Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Artikelsamenvatting bij From the Brain to the Field: The Applications of Social Neuroscience to Economics, Health, and Law van Kedia et al. - Chapter

Waar gaat dit artikel over?

Sociale neurowetenschappen is een interdisciplinair onderzoeksveld. Het gaat over hoe sociale processen ontstaan door biologische systemen. Daarnaast proberen onderzoekers in dit veld mensen hun gedachten, emoties, en intenties te verklaren aan de hand van hun biologie. Als deze doelen worden behaald, dan heeft dit veel implicaties voor andere disciplines en zelfs op de gehele maatschappij. Zo heeft het een implicatie voor economische besluitvorming, voor fysieke en mentale gezondheidszorg en preventie en jurisprudentie. Er zijn veel onderzoekers die nu al gedrag proberen te verklaren, voorspellen en veranderen op basis van bevindingen in de sociale neurowetenschappen. Er zijn hier echter een aantal problemen mee die in dit artikel worden besproken.

Wat zijn mogelijke problemen?

Eén veelvoorkomende interpretatiefout is omgekeerde gevolgtrekking. Dit houdt in dat een bepaald mentaal proces (zoals een preferentie voor keuze A) afgeleid kan worden uit hersenactiviteit (bijvoorbeeld een BOLD-signaal). Hierdoor probeert men door middel van hersenactiviteit te voorspellen wat iemand zal kiezen. Dit is echter niet zonder problemen, er is namelijk nog steeds weinig bekend over hersenfuncties. Hierdoor is het ook vrijwel onmogelijk om mentale processen af te leiden van neurale activatie. Er is dus sprake van een logische misvatting. Als iemand ziet dat tijdens het maken van keuzes (cognitie X) een hersengebied (gebied Y) actief is, dan betekent dit niet dat iemand altijd een keuze aan het maken is wanneer hersengebied Y actief is. Het kan natuurlijk ook zo zijn dat hersengebied Y actief is tijdens verschillende processen. Het is dus een probleem dat men in de sociale neurowetenschappen vaak gebruik maakt van omgekeerde gevolgtrekking. Een ander probleem binnen de sociale neurowetenschappe nis dat de taken die men gebruikt om fenomenen mee te meten vaak heel anders zijn dan de controletaken. Daarnaast blijkt het dat de hersenen verschillend reageren op sociale stimuli op basis van het format waarin deze stimuli gepresenteerd worden (bijvoorbeeld een video of een foto). Ook beïnvloeden participant-gerelateerde factoren hoe hersenen reageren op stimuli. Een derde probleem binnen de sociale neurowetenschappen is de ecologische validiteit. Wanneer participanten worden getest gebeurt dit vaak op een hele andere manier dan in het echt: vaak moeten zij bijvoorbeeld helemaal stilliggen. Ook moetnen zij vaak meer dan honderd trials uitvoeren zodat het experiment slaagt. Dit is erg vermoeiend voor participanten. Ook is er sprake van een niet-representatieve sample. Zo zijn 96% van de participanten in psychologie ‘WEIRD’ (Western, Educated, Industrialized, Rich, and Democratic). Dit betekent dat hun resultaten niet goed te generaliseren zijn naar andere populaties, omdat populaties verschillen in visuele perceptie, spatiale redenering, categorisatie, coöperatie, enzovoorts. Dit zijn problemen die ook in andere onderzoeksgebieden voorkomen. Echter is het voor de sociale neurowetenschappen extra belangrijk om dit op te lossen, omdat de bevindingen van dit onderzoeksgebied vaak praktisch ingezet worden!

Hoe worden de bevindingen vanuit sociale neurowetenschappen toegepast in de context van economie?

In de economie ontstond er eind jaren 1990 een nieuw veld, neuro-economie. Dit gebied was een integratie van psychologie, economie, en cognitieve neurowetenschappen. Het doel was om betere en meer robuste modellen over besluitvorming te maken. Er wordt vaak gebruik gemaakt van ‘game theory. Dit zijn meerdere spellen die elk economische en psychologische fenomenen onderzoeken, zoals vertrouwen, prosociaal gedrag, zelfgerichtheid en coördinatie. Een van de meestgebruikte spellen is het Ultimatum Spel. Dit spel wordt gebruikt om strategisch gedrag en eerlijkheid te meten. Het spel verloopt op de volgende manier: twee spelers krijgen geld. Eén van de spelers, de ‘proposer’ kan een voorstel maken om het geld te verdelen en de andere speler, de ‘responder’ kan dit bedrag accepteren of weigeren. Als de responder het bedrag accepteert dan krijgen beiden het voorstel. Als de responder het bedrag weigert dan krijgt geen van beide spelers geld. Dit spel wordt vaak gebruikt door sociale neurowetenschappers omdat het goed te gebruiken is tijdens neuroimaging.

