Rechtseconomie - RUG - Werkgroepopdrachten 2018/2019 - Week 5

Vragen

Probleem 1

Tina woont boven een discotheek. Deze discotheek is er gekomen toen Tina daar al woonde. Tina ondervindt veel muziekoverlast. Dit is een schadepost van € 1.115. Ze heeft al een paar keer geklaagd bij eigenaar Matthias, maar die zegt dat ze niet moet zeuren en maar ergens anders moet gaan wonen. Tina heeft onder andere al oordopjes geprobeerd, maar dit mocht niet baten. Daarom heeft ze een geluidsexpert ingehuurd om het aantal decibel te meten, omdat ze denkt dat de muziek niet onder de norm van 70 decibel zit. Tina krijgt gelijk van de geluidsexpert, want het blijkt dat de muziek op 85 decibel zit. Nadat Tina dit gemeld heeft bij Matthias, weigert hij alsnog om maatregelen te treffen. Ze is de wanhoop nabij en wil een rechtszaak beginnen. Ze weet dat de proceskosten 320 euro bedragen en ze weet voor 78% zeker dat ze de rechtszaak gaat winnen. Matthias denkt echter dat hij voor 70% de rechtszaak gaat winnen. Matthias heeft verder een persoonlijk gewin van € 340.

A: Wat zal uiteindelijk voor Tina het voordeligst zijn: een schikking of een rechtszaak?

B: Gesteld dat T geloofwaardig kan dreigen, wat is dan het voordeligste: het doen van een voor Tina acceptabel schikkingsvoorstel of het laten aankomen op een rechtszaak?

C: Wat is, alles overziend, het beste: de activiteit wel of niet uitvoeren?

Probleem 2

In 2005 introduceerde de Richtlijn 2003/87/EG het Europese emissiehandelssysteem dat nu van toepassing is in 28 lidstaten en verschillende EVA-landen. Onder de uitstoot van broeikasgassen van de EU-ETS vallen ongeveer 11.000 installaties uit 6 brede industriële sectoren, die ongeveer 40% van de emissies in de EU vertegenwoordigen. Het ETS wordt gebruikt als een middel om de externaliteiten van de uitstoot van broeikasgassen te internaliseren en om vervuilers te stimuleren om de uitstoot te verminderen. Bij de aanvang van de EU ETS werden emissierechten kosteloos toegekend op basis van historische productiecijfers (dit wordt 'grandfathering' genoemd).

A: De Nederlandse energieproducent Essent ontving gratis toewijzingen. De heersende marktprijs is per ton CO2-equivalent 28 euro. Welke invloed heeft dit op de productie- en prijsstrategie van Essent? Wat zou er met de prijs en geproduceerde hoeveelheid moeten gebeuren?

B: Wat is het effect van de prijsstrategie van Essent op ENCI (een Nederlandse cementfabrikant die tot Heidelberg behoort)?

C: Hoe moet de wetgever hierop reageren?

Probleem 3

Stel dat we een spel hebben met twee spelers: Oma en een beleggingsadviseur. Oma wil € 100.000 in aandelen beleggen voor een jaar, maar heeft geen idee hoe dit moet gebeuren totdat er een beleggingsadviseur verschijnt. Hij beweert dat hij in dat jaar een rendement op die investering kan leveren van 5%, dus € 5.000. De twee partijen zijn het erover eens dat deze € 5.000 aan winst gelijkelijk wordt verdeeld, d.w.z. € 2.500 voor Oma en € 2.500 voor de beleggingsadviseur. Gebruik de speltheorie en laat zien dat we het contractrecht (inclusief een systeem van sancties) nodig hebben om ervoor te zorgen dat Oma het geld uitleent aan de beleggingsadviseur. Vergelijk de spellen zonder en met het contractrecht, en leg eventuele efficiëntie-effecten (Pareto, Kaldor Hicks) uit. Voor de spel met het contractrecht; laat ook zien wat voor soort sancties nodig zijn om ervoor te zorgen dat het geld wordt geïnvesteerd

Probleem 4

Een fabrikant van fietsen (A) komt met B overeen om 100 fietsen te leveren voor een totale prijs van 5.000. B verwacht in de nabije toekomst de fietsen te verkopen voor 7.000. A krijgt dan een aanbod van C om 100 fietsen te kopen voor 9.000, omdat C de fietsen voor 10.500 denkt te kunnen verkopen. A kan niet aan de vraag van C voldoen zonder zijn contract met B te schenden, want hij heeft op dit moment slechts 100 fietsen om te kunnen verkopen. Wat zou er moeten gebeuren? Is dit efficiënt?

