Begrippenlijst en testvragen bij Kennismaking en Toepassing van onderzoeksmethoden en statistiek: Integriteit (Universiteit Utrecht)

Theorie, Toepassing en Test bij Integriteit van onderzoeksmethoden en Statistiek 

Eerlijkheid

  • In theorie: Het principe eerlijkheid gaat over dat je op een eerlijke manier aan je resultaten komt.
  • In toepassing: Er mag bij onderzoek geen sprake zijn van fabricage en plagiaat. Opzettelijke schending valt onder het principe eerlijkheid.
  • In test: Mark voert een onderzoek uit en vindt hierbij een opvallende uitschieter. Hij denkt dat de meting bij dit specifieke geval verkeerd is gegaan en besluit de uitschieter te verwijderen. Hij benoemt dit echter niet in zijn onderzoek. Welk principe komt hierbij in het geding?
  1. Eerlijkheid
  2. Zorgvuldigheid
  3. Transparantie
  4. Onafhankelijkheid

Zorgvuldigheid

  • In theorie: Het principe zorgvuldigheid gaat over dat je zorgvuldig aan je gegevens moet komen tijdens een onderzoek. Het gaat hier om precisie.
  • In toepassing: Onopzettelijke schending valt onder het principe zorgvuldigheid.
  • In test: In het theoretische deel van Kirsten gebruikt ze verschillende bronnen van Wikipedia. Omdat het Wikipedia is, komt ze niet achter de precieze auteur. Ze besluit daarom een verwijzing te maken naar de algemene site van Wikipedia en schrijft dat op in haar bronnenlijst. Welk principe komt hierbij in het geding?
  1. Eerlijkheid
  2. Zorgvuldigheid
  3. Transparantie
  4. Onafhankelijkheid

Transparantie

  • In theorie: Het principe transparantie gaat over dat je transparant moet zijn tijdens je onderzoek.
  • In toepassing: Je moet altijd duidelijk aangeven wat en waarom je iets doet of gedaan hebt.
  • In test: Mohammed doet onderzoek naar waterkwaliteit in de buurt van fabrieken. Zijn vader die in dienst is bij een van die fabrieken is erg geïnteresseerd in het onderzoek van zijn zoon. Hij besluit zijn zoon een bijdrage te geven voor het onderzoek op voorwaarde dat de fabriek waar hij werkt het onderzoek mag inzien voor publicatie. Welk principe komt hierbij in het geding?
  1. Eerlijkheid
  2. Zorgvuldigheid
  3. Transparantie
  4. Onafhankelijkheid

Onafhankelijkheid

  • In theorie: Het principe onafhankelijkheid gaat over dat je onafhankelijk moet zijn tijdens je onderzoek. Je opereert als onderzoeker niet in het belang van bijvoorbeeld een bedrijf.
  • In toepassing: Als je iets in opdracht van een bedrijf doet, moet je dit aangeven in je onderzoek, anders komt het principe transparantie in het geding.
  • In test: Kees doet onderzoek naar mentale klachten. Hij neemt interviews af met mensen met mentale klachten en laat hen een verhaal vertellen dat slechte herinneringen naar boven brengt. Hij heeft de deelnemers van tevoren gewaarschuwd dat het een heftig onderzoek kan zijn. Welk principe komt hierbij in het geding?
  1. Zorgvuldigheid
  2. Transparantie
  3. Onafhankelijkheid
  4. Verantwoordelijkheid

Verantwoordelijkheid

  • In theorie: Het principe verantwoordelijkheid gaat over dat je verantwoordelijk je onderzoek moet uit voeren.
  • In toepassing: Voer onderzoek uit dat relevant is, zonder daarbij schade aan mensen of dieren te doen.
  • In test: Suus voert een onderzoek uit en vindt een uitschieter. Omdat deze uitschieter totaal niet bij haar verwachtingen past, focust ze zich eerst op de andere resultaten. Uiteindelijk is ze de uitschieter vergeten mee te nemen in haar onderzoek. Welk principe komt hier in het geding?
  1. Zorgvuldigheid
  2. Transparantie
  3. Onafhankelijkheid
  4. Verantwoordelijkheid

Publication bias

  • In theorie: Onderzoekers schrijven hun niet-significante bevindingen bewust niet op om zo de kans te vergroten dat hun artikel gepubliceerd wordt. Dit is publication bias.
  • In toepassing: Wetenschappelijke tijdschriften publiceren graag nieuwe significante verbanden en niet-significante bevindingen kunnen dan snel als 'niet interessant' bevonden worden. 
  • In test: Daan voert een onderzoek uit. Hij komt uit op een p-waarde van 0,051. Hij heeft echter een uitschieter die hij niet kan verklaren en hij besluit dat deze meting waarschijnlijk fout is gegaan. Zonder dit aan te geven in zijn onderzoek verwijdert hij de uitschieter, waardoor hij nu op een p-waarde onder de 0,05 komt. Welk begrip is hierop van toepassing?
  1. Publication bias
  2. File-drawer problem
  3. p-hacking
  4. HARKing

Confirmation bias

  • In theorie: Onderzoekers negeren hier de resultaten die niet overeenkomen met hun verwachtingen. Dit leidt tot confirmation bias.
  • In toepassing: Dit kan bewust of onbewust gebeuren en leidt tot onbetrouwbare resultaten.
  • In test: Kasper voert een onderzoek uit. De resultaten zijn echter niet zoals hij het had verwacht. Toch is het wel een significantie p-waarde die uit het onderzoek komt. Hij besluit de hypothesen aan te passen om het zo tot een mooier geheel te maken. Welk begrip is hierop van toepassing?
  1. Confirmation bias
  2. File-drawer problem
  3. p-hacking
  4. HARKing

