Begrippenlijst Hoofdlijnen Nederlands Recht

Alfabetische lijst met de belangrijkste begrippen uit Hoofdlijnen Nederlands Recht van Loonstra (10e duk)

Kern begrippen

  • Aandelen zijn het bewijs dat je deel uit maakt van het eigen vermogen van de nv of de bv.

  • Aanhouden is de bevoegdheid van de politie om verdachten mee te nemen en te verhoren.

  • Aanvullend recht is het recht dat wel in de wet is opgenomen, maar alleen geldt als partijen er onderling geen andere afspraken over hebben gemaakt.

  • Aanvullende schadevergoeding is het eisen van vertragingsschade of gevolgschade.

  • Abbb is een afkorting voor 'algemeen beginsel van behoorlijk bestuur', beginselen die horen bij het ongeschreven recht, maar waarvan de bestuursorganen wel verplicht zijn deze in acht te nemen.

  • Absolute bevoegdheid gaat over de vraag welk soort gericht bevoegd is een geschil te behandelen.

  • Absoluut recht is een recht dat in principe tegenover iedereen handhaafbaar is.

  • A-contrarioredenering is de redeneervorm waarbij de rechter ervan uit gaat dat een rechtsregel uitsluitend is bedoeld voor de gevallen die zijn genoemd in de wet en dus niet voor de gevallen die niet worden genoemd.

  • Actief kiesrecht is het recht om op iemand te stemmen.

  • Adequatieleer betekent dat de omvang van de schade wordt vastgesteld door te kijken naar welke schade redelijkerwijs was te voorzien.

  • Administratief beroep is een situatie waarin tegen een beschikking kan worden opgekomen bij een ander overheidsorgaan dat diegene die de beschikking in eerste instantie heeft goed- of afgekeurd.

  • Administratieve rechtspraak is rechtspraak waarbij er wordt opgekomen tegen een beschikking.

  • AMvB is een afkorting voor 'Algemene Maatregel van Bestuur', een wet of regel die afkomstig is uit de regering.

  • Algemeen verbindende voorschriften zijn besluiten die zijn vastgesteld door organen die daarvoor hun bevoegdheid ontlenen aan de Grondwet of een wet in formele zin.

  • Algemene voorwaarden zijn voorwaarden die op voorhand worden opgesteld en gelden voor iedereen die een overeenkomst met die partij aangaat.

  • Attributie is de toekenning van wetgevende bevoegdheden aan verschillende staatsorganen.

  • Arrest is een uitspraak van het gerechtshof of van de Hoge Raad.

  • Beheersdaden zijn de activiteiten die binnen een onderneming verricht worden binnen de doelstelling van de onderneming.

  • Beleidsregels zijn regels die door een bestuursorgaan in acht moeten worden genomen bij het goed- of afkeuren van een beschikking. Dit vormt een beperking op de discretionaire bevoegdheid.

  • Beperkt recht is het recht dat is afgeleid uit een moederrecht, een meer omvattend recht. Beperkte rechten zijn altijd absolute rechten.

  • Beschikking is een besluit dat afkomstig is van een bevoegd overheidsorgaan, dat gericht is op een bepaald aantal personen en gericht is op een rechtsgevolg. Een beschikking wordt afgegeven op grond van een publiekrechtelijke bevoegdheid.

  • Beschikkingsbevoegdheid: We noemen iemand beschikkingsbevoegd als deze persoon eigenaar of rechthebbende is van een goed. Dit is van belang bij eigendomsoverdracht.

  • Beschikkingshandelingen zijn alle activiteiten van ondernemingen die niet als beheersdaden kunnen worden aangemerkt.

  • Besluit is een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, waarin een publiekrechtelijke rechtshandeling wordt vermeldt.

  • Bestuursrecht is het recht tussen overheid en burger.

  • Bezitsverschaffing is het verschaffen van het bezit van een goed is een vereiste voor de overdracht van een zaak.

