achter zijn echtgenote Iris en zijn twee (meerderjarige) kinderen uit zijn eerste huwelijk, Mercedes en Hadrian. Er is geen testament. De gemeenschap van goederen bestaat uit een woonhuis, waard € 400.000, banktegoeden, waard € 50.000, en een auto, waard € 30.000.

        Wat zijn de erfrechtelijke gevolgen van het overlijden van Royce?

        Vraag 1b

        Mercedes en Hadrian zien aankomen dat Gwen de nalatenschap gaat opmaken, zodat zij later niks krijgen. Zij willen meer zekerheid. Wat is uw advies?

        Vraag 2

        Marieke was jarenlang ongehuwd. Met haar ouders had zij geen goed contact. Om te voorkomen dat haar ouders van haar zouden erven maakte zij in 2001 een testament. Daarin benoemde zij haar broer Kasper tot haar enige erfgenaam. De jaren verstreken en Marieke vond uiteindelijk (in 2010) toch nog haar grote geluk in de liefde. Ze trouwde met Carl, met wie ze nog acht mooie jaren deelde, totdat ze door een noodlottig ongeval het leven liet. Volgens het testament is broer Kasper nu de enige erfgenaam. Carl is verbijsterd. Dit kan volgens hem nooit de bedoeling van Marieke zijn geweest. Zij heeft ten tijde van het maken van haar testament geen rekening gehouden met het feit dat zij nog ooit zou trouwen. Ze moet wel in de veronderstelling zijn geweest dat met het huwelijk de erfstelling ten behoeve van haar broer niet meer zou gelden. Kunt u Carl wellicht enige hoop bieden?

        Vraag 3

        Geralt is overleden. Hij was ongehuwd en had geen kinderen. Hij laat als zijn enige erfgenamen achter zijn neven Klaas en Zoltan en zijn nicht Yennefer. De erfgenamen weten van aanpakken. Na de begrafenis van Geralt ontruimen zij de woning en geven zij de gehele inboedel mee met het grof vuil. Het had wellicht nog iets opgebracht op marktplaats, maar die moeite wilden de erfgenamen niet nemen. Als al het werk erop zit gaan ze samen uit eten bij restaurant ‘Imperio Romano’. De rekening van het etentje betalen ze van de bankrekening van wijlen oom Geralt.

        Dan blijkt er ineens nog een rekening te zijn van achterstallige belastingen, zo'n € 70.000. De nalatenschap blijkt daardoor negatief te zijn. De belastingdienst dringt aan en de erfgenamen vragen u of zij de nalatenschap alsnog kunnen verwerpen.

        Vraag 4

        Zak overlijdt. Hij laat achter: zijn beide ouders, Aaron en Ashley, halfbroer Billy en halfzusters Eva en Evelien. Zak had een broer Jay, maar deze broer is vóór Zak overleden met achterlating van twee kinderen: Sander en Fiona. Zak heeft geen testament gemaakt. Wie zijn op grond van de wet de erfgenamen van Zak en voor welke delen erven zij?

        Vraag 5a

        Frodo is overleden. Hij heeft in 2007 een

        .....read more
        Access: 
        Public
        Burgerlijk Recht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 17/18 - Week 2a

        Burgerlijk Recht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 17/18 - Week 2a


        Vragen

        Vraag 1

        A verhuurt zijn huis aan B. Vervolgens verkoopt A dit huis aan C en draagt het aan hem in eigendom over. Kan B zijn recht handhaven tegenover C?

        Vraag 2a

        Bespreek en vergelijk de rechtspositie van A:

        A leent zijn auto voor een maand uit aan B. Nog in diezelfde maand gaat B failliet

        Vraag 2b

        A leent bedrag van 5.000 euro aan B. Kort nadien gaat B failliet.

        Vraag 2c

        A heeft een erfpachtrecht op een aan B toebehorend stuk land. B gaat failliet.

        Vraag 2d

        A vestigt een recht van erfpacht op zijn grond ten behoeve van B. Vervolgens verkoopt A de grond en draagt die in eigendom over aan C. Kan B zijn recht handhaven tegenover C? 

        Vraag 2e

        A geeft zijn huis in bruikleen aan B. Vervolgens verkoopt A dit huis aan C en draag het aan hem in zijn eigendom over. Kan B zijn recht handhaven tegen over C?

        Vraag 3

        In de meeste boeken staat voorin opgenomen “niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigt of openbaar gemaakt worden zonder voorafgaande toestemming van de uitgever”. Valt dit auteursrecht te kwalificeren als een goed in de zin van artikel 3:1 BW?