Antwoordindicatie

Probleem 1

A: Tina moet vaststellen welke van de mogelijke uitkomsten het beste resultaat opleveren. Het volgende stappenplan kan daarbij helpen:

Stel dat Matthias de activiteit onderneemt, kan Tina dan geloofwaardig dreigen met het aanspannen van een rechtszaak? 

Tina denkt dat ze een kans van 78% heeft om de zaak te winnen. De verwachte opbrengst van het aanspannen van een rechtszaak is gelijk aan 0,78 x € 1.115 = € 869,70. De kans dat ze de zaak verliest, schat ze op 22%. Als Tina verliest, moet zij € 320 aan proceskosten betalen. De verwachte kosten van het aanspannen van een rechtszaak zijn voor Tina gelijk aan: 0,22 x € 320 = € 70,40. De verwachte netto-opbrengst voor Tina van het aanspannen van een rechtszaak is dus € 869,70 - € 70,40 = € 799,30. Omdat deze verwachte netto-opbrengst positief is, gaat Tina er dus op vooruit, indien zij een rechtszaak aanspant.

B: Matthias moet nagaan of het voordeliger is een voor Tina acceptabel schikkingsvoorstel te doen of het op een rechtszaak te laten aankomen. Matthias weet dat de verwachte netto-opbrengst van het aanspannen van een rechtszaak voor Tina gelijk is aan € 684,50. Matthias moet dus ten minste € 684,50 bieden om Tina van het aanspannen van een rechtszaak te kunnen afhouden. Is een rechtszaak voor Matthias naar verwachting goedkoper? Matthias denkt dat hij een kans van 70% heeft om de zaak te winnen. Hij denkt ook een kans van 30% te hebben om de zaak te verliezen. Als hij verliest, moet hij € 1.115 + € 320 aan Tina betalen.

De verwachte kosten van een rechtszaak voor Matthias zijn gelijk aan: 0,30 x (€ 1.115 + € 320) = € 430,50. De verwachte kosten van een rechtszaak ad € 430,50 zijn voor Matthias lager dan het schikkingsbedrag dat hij aan Tina zal moeten bieden om Tina van het aanspannen van een rechtszaak te kunnen afhouden. Matthias kiest voor de rechtszaak.

C: Conclusie: Het persoonlijke gewin dat Matthias aan de activiteit ontleent, is gelijk aan € 340. In dat geval zal Matthias besluiten de activiteit niet uit te voeren. Het persoonlijke gewin dat hij incasseert (€ 340) is lager dan de verwachte kosten van de rechtszaak die door Tina zal worden aangespannen (€ 430,50), zodat voor Matthias een verwachte netto-opbrengst resteert van € 340 - € 430,50 =  - € 90,50. Kortom, de schadelijke activiteit vindt dus geen doorgang. Dit is vanuit een efficiëntie-oogpunt een goede zaak.

Probleem 2

A: Internaliserende externe factoren leiden over het algemeen tot een verhoging van de productiekosten en een vermindering van het verbruik tot sociaal wenselijke niveaus. Daarom verwachten we een vermindering van productie en consumptie. Aangezien elektriciteit een onelastisch goed is (vandaar dat we niet zonder kunnen), kunnen elektriciteitsbedrijven hun kosten grotendeels aan consumenten doorberekenen. Dit is precies wat zij deden: de prijzen stegen, de productie werd slechts marginaal beïnvloed.

B: Andere overdekte bedrijven hadden te maken met een hoge CO2-prijs en een hogere elektriciteitsprijs. Daarom klagen ze bij politici over het moeten betalen van 'indirecte emissies' voor de elektriciteitsbedrijven. Evenzo klaagden consumenten (de kiezers) over stijgende energierekeningen.

C: Zoals te verwachten was, waren de politici volledig verrast, omdat ze niet hadden verwacht dat de prijzen zouden veranderen voor consumenten, aangezien bedrijven gratis vergoedingen zouden ontvangen. Hoe kan dit worden opgelost? Door het veilen van emissierechten. 