Belangrijke bevindingen vanuit de sociale neurowetenschappen zijn onder andere dat veel economische keuzes waarvan men dacht ze van elkaar verschilden eigenlijk dezelfde onderliggende hersencircuits hebben. Ook andersom is dit gevonden: economische keuzes die erg op elkaar lijken blijken toch andere onderliggende hersencircuits te hebben. Ook onderzoeken sociale neurowetenschappers het gedrag bij mensen met verstoringen in hun hersenen. Dit kan worden gebruikt om aan te tonen welke mechanismen belangrijk zijn bij het maken van keuzes. Als een voorbeeld van dit soort onderzoek, beschouw versterkend leren. Sociale neurowetenschappers of neuro-economen hebben gevonden dat de hersenen hetzelfde reageren op sociale beloningen (zoals erkenning, complimenten) als op beloningen in de vorm van geld. Dingen die dus eigenlijk anders leken (sociaal vs. geld) blijken gebaseerd te zijn op dezelfde mechanismen. Er zijn ook verschillen onderzocht. Hieruit bleek dat complimenten van een computer niet dezelfde effecten heeft als complimenten van een ander mens. Ten slotte kan men ook neurowetenschappelijke methoden gebruiken om te verklaren waarom mensen verschillen in hun keuzes, door mensen met optimale hersenfuncties te vergelijken met individuen die laesies in hun hersenen hebben gehad. Hieruit bleek dat mensen met een laesie in hun ventrale mediale prefrontale cortex (VMPC) vaker offers afwezen, omdat het voor hen waarschijnlijk oneerlijker voelde dan voor mensen zonder laesie. De sociale neurowetenschappen hebben dus wel belangrijke bevindingen gedaan, maar er zijn ook nog limitaties. Zo worden onderzoeken waarin men gebruik maakt van leugens (dus de participanten vertellen dat ze tegen een andere persoon spelen, terwijl dit eigenlijk een computer is) vaker afgewezen. Dit is dus iets waar in de sociale neurowetenschappen aan kan worden gewerkt: hoe kunnen wij experimenten uitvoeren zonder gebruik te maken van deceptie?

Hoe worden de bevindingen vanuit sociale neurowetenschappen toegepast in de context van gezondheid?

Het is bekend dat sociale factoren, zoals de kwaliteit van sociale interacties en het ontvangen van empathie en steun van anderen van invloed zijn op gezondheid. Neurowetenschappelijke methoden zijn superieur aan zelf-rapportages wanneer het gaat om sociale kwesties zoals afwijzing, stigma en eenzaamheid, omdat er bij deze kwesties vaak sprake is van schaamte en dit invloed heeft op de antwoorden die mensen geven. Er zijn ook cardiovasculaire meetmethoden die gebruikt kunnen worden om de effecten van psychosociale factoren op gezondheid te onderzoeken. Het verschil tussen neurowetenschappelijke methoden en cardiovasculaire methoden is dat cardiovasculaire methoden vaak directer datgeen meten waar men in geïnteresseerd is. Bij neurowetenschappelijke methoden is er vaak sprake van indirect bewijs. Daarnaast zijn neurowetenschappelijke methoden geschikt om snelle stimulus-response relaties te onderzoeken, terwijl cardiovasculaire technieken meer geschikt zijn om geleidelijke veranderingen te onderzoeken.

Onderzoek in de sociale neurowetenschappen heeft aangetoond dat herhaalde blootstelling aan stigmatisatie of andere sociale bedreigingen ertoe leiden dat de hersenen gevoeliger worden voor het detecteren van afwijzing. Dit zorgt ervoor dat iemand gevoeliger wordt voor sociale stressoren. Daarnaast heeft onderzoek aangetoond dat het limbisch systeem, waaronder de amygdala, invloed heeft op de activiteit van de hypothalamus-hypofyse-bijnier-as (HPA-as). Deze as reguleert stressreacties doordat het invloed heeft op hormonen en heeft dus veel invloed op fysiologische, gedragsmatige, of gezondheidsgedragingen. Sociale stressoren hebben ook indirect invloed op mensen hun welbevinden. Als mensen zich bijvoorbeeld sociaal afgewezen voelen en daarom heel veel gaan eten, kunnen zij zich nog slechter gaan voelen. Uit ander onderzoek blijkt dat sociale stressoren indirect invloed kunnen hebben op gezondheidsuitkomsten door een effect op zorginteracties. Zo kan het zijn dat zorgverleners vooroordelen hebben over bepaalde groepen en dit kan leiden tot dat zij sommige patiënten anders behandelen dan anderen. Zo heeft onderzoek aangetoond dat sociale categorisatie snel plaatsvindt en dat mensen minder neurale resonantie vertonen voor mensen die onderdeel zijn van een gestigmatiseerde groep (zoals een persoon met overgewicht). De sociale neurowetenschappen kunnen dus belangrijke bevindingen aan het licht brengen die niet met behulp van zelf-rapportages te verkrijgen zijn. Veel van deze bevindingen zijn automatisch, wat wil zeggen dat mensen zich niet bewust zijn van hun gedrag. Echter betekent dit niet dat dit gedrag niet kan veranderen! Een limitatie van het gebruik van sociaal neurowetenschappelijke methoden is dat veel hersengebieden overlap vertonen in activatie. Dit kan soms leiden tot verkeerde conclusies. Daarnaast is het ook belangrijk om je te blijven realiseren dat neurowetenschappelijk onderzoek puur correlationeel is, wat betekent dat er geen harde conclusies uit getrokken kunnen worden.