  • Blote rechtsfeiten zijn gebeurtenissen waaruit een rechtsgevolg volgt zonder dat iemand in staat is daar invloed op uit te oefenen.

  • Burgerlijk recht is het recht tussen burgers onderling. Wordt opgesplitst in het personen- en familierecht en het vermogensrecht.

  • Cassatie is het na het hoger beroep aanhangig maken van een zaak bij de Hoge Raad.

  • Causaal verband houdt in dat er een rechtstreeks verband moet zijn aan te wijzen tussen de onrechtmatige daad en de daaruit voortgevloeide schade.

  • Cautie is de mededeling aan de verdachte voor het verhoor waarin wordt vermeldt dat de verdachte niet verplicht is te antwoorden.

  • Commanditaire vennootschap is een onderneming waar naast beherende vennoten ook stille vennoten aanwezig zijn.

  • Concern is een aantal rechtspersonen die onder gemeenschappelijke leiding staan.

  • Concurrentiebeding is een clausule in de arbeidsovereenkomst waarbij de werkgever de mogelijkheden voor de werknemer te gaan werken bij concurrerende bedrijven beperkt.

  • Constitutum possessorium is de situatie waarin een eigenaar van een roerende zaak hiervan houder wordt.

  • Collegiale rechtspraak is rechtspraak die door drie tot vijf rechters wordt gedaan.

  • Constitutieve beschikking is een beschikking die recht schept, waarbij nieuwe rechten en plichten in het leven worden geroepen.

  • Coöperatie is een vereniging die is opgericht bij notariële akte met als doel winst uit te keren naar de leden.

  • Dagvaarding is het schriftelijk stuk waarmee de gedaagde wordt opgeroepen op een bepaalde plek en tijd voor de rechter te verschijnen. De dagvaarding wordt opgesteld door de advocaat van de eisende partij en wordt afgeleverd door de deurwaarder.

  • Decentralisatie is de situatie waarin de staatsmacht niet bij één centrale overheid ligt, maar verdeeld is over verschillende niveaus.

  • Delegatie is het overdragen van een wetgevende bevoegdheid door een staatsorgaan aan een ander orgaan dat de bevoegdheid onder eigen naam en verantwoordelijkheid gaat uitvoeren.

  • Delict is een strafbaar feit, wordt opgesplitst in overtredingen en misdrijven.

  • Delictsomschrijving bevat de bestanddelen die zijn neergelegd in de wet waarin een verdachte moet voldoen voordat er gestraft kan worden.

  • Discretionaire bevoegdheid houdt in dat een bestuursorgaan zelf mag beslissen wat de voorwaarden zijn om een vrije beschikking af te geven. Dit valt onder beleidsvrijheid.

  • Doelmatigheidstoets is het juridisch beoordelen van beschikkingen op beleidsmatig, economisch en financieel gebied.

  • Doen plegen is de vorm van deelneming waarbij de pleger van feit zelf niet strafbaar is.

  • Dwingend recht is recht waarvan partijen onderling niet mogen afwijken.

  • Eenmanszaak is een onderneming waarbij er sprake is van één eigenaar en kapitaalverschaffer.

  • Eenzijdige overeenkomst is een overeenkomst waarbij er slechts één verbintenis ontstaat die niet wederkerig is.

  • Eigendomsrecht is het meest omvattende recht dat iemand op een zaak kan hebben.

  • Eis van conformiteit betekent dat een verkochte zaak de eigenschappen moet hebben die je als koper mag verwachten.

  • Europese Raad is de instelling van de Europese Unie die bestaat uit alle staats- en regeringsleiders van de lidstaten.

  • Exoneratiebeding is de clausule waarbij één van de partijen haar aansprakelijkheid uitsluit.

  • Formeel recht is het recht dat betrekking heeft op het proces.

  • Garantieverplichting is de clausule waarin één van de partijen zich verplicht tot het vergoeden van eventuele schade.

  • Gebonden beschikking is een beschikking waarvan een wet in materiële zin wel heeft bepaalt wanneer de beschikking moet worden goed- of afgekeurd. Dit in tegenstelling tot bij de vrije beschikking.