        Vraag 4

        A koopt van B een huis voor €150.000. Het huis wordt aan A geleverd. Omdat A de koopprijs niet kan betalen leent hij een ton bij een bank waarvoor hij aan de bank een hypotheek op het huis verschaft. Vervolgens geeft A het huis in bruikleen X en nog later schenkt en levert hij het huis aan Y. Kunt aangeven wat de rechtspositie van A, de bank, X en Y is?

        Vraag 5

        Welke kwalificaties geeft u aan de volgende objecten:

        1. een perceel grond

        2. een stoel

        3. een erfpachtrecht

        4. een kat

        5. een boot

        6. een auto

        Antwoordindicatie

        Vraag 1

        Art. 7:226 BW; Koop breekt geen huur; verplichtingen gaan over op de nieuwe eigenaar C. Ook een nieuwe verhuurder moet de huur opzeggen als hij de huur wil beëindigen. Het huurcontract eindigt namelijk niet als de woning wordt verkocht. De nieuwe eigenaar zet het bestaande huurcontract voort. Als hij het huurcontract wil beëindigen is hij gebonden aan wettelijke regels voor opzegging. Wil de nieuwe eigenaar de woning zelf gebruiken (dringend eigen gebruik), dan kan hij de huur niet meteen opzeggen. Dit kan pas 3 jaar nadat hij de huurder schriftelijk gemeld heeft dat hij de nieuwe eigenaar is. Dus ja.

         

        Vraag 2a

        Bruikleen overeenkomst. A blijft eigenaar van de auto, indien B failliet gaat, kan A de auto uit terugvorderen (revindiceren) aangezien A gewoon eigenaar is gebleven van de auto. Art. 7A:1777/7A:1778 BW & art. 5:2 BW.

        .....read more
        Access: 
        Public
        Burgerlijk Recht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 17/18 - Week 2b

        Burgerlijk Recht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 17/18 - Week 2b


        Vragen

        Vraag 1a

        Evelien heeft de scooter van Sander gestolen en deze vervolgens uitgeleend aan Kasper. Sander dagvaard Evelien tot teruggave van de scooter. Kasper pretendeert geen rechthebbende of eigenaar te zijn. Hij erkent dat hij slechts detentor is.

        Wat is de goederenrechtelijke positie van Sander, Evelien en Kasper?

        Vraag 1b

        Wie moet bewijzen rechthebbende te zijn?

        Vraag 2a

        Hugo heeft op 23 december 2013 van Kasper een theepot geschonken gekregen. Op dat moment wist, noch behoorde Hugo te weten dat het een theepot betrof uit de gestolen inboedel van Sander. Hugo laat de theepot, dat hij mooi vindt maar erg beschadigd is, in januari restaureren door een professionele restaurateur voor €150,-. Sander komt er op 1 februari achter dat de gestolen theepot zich bij Hugo bevindt. Sander wil de theepot terugvorderen. Sander stelt niets te maken te hebben met de reparatie door Hugo en weigert de kosten te betalen.

        Mag Sander de vaas terugvorderen zonder de kosten van de restauratie te betalen?

        Vraag 2b

        Verandert uw antwoord als Hugo op 28 december 2013 erachter was gekomen dat de theepot van diefstal afkomstig was?

        Vraag 3

        Paul huurt een elektrische zaag bij een bouwmarkt. Op het moment dat hij de zaag in ontvangst neemt, is hij al van plan de zaag zelf te houden en nooit meer terug te brengen. Is hij detentor of bezitter van de zaag?

        Vraag 4a

        In het Drentse gemeente W is een bloeiend verenigingsleven. Er zijn maar liefst drie handbalverenigingen en deze staan elkaar bijzonder naar het leven. De oudste vereniging, SHME, heeft een fraaie originele banier die bij de thuiswedstrijden van het eerste team thuis trots aan de zijkant van het veld staat opgesteld. Op nieuwjaarsdag 2014 weet Chris, lid van de tweede handbalvereniging, HULP, de banier te ontvreemden uit de bezemkast van SHME in de met HULP gedeelde sporthal. Chris wil de banier voor zichzelf houden en verstopt haar als verworven buit in zijn schuur. Piet, lid van de derde handvereniging GHVI, heeft dit gezien en breekt in de nacht van 2 januari 2014 op zijn beurt de schuur van Chris open, neemt de banier mee en legt haar in zijn eigen schuur Ook Piet wil de banier voor zichzelf houden.

        Kan Chris, als hij op 2 januari 2014 de ontvreemding ontdekt, de banier van Piet vorderen?

        Vraag 4b

        Kan de vereniging SHME, als zij op 2 januari 2014 achter de ontvreemding komt, de banier van Piet vorderen?

        Vraag 5a

        Vragen bij het arrest Gielkens/Gielkens.

        Schets de casus van dit arrest

        Vraag 5b

        Wordt Peter Jozef Gielkens op grond van de wet in eerste instantie beschouwd als detentor of als bezitter nu hij beweert de Opel Corsa van zijn zuster ten geschenke gekregen te hebben?

