Samenvattingen en studiehulp voor Rechten Bachelor 2 aan de Rijksuniversiteit Groningen

 

In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor de opleiding Rechtsgeleerdheid, jaar 2 aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar de Samenvattingen Shop Rechten - RUG - B2 op JoHo.org

Bundle items:
Bestuursrecht: Besluitvorming: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG
Strafrecht 2: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG
Romeins Recht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG
Handelsrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG
Samenvattingen en studiehulp voor Rechten aan de Rijksuniversiteit Groningen
Image
Crossroads: activities
Follow the author: Law Supporter
Content categories
This content is used in bundle:

Rechtseconomie: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

Rechtseconomie - RUG - Hoorcollegeaantekeningen 2018/2019

Rechtseconomie - RUG - Hoorcollegeaantekeningen 2018/2019


Hoorcollege 1a

  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?

Leerdoelen

Aan het einde van de lessen moet je in staat zijn om juridische vraagstukken te ontleden met behulp van kernbegrippen uit de rechtseconomie; kunnen beredeneren welke prikkels specifieke rechtsregels uitoefenen op het gedrag van de individu, daarbij ook gelet op de uitkomsten; uit kunnen leggen hoe markten werken, wanneer overheidsregulering nodig is en welke invloed die rechtsregels op markten hebben; micro-economische basistechnieken kunnen toepassen

Rechtseconomie

De rechtseconomie heeft betrekking op: economische theorieën, strafrecht, overeenkomsten, eigendomsrechten, mededinging, onrechtmatige daad, milieurecht en verzekeringsrecht.

De kernvraag die steeds terugkomt is welke invloed door het recht wordt uitgeoefend. Daarbij behorende vragen zijn; wat is de realisatie van de beoogde effecten? Zijn er andere, betere resultaten? Wat zijn de gevolgen voor individuen? En:  wat zijn de gevolgen voor de maatschappelijke welvaart?

Geschiedenis van de rechtseconomie

De rechtseconomie is een van de belangrijkste ontwikkelingen binnen de rechtenstudie anno 2019. Maar om dat te begrijpen gaan we terug naar de ontwikkeling van rechtseconomie. Dit doen we door middel van een aantal historische gebeurtenissen:

1900: In de vroege jaren 1900 werd de economie voor het eerst gebruikt om juridische vragen mee te benaderen. Dit was vooral op het gebied van mededinging, gereguleerde industrie, belastingen en schade.

1940/1950: De universiteit van Chicago linkte voor het eerst rechtseconomen aan een rechtenstudie op de juridische faculteit.

1960: Ronald Coase’s ‘Problem of social cost’. Coase kwam tot het inzicht dat er een wederkerige relatie is tussen de schadeveroorzaker en het slachtoffer. Het belang van transactiekosten heeft toepassing van de economie op andere disciplines, zoals het aansprakelijkheidsrecht en het contractenrecht, uitgebreid.

1968: Becker linkte economie aan strafrecht.

1957: Becker linkte economie aan rassendiscriminatie.

1981: Becker linkte economie aan gezinsleven.

1961: Calabresi linkt economie aan de onrechtmatige daad.

1962: Manne linkte economie aan vennootschaps- en effectenrecht.

1979: Shavell linkte economie aan verzekeringen.

1973: Richard Posner was geen econoom maar werkte in een de rechtbank. Door zijn ideeën kwam er een nieuwe manier om naar het recht te kijken. Hij kwam met het idee dat efficiëntie de structuur van de common law in het rechtssysteem zou kunnen verklaren. Gezien het feit dat een inefficiënt precedent waarschijnlijk in twijfel zou worden getrokken en worden overruled, heeft de common law in deze visie de neiging om op lange

.....read more
Access: 
Public
Samenvatting bij Recht en Efficiëntie van Van Velthoven

Samenvatting bij Recht en Efficiëntie van Van Velthoven

De figuren waar in deze samenvatting over wordt gesproken zijn te vinden in de bijlages op deze pagina.


Wat is rechtseconomie? - Chapter 1

Wat is het doel van rechtseconomie?

De wetgever wil met het stellen van rechtsregels, het gedrag van de burger beïnvloeden. Het is de bedoeling dat sommige handelingen die schade zouden kunnen opleveren voor de maatschappelijke welvaart voorkomen worden, terwijl bepaalde handelingen die een vergroting van de maatschappelijke welvaart zouden kunnen betekenen gestimuleerd worden. Het recht is hiertoe het middel bij uitstek. Het doel van rechtseconomie is bestuderen hoe en wanneer het recht het meest efficiënt gebruikt wordt.