File-drawer problem

  • In theorie: Niet-significante bevindingen blijven vaak 'in de la' liggen en worden niet gepubliceerd.
  • In toepassing: Het file-drawer probleem kan het gevolg zijn van meerdere dingen, bijvoorbeeld van de publication bias of de confirmation bias.
  • In test: Sanne moet een onderzoekje uitvoeren voor school. Ze weet de uitkomst eigenlijk al, omdat volgens haar het erg voor de hand ligt. Ze wil het onderzoek snel afronden en focust zich vooral op hoe ze op haar verwachte conclusie uitkomt. Welk begrip is hierop van toepassing?
  1. Confirmation bias
  2. File-drawer problem
  3. p-hacking
  4. HARKing

p-hacking

  • In theorie: De onderzoeker verandert iets aan de resultaten of aan de onderzoeksmethode om de p-waarde significant te krijgen.
  • In toepassing: p-hacking is een vorm van falsifying, omdat de p-waarde op zo'n manier wordt aangepast dat deze significant is.
  • In test: Peter is begonnen met een onderzoek, maar merkt eigenlijk al gelijk aan de resultaten dat dit niet zal leiden tot een significante uitkomst. Hij besluit het onderzoek te stoppen. Welk begrip is hierop van toepassing?
  1. Publication bias
  2. File-drawer problem
  3. p-hacking
  4. HARKing

HARKing

  • In theorie: HARKing staat voor Hypothesizing After Results are Known. Dit is het achteraf opstellen van hypothesen en doen alsof deze vooraf waren opgesteld.
  • In toepassing: HARKing is een vorm van falsifying.
  • In test: Saskia heeft al meerdere onderzoeken afgerond. Een paar hebben significante uitkomsten, maar het merendeel is niet significant en heeft ze besloten om niet te publiceren. Welk begrip is hierop van toepassing?
  1. Publication bias
  2. File-drawer problem
  3. p-hacking
  4. HARKing

PPPR

  • In theorie: PPPR staat voor Post Publication Peer Review. Dit is een online discussieplatform over publicatie tussen auteurs, redacteuren en peers.
  • In toepassing: De verantwoordelijkheid ligt nu niet alleen bij de auteur, maar bij het hele veld binnen de wetenschap. Dit leidt tot transparantie en verantwoordelijkheid.
  • In test: Na publicatie besluit Daniël op een online forum om feedback te vragen. Veel onderzoekers op dat forum adviseren hem om het onderzoek per direct terug te trekken, omdat het veel onwaarheden bevat. Wat had Daniël beter kunnen doen?
  1. Hij had beter tijdens het onderzoek al feedback kunnen vragen en zijn onderzoek dan aan kunnen passen.
  2. Niets, zolang hij het onderzoek direct terugtrekt is er niks aan de hand.
  3. Hij had beter geen feedback kunnen vragen en had zelf zijn onderzoek voor publicatie vaker moeten controleren.

Pre-registratie

  • In theorie: Je moet vooraf verplicht een onderzoeksprotocol indienen. Je hebt een half artikel: Hypothesen, Methodologie, Verwachting. Je krijgt publicatie onafhankelijk van de uitkomst van het onderzoek. 
  • In toepassing: Dit wordt ingeleverd bij het tijdschrift. Onafhankelijk van de resultaten wordt er besloten of het uiteindelijk gepubliceerd wordt.
  • In test: Wat zijn de voordelen van pre-registratie?
  1. De auteur heeft zekerheid van publicatie.
  2. Het geeft een realistischer beeld van de wetenschap, omdat er ook niet-significante uitkomsten vertoond worden.
  3. Voorkomt het file-drawer probleem
  4. Alle hierboven genoemde antwoorden zijn juist

Retractie

  • In theorie: Vorm van zelfcorrectie achteraf. Hierbij trekt een onderzoeker een onderzoek terug.
  • In toepassing: Dit heeft nadelen. Het leidt tot reputatieschade onderzoeker, reputatieschade wetenschap. Er zit vaak een lange tijd tussen publicatie en retractie. Veel mensen hebben in de tussentijd gerefereerd naar dit onderzoek in hun eigen onderzoek.
  • In test: Wat is het gevolg van retractie na een lange tijd?
  1. Wanneer de onderzoeker duidelijk naar buiten brengt dat dit onderzoek niet kloppend is, dan is er in principe niet heel veel aan de hand.
  2. Het is al verspreid over het internet, waardoor het lastiger te verwijderen is 
  3. Veel onderzoekers hebben dit onderzoek gebruikt voor eigen onderzoek.
  4. C en D zijn beiden juist

Questionable Research Practices (QRP)

  • In theorie: QRP's zijn dingen die onderzoekers doen, om toch significant te zijn. Dit kan integer zijn of niet.
  • In toepassing: Een onderzoeker mag een uitschieter verwijderen als hij hier transparant over is. Hij moet kunnen onderbouwen waarom hij de uitschieter verwijdert. Anders is het een QRP.
  • In test: Wat kan een QRP zijn?
  1. Tijdens het onderzoek een grotere steekproef nemen
  2. Een uitschieter verwijderen
  3. Bepaalde waarden afronden op een gunstige manier
  4. Alle hierboven genoemde antwoorden.