        Vraag 5c

        Stel dat Peter Jozef Gielkens in eerste instantie als bezitter wordt beschouwd,

        .....read more
        Access: 
        Public
        Burgerlijk Recht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 17/18 - Week 3a

        Burgerlijk Recht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 17/18 - Week 3a


        Vragen

        Vraag 1

        Fiona huurt een fiets van fietsenwinkel Zwartje. Na een dag op de fiets door de provincie getoerd te hebben, wil ze de fiets houden c.q. kopen. Hoe kan de fiets geleverd worden als Zwartje bereid is de fiets verkopen?

        Vraag 2

        Kan ik de eigendom van mijn gestolen auto overdragen aan de verzekeringsmaatschappij? 

        Vraag 3a

        J heeft zijn fiets, die bij fietsenmaker Q is gestald, aan K verkocht. J verzoekt Q de fiets te zijner tijd aan K af te geven.

        Welke vorm van bezitsoverdracht is dit?

        Vraag 3b

        Als Q weigert aan deze overdracht mee te werken, gaat dan ondanks zijn weigering toch de eigendom van de fiets over?

        Vraag 3c

        Stel dat de eigendom van de fiets overgaat, kan de fietsenmaker dan de reparatiekosten van de koper vorderen?

        Vraag 4

        Student Z heeft een fiets nodig. Student Y is eigenaar van twee fietsen en is bereid een daarvan aan Z te verkopen. Ze komen een prijs overeen, de koop wordt gesloten. Y deelt Z mee dat hij de fiets in het achterste fietsenrek aan de voet van flatcomplex – waar zij beiden wonen – heeft gestald. Hij overhandigt de sleutel van de fiets aan Y. Is hier voldaan aan het vereiste van bezitsverschaffing zoals artikel 3:90 BW dat stelt?

        Vraag 5a

        De Jong heeft een vordering ten bedrage van €10.000,- op Koning. De Jong verkoopt de vordering op 1 mei 2013 aan Christiaansen. Op 6 mei 2013 maken beide partijen de akte van cessie op. Op 10 mei deelt Christiaansen de cessie aan Koning mee.

        Op welk moment is Christiaansen rechthebbende van de vordering geworden?

        Vraag 5b

        Moet Berends betalen aan Christiaansen als hij op het moment van de mededeling twijfelt aan de juistheid van de mededeling?

        Antwoordindicatie

        Vraag 1

        Art. 3:84 BW.

        • Geldige titel; koop, art. 7:1 BW
        • Beschikkingsbevoegd; fietsenwinkel is eigenaar dus beschikkingsbevoegd
        • Levering; art. 3:90 BW, roerende zaak door bezitsverschaffing. De fiets bevindt zich in dit geval al feitelijk onder Fiona maar zij is houder nog geen bezitter. Middels Art. 3:115 sub b BW kan de levering plaatsvinden; traditio brevi manu; een tweezijdige verklaring zonder feitelijke handeling is voldoende wanneer de verkrijger houder van de zaak voor de vervreemder was.

        Vraag 2

        Art. 3:84 BW;

        • Geldige titel; kan gewoon een overeenkomst sluiten
        • Beschikkingsbevoegdheid; nog steeds eigenaar dus gewoon beschikkingsbevoegd
        • Levering; Krachtens art. 3:90 lid 1 BW geschiedt de levering van een roerende zaak door daarvan het bezit te verschaffen. Voor die bezitsverschaffing is het noodzakelijk dat de vervreemder de zaak in zijn macht heeft. Zonder macht over de zaak is hij immers feitelijk niet in staat de verkrijger een zodanige macht over de zaak te verschaffen dat deze als bezitter is aan te merken.

        Uitzonderingen op de regel; levering door middel

        .....read more
        Access: 
        Public
        Burgerlijk Recht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 17/18 - Week 3b

        Burgerlijk Recht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 17/18 - Week 3b


        Vragen

        Vraag 1

        A verkoopt en levert zijn herenhuis aan B voor €300.000,-. Een week nadat de leveringshandeling heeft plaats gehad, verkoopt en levert B het herenhuis voor €320.000 aan C. C verkoopt en levert het herenhuis vervolgens weer een week later aan D een vriend van B.

        Pas na de overdracht van het herenhuis door C aan D ontdekt A dat hij bij de koop door B is bedrogen.

        Op vordering van A vernietigt de rechter de koopovereenkomst A-B op grond van artikel 3:44 lid 1 jo. Lid 3 (jo. 3:49 e.v. BW). Vaststaat dat C geheel onkundig is van het door B gepleegde bedrog, maar dat D door zijn vriend B volledig op de hoogte is gebracht van zijn bedrog. Wie is eigenaar van het herenhuis nadat de koopovereenkomst tussen A en B is vernietigd?