Probleem 3

Contractrecht

 

 

 

 

Beleggingsadviseur

 

 

 

 

 

 

Samenwerken

Stelen

 

 

 

 

Investeren

2.500, 2.500

3000, 2000

 

 

 

 

Niet investeren

0, 0

0, 0

 

 

 

 

 

 

 

Zonder contractrecht

 

 

 

 

Beleggingsadviseur

 

 

 

 

 

 

Samenwerken

Stelen

 

 

 

 

 

Investeren

 

2.500, 2.500

-102.500

105.000

 

 

 

Oma

Niet investeren

0, 0

0, 0

Probleem 4

Uitkomsten bij contractbreuk => efficiënt

Stap 1: contract A en B

A (verkoper):          +5.000                  = 5.000

B (koper) :         - 5.000 + 7000        = 2.000

C (Concurrent):                                    = 0

Gezamenlijk:                                          = 7.000

Stap 2: contract A en C met compensatie positieve contract belang

A (verkoper): +5.000 -5.000 + 9.000(P)   - 2.000(S) = 7.000 => 2000*

B (koper) : - 5.000 + 5.000 + 2.000(S)  = 2.000

C (Concurrent): - 9.000(P) + 10.500(O) = 1.500

Gezamenlijk: = 10.500

P = Prijs concurrent, S = compensatie / schadevergoeding, O = opbrengst voor concurrent

In Stap 2 wordt A (verkoper) 2000 vergeleken met stap 1; alle voordelen bij elkaar is de contractbreuk efficiënt.

Access: 
Public

Image

This content is also used in .....

Rechtseconomie - RUG - Werkgroepopdrachten 2018/2019

Rechtseconomie - RUG - Werkgroepopdrachten 2018/2019 - Week 1

Rechtseconomie - RUG - Werkgroepopdrachten 2018/2019 - Week 1

Vragen

De vragen zijn gekoppeld aan hoofdstuk 1 en 2 van 'Recht en efficientie'. 

Probleem 1

Bereken het consumentensurplus voor een prijs van 2 en van 0. Waarbij een grafiek weergegeven wordt in dia 2 die een lijn weergeeft tussen een prijs van 10 en een aantal van 100.

Probleem 2

Je bedrijf produceert luxe vliegtuig maaltijden. Air France betaalt je USD 10 per maaltijd. Het aantal maaltijden per dag is afhankelijk van het aantal werknemer-uren per dag (zie tabel). Dia 4.

A: Als het loon USD 15 per uur is en uw dagelijkse vaste kosten voor het gebouw USD 60 bedragen, wat is dan de winstmaximaliserende hoeveelheid maaltijden?

B: Als het loon USD 15 per uur is en uw dagelijkse vaste kosten voor het gebouw USD 30 bedragen, wat is dan de winstmaximaliserende hoeveelheid maaltijden?

C: Wat is de winstmaximaliserende hoeveelheid maaltijden als er een belasting van USD 10 wordt geïntroduceerd (loon 15 dollar per uur, vaste kosten voor het gebouw 60 dollar)

D: Wat is de winstmaximaliserende hoeveelheid maaltijden als er een belasting van 2 dollar wordt geïntroduceerd per maaltijd ?(loon USD 15 per uur, vaste kosten voor het gebouw USD 60)

Probleem 3

Wat is het winstmaximaliserende niveau van output en hoeveel winst zal dat opleveren als de Prijs per koffie USD 0.50 is? Bij deze vraag wordt een grafiek weergegeven met de lijnen: MK (marginale kosten), GTK (gemiddelde totale kosten) en GVK (gemiddelde variabele kosten).

Probleem 4

Bereken het producentensurplus bij de grafiek op dia 13. Daar is de aanbod en vraaglijn weergegeven.

Probleem 5

Energieproductie leidt tot broeikasgasemissies. Bedrijven zijn alleen geïnteresseerd in hun eigen kosten. Hoe kan de wetgever dit corrigeren? Toon dit grafisch aan. Dit wordt aangetoond in de grafiek van dia 15.

Probleem 6

Wat is het verschil tussen collectieve goederen en individuele goederen? Geef van elk een voorbeeld.

Probleem 7

A: Energieproductie leidt tot broeikasgasemissies. Bedrijven zijn alleen geïnteresseerd in hun eigen kosten. Hoe kan de wetgever dit corrigeren? Toon dit grafisch aan

B: Waarom belasten we bedrijven en niet huishoudens  - maakt het uit?