 

Antwoordindicatie

 

Eerlijkheid

  • C

Zorgvuldigheid

  • A

Transparantie

  • D

Onafhankelijkheid

  • D

Verantwoordelijkheid

  • A

Publication bias

  • C

Confirmation bias

  • D

File-drawer problem

  • A

p-hacking

  • A

HARKing

  • B

PPPR

  • C

Pre-registratie

  • D

Retractie

  • D

Questionable Research Practices (QRP's)

  • D

Access: 
Public
Check more of this topic?
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Image

Click & Go to more related summaries or chapters

Studiegids met oefen- en voorbeeldtentamens voor Toepassing van Onderzoeksmethoden en Statistiek aan de Universiteit Utrecht

Oefen- en voorbeeldtentamens bij Toepassing van Onderzoeksmethoden en Statistiek aan de Universiteit Utrecht

Inhoudsopgave

  • Advice for passing your statistics courses
  • Begrippenlijst bij totaal KOM en TOE
  • Begrippenlijst bij KOM Kwalitatief
  • Begrippenlijst bij KOM Correlationeel
  • Begrippenlijsten met
    • 20+ oefenvragen bij correlationeel onderzoek
    • 15+ oefenvragen bij bij kwalitatief onderzoek
    • 10+ oefenvragen bij experimenteel onderzoek
    • 10+ oefenvragen bij integriteit van onderzoek
  • TentamenTests bij Toepassing van Onderzoeksmethoden en Statistiek
  • Oefententamenvragen bij het boek: Discovering statistics using IMB SPSS statistics van Field - 5e druk
  • TentamenTests bij het boek: Introduction to and application of research methods and statistics van Morling & Carr - 1e druk
Access: 
Public

Studiegids met oefen- en voorbeeldtentamens voor Kennismaking met Onderzoeksmethoden en Statistiek (KOM) aan de Universiteit Utrecht

Oefen- en voorbeeldtentamens bij Kennismaking met Onderzoeksmethoden en Statistiek aan de Universiteit Utrecht

    Inhoudsopgave

    • TentamenTickets bij KOM
    • Advice for passing your statistics courses
    • Begrippenlijst bij totaal KOM en TOE
    • Begrippenlijst bij KOM Kwalitatief
    • Begrippenlijst bij KOM Correlationeel
    • Begrippenlijsten met
      • 20+ oefenvragen bij correlationeel onderzoek
      • 15+ oefenvragen bij bij kwalitatief onderzoek
      • 10+ oefenvragen bij experimenteel onderzoek
      • 10+ oefenvragen bij integriteit van onderzoek
    • TentamenTests met 50+ meerkeuzevragen bij KOM - 1
    • TentamenTests met 30+ meerkeuzevragen bij KOM - 2
    • TentamenTests met 25+ meerkeuzevragen bij KOM - 3
    • TentamenTests met 10+ meerkeuzevragen bij KOM - 4
    • TentamenTests bij het boek: Introduction to and application of research methods and statistics van Morling & Carr - 1e druk
    • 35+ Voorbeeldvragen bij KOM - 2022/2023
      Supporting content: 
      Access: 
      Public
      This content is also used in .....

      Begrippenlijst en testvragen bij Kennismaking en Toepassing van onderzoeksmethoden en statistiek (Universiteit Utrecht)

      Begrippenlijst en testvragen bij Kennismaking en Toepassing van onderzoeksmethoden en statistiek: Kwalitatief (Universiteit Utrecht)

      Begrippenlijst en testvragen bij Kennismaking en Toepassing van onderzoeksmethoden en statistiek: Kwalitatief (Universiteit Utrecht)

      Theorie, Toepassing en Test bij Kwalitatieve onderzoeksmethoden en Statistiek

      SPI(C)E

      • Theorie: Dit is het acroniem voor kwalitatief onderzoek. Staat voor de volgende elementen:
        • Setting: waar, in welke context
        • Perspective (of Population): voor wie
        • Interst: wat?
        • (Comparison): vergeleken met wie/wat
        • Evaluation: met welk resultaat
      • Toepassing: SPICE wordt gebruikt om de verschillende aspecten van het kwalitatieve onderzoek op te delen. Aan de hand van SPICE kun je zien of je onderzoeksvraag goed is. De onderzoeksvraag moet namelijk alle onderdelen van SPICE bevatten (op Comparison na).
      • Test: Welke betekenis geven vluchtelingen in Europa, met verschillende culturele achtergronden, aan het begrip ‘veerkracht’.
        Geef bij deze onderzoeksvraag alle componenten van het acroniem SPICE aan.

      Betrouwbaarheid

      • In theorie: Hier gaat het om de consistentie van de uitkomst van de meetmethode. Als het onderzoek opnieuw uitgevoerd wordt, moeten de uitkomsten hetzelfde zijn als bij het originele onderzoek. Dat is betrouwbaarheid.
      • In toepassing: Vaak wordt een betrouwbaarheid van minimaal 95% aangehouden. Dat is de kans dat bij herhaling de onderzoeker op dezelfde resultaten komt.
      • In test: Sanne meet met een zelfgemaakte vragenlijst hoeveel studenten stress ervaren door een naderende tentamenweek. Uit de gegevens van eerder onderzoek van de Universiteit Utrecht blijkt dat 80% van de studenten stress ervaart in deze periode. Sanne komt uit op een percentage van slechts 4%. Ze voert de meting meerdere keren uit, maar komt steeds op hetzelfde resultaat. Wat valt er te zeggen over het meetinstrument van Sanne?
      1. Het meetinstrument is niet valide, wel betrouwbaar
      2. Het meetinstrument is wel valide, niet betrouwbaar
      3. Het meetinstrument is zowel valide, als betrouwbaar
      4. Het meetinstrument is niet valide en niet betrouwbaar

      Validiteit

      • In theorie: In hoeverre jouw resultaten ook echt de werkelijkheid representeren. Komen de resultaten overeen met de werkelijkheid?
      • In toepassing: Een hoge interne validiteit zorgt voor kwalitatief hoge onderzoeksresultaten. Externe validiteit gaat over de generaliseerbaarheid: in hoeverre gelden deze onderzoeksresultaten nu voor de populatie?
      • In test: Berend doet onderzoek naar het voorkomen van depressies onder 65+'ers . Hij gebruikt hiervoor een vragenlijst die hij afneemt onder de participanten van het onderzoek. Koen besluit het onderzoek van Berend ook uit te voeren met dezelfde vragenlijst. Koen komt echter op compleet andere resultaten dan Berend. Welke waarde komt hier vooral in het geding?
      1. De betrouwbaarheid van het onderzoek
      2. De validiteit van het onderzoek
      3. Geen van beiden