  • Gedeputeerde Staten is het dagelijks bestuur van de provincie.

  • Gelede normstelling is de toepasselijkheid van een rechtsregel is in meerdere, met elkaar samenhangende, regelingen te vinden.

  • Gelijkheidsbeginsel is de algemene maatregel van behoorlijk bestuur, bij besluiten van een overheidsorgaan dienen gelijke gevallen gelijk behandeld te worden.

  • Genuszaak is een zaak die niet geïndividualiseerd is.

  • Gewoonterecht is een rechtsbron die bestaat uit ongeschreven recht, waar men naar handelt omdat ze het zien als een rechtsplicht zich zo te gedragen.

  • Grondwet is de wet die de inrichting van de staat regelt.

  • Grijze lijst is een opsomming in de wet van algemene voorwaarden waarvan vermoedt wordt dat deze onredelijk bezwarend zijn.

  • Handelingsonbekwaamheid houdt in dat minderjarigen, onder curatele gestelden en mensen die op rechterlijk bevel in een psychiatrische inrichting zitten geen onaantastbare rechtshandelingen kunnen verrichten.

  • Handelsregister is een overzicht van alle ondernemingen in een bepaalde regio, zoals bekend bij de kamer van koophandel.

  • Hoger beroep is het rechtsmiddel waarbij men opkomt tegen een rechterlijke uitspraak in eerste aanleg.

  • Horizontale werking van grondrechten is de situatie waarin grondrechten ook werken tussen burgers onderling en niet alleen in de relatie overheid – burger.

  • Ingebrekestelling is de schriftelijke mededeling aan de debiteur om binnen een bepaald termijn het contract na te komen.

  • Intergouvermentele organisatie is een internationale organisatie die in tegenstelling tot de supranationale organisatie niet in staat is lidstaten tegen hun wil in te binden aan een bepaald besluit.

  • Internationale organisatie is een organisatie die is ontstaan door middel van een verdrag.

  • Interpretatiemethode zijn methoden die de rechter helpen een deel van de wet uit te leggen.

  • Jurisprudentie betekent rechterlijke uitspraken.

  • Kettingbeding is een clausule in een contract waarbij twee partijen overeenkomen dat bij een toekomstig nieuwe eigenaar van een zaak het contract zal blijven gelden. Valt vaak samen met een boetebeding.

  • Klassieke grondrechten zijn de basisrechten die de grenzen voor de staat aangeven.

  • Kort geding is de rechtsprocedure die wordt gebruikt bij spoedeisende zaken.

  • Kwalitatieve verbintenis is een verbintenis die ontstaat uit wet of uit overeenkomst en werkt niet alleen tegen diegene met wie je een contract hebt gesloten, maar ook tegen derden.

  • Legaliteitsbeginsel is het beginsel in het strafrecht dat bepaald dat een feit alleen strafbaar is als er voor het begaan van het feit een wet bestond die het feit strafbaar stelde.

  • Mandaat is de bevoegdheid van een lager bestuursorgaan om in naam en onder verantwoordelijkheid van een hoger bestuursorgaan beschikkingen uit te geven.

  • Marginale toetsing houdt in dat de rechter alleen beoordeeld of een bestuursorgaan in redelijkheid tot het besluit heeft kunnen komen.

  • Materieel recht zijn alle rechten en plichten die een rechtssubject heeft.

  • Medeplegen is de vorm van deelneming waarbij het strafbare feit door meerdere personen wordt begaan.

  • Medeplichtigheid is de vorm van deelneming waarbij de medeplichtige enkel behulpzaam is geweest.

  • Ministeriele regeling is een wet die is uitgevaardigd door een minister.

  • Moederrecht is een recht dat met een beperkt recht is bezwaard. Het gaat hierbij om een eigendomsrecht, een ander absoluut recht of een geldvorderingrecht.

  • Monarchie is een staatsvorm waarbij het staatshoofd via vererving wordt aangewezen.