Welke vragen staan centraal binnen de rechtseconomie?

De volgende vragen staan centraal binnen de rechtseconomie:

  • Welke invloed oefent het recht op het gedrag van individuen uit?

Toelichting: Een uitgangspunt van de rechtseconomie is dat mensen zich nutsmaximaliserend gedragen. Uit de ter beschikking staande keuzemogelijkheden zullen de mensen dat alternatief kiezen dat volgens hun voorkeuren het beste is. Deze keuze levert het individu het hoogste nut op. Dit is hetzelfde als de hoogste individuele welvaart. Mensen zullen zich alleen aan de wet houden indien dit hen een hoger nut oplevert.

Daaruit komt ook de volgende vraag voort:

  • Zou een eventuele verandering van het recht tot andere, betere resultaten kunnen leiden? Welk effect hebben de rechtsregels op de maatschappelijke welvaart?

Hoe wordt de invloed van rechtsregels op de maatschappelijke welvaart getoetst?

Om te meten welke invloed een rechtsregel op de maatschappelijke welvaart heeft, hanteren de rechtseconomen twee criteria, namelijk:

  • Het Pareto-criterium; en
  • Het Hicks-Kaldor-criterium

Deze criteria zullen hieronder verder toegelicht worden.

Hoe kunnen de besproken begrippen gedefinieerd worden?

(Maatschappelijke) welvaart: Dit is de welvaart (het nut voor) van alle individuen in de samenleving gezamenlijk. Dat wil zeggen de optelsom van de keuzes die het hoogste nut opleveren voor alle individuen. 

Rechtseconomie: Het vakgebied waarin een economische analyse van het recht centraal staat. Het is de bestudering van het recht met behulp van inzichten uit de economische wetenschap.

Efficiënt: Doelmatig; een maatregel is efficiënt wanneer deze een nuttig effect heeft. Hiermee wordt bedoeld dat het een positieve invloed heeft op de grootte van de welvaart. Efficiëntie betekent in de economie de optimale maatschappelijke welvaart.

Nutsmaximaliserend: Uit de ter beschikking staande keuzemogelijkheden zullen de mensen dat alternatief kiezen dat volgens hun voorkeuren het beste is.

Het Pareto-criterium: Er is een toename.....read more

Access: 
Public
BulletPoints samenvatting bij Recht en Efficiëntie van Van Velthoven

BulletPoints samenvatting bij Recht en Efficiëntie van Van Velthoven


Wat is rechtseconomie? - Chapter 1

  • Het Pareto-criterium: Het nut van één of meer leden van de samenleving wordt groter, zonder dat het nut van enig ander lid kleiner wordt.

  • Het Hicks-Kaldor-criterium: De winst van de winnaars is groter dan het verlies van de verliezers.

  • Efficiënte Hicks-Kaldor situatie: Geen verandering meer mogelijk waarbij de winst van de winnaars het verlies van de verliezers kan compenseren.

Wat is welvaart, hoe werken markten en wat is de invloed van de overheid? - Chapter 2

  • De economie gaat uit van 3 voorkeuren van elk individu:

  • Volledige voorkeursordening

  • Transitieve voorkeursordening

  • Individuen prefereren meer boven minder

  • Indifferentiecurve: Deze geeft alle combinaties weer waartussen een individu indifferent is, elke combinatie op deze curve bidet hem hetzelfde nut.

  • Interpersonele nutsvergelijking: Dit is het afwegen van het nutsverlies van het ene individu tegen de nutswinst van het andere individu.

  • Ordinaire schaal: Er wordt alleen gekeken naar groter of kleiner, niet naar aantallen.

  • Cardinale schaal: Hier wordt wel betekenis ontleend aan de verhouding tussen getallen.

  • Marginale opbrengst: De verandering van de totale opbrengst indien de aanbieder één product meer verkoopt.

  • Risico-avers: Dit individu vermijdt risico en ontleent meer nut aan het zeker zijn van een bepaalde opbrengst tegenover een iets hogere maar onzekere opbrengst.