          Vraag 2

          Kasper ziet bij Sander zes boeken op het bureau liggen waarvoor hij wel belangstelling heeft. Sander die krap bij kas zit, wil deze wel alle zes aan Kasper verkopen, ook al weet Sander dat hij een van de boeken van Julia heeft geleend. Ze komen een prijs overeen voor de zes boeken en de koop wordt beklonken. Sander overhandigt de zes boeken aan Kasper. Is hier sprake van een geldige eigendomsoverdracht?

          Vraag 3a

          A is eigenaar van een fiets. B steelt de fiets van A. Nadien schenkt en levert B de fiets aan zijn vriend C. Deze verkoopt en levert de fiets aan D, die een fietsenwinkel heeft en daarbij gespecialiseerd is in de aan- en verkoop van tweedehandsfietsen. A ontdekt de fiets, twee jaren nadat de fiets hem is ontstolen, bij D en legt onder hem beslag tot afgifte. D verzet zich tegen afgifte aan A en stelt dat hij rechthebbende is met betrekking tot de fiets. Vaststaat dat D te goede trouw was op het moment dat hij de fiets van C verkreeg. Kan A de fiets revindiceren onder D?

          Vraag 3b

          Zou het antwoord op vraag a. anders zijn als D de fiets in de winkel van zijn vaste leverancier C had gekocht?

          Vraag 3c

          Stel B had de fiets niet gestolen, maar gehuurd van A. Kan A in dat geval de fiets revindiceren onder D?

          Vraag 4

          Is de regel van artikel 3:86 of artikel 3:88 BW toepasselijk op een overdracht van:

            1. Een fiets?
            2. Een schip?
            3. De vordering, die A tegen B heeft tot terugbetaling van het door A aan B uitgeleende geld?
            4. Een auto, waarvoor een kentekenbewijs is afgegeven?
            5. De “Nachtwacht”?

            Vraag 5a

            Eva - een succesvolle zakenvrouw- is eigenaar van een groot zeilschip (25m), de Alera. Omdat Eva de gewoonte heeft van drankmisbruik wordt zij op 5 februari 2014 onder curatele gesteld (1:378 lid 1 sub b BW). Een dag na de ondercuratelestelling ontmoet zij

            .....read more
            Access: 
            Public
            Burgerlijk Recht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 17/18 - Week 4a

            Burgerlijk Recht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 17/18 - Week 4a


            Vragen

            Vraag 1

            Cornald heeft besloten de drukke Randstad te ontvluchten en een boerderijtje aan te schaffen in het Groningse land. Cornald heeft net zijn boerderijtje betrokken als buurman Dirk aanbelt “Wij moeten het over de weg hebben” aldus Dirk. Cornald weet niet waarover Dirk het heeft. Dirk blijkt eigenaar te zijn van een stuk land, dat vlak achter het land van Carnold ligt. Daarop staat een permanent bewoonde stacaravan. Vanaf zijn land kan Dirk niet de openbare weg bereiken. Vroeger was er wel een weggetje, aldus Dirk, maar toen Cornalds huis voor de verkoop werd verbouwd is deze verdwenen. Cornald ziet het helemaal niet zitten om speciaal voor Dirk een weg aan te moeten leggen. Daar staat ook helemaal niets over in de openbare registers. Moet Cornald voor Dirk een toegangsweg tot de openbare weg aanleggen, ook als daarover niets in de openbare registers te vinden is?

              Vraag 2

              Aalbrecht is een juwelier met enige faam te Amsterdam. In zijn collectie heeft hij een verzameling van tien identiek geslepen saffieren. De waarde van deze saffieren beloopt €1.000,- per stuk. Een van de beste klanten van Aalbrecht is Michel Johnson, een wereldberoemd zanger met een nogal excentrieke smaak. Dit uit zich onder meer daarin dat Johnson een met edelstenen bezette handschoen pleegt te dragen, ook wanneer het weer geen aanleiding geeft tot het dragen van handschoenen. Op een dag bezoekt Johnson de winkel van Aalbrecht en hij is meteen gecharmeerd van de tien saffieren. Hij vraagt Aalbrecht deze saffieren in zijn tijgerbonten handschoen (waarde €10.000) te zetten. Al de volgende dag heeft Aalbrecht de klus geklaard. Wie eigenaar van de met saffieren bezette handschoen?

              Vraag 3a

              Fruit & Zo BV en Appelboom BV leveren al jaren hun heerlijke “Golden Delicious appels aan appelmoesfabrikant Prut BV die deze appels verwerkt tot appelmoes. Op 14 september 2015 verkoopt en levert Fruit & Zo 10 ton appels aan Prut BV. De volgende dag levert Appelboom BV eveneens 10 ton appels aan de fabrikant. Beide leveranciers hebben een eigendomsvoorbehoud in hun contracten met Prut BV opgenomen (zie art. 3:91 en 3:92 en BR nr. 164). Prut BV slaat alle appels op in een grote loods naast de fabriek die dus 20 ton appels bevat. Op 17 september worden de appels tot appelmoes verwerkt.