Antwoordindicatie

Probleem 1

Reserveringsprijs: de maximale prijs die men bereid is te betalen om een ​​bepaald goed of een bepaalde service te kopen

Consumentensurplus:

($10-$2) * 80,000 liter* (1/2) = $320,000

($10-$0) * 100,000 liter * (1/2) = $500,000

Probleem 2

A:  Daarvoor maak je een tabel zoals in dia 7. Waarbij je 5 rijen maakt: aantal maaltijden, totale omzet ($/dag), totale arbeidskosten (uren x salaris), totale kosten (arbeidskosten + vaste kosten) en de winst (Dollar/dag) (omzet-kosten). Hierbij is te vinden dat bij 20 maaltijden per dag de winst 35 dollar is. Wanneer je meer of minder maaltijden gaat produceren wordt de winst minder. Dus is 20 maaltijden de winstmaximaliserende hoeveelheid maaltijden. Berekening: omzet is 200 bij 20

.....read more
Access: 
Public
Rechtseconomie - RUG - Werkgroepopdrachten 2018/2019 - Week 2
Rechtseconomie - RUG - Werkgroepopdrachten 2018/2019 - Week 3

Rechtseconomie - RUG - Werkgroepopdrachten 2018/2019 - Week 3

Vragen

Probleem 1

De Stichting Ontwikkelingen Mededingingsrecht organiseert jaarlijks een congres Mededingingsrecht. Dit congres biedt een unieke gelegenheid om ervaringen uit te wisselen met vakgenoten bij de toezichthouders, advocatuur, politiek, het bedrijfsleven en de rechterlijke macht. Op dit congres raken 40 houtslijpproducenten met elkaar aan de praat. Deze 40 houtslijpproducenten zijn verdeeld over vijf Nederlandse ondernemingen, waarvan drie Nederlandse ondernemingen over de hele wereld actief zijn. Naast deze 40 houtslijpproducenten, verdeeld over vijf Nederlandse ondernemingen.

De 40 houtslijpproducenten praten onder andere over hun winst en over de prijs van houtslijp. Ze besluiten om onderling te gaan samenwerken door de prijs te verhogen, omdat ze denken dat ze op die manier hun winst kunnen vergroten. Helaas voor de 40 houtslijpproducenten komt de Europese Commissie erachter dat er een kartel gaande is. Met oog op het kartelverbod, legt de Europese Commissie boetes op aan de vijf Nederlandse ondernemingen, variërend tussen de 30.000 en 60.000 euro. Nadat de vijf Nederlandse ondernemingen kenbaar hebben gemaakt het hier niet mee eens te zijn, tekenen ze bezwaar aan bij het Europese Hof van Justitie.

A: Wat is het verschil tussen volledige mededinging en onvolledige mededinging? Is er in de bovenstaande situatie sprake van volledige mededinging of onvolledige mededinging? 

B: Op grond van welk artikel kan de Europese Commissie handhavend tegen het kartel optreden? Aan welke voorwaarden moet voldaan zijn, wil een beroep op dit artikel kunnen slagen? Bent u van mening dat aan de voorwaarden voldaan is? Welk effect heeft een kartel voor de welvaart (denk hierbij onder meer aan het consumentensurplus en het producentensurplus)?

Probleem 2

Stel dat het gaat om een Nederlandse onderneming die een marktaandeel van 50% bezit. Deze markt is zowel met betrekking tot het product als geografisch te omschrijven. De Europese Commissie is van mening dat de Nederlandse onderneming voor haar verkopen van Chiquita-bananen aan haar klanten in andere Europese lidstaten, onbillijke verkoopprijzen heeft toegepast. De Europese Commissie stelt dat dit een inbreuk is op artikel 102 VWEU.

Wat houdt de SSNIP-test in en hoe zou u deze test op deze casus toepassen?

Probleem 3

Wat is een eenzijdig ongeval? En wat is een bilateraal ongeval? Geef voorbeelden.

Probleem 4

Wat is de essentie van de risicoaansprakelijkheidsregel? Geeft het optimale prikkels om (optimale) zorg te betrachten?

Probleem 5

Wat is de essentie van de schuldaansprakelijkheid? Geeft het prikkels om (optimale) zorg te betrachten?

