Werken aan Normatieve Professionaliteit: Hoorcollege week 4 (Wijsgerige antropologie) Universiteit Utrecht

Slide 1 & 2 (Titeldia en Inhoudsopgave)
Geen aantekeningen

Slide 3 Wijsgerige antropologie Aantekeningen

Ieder mens heeft beeld van wat mensen en kinderen zijn en dat heeft invloed op de manier waarop we handelen. Bepaalde interventies of keuzes voor manier waarop je met mensen omgaat ligt mensbeeld aan ten grondslag. Bijv waarom je bepaald beleid belangrijk vind. Iedereen heeft mens en kidn beeld. Hoe expliciet je dat hebt verschilt, maar is van invloed hoe je als pedagoog gaat handelen. Overal te maken met eigen mensbeeld.

 

Dit is korte inleiding. Invoorbeelden van concepten gaat ze teruggrijpen op deze concepten en idee dat mensbeel dje kan sturen wordt duidelijk.

Slide 4 Oude dode Duitsers Aantekeningen

 

Eigenlijk kritische update van biologische antropolgie. Globaal idee als achtergrond voor H4. in H4 vraag van Hees zich af o klassieke concepten als bewustzijn en vrijew il wel bruikbaar zijn om het menselijke te duiden. Kent oorpsrong in biologoich antorpolige. Ontstond in DE vorige eeuw. Volgens biol antrop verschilt mens principieel van dier. Mensen zijn cultuurwezens en dieren natuurzwezens. Dieren vallen samen met natuur/instincten. Mens is cultuurwezen en heeft uitzonderingspositie tov alle andere levende wezens. Mens komt onaf ter wereld en dat zorgt voor openheid en plasticiteit. Tegelijktijd daarmee mogelijkheid te leren en zijn opvoedbaar. Dieren daarnetgen volgens biol antro hebben vast instinct en hebben daarmee slechts uitsnede van werkelijkheid die ze kunnen waarnemen. Ze komen af ter wereld en zijn niet opvoedbaar. Wel trainbaar; je kan ze trainen op zaken die aansluiten bij aangeboren instincten. Omdat ze reageren vanuit instincten vallen ze samen met hun eigen lichaam. Cnetrische positionaliteit. Ze  kunnenit niet reflectern op zelf, maar alleenr eageren op aangeboren instincten. Mensen wrodne gekenmerktne volgens biol antro worden gekwenert door exentricsh; dat je kan reflecterne op jezelf. Di eopenheid en plastiicitet zorgt dat je dingen kan leren maar ook kritisch naar jezelf kan kijken.

 

Eri si dus principelee verschi. Dieren gebonden aaninstict en gebonden aan wat ze geltraind krijgen. Ze zijn niet vrij; automatischr eactie op prikkel. Maar mensen vrij. Door exentrisceh positaltien kleuzes maken. Wordt al typisch menselijk neegerzet. Wezenskenmerk zijn bewustzijn en vrije wil. Daarmee verschillen ze prinicpieel van dieren.

Die openheid is niet alleen feit, maar ook een waarde. We invdne het van belang, dat merk je als menesn niet openstaatn voor kritiek .

Slide 5 Verschil in perspectief Aantekeningen

Het perspectief van mens als soort. Dan is perspectief biolantro logisch. Kritiek erop kwam van meer sociologische hoek. Mens als individu is niet zozeer cultuurschepper, want wordt geboren in bestaande cultuur, waarin rollen/gedrag/zaken voorgeschreven zijn. Volgens sociologisch perspectief wordt openheid mens gebruikt voor socialisatie.

Slide 6 Homo sociologicus Aantekeningen

 

Cultuur waarin kind geboren wordt nemen mensen sociale positeis in, daar horen rollen bij. En dus sociale verwachtingen. Niet per se rigide idee van rol van individuen, maar wel afbakening van wat we wel en niet bij rollen vinden horen.

 

Bijv. docent is moeder, docent, parnter, dochter. Bij al die rollen verwachtingen van gedrag. Niet per se uitgesproken, maar als je buiten de rollen begeeft zoals gedefinieerd in (sub)cultuur, dan krijg je krktiek erop/wordt je etercht gewezen, er zijn bepaalde functiebeschrijvingen die bij rol horen. Dus openheid is manier om grenzen van rollen te verkennen en over te nemen volgens sociologen. Als dat zo is, dan is de vraag hoe vrij mensen zijn.

 

Jezie tin sommige gevallen dat mensen zichzelf beroepen op het sturende van hun eigen opveoding en cultuur waarin ze opgroeien. Bijv zo denk ik nou eenmaal. Dan laten ze zien aan ene kant dat beinvloed en gestuurd doro sociale rollen en wat vereisten en bepekringne daarin zijn in bepaalde cultlur, maar tegelijkertijd laten ze volgens socilolgen zien dat ze zich daartoe verhouden.