              Wie is eigenaar van de appels die tot 17 september in de loods liggen?

              Vraag 3b

              Wie is eigenaar van de appelmoes op 17 september?

              Vraag 4a

              Christa is eigenaar van een stuk grond. Zij wil graag een vakantiehuisje laten bouwen om in te wonen. Als Christa de benodigde vergunning rond heeft, spreekt zij met Berend af dat Berend met zijn bouwmaterialen het huisje gaat bouwen voor €30.000,-. Als het huisje op 1 maart 2014 klaar is, blijkt dat Christa niet

              .....read more
              Access: 
              Public
              Burgerlijk Recht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 17/18 - Week 4b

              Burgerlijk Recht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 17/18 - Week 4b


              Vragen 

              Vraag 1a

              Bestudeer de volgende vier situaties:

              Jan leent van Piet 1.000 euro. Piet mag dit elk moment terugvorderen. 

              Heeft Piet een voorrang scheppend recht? Is het recht van Piet een afhankelijk recht? verschaft het recht Piet de bevoegdheid tot parate executie? Verschaft het recht Piet een separatistpositie bij een eventueel faillissement van Jan?

              Vraag 1b

              Jan geeft aan Piet zijn fiets in vruchtgebruik.

              Heeft Piet een voorrang scheppend recht? Is het recht van Piet een afhankelijk recht? verschaft het recht Piet de bevoegdheid tot parate executie? Verschaft het recht Piet een separatistpositie bij een eventueel faillissement van Jan? 

              Vraag 1c 

              Piet heeft 1.000 euro aan kosten gemaakt om het dak van Jan van de ondergang te behoeden. Daardoor heeft Piet een bijzonder voorrecht in de zin van artikel 3:284 lid 1 BW tot voldoening van de kosten op Jan.

              Heeft Piet een voorrang scheppend recht? Is het recht van Piet een afhankelijk recht? verschaft het recht Piet de bevoegdheid tot parate executie? Verschaft het recht Piet een separatistpositie bij een eventueel faillissement van Jan? 

              Vraag 1d

              Jan wenst bij Piet een lening af te sluiten. Met het oog daarop geeft Jan aan piet een duur horloge in vuistpand.

              Heeft Piet een voorrang scheppend recht? Is het recht van Piet een afhankelijk recht? verschaft het recht Piet de bevoegdheid tot parate executie? Verschaft het recht Piet een separatistpositie bij een eventueel faillissement van Jan? 

              Vraag 2a

              De Vries is eigenaar van een boerderijtje in Klazienaveen. Via het terrein van zijn buurman Jansma zou De Vries op een eenvoudige wijze bij zijn schuurdeur kunnen komen. Hij bespreekt het een en ander met Jansma en dit overleg resulteert erin dat partijen op het terrein van Jansma ten behoeve van het terrein van De Vries een erfdienstbaarheid van weg vestigen. Zij spreken daarbij af dat De Vries op het terrein van Jansma op eigen kosten de voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid benodigde weg aanlegt, alsmede een daarvoor benodigde brug over het riviertje dat het terrein van Jansma doorkruist.

              Hoe dient de vestiging van het recht van erfdienstbaarheid plaats te vinden?

              Vraag 2b

              Heeft De Vries de medewerking van Jansma nodig om afstand te doen van het recht van erfdienstbaarheid? Zo ja, op grond waarvan? Zo nee, waarom niet?

              Vraag 3

              Kas geeft zijn moestuin in 1990 vruchtgebruik aan Linda. Linda maakt twintig jaar met veel plezier gebruik van de moestuin, maar begin 2010 wordt het werken aan de tuin voor de inmiddels bejaarde Linda toch te zwaar. Daarom draagt Linda het recht van vruchtgebruik over aan Maarten, haar buurman. Begin 2015 overlijdt Linda. Als Maarten in juli 2015 de boontjes aan het oogsten is, komt Kas langs. “Ik kom de oogst ophalen” zegt Kas. Maarten reageert verbaasd. “U mag misschien wel bloot eigenaar zijn, maar ik heb het absolute recht van vruchtgebruik

              .....read more
              Access: 
              Public
              Burgerlijk Recht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 17/18 - Week 5a

              Burgerlijk Recht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 17/18 - Week 5a


              Vragen

              Vraag 1a

              Albert verkoopt aan Bento een fiets voor €500,- en laat Bento de fiets meenemen onder de belofte, dat hij de koopprijs over twee dagen zal komen betalen.