  • Risicominnend: Dit individu geeft de voorkeur aan onzekere situaties waarbij de verwachte opbrengst gelijk is aan de zekere opbrengst.

  • Risiconeutraal: Dit individu heeft geen voorkeur als de zekere en onzekere opbrengst dezelfde verwachte opbrengst hebben.

Eigendomsrechten - Chapter 3

  • Tragedy of the commons: Eenieder kiest voor persoonlijk gewin, waardoor gemeenschappelijk eigendom overmatig gebruikt zal worden.

  • Speltheorie: De wiskundige methode om de interactie tussen twee individuen, spelers genoemd, te bestuderen. Men gaat uit van rationale spelers die de persoonlijke winst maximaliseren.

  • Dominante strategie: Het geval dat een van de spelers rationeel voor een bepaalde strategie zal kiezen, ongeacht wat de andere speler(s) doen.

  • Efficiënte allocatie: Tussenpersonen

  • .....read more
Access: 
Public

Staatsrecht 2: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

Staatsrecht II - RUG - Hoorcollegeaantekeningen 2018/2019

Staatsrecht II - RUG - Hoorcollegeaantekeningen 2018/2019


Hoorcollege 1

  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?

Het college gaat voornamelijk over drie begrippen; democratie, rechtsstaat en mensenrechten. Aan het einde zal duidelijk worden wat deze met elkaar te maken hebben en hoe deze met elkaar in verband staan.

Staat

We beginnen als inleiding met het begrip staat. Bij staatsrecht I is hier al eens op ingegaan, maar bij staatsrecht II kijken we op een andere manier naar de staat. De kernvraag die we gaan behandelen is: waarom zouden je accepteren dat een overheid al het gezag heeft? Om deze vraag te beantwoorden, kijken we naar drie auteurs die daar iets over hebben gezegd.

De eerste auteur is Jean Bodin. Hij schreef eind 16e eeuw een boek. De zestiende eeuw was een tijd van godsdiensttwisten. De vraag die in die tijd op kwam zetten was aan wie gezag ontleend moest worden, aan de vorst of aan de kerk. Bodin vond dat je gehoorzaam moest zijn aan een vorst. Ongeacht of deze hetzelfde geloof uitoefende.

Bodin: het algemeen belang vergt dat je gehoorzaam bent aan een vorst, geloof speelt hierbij geen rol.

De tweede auteur waar we naar kijken is Thomas Hobbes. Hobbes schreef halverwege de zeventiende eeuw een boek over zijn visie. De zeventiende eeuw was een tijd van burgeroorlogen, opstanden en machtsgrepen. Hobbes dacht na over de vraag waarom je gehoorzaam moest zijn aan een staat. Bij dit denken beredeneert hij voor het eerst van onder naar boven. Hij kwam met de theorie dat het gezag van een overheid iets is dat voortkomt uit een bevolking, hij dacht dus vanuit het individu. Hij deed een experiment en kwam tot de slotsom dat overheidsgezag voortvloeit uit een convenant, nu spreken we van een sociaal contract.

Hobbes: het overheidsgezag vloeit voort uit een bevolking. Het gezag van de overheid wordt getolereerd omdat zij jou beschermen, het is een soort ruil. Een wederkerige relatie.

De derde auteur is Jean Jacques Rousseau. In de achttiende eeuw gaf hij zijn visie over waarom burgers gezag van de overheid zouden moeten aannemen. Rousseau ging in zijn theorie uit van het vrije individu. Hij vond dat een mens vrij was geboren en daarom aan niemand gehoorzaam zou moeten zijn. Maar dit is lastig vol te houden, omdat er altijd een vorm van gezag moet zijn. Rousseau gaf dit toe, maar zocht naar een manier waarop dit het vrije individu aan de ene kant kon rijmen met het overheidsgezag aan de andere kant. Hij kwam tot het idee dat burgers een sociaal contract aangingen, ze deden dit omdat dit de enige manier is waarop zij hun vrijheid konden behouden. Burgers gehoorzaamden enkel aan wetten waarmee ze zelf.....read more

Access: 
Public
Staatsrecht II - B2 - Rechten - RUG - Aantekeningen hoorcolleges

Staatsrecht II - B2 - Rechten - RUG - Aantekeningen hoorcolleges

Deze aantekeningen zijn gebaseerd op het vak Staatsrecht II in 2015-2016.