Reflextieve karakter. Wel gevormd door cultuur en gestuurd door achtergrond/opvoeding/eisen omgeving, maar volgens antrolpolgie zijn mensen in staat kritisch tot eigen opvoeding en ideeën te verhouden.

 

Anto bil principieel verschil bewustzijn en vrijwe wil en reflexie

Vs kritische invulling sociologen opgroeien van individuen heeft dat niet

Slide 7 Problemen met het bewustzijn Aantekeningen

In h4 afvragen of die begrippen bewustzijn en vrije wil wel brukbaar zijn om het ytpisch menselijk te duiden. Wat hebben we aan bewustzijn of vrije wil als wezenskenmerk?

 

Argumentatie van bransen zal ze langslopen en met voorbeelden illustreren.

a.Zijn termen bruiikbaar? Laten ze typisch menselijk zien?
b.Zijn ze bruikbaar als wezenskenmerk?

Er zijn problemen met beide begrippen. Bewustzijn. Bijv muggenof pantoffeldiertje hebben geen bewustzijn waarschijnlijk. Dat pantoffeldiertje geen bewustzijn heeft kan je niet controleren. Toch denkt ze dat door kenmekren van orgnaisem dat hij in eenvoudige leven nergens van bewust is. Mug houdt alleen bezig met voortplanten en bloed aftappen. Dus niet bewust. Dus we gaan ervanuit dat beide geen innerlijke wereld/geest/bewustzijn hebben. Voor andere dieren denkt ze dat meer mensen gaan twijfelen, zoals mensapen of dolfijnen. Twijfel aan claim van biol antrop dat ze alleen reagerne op instinct. Verbluffende experiemetne met dolfijnen lijken erop te wijzen dat ze bewustijzn van omgeving en zichzelf hebben. Kind van jaar of 1 snapt een spiegel niet. Een kat en meeste honden zullen niet weten dat ze zelf in speigel zijn. Probleem met bewustzijn lijkt dus dat niet specifiek menselijk lijkt als dit onderzoek klopt. Misschiein zelfs zelfbewustzijn bij dieren. Ander probleem bij bewustzijn is dat het niet zichtbaar of tastbaar is. Ze gaat ervan uit dat een pantoffeldiertje dat niet heeft. Er is ook geen gebied in hersenen te localiseren. Dus probleem met bwewustzijn is dat is het wel typisch menselijk en he tis niet zichtbaar/toetsbaar. Dus probleem met begrip bewustzijn om te gebruiken als wezenskenmerk is tweeledig. Dieren lijken het ook te hebben en he tis niet zichtbaar.

 

Wezensknemrk wil zeggen als  je hebt dan ben je het. Dus als je bewustzijn heb ben je mens.
Het andere kamp zegt het
iniet handig van wezenskenmerken uit te gaan. Het gaat om vertoonde gedrag. Als dieren gedragen alsof bewustzijn hebben, hebben we zook bewustzijn.
Iets wat getoond in de praxis/praktijk
Voorbeeld hiervan. Die 2 kampen is niet
alelen theoretische exercitie, maar ook praktische consequenties. Casus Ashley. Sommige mensen in die discussie vonden ingreep toegestaan, beriepen op omdat mens, waardigheid en daarom ingreep niet geduld is. Singer zei omdat ze mens is niet per se waardigheid, maar ik kijk naar gedrag, want met haar kenmerken niet in staat om te denken en aan te geven wat met lichaam wil is waardigheid niet ene eigenshcap die ik zou toekennen ana dit meisje. Dus praktische verschil of je behoort tot kamp bepaald egienschap afhaneklijkv an soort (wezensknemerken) of we kijken naar gedrag om te zien of beepalde eigenschap bij ej hoort.

 

Bewustzijn geen wenzenskenmerk. Want ten eerst eniet bruikbaar. Ten tweede niet zichtbaar. Aalleen van gedrag af teleiden.

 

Conclsuie van bransen is dat bewustzijn niet bruikbaar is als wezenskenmerk

Slide 8 Problemen met de vrije wil Aantekeningen

 

Eigenlijk vergelijkbare kritiek. Naast bewustzijn is vrije wil kalssiek begrip van typisch menselijke. Idee dat mensen vrijheid hebben en dieren niet omdat zij op rikkels reageren. Mensen kunnen onttreken aan causaliteitswetten.

 

Ten eerste bpeerking dat mensen niet helemaal ana wetten an caulsaliteit kunen onttrekken, iig lichamelijke of stoffelijke. Je kan bijv niet kiezen niet dood te gaan. Niet lichaam is vrij, maar geest is vrij. Menselijk handelen vrij omdat gedrag/denken niet gehoorzaamt aan natuurweteten. We kunen los van instincten nadneken en keuzes maken. Is dat wel zo?