Hoe worden de bevindingen vanuit sociale neurowetenschappen toegepast in de context van justitie?

Eén gebied waar de sociale neurowetenschappen zich vaak op heeft gericht binnen de context van de justitie is leugendetectie. Echter is het bekend dat leugendetectie gevoelig is voor problemen. Zo kunnen mensen in hun eigen leugens geloven. Ook zijn mensen in staat om invloed uit te oefenen op leugendetectoren. Dit is dus geen nuttige bijdrage vanuit de sociale neurowetenschappen. Wat wél een nuttige bijdrage kan zijn is het onderzoeken van hoe mensen zich voelen, dus hun mentale staat. De wet wordt vaak gebruikt om mensen te straffen die slechte bedoelingen hebben en daarom is het dus belangrijk om meer te weten over hoe men andermans bedoelingen of mentale staat kan bepalen. Uit onderzoek blijkt namelijk dat er veel factoren van invloed zijn op hoe andermans mentale staat wordt afgeleid. Daarnaast heeft de sociale neurowetenschap onderzoek gedaan naar straffen. Het doel van straf is communicatie, dus om te laten zien dat er gevolgen zijn aan het verbreken van een wet. Hersengebieden die actief worden tijdens straf laten zien dat er ook andere doelen zijn, zoals het helpen van de slachtoffer en vergelding. Ook hebben bevindingen aangetoond dat er bij verschillende morele beslissingen verschillende hersengebieden actief zijn. Zo zijn bij utilitaire keuzes vooral hersengebieden betrokken die geassocieerd zijn met logische besluitvorming actief. Bij deontologische keuzes zijn vooral hersengebieden actief die geassocieerd zijn met emotionele verwerking. Er is hier echter nog geen consensus over, dus het is niet helemaal duidelijk welke onderliggende mechanismen er zijn bij moreel redeneren. De reden dat bevindingen vanuit de sociale neurowetenschappen nog niet super veel worden gebruikt in de context van de justitie is dat de bevindingen vaak niet causaal zijn. Ook zijn veel bevindingen aan discussie onderhevig. Een andere belangrijke reden is dat veel rechtsgeleerden tegen het gebruik van wetenschap in de rechtszaal. Zo is er in Engeland een verbod op het gebruik van Bayesiaanse statistiek, omdat het te moeilijk om te begrijpen is.

Wat zijn de conclusies?

De onderzoeken die in dit artikel zijn benoemd hebben aangetoond dat activiteit in hersengebieden afhankelijk is van de interacties die men heeft met anderen. Er zijn voordelen van het gebruik van neuroimaging studies. Zo kunnen ze gebruikt worden om onbewuste processen te onderzoeken. Er zijn echter ook problemen bij het gebruik van deze studies. Zo is er vaak sprake van omgekeerde gevolgtrekking. Er zijn daarom nu ook onderzoeken die gericht zijn op het bepalen van de validiteit van een gevolgtrekking. Dit is een belangrijke stap in de goede richting. Er zijn hierbij wel zaken waarmee rekening moet worden gehouden, zoals dat veel resultaten van fMRI onderzoeken correlationeel zijn. Dit betekent dat er geen causale uitspraken gedaan kunnen worden. Ook zijn Bayesiaanse statistieken erg afhankelijk van de parameters die door de onderzoeker zelf in het model worden gestopt. Hier moet dus rekening mee worden gehouden. Een alternatieve benadering is het gebruik van het multi-voxel patroonanalyse (MVPA). Deze methode kan gebruikt worden om te bepalen of twee gebeurtenissen (het ervaren van fysieke pijn en het ervaren van sociale afwijzing) leiden tot activatie in dezelfde hersengebieden en of er dus een gedeeld onderliggend mechanisme is. Om de sociale neurowetenschappen verder te helpen moet men studies die gebaseerd zijn op EEG, fMRI of hersenstimulatie combineren met gedragsstudies. Dit zal ervoor zorgen dat onderzoekers modellen kunnen ontwikkelen die ook bij andere disciplines gebruikt kunnen worden.

Image

Access: 
Public

Image

Click & Go to more related summaries or chapters:

Samenvattingen bij de voorgeschreven artikelen van Identiteit en de diverse mens 21/22 (UU)

Samenvattingen bij de voorgeschreven artikelen van Identiteit en de diverse mens 22/23 (UU)

Studiegids voor artikelsamenvattingen bij Identiteit en de diverse mens aan de Universiteit Utrecht

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Follow the author: Vintage Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1305 1