              Welke verbintenis(sen) kunt u hier ontdekken?

              Vraag 1b

              Wat is de bron van deze verbintenis(sen)?

              Vraag 1c

              Wat is het object van deze verbintenis(sen)?

              Vraag 2a

              Zijn de hierna genoemde plichten te kwalificeren als (onderdeel van) een verbintenis? Zo ja, benoem de bron van de verbintenis. Zo nee, waarom niet?

              De plicht van een vader, zijn tienjarig zoontje te onderhouden.

              Vraag 2b

              De plicht van een vader zijn 19 jarige studerende dochter te onderhouden.

              Vraag 2c

              De plicht van een vader zijn 22 jarige studerende zoon te onderhouden

              Vraag 2d

              De plicht van een schoolkind, in een druk bezette stadsbus zijn zitplaats aan een oudere passagier af te staan.

              Vraag 2e

              De plicht van een dominee op zondag de kerkdienst te leiden.

              Vraag 3a

              Jan heeft een fiets. Geef bij ieder van de hierna genoemde rechtshandelingen aan of het een eenzijdige dan wel een meerzijdige rechtshandeling betreft. Ga in het geval van een eenzijdige rechtshandeling na, of het een gerichte of ongerichte rechtshandeling betreft. Ga in het geval van een meerzijdige rechtshandeling na of het een obligatoire overeenkomst betreft en zo ja, of deze wederkerig of eenzijdig resp. Baat of om niet is.

              Jan geeft de fiets cadeau aan zijn vriend Kees;

              Vraag 3b

              Jan laat de fiets repareren bij fietsenmaker Foetsie;

              Vraag 3c

              Jan zegt het stallingscontract met betrekking tot zijn fiets op;

              Vraag 4

              Rutger is op 1 maart 2007 voor onbepaalde tijd in dienst getreden bij een fabriek. Hij is ingesteld als inpakker. In 2011 beland hij in een psychiatrische centrum. Sinds 2012 staat hij onder behandeling van een psychiater. Na een aantal maanden werkt Rutger vanaf 12 juli 2013 een aantal uren per week. Op vrijdag middag heeft Rutger het helemaal gehad. Hij stapt naar de directeur en geeft aan ontslag te willen nemen. Vaststaat dat in verband met de recessie en geestelijke gestelheid van Rutger, hij niet snel een andere baan kan vinden. De fabriek heeft het ontslag bij brief op 1 september 2013 bevestigd. Stel u bent advocaat van de werknemer. Welke gronden zou u aanhalen om de gebondenheid van de werknemer aan het ontslag te weerleggen?

              Antwoordindicatie

              Vraag 1a 

              Verbintenis = dat een persoon een recht op een prestatie door een andere persoon heeft, terwijl de ander tegenover de eerste tot het verrichten van die prestatie verplicht is. Er zijn hier twee verbintenissen: Bento is verplicht de koopprijs van de fiets over twee dagen te komen te betalen aan Albert. Albert is verplicht de fiets te leveren aan Bento.

              Vraag 1b

              Waaruit kan een

              .....read more
              Access: 
              Public
              Burgerlijk Recht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 17/18 - Week 5b

              Burgerlijk Recht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 17/18 - Week 5b


              Vragen

              Vraag 1a

              Vragen n.a.v. het arrest van Geest – Nederlof.

              Schets de casus die leidde tot dit arrest

              Vraag 1b 

              Welk van de door art. 6:228 lid 1 genoemde dwalingsgevallen is hier aan de orde?

              Vraag 1c 

              Welke regel formuleert de Hoge Raad (zie r.o. 3.2)? Bij welk gedeelte van het thans geldende art. 6:228 speelt deze regel een rol?

              Vraag 1d

              Rechtvaardigt het “lichtvaardige” handelen van de (ondeskundige) koper – het niet laten keuren van de auto door een deskundige alvorens tot aankoop over te gaan – volgens de HR een uitzondering op deze regel? (zie r.o. 3.4)

              Vraag 2a

              Geef aan of de volgende overeenkomsten geldig zijn:

              Gino zoekt al enige tijd naar mogelijkheden om zijn markt voor de afzet van cocaïne te vergroten. Steeds stuit hij op ernstige concurrentie van Carlo. Hij besluit dat Carlo moet verdwijnen en sluit een overeenkomst met Joop om voor 100.000 euro Carlo uit de weg te ruimen.

              Vraag 2b

              Marieke wil haar echtgenoot uit de weg ruimen. Ze koopt een bijl bij een doe-het-zelfwinkel zonder erbij te vermelden dat ze daarmee haar echtgenoot wil vermoorden.

              Vraag 2c

              Variant op vraag b: de verkoper is op de hoogte van de plannen van Marieke en verkoopt toch de bijl.