 

Als dat wezenkenmerk moet zijn moet je aangeven dat dierne het niet hebben. Het lijkt erop dat dieren niet alleen houden aan instinicten reportoir en ook venige vrijheid hebben. Met andere woorden. 2 problemen met begrip vrije wil als wenzenkenemrk. Vrije wil van mensen is beperkt tot bepaald deel, namelijk dneken en gezien sturing door cultuur de vraag of echt vrij is. En dieren hebben ook deels vrije will.

 

Dus niet bruikbaar om typisch menselijk te duiden.

Toch zegt auteur kwaliteit verschil tussen vrije wil en bewustzijn van mensen en dieren. Van mensen ishet gecommpliceerder. Mensen zijn itt dieren tot verantwoording te roepen. Een dier is niet zo vrij dat hij eigen gedrag kan duiden en ter verwnatowording kan worden geroepen. Cruciale verschil is samen te vatten met reflextiviteit.

 

Wat mensen ondershcied van dieren is vermogen tot reflexie.

Vrijheid om iets te willen willen.

Neiging om de rest van de dag niets werk te doen, maar op donderdag wacht overleg. Dus ik wil wel weekend houden, maar ik wil het niet willen. Dat is die 2e orde wilstoestanden. Dat is wat die reflexie op de vrije wil. Dat is wat mensen wel hebben en dieren niet.

Ander voorbeeld. Bewustzijn van mensen is niet alleen beuwstzijn van iets, maar ook van eigen bewustzijn. Bijv ik ben bewust van hier voor laptop praten. Ik ben bewust dat ik klungelen ben met PP. Maar ik ben me oko bewust van feit dat ze zich klungelend ziet om het duidelijk te maken. Kortom niet alleen bewust van ogmeving, maar ook van zichzelf in die omgeving en hoe wij haar zien in die omgeving. Haar bewustzijn is dus een compelx bewustijzn, namelijk ook bewust van eigen bewustzijn.

Nog voorbeeld. Potentieel verlammende ervairng. Wat sta ik hier te doen ervaring. College geven en dat midden in verhaal vraagtekens bij belang van wat ze aan doen is. Gedachte wat een onzin vertel ik. Dan is ze bewust van die gedachte. En dan bewustzijn van waarom wij luisteren. Voorbeelde van die reflexiteit, het willen willen (2e orde) en bewustzijn van bewustzijn. En dat is wat typisch menselijk is.

Vraag: we weten nog niet dat dieren dat niet hebben. Gedrag van dieren geeft geen aanleiding om te veronderstellen dat zij dat ook hebben. Het lijkt erop dat mensen wel zijn aan te sprekekn op gedrag en verantwoordleijk voor teh ouden zijn en ideren niet. Bijv ons rehctssysteem is daarop gebaseerd, pas vanaf bepaalde leeftijd.

Slide 9 Zelfbewustzijn en zelfbepaling Aantekeningen

 

Volgens boek. Reflexieve karakter van bewustzijn en vrije wil maakt het mogelijk mens te zien als zelfbepalend wezen. Vermogen tot zelfreflectie maakt dat zelfbepaling.

 

Zelfbepaling is bepalgin door en van het zelf. Zelfbepaling betekent eigenlijk dat jjou interpretatie van wereld om je heen, van jouw wil, van gedrag, voortkomt van eigen perspectief, achtergrond,iddeen/opvoeidbng. Ik bepaal dus in bepaalde zin mijn eigen wereld. In die zin in zelfbepaling door het zelf. Dus de interpratei van alles wat ik meemaak komt voort uit eigen perspectief. Tegelijkertijd is het bepaling van het zelf. Doordat achtergrond jouw interpretatie stuurt, bepaalt het tegelijkheid wie je bent en jouw identeitiet. Dat is die bepalginv an het zelf.

Ze gaat niet vragen naar verschil van van endoor, maar je meot weten dat reflexieve karekter dat alleen bij mensen gezien tot nu toe is zelfbepaling. Dat is wat mensen ondercheid van dieren. Dan gaat hij in het H4 moeilijk doen door af te vragen is het wel typsich menselijk en is het wel nuttig wezenskemrk te zoeken. Het typeert weerk als wezenskemrken, als dat je zelfbepaling kan toekennen aan een soort. Oplossing vna brnasen is eignelijk beetje een gekke: laten we zelfbepaling niet zien als kenrmekn van mensen, maar als van personen.

Slide 10 Antropologisch verschil Aantekeningen

Wat is verschil tussen emnse en persoon?

In alledagas taalgebruik geen verschil in filosofie wel.