Probleem 6

Werkgevers hebben de plicht om te zorgen voor een veilige en gezonde werkomgeving voor hun werknemers. In bepaalde landen kunnen medewerkers schadevergoeding eisen voor schade veroorzaakt door iets op de werkplek. Leg uit, uitgaande van een rechtseconomisch perspectief, welk soort aansprakelijkheidsregel moet worden

.....read more
Access: 
Public
Rechtseconomie - RUG - Werkgroepopdrachten 2018/2019 - Week 4

Rechtseconomie - RUG - Werkgroepopdrachten 2018/2019 - Week 4

Vragen

Probleem 1

Een landbouwer heeft een oogst met een waarde van € 120.000. Deze oogst wordt door de luchtverontreiniging van een nabijgelegen fabriek bedreigd. De luchtverontreiniging kan echter vermeden worden door het plaatsen van een zuiveringsinstallatie die € 80.000 kost.

A: Wat wordt verstaan onder het Coase-theorema en wat zijn transactiekosten?
B: Luchtverontreiniging heeft effecten voor de welvaart. Wat zijn dit voor effecten en waarom heeft dit gevolgen voor de welvaart? 

C: Kan het Coase-theorema een uitkomst bieden om het probleem op te lossen? Ga in uw antwoord ook in op de transactiekosten.

Probleem 2

Wat moet je doen om een octrooi te verkrijgen? Zijn er redenen waarom bedrijven er liever geen aanvragen?

Probleem 3

Wat zijn de rechtseconomische problemen gerelateerd aan octrooien?

Probleem 4

De overheid moet één groot stuk onroerend goed kopen om één satellietvolgstation te bouwen. Er is slechts één geschikte plaats. Moet de overheid de eigenaar kunnen dwingen om het onroerend goed tegen een redelijke marktwaarde te verkopen?

Probleem 5

Lazer-printers genereren Fijnstof. Welke instrumenten kunnen worden gebruikt om de samenleving te beschermen?

Probleem 6

KLM overboekt altijd haar vluchten. Onderzoek dit vanuit een rechtseconomische perspectief.

Antwoordindicatie

Probleem 1

A: Het theorema stelt dat het inefficiënte gebruik van schaarse middelen dat kan ontstaan bij gemeenschappelijke eigendom, kan worden opgeheven door private eigendomsrechten toe te wijzen aan één van de betrokken partijen; aan wie de eigendomsrechten precies worden toegekend, maakt niet uit. De transactiekosten moeten voor de betrokken partijen laag zijn.

Transactiekosten zijn de kosten die gepaard gaan met het opstellen, afsluiten en (doen) naleven van overeenkomsten. Deze kosten komen voort uit activiteiten die moeten worden verricht als men als koper of verkoper wil optreden. Voorbeelden van transactiekosten zijn:

- Vergaren van relevante informatie;

- Onderhandelen over de verkoopvoorwaarden;

- Afsluiten van overeenkomsten;

- Controleren van de naleving van overeenkomsten;

- Het zo nodig afdwingen van de naleving ervan.

B: Het gaat hier om negatieve externe effecten. Dit houdt in dat anderen (derden) nadeel ondervinden zonder dat zij daarvoor een schadeloosstelling ontvangen. Negatieve externe effecten hebben als gevolg dat de maatschappelijke kosten (alle kosten die door de verschillende leden van de samenleving worden gedragen) hoger zijn dan de private kosten (kosten die voor rekening van de producent zelf komen). De vervuiler houdt alleen rekening met de kosten die hij zelf draagt, waardoor de productie goedkoper lijkt dan ze in maatschappelijk verband feitelijk is. Op deze

.....read more
Access: 
Public
Rechtseconomie - RUG - Werkgroepopdrachten 2018/2019 - Week 5

Rechtseconomie - RUG - Werkgroepopdrachten 2018/2019 - Week 5

Vragen

Probleem 1

Tina woont boven een discotheek. Deze discotheek is er gekomen toen Tina daar al woonde. Tina ondervindt veel muziekoverlast. Dit is een schadepost van € 1.115. Ze heeft al een paar keer geklaagd bij eigenaar Matthias, maar die zegt dat ze niet moet zeuren en maar ergens anders moet gaan wonen. Tina heeft onder andere al oordopjes geprobeerd, maar dit mocht niet baten. Daarom heeft ze een geluidsexpert ingehuurd om het aantal decibel te meten, omdat ze denkt dat de muziek niet onder de norm van 70 decibel zit. Tina krijgt gelijk van de geluidsexpert, want het blijkt dat de muziek op 85 decibel zit. Nadat Tina dit gemeld heeft bij Matthias, weigert hij alsnog om maatregelen te treffen. Ze is de wanhoop nabij en wil een rechtszaak beginnen. Ze weet dat de proceskosten 320 euro bedragen en ze weet voor 78% zeker dat ze de rechtszaak gaat winnen. Matthias denkt echter dat hij voor 70% de rechtszaak gaat winnen. Matthias heeft verder een persoonlijk gewin van € 340.