      Triangulatie

      • In theorie: Triangulatie is het combineren van verschillende dataverzamelingsmethodes. Er zijn vier soorten triangulatie die je moet kennen.
      • In toepassing: Triangulatie is een goede toevoeging aan een onderzoek. Meerdere en verschillende soorten data worden gecombineerd.
      • In test: Een databank met bestaande gegevens (oude interviews) wordt gebruikt voor een onderzoek. Daarnaast worden participanten geobserveerd in hun gedrag tijdens het experiment. Welke vorm van triangulatie wordt hier gebruikt?
      1. Methoden triangulatie
      2. Data triangulatie
      3. Onderzoeker triangulatie
      4. Theoretische triangulatie

      Methoden triangulatie

      • In theorie: Kwalitatieve data worden gecombineerd met kwantitatieve data. Voorbeeld: een interview en een vragenlijst wordt afgenomen.
      • In test: In een onderzoek naar ADHD
      .....read more
      Access: 
      Public
      Begrippenlijst en testvragen bij Kennismaking en Toepassing van onderzoeksmethoden en statistiek: Correlationeel (Universiteit Utrecht)

      Begrippenlijst en testvragen bij Kennismaking en Toepassing van onderzoeksmethoden en statistiek: Correlationeel (Universiteit Utrecht)

      Theorie, Toepassing en Test bij Correlationele onderzoeksmethoden en Statistiek 

      PAC

      • In theorie: Dit is het acroniem voor correlationeel onderzoek en staat voor de volgende elementen: 
        Population: Wie, de groep mensen of objecten die de onderzoeker wilt onderzoeken
        Association: Het verband of de relatie. De onderzoeker geeft aan wat voor soort relatie er verwacht wordt.
        Constructs: De kenmerken die de onderzoeker van de mensen wil weten en meten en waartussen er een verband verwacht wordt.
      • In toepassing: Dit acroniem wordt gebruikt bij het ontleden en overzichtelijk maken van een correlationele onderzoeksvraag.
      • In test: Benoem de letters van het acroniem PAC bij de volgende onderzoeksvraag: Veroorzaakt een toename in social media contact vooraf voor meer plezier bij de eerste date?

      Causaliteit

      • In theorie: Bij causaliteit spreken we van onderzoeksvragen die een oorzaak / gevolg verband beschrijven. 

      • In toepassing: Er zijn drie voorwaarden verbonden aan het begrip causaliteit, namelijk: covariance, temporal precedence en internal validity.

      • In test: Bij een verband is er altijd sprake van causaliteit. Waar of niet waar?

      1. Waar

      2. Niet waar

      Covariance

      • In theorie: Er moet een relatie zijn tussen de oorzaak en het gevolg.

      • In toepassing: Als het ene aspect verandert, verandert als gevolg het andere aspect.

      • In test: Stijn doet onderzoek naar de verschillen in hoeveelheid depressie tussen extraverte en introverte mensen. Hij gebruikt hiervoor gegevens en weet hierbij hoeveel extraverte mensen er in behandeling zitten vergeleken met hoeveel introverte mensen er in behandeling zitten. Hij trekt de conclusie dat extraverte mensen vaker last hebben van een depressie.

      1. Covariance
      2. Temporal precedence
      3. Internal validity

      Temporal precedence

      • In theorie: De oorzaak moet in de tijd voorafgaan aan het gevolg.

      • In toepassing: Om te kunnen spreken van causaliteit is het noodzakelijk dat het ene aspect eerst verandert en dat daardoor (dus erna) het andere aspect ook verandert.

      • In test: Bart denkt bijna rond te zijn met zijn onderzoek. Hij weet bijna zeker dat hij een causaal verband heeft aangetoond. Bij een van de laatste metingen zorgt een verandering in de onafhankelijk variabele echter niet voor een verandering in de afhankelijke variabele. Welke voorwaarde voor causaliteit wordt hiermee geschonden?

      1. Covariance
      2. Temporal precedence
      3. Internal validity

      Internal validity

      • In theorie: Alternatieve verklaringen voor de gevonden relatie moeten zijn uitgesloten.

      • In toepassing: Bijvoorbeeld, je doet onderzoek naar social media contact vooraf en het plezier op de eerste date. Plezier van de eerste date hoeft niet alleen maar te komen door social media contact, maar kan ook door de karaktereigenschap van de participanten komen. Dit is dan de alternatieve verklaring.

      • In test: Bij een onderzoek wil Maureen de causaliteit aantonen. Ze wil de invloed van twee glazen water drinken op de toetsresultaten onderzoeken. Ze komt er achteraf achter dat de participanten pas na de toets de twee

      .....read more
      Access: 
      Public
      Begrippenlijst en testvragen bij Kennismaking en Toepassing van onderzoeksmethoden en statistiek: Experimenteel (Universiteit Utrecht)

      Begrippenlijst en testvragen bij Kennismaking en Toepassing van onderzoeksmethoden en statistiek: Experimenteel (Universiteit Utrecht)

      Theorie, Toepassing en Test bij Experimentele onderzoeksmethoden en Statistiek 

      PICO

      • In theorie: Dit is het acroniem voor correlationeel onderzoek en staat voor de volgende elementen: 
        Population: Wie, de groep mensen of objecten die de onderzoeker wilt onderzoeken
        Intervention: Wat manipuleer je, welke interventie voer je uit.
        Comparison: De controlegroep, met wie vergelijk je de experimentele conditie
        Outcome: De onafhankelijke variabele
      • In toepassing: Dit acroniem wordt gebruikt bij het ontleden en overzichtelijk maken van een experimentele onderzoeksvraag. De interventie (de experimentele conditie) en de comparaison (de controlegroep) maken samen de gemanipuleerde variabele.
      • In test: Martin voert een onderzoek uit. Het onderzoek luidt als volgt: Met behulp van simulatiespel (waarin men wel of niet wordt buitengesloten) wordt er gekeken of er een verschil in stemming is na afloop tussen degenen die wel en niet buitengesloten worden. Benoem hier alle letters van het acroniem PICO.