  • Monistisch stelsel is het stelsel waarin een democratisch gekozen orgaan en een bestuursorgaan nauw samenwerken.

  • Monopoliepositie betekent dat alleen de staat straffen mag opleggen, er heerst een verbod van eigenrichting.

  • Motie is een oordeel van de Kamer over het beleid van een minister.

  • Motiveringsbeginsel is de algemene maatregel van behoorlijk bestuur, bestuursorganen moeten hun besluit deugdelijk motiveren.

  • Nakoming is het vorderen van datgene dat in het contract is opgesteld.

  • Nachtwakersstaat is een staat die zich zeer terughoudend opstelt.

  • Nietige rechtshandeling is een rechtshandeling die wordt geacht nooit te hebben bestaan.

  • Objectief recht is de verzameling van het positieve recht dat voortkomt uit de wet, het verdrag, de jurisprudentie en de gewoonte.

  • Onderlinge waarborgmaatschappij is een vereniging die met haar leden verzekeringsovereenkomsten afsluit.

  • Ondernemingsraad is het vertegenwoordigende orgaan van de werknemers binnen een bedrijf. Moet verplicht worden ingesteld wanneer er meer dan 50 werknemers zijn.

  • Ondernemingsrecht is het recht wat betrekking heeft op bedrijven.

  • Ongerechtvaardigde verrijking is de situatie waarin er wel sprake is van een rechtsverhouding en waarbij iemand ten koste van een ander op onredelijke gronden voordeel behaald.

  • Onrechtmatige daad betekent iets doen of nalaten dat in strijd is met een wettelijke plicht of het ongeschreven recht, of een inbreuk maken op een recht van een ander.

  • Onverschuldigde betaling is het betalen aan een ander zonder dat daar een juridische verplichting voor bestond.

  • Opportuniteitsbeginsel is het recht dat de officier van justitie heeft om af te zien van vervolging.

  • Passief kiesrecht is het recht om zelf gekozen te worden.

  • Personeelsvergadering is het afgeleide van de ondernemingsraad bij bedrijven die tien tot vijftig werknemers in dienst hebben.

  • Personeelsvertegenwoordiging wordt ingesteld op initiatief van de werknemers binnen een bedrijf dat tussen de tien en de vijftig werknemers heeft.

  • Plan is een overzicht van toekomstige plannen van de overheid.

  • Poging is de situatie waarbij de dader het voorgenomen strafbare feit niet volledig heeft uitgevoerd door een gebeurtenis die losstaat van de wil van de dader.

  • Privaatrecht is een ander woord voor burgerlijk recht.

  • Procederen is het geschil voor de rechter brengen.

  • Procureur-generaal is degene die werkzaam is voor openbaar ministerie en adviezen schrijft voor de civiele kamer van de Hoge Raad.

  • Provinciale Staten is het orgaan op provinciaal niveau dat wordt samengesteld door de inwoners van die provincie.

  • Publiekrecht is het recht tussen overheid en burgers.

  • Raad van Europa is de internationale organisatie waarbij alle landen in Europa zijn aangesloten om de culturele, sociale en juridische banden te verstevigen.

  • Raad van de Europese Unie is het orgaan van de Europese Unie die bestaat uit alle ministers van de lidstaten.

  • Raadsheer is een rechter die werkzaam is bij het gerechtshof of de Hoge Raad.

  • Rechtmatigheidstoets is het toetsten van beschikkingen aan de wet en aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.

  • Rechtshandeling is een rechtsfeit met een rechtsgevolg dat ook beoogd is. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen privaatrechtelijke en publiekrechtelijke rechtshandelingen en eenzijdige en meerzijdige rechtshandelingen.

  • Rechtspersoon is een rechtssubject, een zelfstandige drager van rechten en plichten. Hieronder vallen de nv, de bv, de vereniging, de coöperatie, de stichting en de onderlinge waarborgmaatschappij.