College 1

Het verschijnsel staat

Van staatsrecht 1 kennen we het begrip staat. Dit is het staatsbegrip zoals wij dit in het internationale recht gebruiken. Dit begrip is eigenlijk uitgebreider. Er zijn verschillende manieren om het verschijnsel staat te bestuderen en te benaderen. De verschillende benaderingswijzen van de staat zijn:

  • Sociologisch-politicologische benadering
  • Filosofische benadering
  • Juridische benadering

Wanneer men de staat sociologisch-politicologisch bekijkt, kijkt men naar de feitelijke machtsverhouding. De socioloog kijken hoe het er in de werkelijkheid aan toe gaat. Er wordt gekeken wie er nu werkelijk beslist.

De filosofische benadering kijkt naar het waarom. Bijvoorbeeld waarom er überhaupt een staat is en waar deze voor dient. Er wordt gekeken of het rechtvaardig is.

Bij de juridische benadering vraagt men zich af hoe het zit met de bevoegdheden.

Men kan de staat ook nog op een andere manier bestuderen. Je kan kijken naar wat een staat nu eigenlijk doet. Hier gaat het om de verschillende taken van de staat. Ook hier wordt onderscheid gemaakt:

  • de staat als ambtenorganisatie
  • de staat als rechtsorganisatie
  • de staat als vredesorganisatie

De staat is een ambtenorganisatie. Hierbij gaat het er namelijk om dat de staat bepaalde voorzieningen biedt. Een voorbeeld is politie, waardoor men veilig over straat kan. Dit wordt ook wel uitgedrukt met: ‘de staat dat zijn de dijken’.

De staat is een rechtsorganisatie. De staat heeft de mogelijkheid om wetten uit te voeren en recht te spreken. De overheid zorgt er voor, met het geweldsmonopolie achter de hand, dat er algemene regels zijn.

De staat als vredesorganisatie. Het is een taak voor de staat om er voor te zorgen dat groepen, die het over een onderwerp niet met elkaar eens zijn, vreedzaam naast elkaar kunnen bestaan. Er wordt voor gezorgd dat er vrede is en geen burgeroorlog.

Staat en staatsrecht

Er zijn twee hoofdstromingen binnen het staatsrecht. De eerste stroom houdt zich bezig met de organisatie. Hiermee bedoelen we de drie staatsmachten en -functies. Omdat we een machtenscheiding hebben, betekent het ook dat de rechter (een van de drie machten) zich niet snel zal bemoeien met de staatsorganisatie van de andere twee machten. Dit houdt in dat het ook niet de rechter is die uitleg geeft over bepaalde rechtsposities. Dit doen de organen zelf. Je laat politieke organen hun eigen regels maken. Dan gaat het politieke element dus een grotere rol spelen. Het staatsrecht gaat ook over de fundamentele rechten van burgers. Dit is de tweede hoofdstroming binnen het staatsrecht. Grondrechten zijn er als bescherming tegen overheidsoptreden en willekeur. In dat geval biedt de rechter dus wel bescherming tegen de andere staatsmachten. De rechter.....read more

Access: 
Public
Staatsrecht 2 - RUG - B2 - Sheetnotes 2017/2018

Staatsrecht 2 - RUG - B2 - Sheetnotes 2017/2018


Week 1

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?

  • In dit hoorcollege wordt de focus gelegd op 3 duo’s: staat en rechtsstaat, rechtsstaat en democratie, en democratie en mensenrechten.

    • Staat en Rechtsstaat: De staat als ambtenarenorganisatie. Rechtsorganisatie en vredesorganisatie wordt niet expliciet genoemd in het college.

    • Aanvulling: Vroeger hadden koningen en staatshoofden door de persoonlijke titels aansprak op gezag. De afgelopen ±300 jaar, met als kantelpunt de Franse Revolutie, is ook de staat zelf en het staatshoofd gebonden aan de regels van de staat. Constitutieve constituties creëren organen en zijn te zien als de bouwtekening. Als invulling zijn er de programmatische constituties, deze geven richting/kleur aan iets.

    • Rechtsstaat en Democratie

    • Aanvulling: Er zijn verschillende manieren en invalshoeken om de staat te zien/beschrijven: Voorbeeld: 4 blinden worden gevraagd om een olifant te beschrijven, terwijl ze allen bij een ander deel van het dier zijn neergezet. De slurf, een poot, een oor en de buik. Hierdoor scheppen alle blinden een andere visie van de olifant, allen niet onjuist, maar niet volledig.