              Vraag 3a

              Ga na of in de onderstaande gevallen een aantastbare rechtshandeling tot stand komt:

              De 24-jarige curandus Jaap heeft 10.000 euro van een oom geërfd. Hij koopt buiten medeweten van zijn curator een piano van dit geld.

              Vraag 3b

              Piet, een 15-jarige, krijgt 5 euro zakgeld per week. Na een half jaar sparen koopt hij van dit geld een tweedehands I-Phone.

              Vraag 4

              De 15-jarige Freek heeft na het overlijden van zijn opa een erfenis (geld) gekregen. Hij wilt van het geld een brommer kopen en vraagt toestemming aan zijn vader Hans. Hans stelt als voorwaarde dat hij een model mag kopen voor maximaal 2.000 euro. Freek koopt een brommer van 4.500 euro. Bij thuiskomst blijkt de vader niet zo blij te zijn met de aankoop. Kan de vader van Freek in zijn hoedanigheid als wettelijke vertegenwoordiger de koopovereenkomst vernietigen? Motiveer uw antwoord.

              Vraag 5

              Mevrouw Feenstra is 68 jaar en haar buurman heeft een kennel met honden. Door een motorisch gebrek aan een van de achterpoten van een hond is hij afgekeurd als renhond. Brends weet dat dit zal leiden tot verlamming. Op een dag benadert hij mevrouw met de vraag of zij het gezelschap van de hond tijdens haar wandelingen zou waarderen. Hij benadrukt de raszuiverheid en het trouwe karakter en zegt bewust niks over de ziekte. Na drie maanden kan de hond al niet meer lopen. Mevrouw Feenstra wenst de overeenkomst te vernietigen. U adviseert haar.

              Vraag 6

              Margje is onder curatele gesteld wegens drankmisbruik. Op een dag verkoopt zij haar gouden armband buiten medeweten

              .....read more
              Access: 
              Public
              Burgerlijk Recht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 17/18 - Week 6B

              Burgerlijk Recht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 17/18 - Week 6B


              Vragen 

              Vraag 1

              Is de ontbindingsregeling van de artikel 6:265 e.v. van toepassing in de volgende gevallen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom en onder welke voorwaarden bestaat dan de bevoegdheid tot ontbinding?

              1. Een grootvader schenkt aan zijn kleindochter een boot, maar blijf nalatig in de levering.
              2. Justes zegt steeds dat hij een brommer die hij op 20 mei heeft geruild met zijn klasgenoot Julian "volgende week" komt brengen, maar het is inmiddels al eind juni.

              Vraag 2

              Twee partijen komen overeen dat tegen betaling schilderwerkzaamheden in een woning worden uitgevoerd. Er worden geen exacte data genoemd. Na enige tijd is het schilderbedrijf nog steeds niet met het werk begonnen. Er wordt geklaagd en geeft het schilderbedrijf nog een week om te beginnen. Het schilbedrijf geeft aan dat dit hoogstwaarschijnlijk zal gebeuren, maar komt vervolgens niet opdagen. Kan de overeenkomst met het schilderbedrijf worden ontbonden? 

              Vraag 3

              Een schooldirecteur koopt bij een handelaar 500 vulpennen. Deze vulpennen lekken allemaal. De vloerbedekking moet worden schoongemaakt voor 800 euro. De handelaar wordt voor het bedrag aansprakelijk gesteld. De handelaar stelt niet aansprakelijk te zijn, omdat hij niet in verzuim is. Kan de handelaar met succes tot schadevergoeding worden aangesproken? 

              Vraag 4a

              Tandarts Beukema koopt voor zijn praktijk een nieuwe bank 10 maart 2014 bij een meubelzaak. De bank kost 1.000 euro, er wordt eerst 5% betaald. Er geldt een maximale levertijd van 4 weken. Echter wordt de prijs binnen de vastgestelde tijd niet voldaan.

              Is de meubelzaak jegens Beukema verplicht de bank bij de praktijk af te leveren als Beukema de meubelzaak op het uitblijven van de aflevering attendeert en directe aflevering wenst? 

              Vraag 4b 

              Kan de meubelzaak op 1 juli 2014 de overeenkomst ontbinden?