  • Rechtvaardigingsgrond betekent dat een daad door noodweer, overmacht, een wettelijk voorschrift of een ambtelijk bevel niet onrechtmatig is.

  • Redenering naar analogie is de redeneervorm waarbij de rechter bepaalt dat een geval wel onder een wettelijke regeling valt, ook al wordt het specifieke geval niet in de wet genoemd.

  • Registergoed is een zaak of vermogensrecht dat bij overdracht ingeschreven moet worden in de openbare registers.

  • Relatief recht is een recht dat tegen een bepaald aantal personen kan worden gehandhaafd, zoals een verbintenis.

  • Relatieve bevoegdheid heeft betrekking op in welke plaats men moet procederen. Gaat dus om de bevoegdheid van de rechter.

  • Relativiteitsvereiste is de norm die geschonden is, moet wel het belang van de benadeelde beschermen voordat deze in aanmerking komt voor schadevergoeding.

  • Richtlijn is een besluit dat gericht is aan de lidstaten een besluit op te nemen in de nationale wetgeving.

  • Risicoaansprakelijkheid betekent dat ook als iemand zelf geen verwijt te maken valt, deze persoon toch aansprakelijk is voor een onrechtmatige daad voor verschillende groepen personen. Het gaat hierbij om jongeren tot 14 jaar waarbij de ouders aansprakelijk zijn, en werknemers waarvoor de werkgever aansprakelijk is.

  • Schade wordt opgesplitst in vermogensschade en ander nadeel, wat bestaat uit immateriële schade.

  • Schuldaansprakelijkheid betekent dat iemand alleen aansprakelijk is als diegene een verwijt valt te maken ten aanzien van het ontstaan van een bepaalde gebeurtenis.

  • Schulduitsluitingsgronden houdt een vorm van strafuitsluitingsgrond in waardoor de verdachte geen schuld heeft aan het begane strafbare feit. De schulduitsluitingsgronden zijn overmacht, noodweerexces, niet-toerekeningsvatbaarheid en een onbevoegd gegeven ambtelijk bevel.

  • Sociale grondrechten zijn de basisrechten die de overheid niets verbiedt, maar juist stelt dat de overheid op deze gebieden actie moet ondernemen.

  • Staatsrecht is het recht van de staat.

  • Staten-Generaal is het overheidsorgaan dat bestaat uit de Eerste en de Tweede Kamer.

  • Statuten: Hierin liggen de regels omtrent de organisatie en de organen van een rechtspersoon in opgesteld.

  • Strafrecht is het recht dat ervoor zorgt dat de staat actief kan optreden tegen burgers die de wet overtreden.

  • Strafuitsluitingsgronden houdt in dat hoewel er aan alle bestanddelen van een delict voldaan is, zijn er een aantal gronden waarop de verdachte geen straf kan worden opgelegd. Valt uiteen in rechtvaardigingsgronden en schulduitsluitingsgronden.

  • Subjectief recht is een recht dat een rechtssubject in concreto bezit.

  • Supranationale organisatie is een internationale organisatie waaraan aangesloten lidstaten vrijwillig een deel van hun soevereiniteit opgeven.

  • Tenlastelegging is een onderdeel van de dagvaarding waarin staat wat er is gebeurt en welke strafbare feiten daaruit voorkomen.

  • Traditio brevi manu is de situatie waarin de houder van een roerende zaak hier eigenaar van wordt.

  • Traditio longa manu is de situatie waarin de eigenaar van een zaak deze overdraagt aan een derde in eigendom, terwijl de houder dezelfde persoon blijft.

  • Trias politica is de leer van Montesquieu, die een onderscheid maakte tussen de wetgevend, uitvoerende en rechterlijke macht.

  • Uitlokking is een vorm van deelneming waarbij de initiatiefnemer tot het strafbare feit niet zelf het strafbare feit begaat. De feitelijke pleger is in dit geval ook strafbaar.

  • Uitvoerbaarheid bij voorraad is de situatie waarin de rechter bepaalt dat een executiemiddel zonder schorsing mag worden gebruikt, ook als de tegenpartij een rechtsmiddel instelt.