      Inferentiële statistiek

      • In theorie: Bij inferentiële statistiek wordt er gekeken of we het steekproefresultaat mogen generaliseren naar de populatie.
      • In toepassing: Inferentiële statistiek heeft betrekking op de externe validiteit: in hoeverre je de resultaten van je onderzoek kunt generaliseren naar een grotere groep.
      • In test: De volgende uitspraak wordt gedaan: Hoe hoger de externe validiteit hoe beter je de resultaten van je onderzoek kunt generaliseren naar een grotere groep. Waar of niet waar?
      1. Waar
      2. Niet waar

      Nulhypothese

      • In theorie: Bij de nulhypothese wordt er beweerd dat er geen effect is, er is geen verschil tussen de groepen. De nulhypothese is ook wel H0.
      • In toepassing: De nulhypothese wordt gebruikt bij NHST: Nulhypothese Significantietoetsing. Hier wordt geprobeerd om H0 te verwerpen, waardoor de alternatieve hypothese waar is. De nulhypothese mag verworpen worden wanneer de p-waarde klein genoeg is.
      • In test: Stel een nulhypothese op bij de volgende onderzoeksvraag. Wat is de invloed van de hoogte van het inkomen op de band met je familie.
      1. Hoe hoger het inkomen hoe beter de band met je familie
      2. Hoe hoger het inkomen hoe slechter de band met je familie
      3. Er is geen effect van de hoogte van het inkomen op de band met je familie

      Type I fout

      • In theorie: De nulhypothese is waar, maar de onderzoeker verwerpt de nulhypothese toch wel. Dan is het een type I fout.
      • In toepassing: Een type I fout is foutief de nulhypothese verwerpen.
      • In test: Rayen heeft een type II fout gemaakt. Wat heeft hij in dit geval met de nulhypothese gedaan?
      1. Rayen heeft H0 verworpen, terwijl H0 fout was.
      2. Rayen heeft H0 verworpen, terwijl H0 goed was.
      3. Rayen heeft H0 niet verworpen, terwijl H0 fout was.
      4. Rayen heeft H0 niet verworpen, terwijl H0 goed was.

      Type II fout

      • In theorie: De nulhypothese is niet waar, maar de onderzoeker verwerpt de nulhypothese niet. Dan is het een type II fout.
      • In toepassing: Een type II fout is foutief de nulhypothese behouden en dus niet verwerpen.
      • In test: Merel heeft
      .....read more
      Access: 
      Public
      Begrippenlijst en testvragen bij Kennismaking en Toepassing van onderzoeksmethoden en statistiek: Integriteit (Universiteit Utrecht)

      Begrippenlijst en testvragen bij Kennismaking en Toepassing van onderzoeksmethoden en statistiek: Integriteit (Universiteit Utrecht)

      Theorie, Toepassing en Test bij Integriteit van onderzoeksmethoden en Statistiek 

      Eerlijkheid

      • In theorie: Het principe eerlijkheid gaat over dat je op een eerlijke manier aan je resultaten komt.
      • In toepassing: Er mag bij onderzoek geen sprake zijn van fabricage en plagiaat. Opzettelijke schending valt onder het principe eerlijkheid.
      • In test: Mark voert een onderzoek uit en vindt hierbij een opvallende uitschieter. Hij denkt dat de meting bij dit specifieke geval verkeerd is gegaan en besluit de uitschieter te verwijderen. Hij benoemt dit echter niet in zijn onderzoek. Welk principe komt hierbij in het geding?
      1. Eerlijkheid
      2. Zorgvuldigheid
      3. Transparantie
      4. Onafhankelijkheid

      Zorgvuldigheid

      • In theorie: Het principe zorgvuldigheid gaat over dat je zorgvuldig aan je gegevens moet komen tijdens een onderzoek. Het gaat hier om precisie.
      • In toepassing: Onopzettelijke schending valt onder het principe zorgvuldigheid.
      • In test: In het theoretische deel van Kirsten gebruikt ze verschillende bronnen van Wikipedia. Omdat het Wikipedia is, komt ze niet achter de precieze auteur. Ze besluit daarom een verwijzing te maken naar de algemene site van Wikipedia en schrijft dat op in haar bronnenlijst. Welk principe komt hierbij in het geding?
      1. Eerlijkheid
      2. Zorgvuldigheid
      3. Transparantie
      4. Onafhankelijkheid

      Transparantie

      • In theorie: Het principe transparantie gaat over dat je transparant moet zijn tijdens je onderzoek.
      • In toepassing: Je moet altijd duidelijk aangeven wat en waarom je iets doet of gedaan hebt.
      • In test: Mohammed doet onderzoek naar waterkwaliteit in de buurt van fabrieken. Zijn vader die in dienst is bij een van die fabrieken is erg geïnteresseerd in het onderzoek van zijn zoon. Hij besluit zijn zoon een bijdrage te geven voor het onderzoek op voorwaarde dat de fabriek waar hij werkt het onderzoek mag inzien voor publicatie. Welk principe komt hierbij in het geding?
      1. Eerlijkheid
      2. Zorgvuldigheid
      3. Transparantie
      4. Onafhankelijkheid