              Antwoordindicatie

              Vraag 1

              1. Nee, ontbinding kan alleen bij een wederkerige overeenkomst en een schenking is dat niet. Dus art. 6:265 BW is niet van toepassing. Hier is er slechts een verbintenis ten opzichte van de schenker; dus een eenzijdige overeenkomst.
              2. Art. 6:265 BW moet er sprake zijn van een tekortkoming in de nakoming, lid 2 maar voor zover tekortkoming niet blijvend of tijdelijk onmogelijk is, in dit geval kan de scooter nog steeds geleverd worden. Dus niet meteen ontbinden maar verzuim nodig. Art. 6:81 BW zegt dat verzuim geldt gedurende de tijd dat de prestatie uitblijft en opeisbaar is. Hiernaast art. 6:82 BW, redelijke termijn van nakoming indien na deze termijn alsnog uitblijft is er sprake van verzuim. Art. 6:83 lid 1 sub a BW; wanneer er sprake is van een fatale termijn is de schuldenaar direct in verzuim zonder ingebrekestelling. In casu is er sprake van een fataal termijn namelijk begin juni, het verzuim treedt zonder i.g.b.s. in; dus vanaf begin
              .....read more
              Access: 
              Public
              Burgerlijk Recht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 17/18 - Week 7a

              Burgerlijk Recht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 17/18 - Week 7a


              Vragen

              Vraag 1a

              Op een zonnige dag loopt Jan Jansen, 25 jaar, langs de melkfabriek aan de Eerste Jan Steenstraat in Amsterdam. De deuren van de fabriek staan wijd open en in de fabriek staat een mooie rode vrachtauto met de portieren wijd open en de contractsleutel erin. Jan start de auto en rijdt ermee weg. De rit duurt evenwel niet lang, want hij rijdt met auto en al de woning aan de overzijde van de fabriek binnen. De bewoners raken daardoor ernstig gewond. Vast staat dat Jan ten gevolge van een geestesziekte ieder inzicht in het ongeoorloofde van zijn daad miste.

              Is Jan aansprakelijk ex art. 6:162 BW voor de ontstane schade?

              Vraag 1b

              Stel dat Jan kort voor het voorval een wandeling aan het maken was met zijn begeleider van een psychiatrisch ziekenhuis. Jan was aan de aandacht van deze begeleider ontsnapt, toen de begeleider gebeld werd door zijn vriendin. Is het psychiatrisch ziekenhuis dan (ook) aansprakelijk?

              Vraag 2

              Mark en Kim, broer en zus, van resp. 15 en 12 jaar, moeten terecht staan voor de kinderrechter wegens het plegen van een reeks winkeldiefstallen bij winkelier X. Tijdens de zitting komt vast te staan dat deze kinderen schuldig zijn, maar lijden aan affectieve verwaarlozing; vader en moeder zijn vrijwel nooit thuis, omdat zij al hun vrije tijd plegen door te brengen op de plaatselijke golfbaan. Wie kan terzake van de ontstane schade door winkelier X aansprakelijk worden gesteld?

              Vraag 3

              De familie Jansen heeft een huis gekocht in een pas gebouwde woonwijk in Meppel. Als zij er een week wonen, komt een van de buurvrouwen op bezoek. Nadat de gastvrouw de jas van de buurvrouw heeft opgehangen, begeven ze zich naar de woonkamer. De buurvrouw merkt niet dat er een opstapje is, van ongeveer 5 cm van de hal naar de woonkamer. Vast staat dat de gastvrouw tijdens het geanimeerde gesprek dat zij samen voeren vergeet om haar daarop te attenderen. De buurvrouw valt en loopt daardoor blijven letsel op aan haar been. Haar beroep – zij heeft een beroep waarbij zij veel moet staan – kan zij daardoor niet meer uitoefenen. Zij spreekt de gastvrouw aan en baseert zich daarbij op artikel 6:162 BW. Formuleer argumenten pro en contra. Geef vervolgens ook uw eigen oordeel.

              Vraag 4

              Een meisje van 12 jaar oud staat te wachten op een teken van een politieagent, alvorens – als voetganger- de kruising over te steken. Op het teken van de agent steekt zij de straat over; tegelijkertijd geeft de agent echter ook een teken aan een andere verkeersstroom, hetgeen tot gevolg heeft dat het meisje tegen een fietsende dame aanloopt, waardoor deze ten val komt en schade lijdt. Kan de fietser de ouder(s) van het meisje aanspraken voor vergoeding van de schade ex. Art.

              .....read more
              Access: 
              Public
              Burgerlijk Recht 1: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

              Burgerlijk Recht 1: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

              • In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Burgerlijk Recht 1 voor de opleiding Rechtsgeleerdheid, jaar 1, aan de Rijksuniversiteit Groningen.
              • Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar de Recht & Bestuur in Nederland: leren, studeren en kennis delen- startpagina
              Comments, Compliments & Kudos:

              Add new contribution

              CAPTCHA
              This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
              Image CAPTCHA
              Enter the characters shown in the image.
              Check how to use summaries on WorldSupporter.org


              Online access to all summaries, study notes en practice exams

              Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

              There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

              1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
              2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
              3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
              4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
              5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

              Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

              Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

              Field of study

              Access level of this page
              • Public
              • WorldSupporters only
              • JoHo members
              • Private
              Statistics
              1554