  • Unusrechtspraak is rechtspraak die wordt uitgevoerd door één rechter.

  • Verbod van analogie is een verbod aan de rechter om feiten die niet in de wet staan vermeldt tot als strafbare feiten aan te merken.

  • Verbod van constitutionele toetsing betekent dat de rechter wetten in formele zin niet mag toetsen aan de Grondwet.

  • Verbod van détournement de pouvoir is een algemene maatregel van behoorlijk bestuur, een overheidsorgaan mag een bevoegdheid voor niks anders gebruiken dan waarvoor de bevoegdheid is afgegeven.

  • Verbod van willekeur is een algemene maatregel van behoorlijk bestuur, een overheidsorgaan moet in redelijkheid tot een besluit zijn gekomen.

  • Verdachte is de persoon waarvan een redelijk vermoeden van schuld bestaat aan een strafbaar feit.

  • Verdrag is een overeenkomst tussen twee (bilateraal) of meer (multilateraal) staten.

  • Verkrijging onder algemene titel houdt alle vormen van eigendomsoverdracht in waarbij niet alleen de rechten maar ook de plichten van het ene naar het andere vermogen overgaan.

  • Verkrijging onder bijzondere titel houdt alle vormen van eigendomsverkrijging in waarbij er enkel rechten overgaan van het ene naar het andere vermogen.

  • Verordening is een besluit van een supranationale organisatie wat alle aangesloten lidstaten bindt.

  • Verstek is de situatie waarin de gedaagde geen gehoor heeft gegeven aan de oproep voor de rechter te verschijnen en ook geen procesvertegenwoordiging heeft gestuurd.

  • Verzet is het rechtsmiddel om in beroep te gaan tegen een verstekvonnis.

  • Vermogensrecht is het recht dat een financiële waarde heeft, zoals een geldvorderingrecht.

  • Vertrouwensbeginsel is een algemene maatregel van behoorlijk bestuur, er dient gehandeld te worden volgens de gewekte verwachtingen van de overheid.

  • Vonnis is de uitspraak van de rechtbank

  • Voorzieningenrechter is de rechter van de sector civiel die optreedt bij een kort geding.

  • Vrije beschikking is een beschikking waarover de wet in materiële zin geen voorwaarden geeft waarop het bestuur kan beslissen of de beschikking gehonoreerd zou moeten worden of niet.

  • Wanprestatie betekent een niet of ondeugdelijke nakoming van het contract.

  • Wet in formele zin is iedere wetgeving die is uitgevaardigd door de regering en de Staten-Generaal.

  • Wet in materiële zin is een besluit dat niet gericht is op een specifiek aantal personen en is uitgevaardigd door een bevoegd orgaan.

  • Wilsdefect houdt in dat er iets verklaard is wat niet is gewild waardoor er geen overeenkomst tot stand is gekomen.

  • Wilsgebrek houdt in dat de wil op gebrekkige wijze is gevormd waardoor een overeenkomst vernietigd kan worden. Het gaat hier om dwaling, bedreiging, bedrog en misbruik van omstandigheden.

  • Zaak is een voor mensen vatbaar stoffelijk object, wat wordt onderverdeeld in roerende en onroerende zaken.

  • Zaaksgevolg is een van de kenmerken van een absoluut recht wat ervoor zorgt dat een recht op het betreffende goed blijft rusten.

  • Zaakwaarneming is het behartigen van belangen van anderen, zonder dat dit op de wet of een overeenkomst berust.

  • Zorgvuldigheidsbeginsel is een algemene maatregel van behoorlijk bestuur wat het bestuur oplegt zorgvuldig te zijn bij de voorbereiding, inhoud en uitvoering van een besluit.

  • Zwarte lijst is de opsomming in de wet van algemene voorwaarden die als onredelijk bezwarend worden aangemerkt.

Access: 
Public
This content is related to:
Samenvatting Hoofdlijnen Nederlands Recht (Loonstra)
Check more of this topic?
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Image

This content is also used in .....

