HC12+13: Update cardiovasculaire fysiologie
Diagnostiek
Beeldvorming:
De meest gebruikelijke manier om plaatjes van het hart te maken is via een echo. Echter zijn er nog vele andere manieren, die wat lastiger uit te voeren zijn.
Hartfunctie bepalen:
De preload en afterload zijn zeer belangrijke parameters die gebruikt worden om de functie van het hart in te schatten. Eventuele hartproblemen kunnen eerder ontdekt worden door de patiënt te laten inspannen.
“The box”:
“The box” is een project waarbij patiënten een doos mee naar huis krijgen met apparatuur waarmee ze zelf hun hartfunctie kunnen meten. De resultaten worden vervolgens naar de cardioloog gestuurd.
Determinanten van hartfunctie
Er zijn verschillende determinanten van de hartfunctie:
- Anatomie
- Cardiovasculaire interacties en laad-condities
- Neuro-hormonale systemen
- Electrische activatie
- Als een hartspiercel elektrisch geactiveerd wordt, gaat hij contraheren
- Excitatie-contractie
- Contractiemechanismen
Om de functie van het hart te bepalen, moet de arts dus een duidelijk beeld hebben van hoe het cardiovasculaire systeem in elkaar zit. Dit kan gedaan worden door verschillende modellen van het hart en de circulatie te maken.
Rollen van het circulatoire systeem
Het circulatoire systeem heeft meerdere rollen:
- Verspreiding van gassen en moleculen voor voedingsstoffen, groei en herstel
- O2
- CO2
- Koolhydraten
- Aminozuren
- Lipiden
- Vitamines
- Mineralen
- Chemische signalen verspreiden via hormonen en neurotransmitters
- Thermoregulatie
- Het immuunsysteem mediëren
Zuurstof
Zuurstof wordt voor het grootste deel vervoerd door hemoglobine. De zuurstofspanning in het bloed bepaalt wat de hemoglobine-saturatie kan zijn → bij 100 mm Hg zuurstofspanning is de saturatie 100%. Dit verschilt in de arteriën en venen:
- Arterieel
- Zuurstofspanning: 100 mm Hg
- Hemoglobine-saturatie: 100%
- Veneus
- Zuurstofspanning: 40 mm Hg
- Hemoglobine-saturatie: 75%
De zuurstofsaturatie wordt bij inspanning lager.
Alveolaire zuurstofdruk:
De luchtdruk in de omgeving is 760 mm Hg, waarvan 21% zuurstof is → de PO2 in de omgevingslucht is 159 mm Hg. Dit is de partiële zuurstofspanning die ingeademd wordt. Bij inademing komt er waterdamp bij de lucht. Waterdamp heeft een druk van 47 mm Hg, waardoor geldt:
- PO2 = 0,21 x (760 – 47) = 149 mm Hg
De PO2 daalt in de alveoli verder tot 100 mm Hg doordat CO2 uit de circulatie een deel van de druk op zich neemt. De respiratoire quotiënt (RQ) is 0,8 → voor elke 10 O2 moleculen komen er 8 CO2 moleculen terug. Vaak is de PCO2 40 mm Hg. De formule voor de alveolaire zuurstofdruk (PAO2) is dus als volgt:
Zuurstofconsumptie:
Er kan op verschillende manieren worden gezorgd dat er meer zuurstof wordt geleverd:
- Hogere flow
- Bij iedere passage meer zuurstof afgeven
Iedere liter bloed kan 200 ml zuurstof bevatten als deze 100% gesatureerd wordt. Van arterieel naar veneus wordt hier 65% van afgegeven. Gemiddeld is er een saturatie van 75% in de venen. Bij inspanning kunnen er door de milt meer erythrocyten vrijgemaakt worden, waardoor het hemoglobinegehalte stijgt.
Energieconsumptie en efficiëntie
Cardiale energieconsumptie en efficiëntie wordt bepaald door:
.....read more
Add new contribution