      Onafhankelijkheid

      • In theorie: Het principe onafhankelijkheid gaat over dat je onafhankelijk moet zijn tijdens je onderzoek. Je opereert als onderzoeker niet in het belang van bijvoorbeeld een bedrijf.
      • In toepassing: Als je iets in opdracht van een bedrijf doet, moet je dit aangeven in je onderzoek, anders komt het principe transparantie in het geding.
      • In test: Kees doet onderzoek naar mentale klachten. Hij neemt interviews af met mensen met mentale klachten en laat hen een verhaal vertellen dat slechte herinneringen naar boven brengt. Hij heeft de deelnemers van tevoren gewaarschuwd dat het een heftig onderzoek kan zijn. Welk principe komt hierbij in het geding?
      1. Zorgvuldigheid
      2. Transparantie
      3. Onafhankelijkheid
      4. Verantwoordelijkheid

      Verantwoordelijkheid

      • In theorie: Het principe verantwoordelijkheid gaat over dat je verantwoordelijk je onderzoek moet uit voeren.
      • In toepassing: Voer onderzoek uit dat relevant is, zonder daarbij schade aan mensen of dieren te doen.
      • In test: Suus voert een onderzoek uit en vindt een uitschieter. Omdat deze uitschieter totaal niet bij haar verwachtingen past, focust ze zich eerst op de andere resultaten. Uiteindelijk is ze de uitschieter vergeten mee te nemen in haar onderzoek. Welk principe komt
      .....read more
      Access: 
      Public

      Studiehulp Kennismaking met Onderzoeksmethoden en statistiek, deeltoets 2 - UU 23/24

      Aantekeningen Kennismaking met Onderzoeksmethoden en Statistiek (Psychologie). Hoorcolleges Experimenteel en Integriteit.

      Aantekeningen Kennismaking met Onderzoeksmethoden en Statistiek (Psychologie). Hoorcolleges Experimenteel en Integriteit.

      Experimenteel

      Voorwaarden van causaliteit:

      1. Covariance
      2. Temporal precendence
      3. Internal validity

      Uitleg:

      1. Er moet een relatie zijn tussen oorzaak en gevolg
      2. Deze oorzaak moet in de tijd voorafgaan aan het gevolg
      3. Alternatieve verklaringen voor de gevonden relatie moeten zijn uitgesloten

      Deze drie voorwaarden moeten nagestreefd worden. Dit kan het best via een gerandomiseerd experiment.

      Dit is een oknderzoeksopzet waarbij:

      • De groepen hetzelfde worden verondersteld door randomisatie.
      • De onderzoeker één variabele manipuleert (de onafhankelijke variabele)
      • De onderzoek meet het effect daarvan op een andere variabele (de afhankelijke variabele)

      Bij een experiment wordt er een aselecte steekproef getrokken. De ene groep krijgt een bloeddrukverlagend middel, de andere groep krijgt een placebo. Wat kan misgaan: bij randomisatie wil je wel gelijke verdeling leeftijd en man/vrouw-verdeling in de groepen, dat is niet altijd het geval.

      De vraag is: Wanneer is er sprake van samenhang tussen type aantekeningen en leerprestatie?

      • Hier kun je geen puntenwolk bij maken. Dit is omdat het nominale groepen zijn (de onafhankelijke variabele). Daarom kan je een boxplot gebruiken:
      • Als de gemiddelden tussen de twee groepen verschillen, dan zeggen we dat er een samenhang is tussen de twee variabelen. De uitkomsten verschillen namelijk.

      Bedreigingen bij experimenteel onderzoek:

      • Design confounds: ligt bij de onderzoeker.
      • Was de gemanipuleerde variabele wel het enige verschil in de behandeling van de twee groepen.
      • Alles hetzelfde, behalve hetgeen wat we willen manipuleren: de onafhankelijke variabele.
      • De ene groep kreeg een TED talk van klimaatverandering en de andere over social media.

      Selectie effect:

      • Waren de twee groepen wel vergelijkbaar bij aanvang van het experiment. De ene groep studenten studeerde scheikunde en de andere psychologie.
      • Verdeling man en vrouw, hoogst afgeronde studie, gemiddelde leeftijd, SES, opleidingsniveau ouders, de moedertaal. Hier wordt vaak naar gekeken of de twee groepen vergelijkbaar zijn.
      • Contaminatie = deelnemers in experimentele groep vertellen deelnemers in controlegroep over de deelname.

      Soms is willekeurige toewijzing niet mogelijk: niet ethisch of praktisch onhaalbaar. Double blind = ook de onderzoeker weet niet in welke groep de deelnemer zit.

      Een onderzoeksvraag van een experimenteel onderzoek kun je herkennen aan de volgende elementen:
      PICO:

      • Population
        • De populatie die onderzocht wordt.
      • Intervention
        • Wat manipuleer jij, welke interventie voer je uit.
      • Comparison
        • De controlegroep, met wie vergelijk jij de experimentele conditie
      • Outcome
        • De afhankelijke variabele

      De interventie (de experimentele conditie) en de comparison (de controlegroep) maken samen de gemanipuleerde variabele.

      PICO:

      Met behulp van simulatiespel (waarin men wel of niet wordt buitengesloten) wordt er gekeken of er een verschil in stemming is na afloop tussen degenen die wel en niet buitengesloten worden.

      • P: Participanten
      • I: wel buitengesloten worden
      • C: niet buitengesloten worden (de controlegroep)
      • O: verschil in stemming

      Gerandomiseerd experiment:

      • Uit de aselecte steekproef haal je de experimentele groep en de controlegroep.

      Inferentiële statistiek = mogen we het steekproefresultaat generaliseren naar de populatie?