Recht en bestuur: begrippenlijsten en checklists van WorldSupporters - Bundel

Begrippenlijst Hoofdlijnen Nederlands Recht

Begrippenlijst Hoofdlijnen Nederlands Recht

Alfabetische lijst met de belangrijkste begrippen uit Hoofdlijnen Nederlands Recht van Loonstra (10e duk)

Kern begrippen

  • Aandelen zijn het bewijs dat je deel uit maakt van het eigen vermogen van de nv of de bv.

  • Aanhouden is de bevoegdheid van de politie om verdachten mee te nemen en te verhoren.

  • Aanvullend recht is het recht dat wel in de wet is opgenomen, maar alleen geldt als partijen er onderling geen andere afspraken over hebben gemaakt.

  • Aanvullende schadevergoeding is het eisen van vertragingsschade of gevolgschade.

  • Abbb is een afkorting voor 'algemeen beginsel van behoorlijk bestuur', beginselen die horen bij het ongeschreven recht, maar waarvan de bestuursorganen wel verplicht zijn deze in acht te nemen.

  • Absolute bevoegdheid gaat over de vraag welk soort gericht bevoegd is een geschil te behandelen.

  • Absoluut recht is een recht dat in principe tegenover iedereen handhaafbaar is.

  • A-contrarioredenering is de redeneervorm waarbij de rechter ervan uit gaat dat een rechtsregel uitsluitend is bedoeld voor de gevallen die zijn genoemd in de wet en dus niet voor de gevallen die niet worden genoemd.

  • Actief kiesrecht is het recht om op iemand te stemmen.

  • Adequatieleer betekent dat de omvang van de schade wordt vastgesteld door te kijken naar welke schade redelijkerwijs was te voorzien.

  • Administratief beroep is een situatie waarin tegen een beschikking kan worden opgekomen bij een ander overheidsorgaan dat diegene die de beschikking in eerste instantie heeft goed- of afgekeurd.

  • Administratieve rechtspraak is rechtspraak waarbij er wordt opgekomen tegen een beschikking.

  • AMvB is een afkorting voor 'Algemene Maatregel van Bestuur', een wet of regel die afkomstig is uit de regering.

  • Algemeen verbindende voorschriften zijn besluiten die zijn vastgesteld door organen die daarvoor hun bevoegdheid ontlenen aan de Grondwet of een wet in formele zin.

  • Algemene voorwaarden zijn voorwaarden die op voorhand worden opgesteld en gelden voor iedereen die een overeenkomst met die partij aangaat.

  • Attributie is de toekenning van wetgevende bevoegdheden aan verschillende staatsorganen.

  • Arrest is een uitspraak van het gerechtshof of van de Hoge Raad.

  • Beheersdaden zijn de activiteiten die binnen een onderneming verricht worden binnen de doelstelling van de onderneming.

  • Beleidsregels zijn regels die door een bestuursorgaan in acht moeten worden genomen bij het goed- of afkeuren van een beschikking. Dit vormt een beperking op de discretionaire bevoegdheid.

  • Beperkt recht is het recht dat is afgeleid uit een moederrecht, een meer omvattend recht. Beperkte rechten zijn altijd absolute rechten.

  • Beschikking is een besluit dat afkomstig is van een bevoegd overheidsorgaan, dat gericht is op een bepaald aantal personen en gericht is op een rechtsgevolg. Een beschikking wordt afgegeven op grond van een publiekrechtelijke bevoegdheid.

  • Beschikkingsbevoegdheid: We noemen iemand beschikkingsbevoegd als deze persoon eigenaar of rechthebbende is van een goed. Dit is van belang bij eigendomsoverdracht.