A: Wat zal uiteindelijk voor Tina het voordeligst zijn: een schikking of een rechtszaak?

B: Gesteld dat T geloofwaardig kan dreigen, wat is dan het voordeligste: het doen van een voor Tina acceptabel schikkingsvoorstel of het laten aankomen op een rechtszaak?

C: Wat is, alles overziend, het beste: de activiteit wel of niet uitvoeren?

Probleem 2

In 2005 introduceerde de Richtlijn 2003/87/EG het Europese emissiehandelssysteem dat nu van toepassing is in 28 lidstaten en verschillende EVA-landen. Onder de uitstoot van broeikasgassen van de EU-ETS vallen ongeveer 11.000 installaties uit 6 brede industriële sectoren, die ongeveer 40% van de emissies in de EU vertegenwoordigen. Het ETS wordt gebruikt als een middel om de externaliteiten van de uitstoot van broeikasgassen te internaliseren en om vervuilers te stimuleren om de uitstoot te verminderen. Bij de aanvang van de EU ETS werden emissierechten kosteloos toegekend op basis van historische productiecijfers (dit wordt 'grandfathering' genoemd).

A: De Nederlandse energieproducent Essent ontving gratis toewijzingen. De heersende marktprijs is per ton CO2-equivalent 28 euro. Welke invloed heeft dit op de productie- en prijsstrategie van Essent? Wat zou er met de prijs en geproduceerde hoeveelheid moeten gebeuren?

B: Wat is het effect van de prijsstrategie van Essent op ENCI (een Nederlandse cementfabrikant die tot Heidelberg behoort)?

C: Hoe moet de wetgever hierop reageren?

Probleem 3

Stel dat we een spel hebben met twee spelers: Oma en een beleggingsadviseur. Oma wil € 100.000 in aandelen beleggen voor een jaar, maar heeft geen idee hoe dit moet gebeuren totdat er een beleggingsadviseur verschijnt. Hij beweert dat hij in dat jaar een rendement op die investering kan leveren van 5%, dus € 5.000. De

.....read more
Access: 
Public
Rechtseconomie - RUG - Werkgroepopdrachten 2018/2019 - Week 6

Rechtseconomie - RUG - Werkgroepopdrachten 2018/2019 - Week 6

Vragen

Probleem 1

Bereken de maximale winst.

Gegeven:

Q: = 80(x million liters)

MO: = 8

GTK = 6,20 Euros

Probleem 2

A: Beredeneer vanuit een rechtseconomisch perspectief waarom iemand liever de betaling van zijn geldboete uitstelt. Beredeneer in hoeverre dit efficiënt is voor het CJIB als voor de persoon die de geldboete moet betalen.

B: Een winkeldief weet dat er een kans is van 2,3% dat hij daadwerkelijk wordt veroordeeld. De straf voor een winkeldiefstal bestaat uit een geldboete van € 340.  Bereken het strafrisico en beredeneer waarom het geen nut heeft om de pakkans te verlagen en de strafmaat te evenredig verhogen (en andersom). 

Probleem 3

Wat zijn de voordelen en nadelen van belasting versus ETS?

Probleem 4

Zijn er situaties waarbij een combinatie van beide (belasting en ETS) de beste optie is?

Probleem 5

Leg uit waarom de wetgever (soms) een uniforme heffing boven een proportionele heffing verkiest.

Probleem 6

Leg uit onder welke omstandigheden het privaatrecht onvoldoende is om externaliteiten te internaliseren.

Probleem 7

Wat zijn de problemen van het publiekrecht vanuit een rechtseconomisch perspectief?

Probleem 8

Op de foto zie je de heilige Georg als geradbrakte person in een raam van de collegiale kerk van Tübingen. Dit was een gebruikelijke staf voor dieven. Analyseer deze praktijk vanuit een Rechtseconomisch oogpunt – is dit efficient?