Voorbeeld: in hema lift max 9 personen. Daar doelt op mensen. Wat je meot weten persoonsbegrip strawson. Personen zijn volgens hem wezens die reageren op ene morele oproep; wezens die aan te spreken op heun gedrage en verantwoordelijk te houden zijn voor wat ze ggen en doen. Dus dit blijkt in de omgang. Dus persoon is geen vooraf gegeven kemerken en zelfbepaling ook niet, maar dit is iets wat je realiseert in de omgang/praxis. Het aangesproken kunnen worden op je gedrag gaat ervan uit dat je verantwoordleijk gehouden kan wordne voor gedrag en nadneken over gedrag. Keuze maken, willen, willen willen. In andere woorden gedrag controleren en erop aangesprkeen kunen wordne. Als je reageert op morele oproep dant realiseer je je persoon zijn.

Vorobeeld woensdamidag mini weekend. Wenselijkheid van wens is wel miniweekend besluit. Vervolgens berichtje om mee te kijken met iets. Ze wil miniwekkend, maar erealisatie even meekijken nalter miniweekend.op dat moment realiseer persoon en alaat aanspreken op gedrag. Reagerne op morele is niet altijd doen wat sociaal wensleijk is. Als ze zegt ik kan er dit weekend naar kijken denkt ze ook nar over keuzen en maakt keuze en is verantwoordelijk voor te houden. Dat is het reageren op morele oproep.

Persoon is dus iemand die reageert op morele oproep. Bransen zegt vanaf bepaalde leeftijd doen mensen dat. Die opvoedbaarheid. Van andere wezens weten we het niet zeker.

Slide 11 Opvoedbaarheid: wezenskenmerk of relationele eigenschap Aantekeningen

 

Hij zegt dus we kijken of het gedrag zich voordoet, we weten dat van mensen, we weten het niet zeker van andere wezens.

Reageren als morele opreop ziet hij als realtionele eigenschap en inet als wezenskenmerk. Want dan ken je het exclusief toe aan bepaalde wezens op basis van lidmaatschap. Hij kiest als relationele iegenschap; iets wat je ziet in omgang. Het blijkt of mensen aan te spreken zijn. Opvoedbaarheis is dus niet zichtbaar, maar blijkt in de praxis/omgang. Je kan op voorhand dus niet iets of iemand aansluiten. In de praxis blijkt dat bepaalde wezens wel en andere niet reageren op morele opreop. Degenen die wel reageren op morele oproeop noem je personen.

 

Vrag: wroden emsnen die niet oogntieif in staat zijn tot verantworodleijkheid niet als persoon gezien?

Hier kotm iets wat schuurt. Begrijp persoon zo verblogen met mense in dagelijks begrip, dat als persoonlijek belediging gezien. Wat gezegd wordt bij aslhy is wil je iemand … als geen opvoedbaarheid is/geen moreel reageren op morele oproeop dan geen opvoeding mogelijk. Dan zeg je niet die mensen zijn niks waard, maar dan zeg je pedagogiek die als doel heeft kinderen ete helpen naar zelfstandigheid en reflexie heeft niet vele te bieden bij behandeling van dat soort mensen. Maar dat ligt heel gevoelig. Of gehandicaptenzorg wel tot opvoeding of tot verzoring behoort. Die discussie is gevolg van principele discussie wanneer mensen opvoedbaar zijn. Lastige is dat vaak niet zozeer zakelijke discussie is waar predagogiek geen volwassenwording ibj kineren mogelijk is is dat wel pedagoiek, of is het meer pscyholgoie. Afbakening wetenschapsgebieden en niet uitdrukkign of iemands leven iets waard is.

 

Je kan dus wel een mens zijn maar geen persoon

 

Opvoeding draag tbij aan het maken van een persoon. Langeveld is basis pedagogiek, hij noemde een kind persoon in wording. Hij zag kind pas beginnen op jaar 6/7 op moment dat moreel leven mogelijk was. Op moment kinderen kunnen laten aanspreken op gedrag. Jonge kindernestraffen en belonne, maar ze begrijpen niet waarom. Omdat mensen kinderen persoon in wording zijn behandel je alsof ze al persoon zijn. Opvoeding aps vanaf 6/7 jaar als ze kunnen reageren op morele oproep. Opvoeding pas klaar als ze hun eigen persoon kunnen realiseren, dus verantwoordelijk zijn voor eigen gedrag.

 

Lichaam geest probleem is achtergorndinfo die ze overslaat

Slide 12 Implicaties Aantekeningen

Hierover al gehad.

Demarcatie betekent afbakening. Dit verhaal invloed op afbakenening van wat wij vinden waar pedagogoen zich mee bezig houden

Slide 13 Het lichaam-geest probleem
Geen aantekeningen; slide is overgeslagen tijdens hoorcollege

Slide 14 Denkende machines
Geen aantekeningen; slide is overgeslagen tijdens hoorcollege

Slide 15 Proefvraag Aantekeningen
 

Antwoord:

Bassie kan zich niet bewustijzn over wat hem overkomen is en beschikt niet over vermogen tot reflectie (instinct, Umwelt) om hierover na te denken.