.....read more
Access: 
Public
Begrippen en uitleg retentierecht

Begrippen en uitleg retentierecht

Samenvatting volgt de nummers 497 tot en met 520 (Retentierecht) uit Asser-3-VI

Retentierecht

Het retentierecht (ook wel recht van terughouding genoemd) is de bevoegdheid van een schuldeiser om de nakoming van zijn verplichting tot teruggave van andermans zaak op te schorten tot wanneer zijn vordering wordt voldaan (art. 3:290 BW). Het is dus een lex specialis van het opschortingsrecht zoals geregeld in artikel 6:52 BW. De concrete gronden voor retentie staan in 6:52 BW en in diverse andere wettelijke bepalingen.

Afdeling 6.1.7 BW neemt het begrip ‘schuldenaar’ als uitgangspunt, terwijl in afdeling 3.10.4 BW het begrip schuldeiser centraal staat. Hiermee wordt echter dezelfde persoon genoemd, nu een voorwaarde van het retentierecht is dat men zowel schuldeiser als schuldenaar is.

Hoewel het retentierecht bevoegdheden geeft met betrekking tot een zaak, is het geen zakelijk recht. Hoewel in de praktijk voornamelijk onroerende zaken door de retentor worden gehouden, heeft de Hoge Raad uitdrukkelijk bepaald dat onroerende zaken ook onder artikel 3:290 BW vallen. Hoewel artikel 5 Wtl stelt dat het niet voor luchtvaartuigen geldt, is dat sinds de inwerkingtreding van titel 8.15 BW afgezwakt tot de ontzegging van de aan het retentierecht gekoppelde voorrang. Tegenover niet-executabele zaken kan in beginsel wel een retentierecht worden uitgeoefend.

Vereist voor een geldend retentierecht is dat de retentor macht over de zaak uitoefent door houder of bezitter te zijn. Bij onroerende zaken zal feitelijke macht vereist zijn maar bij onroerende zaken niet. Hierover later meer.

Door het retentierecht als feitelijk pressiemiddel te gebruiken kan nakoming van een vordering worden afgedwongen. Het zal dan ook voornamelijk succesvol zijn wanneer de zaak meer waard is dan de waarde van de prestatie van de wederpartij. Traditioneel wordt vaak slechts over retentierecht gesproken wanneer de terughouding ziet op een aan een ander toebehorende zaak.

Vereisten

De wetgever heeft het recht van retentie toegekend in situaties als in de wet bepaald. Het gaat daarbij om specifieke bijzondere rechtshoudingen of wanneer sprake is van het algemene artikel 6:52 BW. Bij dit laatste is vereist dat tussen de verbintenis tot afgifte en de ordering van de retentor voldoende samenhang bestaat om de retentie te rechtvaardigen. Van deze samenhang is volgens lid 2 onder meer sprake ingeval de verbintenissen over en weer voortvloeien uit dezelfde rechtsverhouding of uit zaken die partijen regelmatig met elkaar hebben gedaan. Voor het uitoefenen van een retentierecht jegens een wederpartij is niet vereist dat de vordering specifiek op die zaak ziet. Voor de werking jegens derden met een ouderrecht wordt ex. artikel 291 een nauwer samenhangcriterium gehanteerd. Er dient dan namelijk tevens voldoende verband te bestaan tussen de vordering van de schuldeiser en de zaak die het betreft. Artikel 6:57 BW verklaard de bepalingen van afdeling 6.1.7 BW uitdrukkelijk van toepassing op afdeling 3.10.4 BW.

Voldoende is dat de retentor een opeisbare vordering heeft op zijn wederpartij, tekortschieten van de wederpartij is dan ook niet vereist (art. 6:52 BW). Voldoende is namelijk dat de wederpartij haar prestatie niet verricht. Alleen in het geval van huurkoop is rechterlijke tussenkomst

.....read more
Access: 
Public
Verschil tussen Europees recht en Internationaal recht
Verschil tussen Staatsrecht en Bestuursrecht
Het verschil tussen Strafrecht en Strafvorderingsrecht
Recht en bestuur: samenvattingen en studiehulp - Thema
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Check how to use summaries on WorldSupporter.org


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Check related topics:
Activities abroad, studies and working fields
Countries and regions
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1574 2