    • Democratie

    • Aanvulling: 2 axioma’s (beweringen die niet bewezen zijn, maar zodanig vanzelfsprekend zijn dat ze algemeen worden aanvaard) over mensenrechten, waarbij het gaat om minderheden:

      • Inherent aan je mensheid (gelijkheid)

      • Aanspraak op je rechten (staatstaak)

Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?

  • Er worden geen onderwerpen besproken die niet ook in de literatuur behandeld worden.

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • Donorregistratie. Deze wet is inmiddels goedgekeurd. Dit is een dilemma van de rechtsstaat; over privacy - algemeen belang.

  • Eilandbestuur St Eustatiu. Het kabinet heeft de eilandraad (vergelijkbaar met gemeenteraad) overgenomen.

Wat is belangrijk voor het tentamen?

  • Het is belangrijk om te weten waar democratie in de Gw te vinden is: Art. 4, art. 50, art. 67 lid 3, art 129 & 130 Gw. Dit zijn vooral formele uitingen van de democratie. Hoe de bevoegdheid uitgeoefend wordt, staat niet in de Gw. De regering heeft wel een voorstel in behandeling over het toevoegen van een algemene bepaling hierover.
  • Het is erg belangrijk om de formele en materiele constituties te kennen, net als de spanning die hierop staat.

  • Ook zijn de 'gevaarlijke' partijen van belang:
    • Refah Partisi
    • Nationaldemokratische Partei Deutschlands

Week 2

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?

  • Kiesrecht. 
    • Wijziging:

      • De beperking van het kiesrecht door het EVRM wordt dit jaar slechts

.....read more
Access: 
Public

Bestuursrecht - rechtsbescherming: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

Sheetnotes Bestuursrecht: rechtsbescherming 2017/2018 - RUG

Sheetnotes Bestuursrecht: rechtsbescherming 2017/2018 - RUG

Deze sheetnotes zijn gebaseerd op de hoorcollegeaantekeningen van 2016-2017


Week 1

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges ten opzichte van voorgaande jaren?

  • Er zijn geen nieuwe onderwerpen besproken.

Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?

  • De drie conflictstrategie opties van Hirschman: voice, loyalty & exit.

  • Dual concern theory: contending, yielding, avoiding & problem solving.

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • Nieuwe wet- en regelgeving Schadegeschillen (over aardbevingsschade) worden sinds 19 maart bestuursrechtelijk beoordeeld.

Welke opmerkingen zijn er door de docent gemaakt over wat er belangrijk is voor het tentamen?

  • Je moet de verruimingen en beperkingen van bevoegdheid en de relevante artikelen hierbij kennen.

  • Je dient de overeenkomsten en verschillen tussen bestuursrechtelijke en civiele procedures te kunnen omschrijven.

  • Het is belangrijk dat je weet wat er in het Benthem arrest is geoordeeld.

  • Het is belangrijk om altijd je wettenbundels bij je te hebben bij de werkgroep, aangezien er veel wetsartikelen worden behandeld.  

Week 2

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges ten opzichte van voorgaande jaren?

  • Er zijn geen nieuwe onderwerpen besproken.

Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?

  • De onderwerpen die worden besproken komen geheel overeen met de literatuur die erbij hoort.

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • Er wordt niet gesproken over nieuwe ontwikkelingen, nieuwe regelgeving. 

Welke opmerkingen zijn er door de docent gemaakt over wat er belangrijk is voor het tentamen?

  • Je moet dat de vereisten voor ontvankelijkheid kennen. Dat zijn:

    • iemand belanghebbende is.

    • er sprake is van een procesbelang.

    • er voldaan is aan de termijn van zes weken.

    • aan de eisen van 6:5 awb is voldaan.

    • er een voorprocedure is geweest ex art. 6:13 BW.

    • het griffierecht is betaald.

  • Het is belangrijk dat je let op het verschil tussen bekendmaking (art. 3:41 en 3:42 BW) en mededeling (art. 3:43 en 3:44 BW). Mededeling komt (vaak een of twee weken later) in een gemeenteblad o.i.d. en betekent niks voor de ingang van de bezwaartermijn.