      NHST = nulhypothese significantietoetsing

      De stappen van NHST (nulhypothese

      .....read more
      Access: 
      Public
      Begrippenlijst en testvragen bij Kennismaking en Toepassing van onderzoeksmethoden en statistiek: Experimenteel (Universiteit Utrecht)

      Begrippenlijst en testvragen bij Kennismaking en Toepassing van onderzoeksmethoden en statistiek: Experimenteel (Universiteit Utrecht)

      Theorie, Toepassing en Test bij Experimentele onderzoeksmethoden en Statistiek 

      PICO

      • In theorie: Dit is het acroniem voor correlationeel onderzoek en staat voor de volgende elementen: 
        Population: Wie, de groep mensen of objecten die de onderzoeker wilt onderzoeken
        Intervention: Wat manipuleer je, welke interventie voer je uit.
        Comparison: De controlegroep, met wie vergelijk je de experimentele conditie
        Outcome: De onafhankelijke variabele
      • In toepassing: Dit acroniem wordt gebruikt bij het ontleden en overzichtelijk maken van een experimentele onderzoeksvraag. De interventie (de experimentele conditie) en de comparaison (de controlegroep) maken samen de gemanipuleerde variabele.
      • In test: Martin voert een onderzoek uit. Het onderzoek luidt als volgt: Met behulp van simulatiespel (waarin men wel of niet wordt buitengesloten) wordt er gekeken of er een verschil in stemming is na afloop tussen degenen die wel en niet buitengesloten worden. Benoem hier alle letters van het acroniem PICO.

      Inferentiële statistiek

      • In theorie: Bij inferentiële statistiek wordt er gekeken of we het steekproefresultaat mogen generaliseren naar de populatie.
      • In toepassing: Inferentiële statistiek heeft betrekking op de externe validiteit: in hoeverre je de resultaten van je onderzoek kunt generaliseren naar een grotere groep.
      • In test: De volgende uitspraak wordt gedaan: Hoe hoger de externe validiteit hoe beter je de resultaten van je onderzoek kunt generaliseren naar een grotere groep. Waar of niet waar?
      1. Waar
      2. Niet waar

      Nulhypothese

      • In theorie: Bij de nulhypothese wordt er beweerd dat er geen effect is, er is geen verschil tussen de groepen. De nulhypothese is ook wel H0.
      • In toepassing: De nulhypothese wordt gebruikt bij NHST: Nulhypothese Significantietoetsing. Hier wordt geprobeerd om H0 te verwerpen, waardoor de alternatieve hypothese waar is. De nulhypothese mag verworpen worden wanneer de p-waarde klein genoeg is.
      • In test: Stel een nulhypothese op bij de volgende onderzoeksvraag. Wat is de invloed van de hoogte van het inkomen op de band met je familie.
      1. Hoe hoger het inkomen hoe beter de band met je familie
      2. Hoe hoger het inkomen hoe slechter de band met je familie
      3. Er is geen effect van de hoogte van het inkomen op de band met je familie

      Type I fout

      • In theorie: De nulhypothese is waar, maar de onderzoeker verwerpt de nulhypothese toch wel. Dan is het een type I fout.
      • In toepassing: Een type I fout is foutief de nulhypothese verwerpen.
      • In test: Rayen heeft een type II fout gemaakt. Wat heeft hij in dit geval met de nulhypothese gedaan?
      1. Rayen heeft H0 verworpen, terwijl H0 fout was.
      2. Rayen heeft H0 verworpen, terwijl H0 goed was.
      3. Rayen heeft H0 niet verworpen, terwijl H0 fout was.
      4. Rayen heeft H0 niet verworpen, terwijl H0 goed was.

      Type II fout

      • In theorie: De nulhypothese is niet waar, maar de onderzoeker verwerpt de nulhypothese niet. Dan is het een type II fout.
      • In toepassing: Een type II fout is foutief de nulhypothese behouden en dus niet verwerpen.
      • In test: Merel heeft
      .....read more
      Access: 
      Public
      Begrippenlijst en testvragen bij Kennismaking en Toepassing van onderzoeksmethoden en statistiek: Integriteit (Universiteit Utrecht)

      Begrippenlijst en testvragen bij Kennismaking en Toepassing van onderzoeksmethoden en statistiek: Integriteit (Universiteit Utrecht)

      Theorie, Toepassing en Test bij Integriteit van onderzoeksmethoden en Statistiek 

      Eerlijkheid

      • In theorie: Het principe eerlijkheid gaat over dat je op een eerlijke manier aan je resultaten komt.
      • In toepassing: Er mag bij onderzoek geen sprake zijn van fabricage en plagiaat. Opzettelijke schending valt onder het principe eerlijkheid.
      • In test: Mark voert een onderzoek uit en vindt hierbij een opvallende uitschieter. Hij denkt dat de meting bij dit specifieke geval verkeerd is gegaan en besluit de uitschieter te verwijderen. Hij benoemt dit echter niet in zijn onderzoek. Welk principe komt hierbij in het geding?
      1. Eerlijkheid
      2. Zorgvuldigheid
      3. Transparantie
      4. Onafhankelijkheid

      Zorgvuldigheid

      • In theorie: Het principe zorgvuldigheid gaat over dat je zorgvuldig aan je gegevens moet komen tijdens een onderzoek. Het gaat hier om precisie.
      • In toepassing: Onopzettelijke schending valt onder het principe zorgvuldigheid.
      • In test: In het theoretische deel van Kirsten gebruikt ze verschillende bronnen van Wikipedia. Omdat het Wikipedia is, komt ze niet achter de precieze auteur. Ze besluit daarom een verwijzing te maken naar de algemene site van Wikipedia en schrijft dat op in haar bronnenlijst. Welk principe komt hierbij in het geding?
      1. Eerlijkheid
      2. Zorgvuldigheid
      3. Transparantie
      4. Onafhankelijkheid