 

Hij kan dus hogostens tijdelijk lichamelijk ongemaker ervarne maar het niet jamemr vinden dat hij niet meer voor nageslacht kan zorgen (2e orde wilstoestanden).

 

Sterker nog: hij kan zich dat helemala niet realiseren (zelfreflectie).

Check page access:
Public
Check more or recent content:

Hoorcollege aantekeningen vak Werken aan Normatieve Professionaliteit, Universiteit Utrecht, Bachelor 1, blok 3 2021

Werken aan Normatieve Professionaliteit: Hoorcollege week 1 (Introductie en argumentatieleer)

Werken aan Normatieve Professionaliteit: Hoorcollege week 1 (Introductie en argumentatieleer)

Slide 1-3 is inhoudsopgave en info over tentamen

Slide 4-5 Wat is filosofie? & Dimensies
Aantekeningen:

 

Ethiek: houdt bezig met wat goed en juist is. Nadenken over wat het juist is om te doen in bepaalde siutaties. Tools om ethische discussies goed te kunnen voeren. Oefenen met analyseren van dat soort discussies.

 

Wijsgerige antropologie: wat is de mens en hoe leren mensen en hoe onderscheiden mensen zich van andere wezens. In pedagogiek spitsen we dat toe op mensbeeld. Dat beinvloedt manier waarop we kijken naar handelen in de prkatijk; wat je wel en niet goed vindt. Die basis is kennis in de manier van logisch rederen voor in praktijk.

 

Epistemologie: kennisleer. Wat is kennis, wat is waardenkennis

Wetenschapsfilosofie: hoe ontwikkelt wetenschap zich?

Slide 6 (Wat heeft een pedagoog aan filosofie?)
Aantekeningen:

 

Kritische reflectie op je eigen handelen en op het handelen van anderen en ook op beleidsontwikkelingen en de keuzes die je maakt, bijv in orthopedagogiek bij behandelen en diagnosticeren. Kritisch nadenken over waarden van je advies en manier waarop je communiceert. 

 

In de studie gaat het vaak om heb ik het goed gedaan? Kan ik mijn handelen onderbwouen met literatuur, heb ik stappen goed uitgevoerd etc. Belangrijk zaken op orde te hebben en vanuit wetenshcappelijke kennis handelen te sturen. Maar naast heb ik het goed gedaan, kan je vragen heb ik er goed aan gedaan. Pedagogische prudentie: wenselijkheid van je handelen. Wenselijkheid van beleid, van keuzes die je maakt. Waarom is het belangrijk, welke argumenten hebben we ervoor.

 

Voorbeeld: door corona hebben veel kinderen niet onderwijs kunnen volgen waar ze recht op en baat bij hebben. Invloed op ontwikkeling van kinderen mogelijk. Pedagoog doet goed als hij gaat analseren wat achterstanden zijn en nadenken over hoe int te halen. Daar doet de pedagoog het goed door kennis en vaardigheden inzetten. Maar ook moet hij zich afvragen of hij er goed aan doet meteen bij te spijkeren. Hij hoeft er niet automatisch gericht op te zijn bij te spijkeren. Dat is de vraag heb ik er goed aan gedaan. Dat is reflectie en nadenken over veronderstellingen.

 

Ander voorbeeld. Effectiviteit: heb ik het goed gedaan. Normativiteit: heb ik er goed aan gedaan.

Het is effectief ze zo aan het rek te laten hangen voor olympisch team. Maar vind je ht ook okee dat dat gebeurt? Vinden we het juist, is het rechtvaardig? Moeten we kinderne wel op die manier stimuleren om in dit geval turner te worden?

Slide 7 Overzicht argumentatieleer
Aantekeningen:

Argumentatieleer is deel van de logica. Oplossen van meningsverschillen staat

.....read more
Access: 
Public
Werken aan Normatieve Professionaliteit: Hoorcollege week 2 (Rechten en plichten) Universiteit Utrecht

Werken aan Normatieve Professionaliteit: Hoorcollege week 2 (Rechten en plichten) Universiteit Utrecht

Slides 1-4 (titeldia, inhoud college 2, analyseren van argumentatie, overzicht ethiek)
Geen aantekeningen; inleidende slides

Alleen bij analyseren van de argumentatie de volgende aantekeningen:

*probleem is dat schrijver van eerste stukje eigen verhaal van maakt, hij gaat niet in op het standpunt van ICC. Plus wat hij aandraagt zijn eigenlijk geen argumenten te noemen, het is niet onderbouwd. Het is geen argumentatie, maar een emotionele reactie. Kijk dus ook goed, wat is het stpandpunt, waar reageert iemand op, reageert iemand wel op het standpunt en ondersteunen de argumenten het standpunt wel.