Antwoordindicatie

Probleem 1

Winst = TO – TK

= (P * Q) – (GTK * Q) waar P = MO

Probleem 2

A: Mensen hebben een tijdsvoorkeur. Dit heeft onder andere met de rente te maken. Voor het CJIB is het, vanuit kostenefficiëntie, minder efficiënt, omdat ze dan langer moeten wachten op hun geld. Hierdoor kunnen ze minder investeringen doen of andere uitgaven bewerkstelligen. Voor de persoon zelf is het wel efficiënt, omdat hij op die manier rente krijgt als hij het op zijn spaarrekening zet.

B:

Strafrisico = pakkans x strafmaat, dus: 0,023% x € 340 = € 7,82.

De verwachte kosten blijven voor de delinquent op hetzelfde peil. Een hoge pakkans in combinatie met een lage strafmaat is wat dat betreft gelijkwaardig aan een lage pakkans gecombineerd met een hoge strafmaat.

Probleem 3

ETS: transactiekosten hoog, Q staat vast, markt bepaalt wie emissies vermindert.

Belasting: transactiekosten laag, P staat vast, aanpassingen in dynamische omgeving.

Probleem 4

Als ETS transactiekosten hoog zijn, zijn de baten groot voor grote bedrijven.

Belasting: transactiekosten

.....read more
Access: 
Public
Rechtseconomie - RUG - Werkgroepopdrachten 2018/2019 - Week 7

Rechtseconomie - RUG - Werkgroepopdrachten 2018/2019 - Week 7

Vragen

Probleem 1

Onder zekere voorwaarden zal de markt tot uitkomsten leiden die efficiënt zijn. Er zijn ook situaties waar de markt zelf niet tot efficiënte uitkomsten kan leiden.

Leg uit, met behulp van voorbeelden, wanneer de markt zelf niet tot efficiënte uitkomsten kan leiden.

Probleem 2

Mededingingsrecht reguleert onder andere kartelvorming. Dit is nodig omdat kartels niet goed uitpakken voor de samenleving. Kartels zijn echter moeilijk te organiseren.

Leg uit waarom een kartel moeilijk tot stand komt. In het college zijn 7 dingen besproken.

    Probleem 3

    Hieronder ziet u een tabel met verschillende kostencurves. Vul alstublieft de lege plekken in.

    Q

    TK

    CK

    VK

    GTK

    GVK

    GCK

     

    MK

    0

    25

    ?

    ?

    -

    -

    -

    0-1

    12

    1

    ?

    ?????

    1-2

    ?

    2

    ??

    55

    ???

    2-3

    ?

    3

    120

    ?????

    3-4

    ?

    4

    ??????

    4-5

    ?

    5

    ????

    47

    ?

    5-6

    ?

    6

    ???

    59

    .....read more
    Access: 
    Public
    Work for WorldSupporter

    Image

    JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

    Working for JoHo as a student in Leyden

    Parttime werken voor JoHo

    Comments, Compliments & Kudos:

    Add new contribution

    CAPTCHA
    This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
    Image CAPTCHA
    Enter the characters shown in the image.
    Promotions
    Image

    Op zoek naar een uitdagende job die past bij je studie? Word studentmanager bij JoHo !

    Werkzaamheden: o.a.

    • Het werven, aansturen en contact onderhouden met auteurs, studie-assistenten en het lokale studentennetwerk.
    • Het helpen bij samenstellen van de studiematerialen
    • PR & communicatie werkzaamheden

    Interesse? Reageer of informeer

    Check how to use summaries on WorldSupporter.org

    Online access to all summaries, study notes en practice exams

    How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

    • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
    • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
    • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
    • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
    • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

    Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

    There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

    1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
      • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
    2. Use the topics and taxonomy terms
      • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
    3. Check or follow your (study) organizations:
      • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
      • this option is only available trough partner organizations
    4. Check or follow authors or other WorldSupporters
      • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
    5. Use the Search tools
      • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
      • The search tool is also available at the bottom of most pages

    Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

    Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

    Field of study

    Check the related and most recent topics and summaries:
    Activity abroad, study field of working area:
    Institutions, jobs and organizations:
    Access level of this page
    • Public
    • WorldSupporters only
    • JoHo members
    • Private
    Statistics
    1465