  • Je moet onthouden dat als de laatste dag van een termijn valt op een feestdag, zaterdag of zondag, dit wordt verplaatst naar een eerstvolgende dag die niet een van netgenoemde dagen inhoudt.

  • Je moet het verbod van reformatio in peius kennen. Dit houdt

  • .....read more
Access: 
Public
Hoorcollegeaantekeningen Bestuursrecht: rechtsbescherming 2016/2017 - RUG

Hoorcollegeaantekeningen Bestuursrecht: rechtsbescherming 2016/2017 - RUG

Zie ook de sheetnotes van Bestuursrecht die gebaseerd zijn op deze hoorcollegeaantekeningen en de colleges van 17/18


Hoorcollege 1 – de bevoegdheid van de bestuursrechter

De afbakening van de bevoegdheid

Als je kijkt in hoofdstuk 8 van de Awb, zie je direct in het eerste artikel, 8:1, in hoeverre de bestuursrechter bevoegd is. Als je het niet eens bent met een besluit is de bestuursrechter bevoegd om te oordelen. De bevoegdheid van de bestuursrechter is gelinkt aan besluiten. Bij besluiten gaat het om rechtshandelingen waarmee de overheid haar taak uitoefent. De hoofdregel is dus; als je een besluit in handen hebt, kan je naar de bestuursrechter en dus niet naar de strafrechter of de civiele rechter. Hierop zijn uiteraard uitzonderingen.

Beperkingen en verruimingen

De bestuursrechter is bevoegd om te oordelen over besluiten. Het bestuursrecht is het recht over de taakuitoefening door de overheid. Dan zul je denken dat de bestuursrechter ook bevoegd is om alle geschillen hierover te behandelen. Dat is niet het geval. De bevoegdheid is beperkter.

Een belanghebbende kan alleen bij de bestuursrechter terecht als zijn beroep zich richt tegen een besluit. Dit is de eerste beperking. Een tweede beperking is dat niet elk besluit bij de bestuursrechter kan worden aangevochten. Eigenlijk geeft artikel 8:1 de hoofdregel, maar er zijn besluiten in de zin van de Awb waar toch voor geldt dat ze niet bij de bestuursrechter behandeld kunnen worden. Er is ook een verruiming, een uitzondering op de hoofdregel. Deze houdt in dat sommige handelingen die geen besluit zijn, toch bij de bestuursrechter behandeld kunnen worden.

Enkele voorbeelden van verruimingen. De eerste is te vinden in artikel 1:3 lid 2 Awb. Soms vraag je iets aan en weigert een bestuursorgaan dit. Dit is een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, maar het is geen rechtshandeling. Het is dus eigenlijk geen besluit. Je zou denken dat je hiermee dus niet bij de bestuursrechter terecht kan. Het is in het bestuursrecht zo geregeld dat zo’n afwijzing van een aanvraag gelijk wordt gesteld aan een besluit. Hier kun je dus tegen in bezwaar en beroep. De tweede verruiming is te vinden in artikel 6:2a en artikel 6:2b Awb. Dit is de schriftelijke weigering om een besluit te nemen, of het geval dat een bestuursorgaan helemaal niets doet. In beide gevallen heb je de mogelijkheid om hier tegen op te komen. Je gaat dus niet in tegen een besluit, maar tegen het uitblijven hiervan......read more

Access: 
Public
TentamenTickets Bestuursrecht: Rechtsbescherming aan de Rijksuniversiteit Groningen

TentamenTickets Bestuursrecht: Rechtsbescherming aan de Rijksuniversiteit Groningen

TentamenTickets: Tips & Tricks bij het voorbereiden op tentamens

  • Theoretische onderwerpen die van belang worden geacht bij bestuursrecht, zijn: de uitgangspunten, de constitutionele grondslag, het systeem en instrumenten; praktische onderwerpen die bestuursrechterlijk de aandacht genieten zijn: het functioneren van voorprocedures en de rechterlijke toetsing.
  • Een aantal afdelingen binnen de Awb zijn van belang. Markeer daarom de belangrijkste wetsartikelen en markeer de titels en afdelingen die van belang zijn en voorzie deze van tabs.
  • Zorg ervoor dat je de volgende vragen voor het tentamen kunt beantwoorden:

    • Leg uit waarom de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de bevoegde instantie is in hoger beroep?

    • Is de geschetste gang van zaken overigens in overeenstemming met de Awb?