Argumenten waarom auteur vind dat hoofdstandpunt overeind blijft, in 3 clusters van argumenten. Jammer dat laatste argument. Probeer goed na te gaan of je je niet mee laat slepen door emoties. Herkennen we drogredenen? Docent zegt we kijken naar inhoud, terwijl drogreden gaat om wat logisch niet past. Bijv. autoriteitsargument dat hij iemand persoonlijk aanvalt, is wel drogreden. Status van iemand aanvallen ipv wat degene die meld. Die laatste uitspraak vliegt natuurlijk helemaal de bocht uit. Als iets niet onderbouwt wordt, is dat op inhoud, maar das niet dan per se een drogreden. Kijk naar fouten in de logica van argumentatie.

Slide 5 Ethiek Aantekeningen

Juridisch: mag het volgens de wet?
pratkisch: werkt het?
ethis: ishet rechtvaardig?

Voorbeeld: mag regering vrijheid beknotten door avondklok in te voeren? Vaak worden juridische, praktisch en ethische antwoorden door elkaar gehaald. De wet staat het toe dat onder omstandigheden iets mag of kan. Praktisch antwoord kan zijn als er voldoende bewijs is dathet bijdraagt aan aantal coronabesmettingen, dan goe dom te doen. Das niet ethisch, je kijkt puur wat werkt en niet werkt. Ethisch antwoord is afweging verschillnede belangen. Bijv. in uitzonderlijke siutatie als deze moetne rechten en vrijheiden van burgers afgewogen tegen belang volkgezoendheid en bewegingsvrijheid weegt hier dan minder zwaar. Afwegen van verschillende belangen. Ethiek gaat niet om vraag of het wel of niet mag of handig is, maar of het juist/rechtvaardig is. Ethiek is niet van de juiste en goede antwoorden. Het verwijst meer naar mnanier van redeneren. Ethische argumentatie kan ook zijn dat avondklok juist niet ingesteld moet worden. Wat is juist om te doen; hoe weeg ik belangen verschillende betrokkenen mee?

Ander voorbeeld. Gemende huwelijken mogen niet toegestaan worden kan je best ethisch onderbouwen. Bijv. vanuit idee dat scheiding van alle rassen het beste is omdat anders unieke eigenschappen verwateren. Boveniden kan pedagogisch bezwaar dat je kinderen met loyaliteitesconlfict opzadelt, tot welke groep behoor ik/waar mijn identietit vandaan. Ondanks dat sommigen misschien kwaad worden hiervan, maakt de argumentator wel een afweging van belangen. Feit dat je op inhoud van argumenten kritiek op lkan leveren is prima, maar het is wel een ethisch antwoord, uitgaande van juiste en geode is om te doen. Dus geen deugdenleer maar manier van redeneren. Dit is belangrijk, omdat in sommige opleidingen ethiek wordt gezien als overdragen van beroepscode, hoe je behoort te gedragen. Dat is geen ethiek, kan wel de uitkomst van een ethische

.....read more
Access: 
Public
Werken aan Normatieve Professionaliteit: Hoorcollege week 3 (Ethiek 2) Universiteit Utrecht

Werken aan Normatieve Professionaliteit: Hoorcollege week 3 (Ethiek 2) Universiteit Utrecht

Slide 1-2 Titeldia & Inhoud college 3
Geen aantekeningen

Slide 3 Utilitarisme versus deontologie Aantekeningen

In ethische discussie worden deze argumenten gebruikt; onderscheid is belang, want in ethiek is de vraag wat is juist/wat is het goede om te doen.

 

In ethische argumentatie kan ook worden gekeken naar wat praktisch haalbaar is of volgens de wet mag, maar weet wel wat het verschil is tussen praktische, juridische en ehtische argumenten.

 

Wegen van verschillende belangen kwam terug bij haar vertrek uit baarn. Ethische afweging is gewogen besluit tussen verschillende belangen die spelen.

 

Tekst van singer was oefening waarbij 2 dimensies terugkwamen. Oefening om te kijken wat is nu utilitaristisch en deontologisch.

 

Utilitarisme wordt ook wel consequentionalisme genoemd. Om te kijken wat juiste is om te doen kijk je naar wat beste ocnsequenties heeft voor zoveel mogelijk betrokknen.

 

Er zin ook stromingen die niet kijken naar gevolgen, maar nar beste principes. Juist en rechtvaardig ongeacht consequenties.

Slide 4 Is alles betrekkelijk? Aantekeningen

Je maakt in die afweging wat juist is gebruik van waarden en normen.  Het zijn geen feiten waarvan juistheid aan te tonen is. Wat betekent dat dat het betrekkelijk is?