      Transparantie

      • In theorie: Het principe transparantie gaat over dat je transparant moet zijn tijdens je onderzoek.
      • In toepassing: Je moet altijd duidelijk aangeven wat en waarom je iets doet of gedaan hebt.
      • In test: Mohammed doet onderzoek naar waterkwaliteit in de buurt van fabrieken. Zijn vader die in dienst is bij een van die fabrieken is erg geïnteresseerd in het onderzoek van zijn zoon. Hij besluit zijn zoon een bijdrage te geven voor het onderzoek op voorwaarde dat de fabriek waar hij werkt het onderzoek mag inzien voor publicatie. Welk principe komt hierbij in het geding?
      1. Eerlijkheid
      2. Zorgvuldigheid
      3. Transparantie
      4. Onafhankelijkheid

      Onafhankelijkheid

      • In theorie: Het principe onafhankelijkheid gaat over dat je onafhankelijk moet zijn tijdens je onderzoek. Je opereert als onderzoeker niet in het belang van bijvoorbeeld een bedrijf.
      • In toepassing: Als je iets in opdracht van een bedrijf doet, moet je dit aangeven in je onderzoek, anders komt het principe transparantie in het geding.
      • In test: Kees doet onderzoek naar mentale klachten. Hij neemt interviews af met mensen met mentale klachten en laat hen een verhaal vertellen dat slechte herinneringen naar boven brengt. Hij heeft de deelnemers van tevoren gewaarschuwd dat het een heftig onderzoek kan zijn. Welk principe komt hierbij in het geding?
      1. Zorgvuldigheid
      2. Transparantie
      3. Onafhankelijkheid
      4. Verantwoordelijkheid

      Verantwoordelijkheid

      • In theorie: Het principe verantwoordelijkheid gaat over dat je verantwoordelijk je onderzoek moet uit voeren.
      • In toepassing: Voer onderzoek uit dat relevant is, zonder daarbij schade aan mensen of dieren te doen.
      • In test: Suus voert een onderzoek uit en vindt een uitschieter. Omdat deze uitschieter totaal niet bij haar verwachtingen past, focust ze zich eerst op de andere resultaten. Uiteindelijk is ze de uitschieter vergeten mee te nemen in haar onderzoek. Welk principe komt
      .....read more
      Access: 
      Public
      KOM en TOE volledige begrippenlijst

      KOM en TOE volledige begrippenlijst

      Image

      controleerbaar

      Is na te checken

      empirische gegevens

      uitspraken doen op grond van wetenschappelijk onderzoek dat is gebaseerd op systematische observaties

      falsifieerbaar

      een theorie moet weerlegd kunnen worden met systematische waarnemingen

      probabilistisch

      uitspraken binnen een theorie gelden niet voor alle gevallen of op elk moment in de tijd

      spaarzaam (parsimonious)

      als een eenvoudige theorie volstaat, is het niet nodig om deze complexer te maken

      fundamenteel (basic)

      informatie verzamelen

      toegepast (applied)

      praktisch probleem in maatschappij en hiervoor een oplossing zoeken

      translationeel (translational)

      vormt een brug tussen fundamenteel en toegepast onderzoek

      controleerbaarheid

       

      data-management plan

      beschrijft systematisch het proces van sociaal wetenschappelijk onderzoek. 

      sociale fenomenen

      alles wat we om ons heen zien van sociale interactie van het menselijk leven

      respondent

      iemand die  onderdeel is van de populatie/perspective en deel uit neemt van het onderzoek

      inductie

      specifieke observatie gebruiken om algemene/bredere uitspraken te doen

      SPI(C)E

      Setting, Perspective, Interest, (Comparison), Evaluation. Kenmerkende elementen van een onderzoeksvraag

      populatie

      de groep mensen waarin de onderzoeker geïnteresseerd is/iets wilt zeggen

      steekproef

      deel van de populatie die wordt uitgenodigd voor het onderzoek

      transcript

      opgenomen interview dat later volledig is uitgetypt. kan verbatim gecodeerd zijn (woord voor woord)

      field notes

      worden gemaakt gedurende het onderzoek

      analyseren

      grondig onderzoeken en ontleden van iets in meerdere onderdelen

      focusgroep

      groep van 6-10 mensen met een moderator. Hebben homogene achtergrond en heterogene ervaringen

      homogeen

      gelijk

      heterogeen

      verschillend

      anonimiteit

      toestand waarin de identiteit van iets of iemand niet bekend is. herkenbare eigenschappen vervangen door functionele codes 

      vertrouwelijkheid

      het gegeven is alleen te benaderen  door iemand die gemachtigd is om dit gegeven te benaderen (eigenaar).  

      observatie

      waarnemen en registreren van gedragingen, gebeurtenissen en interacties

      participerend (klassiek etnografisch)vs niet participerend

      bestudeerd de onderzoeker de mensen van buitenaf of wordt de onderzoeker deel van de groep?

      verhuld vs onverhuld

      weten de mensen dat ze geobserveerd/bestudeerd worden?

      systematisch vs niet-systematisch

      zijn de fenomenen waar naar gekeken wordt van te voren vastgelegd?

      site

      plek waar geobserveerd gaat worden

      gatekeeper

      iemand die

      .....read more
      Access: 
      Public
      Oefenmateriaal Kennismaking Onderzoeksmethoden en Statistiek - UU - Psychologie, jaar 1
      Follow the author: Hugo
      More contributions of WorldSupporter author: Hugo:
      Comments, Compliments & Kudos:

      Add new contribution

      CAPTCHA
      This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
      Image CAPTCHA
      Enter the characters shown in the image.
      Promotions
      special isis de wereld in

      Waag jij binnenkort de sprong naar het buitenland? Verzeker jezelf van een goede ervaring met de JoHo Special ISIS verzekering

      Check how to use summaries on WorldSupporter.org


      Online access to all summaries, study notes en practice exams

      Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

      There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

      1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
      2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
      3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
      4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
      5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

      Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

      Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

      Field of study

      Check related topics:
      Activities abroad, studies and working fields
      Access level of this page
      • Public
      • WorldSupporters only
      • JoHo members
      • Private
      Statistics
      1749 2