    • Langs welke wegen zou appellant onder deze omstandigheden kunnen proberen de schade vergoed te krijgen die het gevolg is van...?

    • Wat wordt bedoeld met incidenteel appèl?

    • Stelling: Het verbod op reformatio in peius staat er niet aan in de weg dat een procedure van administratief beroep als uitkomst heeft dat het bestreden besluit ten nadele van de indiener van het administratief beroep wordt gewijzigd. Is deze stelling juist?

  • Het is handig om mee te doen aan de bonusregeling. In verleden jaren omvatte bonusopdracht 3 het schrijven van een verzoekschrift of beroepschrift en deze vraag kwam ook op het tentamen terug. Het is daarom handig om te weten welke elementen in het beroepschrift of verzoekschrift terug moeten komen, zodat je deze op het tentamen allemaal noemt. Het is namelijk niet heel moeilijk om die punten te noemen, waardoor je hiermee makkelijk punten kunt verdienen.

  • Er wordt iedere week één onderwerp behandeld. Het is handig om deze volgorde ook aan te houden bij het leren van het tentamen, want de vragen op het tentamen komen altijd overeen met een onderwerp uit een van de collegeweken. Het is handig om te herkennen in welke collegeweek de stof werd behandeld, zodat je de stof in je hoofd kunt filteren per week en daardoor makkelijker op een antwoord komt.

  • Los van de werkgroepen zijn ook de hoorcolleges van belang bij dit vak, omdat ze de structuur en hoofdlijnen van de stof behandelen maar ook omdat ze bepaalde begrippen verder behandelen die minder duidelijk in het boek naar voren komen, zoals het verbod van reformatio in peius en het Benthem-arrest

Access: 
Public

Handelsrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

Sheetnotes 2017/2018: Handelsrecht - RUG

Sheetnotes 2017/2018: Handelsrecht - RUG


Week 1a

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges ten opzichte van voorgaande jaren?

  • Er zijn geen nieuwe onderwerpen besproken

Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?

  • De onderwerpen die worden besproken komen geheel overeen met de literatuur die erbij hoort.

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • Vroeger was er een voorwaarde voor oprichting: verklaring van geen bezwaar. Dit is sinds 1 juli 2011 afgeschaft. In plaats daarvan is er een doorlopende controle op rechtspersonen.

  • Er is nu nog een systeem waarbij aandeel aan toonder mogelijk is, men wil dit anders, omdat men bang is geworden door terreurdreiging en dergelijke. Maar er is tot nu toe nog geen nieuw systeem bedacht. 

Welke opmerkingen zijn er door de docent gemaakt over wat er belangrijk is voor het tentamen?

  • Je moet goed de verschillende vormen kennen: nv, bv, en de verschillen daartussen. 

  • Rechtspersoonlijkheid is erg belangrijk!

  • Jurisprudentie mag mee naar het tentamen, maar geen samenvattingen ervan. Er is geen lijst van verplichte jurisprudentie, maar alles wat besproken wordt in de werkgroepen en op de hoorcolleges, moet men kennen. 

Week 1b

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges ten opzichte van voorgaande jaren?

  • De volgende onderwerpen worden extra behandeld:

    • Bij de coöperatie is een nieuw deel besproken. Hierbij gaat het om de aansprakelijkheid. DIt is een bijzonder onderdeel bij de coöperatie.

    • wa - wettelijke aansprakelijkheid: aansprakelijkheid leden jegens de coöperatie. In geval van ontbinding, allleen aansprakelijkheid voor het tekort. Dus leden zijn nog steeds niet aansprakelijk voor schulden jegens derden. Bij wa moeten derden bij springen jegens de coöperatie, niet jegens de leden. 

    • ua - uitgesloten aansprakelijkheid.

    • ba- bijzondere aansprakelijkheid.

    • Deze afkortingen moeten in de naam gegeven zijn bij coöperaties, zodat men weet wat voor aansprakelijkheid er geldt. 

Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?

  • De onderwerpen die worden besproken komen geheel overeen met de literatuur die erbij hoort.

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • Er wordt niet gesproken over nieuwe ontwikkelingen of nieuwe regelgeving. 

Welke opmerkingen zijn er door de docent gemaakt over wat er belangrijk is voor het tentamen?