 

Voorbeeld: orthodox joods is onderwijs voor jongens principieel anders dan voor meisjes vanuit orthodoxe jodendom. Meiden hebben een andere taak in het volwassen leven namelijk. De overtuiging binnen die groep is dat het beste is voor die kinderen, want zo voorbereid op rol in gemeenschap en dus ok voor gemeenschap. Dus overtuiging dat dit beste is om te doen. Moeten we dit als pedagogen accepteren omdat waarden en normen verschillen en geen feiten zijn, of moeten we in objectieve termen denken zoals vinden we dit wel goed voor kinderen en moeten we dit bij wet verbonden. Waarden en normen zijn tijd en plaatsgebonden, betekent dat dan gelijk dat ze betrekkelijk zijn, of is het zo dat er bepaalde cutluurhistorisch overstijdigende principes kunnen onderscheiden.

In ethiek is sprake van funderingsprobleem. Er is geen empriisch bewijs voor bepaalde warde en normen. Worden wel feiten aangevoerd ter onderbouwing, maar er zijn geen feiten waaruit automatisch normen afgeleid kunnen wordne. Uit een feit kan je geen norm afleggen à de logisch ekloof tussen zijn en behoren. Uit hoe iets is valt niet af te leiden hoe je moet handelen. Er zijn wel 2 kampen onderscheidden.

 

Aan ene kant objectivisme. Iedereen heeft eigen waarden en ormen, maar zijn tijds en cultur principies waarbij hierarchie te maken is; deze waarden en normen zijn beter dan

.....read more
Access: 
Public
Werken aan Normatieve Professionaliteit: Hoorcollege week 4 (Wijsgerige antropologie) Universiteit Utrecht

Werken aan Normatieve Professionaliteit: Hoorcollege week 4 (Wijsgerige antropologie) Universiteit Utrecht

Slide 1 & 2 (Titeldia en Inhoudsopgave)
Geen aantekeningen

Slide 3 Wijsgerige antropologie Aantekeningen

Ieder mens heeft beeld van wat mensen en kinderen zijn en dat heeft invloed op de manier waarop we handelen. Bepaalde interventies of keuzes voor manier waarop je met mensen omgaat ligt mensbeeld aan ten grondslag. Bijv waarom je bepaald beleid belangrijk vind. Iedereen heeft mens en kidn beeld. Hoe expliciet je dat hebt verschilt, maar is van invloed hoe je als pedagoog gaat handelen. Overal te maken met eigen mensbeeld.

 

Dit is korte inleiding. Invoorbeelden van concepten gaat ze teruggrijpen op deze concepten en idee dat mensbeel dje kan sturen wordt duidelijk.

Slide 4 Oude dode Duitsers Aantekeningen

 

Eigenlijk kritische update van biologische antropolgie. Globaal idee als achtergrond voor H4. in H4 vraag van Hees zich af o klassieke concepten als bewustzijn en vrijew il wel bruikbaar zijn om het menselijke te duiden. Kent oorpsrong in biologoich antorpolige. Ontstond in DE vorige eeuw. Volgens biol antrop verschilt mens principieel van dier. Mensen zijn cultuurwezens en dieren natuurzwezens. Dieren vallen samen met natuur/instincten. Mens is cultuurwezen en heeft uitzonderingspositie tov alle andere levende wezens. Mens komt onaf ter wereld en dat zorgt voor openheid en plasticiteit. Tegelijktijd daarmee mogelijkheid te leren en zijn opvoedbaar. Dieren daarnetgen volgens biol antro hebben vast instinct en hebben daarmee slechts uitsnede van werkelijkheid die ze kunnen waarnemen. Ze komen af ter wereld en zijn niet opvoedbaar. Wel trainbaar; je kan ze trainen op zaken die aansluiten bij aangeboren instincten. Omdat ze reageren vanuit instincten vallen ze samen met hun eigen lichaam. Cnetrische positionaliteit. Ze  kunnenit niet reflectern op zelf, maar alleenr eageren op aangeboren instincten. Mensen wrodne gekenmerktne volgens biol antro worden gekwenert door exentricsh; dat je kan reflecterne op jezelf. Di eopenheid en plastiicitet zorgt dat je dingen kan leren maar ook kritisch naar jezelf kan kijken.

 

Eri si dus principelee verschi. Dieren gebonden aaninstict en gebonden aan wat ze geltraind krijgen. Ze zijn niet vrij; automatischr eactie op prikkel. Maar mensen vrij. Door exentrisceh positaltien

.....read more
Access: 
Public
Werken aan Normatieve Professionaliteit: Hoorcollege week 5 (Epistemologie & wetenschapsfilosofie) Universiteit Utrecht

Werken aan Normatieve Professionaliteit: Hoorcollege week 5 (Epistemologie & wetenschapsfilosofie) Universiteit Utrecht