  • Het onderscheid tussen art 2:29 BW en 2:30 BW moet je goed kennen. Art. 2:29 is voor een formele vereniging en 2:30 voor een

  • .....read more
Access: 
Public
Aantekeningen hoorcolleges 2016/2017: Handelsrecht - RUG

Aantekeningen hoorcolleges 2016/2017: Handelsrecht - RUG

Deze aantekeningen zijn gebaseerd op het het vak Handelsrecht, Rechtsgeleerdheid bachelor jaar 2, Rijksuniversiteit Groningen, in 2016/2017. In week 4 is een responsiecollege gegeven, hier zijn geen aantekeningen bij.


Week 1A: Ondernemingsrecht

* Eerste drie weken geen voorgeschreven arresten

Drie hoofdthema´s

I. Juridische organisatie van de onderneming (o.a. organen, bevoegdheden, ruzie).

II. Vertegenwoordiging.

III. Verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid.

Privaatrechtelijke rechtspersonen

In Boek 2 BW worden de privaatrechtelijke rechtspersonen opgesomd. Er geldt een gesloten systeem, indien niet genoemd in dit boek van het burgerlijk wetboek dan valt het niet onder de term privaatrechtelijke rechtspersonen. De gnoemde privaatrechtelijke rechtspersonen zijn de volgende: vereniging, coöperatie, naamloze vennootschap (NV), besloten vennootschap (BV) en stichting. De onderlinge waarborgmaatschappij laten we buiten beschouwing.

Regelingen

Voor het ondernemingsrecht zijn belangrijke regelingen te vinden in verschillende wetten en statuten:

  • Wetten: Boek 2 BW, de Handelsregisterwet 2007, het Handelsregisterbesluit 2008 en de Wet op de Ondernemingsraden (indien er ten minste 50 werknemers in dienst zijn, is de werkgever verplicht om een ondernemingsraad in te stellen) (WOR). Ook in boek 3 en 6 BW staan een aantal regelingen.

  • Statuten: door de rechtspersoon zelf opgestelde regels betreffende de interne organisatie. Deze hebben tevens bindende kracht - net als wettelijke regels - maar een wettelijke bepaling gaat uiteraard voor.

Rechtspersoonlijkheid

Art. 2:5 BW: een rechtspersoon staat wat het vermogensrecht betreft met een natuurlijk persoon gelijk, tenzij uit de wet het tegendeel voortvloeit. Een rechtspersoon is een zelfstandig drager van eigen rechten en plichten. Rechtspersonen kunnen strafrechtelijk worden vervolg, eigendom over iets hebben en een vermogen hebben.

Een rechtspersoon kan niet zelf handelen, elke rechtspersoon heeft daarom altijd een bestuur en het bestuur vertegenwoordigt de rechtspersoon. We richtten ons op de privaatrechtelijke rechtspersoon.

NV en BV

De NV is geregeld in titel 4 boek 2 BW. De BV is geregeld in titel 5 boek 2 BW. Let echter op: titel 1 boek 2 BW bevatten 'algemene bepalingen' - die gelden voor alle rechtspersonen, dus ook voor de NV en de BV. De belangrijkste daarbij is art.2:25BW: in beginsel is dit artikel van dwingend recht, tenzij in een wet staat dat je er van af mag wijken.

NV

Hoe komt de NV aan geld? Art. 2:64 lid 1 BW: in aandelen verdeeld kapitaal (ook art. 2:79 lid 1 BW). Het is een kapitaalvennootschap (is een BV ook). Kenmerk daarvan is dat het een kapitaal heeft dat in aandelen is verdeeld en dat is de manier om aan geld te komen. Het

.....read more
Access: 
Public

Bestuursrecht: Besluitvorming: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

Bestuursrecht 2: College aantekeningen - Rechten RUG B2

Bestuursrecht 2: College aantekeningen - Rechten RUG B2

Image

Inhoud van deze bundel

  • College-aantekeningen voor het vak Bestuursrecht 2
  • Sheetnotes bij de aantekeningen die de kern bij de colleges weergeven
  • Rechten Bachelor 2 aan de Rijksuniversiteit Groningen

Strafrecht 2: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

Samenvattingen en studiehulp voor Rechten aan de Rijksuniversiteit Groningen

Samenvattingen en studiehulp voor Rechten Bachelor 3 aan de Rijksuniversiteit Groningen
Contributions, Comments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1521
Last updated
08-11-2022