Slides 1 & 2: Titeldia en Inhoudsopgave
Geen aantekeningen

Slide 3 Proefvraag Aantekeningen

Een wijsgerig antropolig zou hiertegenin kunnen brengen dat een dier zijn leven niet zo belangrijk is voor hem als dat van Paul mc Cartney dat bij zichzelf heeft. Niet elk wezen heeft namelijk zelfbewustzijn en zelfbepaling. Dat houdt in dat niet elk wezen een tweede orde van wilstoestanden heeft, niet elk wezen heeft een wil over zijn wil, ofwel niet elk wezen bevat reflexiviteit op zijn eigen wil. Personen hebben dit wel, zij kunenn reageren op morele oproepen. Er is dus zelfbepaling. Daarnaast is er door de reflexiviteit zelfbewustzijn; personen verhouden zich tot hun omgeving. Als we naar het gedrag van het vis kijken, lijkt een vis zich niet te verhouden tot zijn omgeving en context. De vis lijkt geen reflexiviteit te hebben. Daardoor kan men zeggen dat de vis zijn leven niet voor hem net zo belangrijk is als Paul zijn leven voro hem. De vis is immers niet zelfbewust.

Slide 4 Epistemologie: soorten kennis Aantekeningen

 

Hoe komen we tot ware kennis.

 

Praktische kennis is weten hoe; vaardigheden. Hoe bereid je gehakt, hoe strik je veters etc.

 

Hier hebben we veel over propositionele kennis; weten dat. Bijv hoe laat de trein gaat, dat 3x3 9 is en dat A’dam hoofdstad Nl is. Je ziet dat weten dat heel breed is. Mensen menen kennis te hebben van uiteenlopende zaken. Verschillende soorten propositionele kennis.

-bijv. 3x3=9. dit soort dingen kan je raadplegen. Door bijv rekenboek of treintijden. Geen wetenschappelijk onderzoek noodzakelijk
-Zoals weten dat je ziel onsterfelijk is. Is niet onomstotelijk aan te tonen, je kan het niet bewijzen, je bent er zelf van overtuigd
-Als we het over kennis hebben, dan we hbben we het over propositionele kennis die toestbaar is. Toetsbare uitspraak hoe dingen zijn of hoe dingen werken. Je moet in wetenschap kennisclaims juistheid aantonen.

 

1e is heb je geen onderzoek bij nodig, dat zijn afspraken. Bijv. hoe je bepaalde woorden spelt. 3e dus wel onderzoek nodig.

Slide 5 Epistemologie: wat is kennis? Aantekeningen
 

Epistemologie houdt zich bezig met aard van kennis. Welke weg komen we tot kennis?

Empirisme: waarneming. Als stroming doorslaggevend voor moderne wetenschap. Die begint bij logisch positivisten. Volgens hen vertrouwen op zintuigen; dat is toegang tot werkelijkheid; observeren/onderzoek doen via onze zintuigen. Niet alle kennis via zintuigelijke waarneming klopt, maar is enige instrument überhaupt iets te zeggen

.....read more
Access: 
Public
Werken aan Normatieve Professionaliteit: Hoorcollege week 6 (Wetenschapsfilosofie & Responsie) Universiteit Utrecht

Werken aan Normatieve Professionaliteit: Hoorcollege week 6 (Wetenschapsfilosofie & Responsie) Universiteit Utrecht

Slide 1 & 2 Titeldia en Inhoudsopgave
Geen aantekeningen

Slide 3 Standaardbeeld van wetenschap: wetenschap als producent van de waarheid Aantekeningen

Advertising: the use of the undisputed credibility of science and scientists

 

(mostly) middle aged men in white lab/doctor’s coats who assure you that the product they recommend works incredibly well
Helps manage blood sugar… compared to something that will definitely make your blood sugar peak
Clinically proven… (self evaluation… )
Scientifically proven to treat acne… yes but what are the results? did it work? Better than cleaning your face with water and soap?
The use of histograms

Standaardbeeld van wetenschap wordt door reclames gebruikt. Bedoeling van wetenschappelijk jargon is mensen overtuigen. Maar wel op randje van wat mag. Creatieve oplossingen waarbij vraag of het wel waar is.

Eigenlijk iets beweren wat niet waar is. Crème dermatologisch effectiviteit onderzocht (dus niet bewezen). Shampoo TOT 100% roosvrij haar.

 

Wetenschap stat gelijk aan waarheidsvinding en vooruitgang. Kennis wordt verfijnder en adequater. Wetenschappelijk onderzoek is betrouwbaar en wetenschappers integer mensen zonder politieke agenda. Dat izjn de claims die gemaakt worden.

Slide 4 De andere kant: wetenschap als ook maar een mening Aantekeningen

 

Fake news and alternative facts: the crumbling status of science

 

Can the post truth movement we see today be justified?

If there is no undisputable truth?

If what we consider the truth changes in time (historical)

True as in ideological truth (beliefs, values)

True as in truth of testabel knowledge????

 

---------

 

Wetenschap als ook maar een mening. Aan ene kant onbetewijfelbare objectiviteit van standaard beeld van

.....read more
Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

How to use more summaries?


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1433 1 1
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.