Bulletpoints samenvatting bij de 5e druk van Operations and Supply Management: The Core van Jacobs en Chase


Wat houden Operations en Supply Chain Management in? - Bulletpoints 1

  • Operations and supply chain management (OSCM) bevatten de activiteiten binnen een bedrijf en het supply chain management. Het is het ontwerp, uitvoering en verbetering van de systemen die de primaire producten van een bedrijf creëren en leveren. De OSCM is verantwoordelijk voor het hele systeem dat producten en diensten produceert. Het kan hierbij gaan over welk product of dienst dan ook.

  • Supply chain processen gaan in op de activiteiten die input omzetten in output. Dit proces kan onderverdeeld worden in 5 activiteiten:

  1. Planning: De planning bestaat uit de processen die nodig zijn om de supply chain strategisch uit te voeren. Het bedrijf bepaalt hier hoe ze voldoen aan de vraag met de beschikbare bronnen. Belangrijk is dat de supply chain zo gemonitord wordt dat deze efficiënt is en hoge kwaliteit levert aan diens klanten.
  2. Sourcing: Het bedrijf selecteert hierbij aanbieders dat de goederen en diensten levert dat het bedrijf nodig heeft om diens producten te produceren.
  3. Making: Deze activiteit gaat over de vraag waar het product geproduceerd wordt of de dienst wordt aangeboden. Het gaat ook over het monitoren van processen als snelheid, kwaliteit en werknemersproductiviteit.
  4. Delivering: Dit is ook gelinkt aan het logistieke proces van het oppikken en vervoeren van producten naar warenhuizen en klanten. Het vervoer van producten moet gecoördineerd worden en de verplaatsing van goederen en informatie verloopt via het supply netwerk.
  5. Returning: Gaat over het proces van het ontvangen van goederen die niet goed zijn en het ondersteunen van klanten die problemen hebben met de ontvangen producten of diensten.
  • In totaal zijn er dus 4 soorten productdienst verhoudingen te onderscheiden:

  1. Pure goods: Focus enkel op de producten (chemicaliën).
  2. Core goods: Producten die ook een dienst component bevatten als onderdeel van het bedrijf (auto’s).
  3. Pure services: Focus enkel op diensten (Universiteit).
  4. Core services: Diensten die tastbare producten integreren als (telefoon kabels).
  • Product-service bundling vindt plaats als een bedrijf dienst activiteiten inbouwt in diens producten. Hierbij kan gedacht worden als het aanbod van onderhoud, trainingen en dergelijke.

  • Investeerders vergelijken de activiteiten en supply chain van bedrijven met elkaar omdat de relatieve kosten van goederen en diensten van essentieel belang zijn voor hoge opbrengsten. Winst stijgt door een stijging in verkopen of verlaging van de kosten. Bedrijven die efficiënt zijn kunnen in tijden van recessie nog steeds winst maken door hun lage kosten structuur. Hierdoor worden bedrijven beoordeeld op basis van hun efficiëntie ratio’s.

Wanneer is een bedrijfsstrategie duurzaam? - Bulletpoints 2

  • Een duurzame strategie creëert waarde voor de aandeelhouders van het bedrijf en voor alle individuen en organisaties die beïnvloed worden door de acties van het bedrijf. Aandeelhouders zijn de eigenaren van het bedrijf, mensen en organisaties die beïnvloed worden door een bedrijf worden ook wel stakeholders genoemd. Een duurzame strategie houdt in dat een bedrijf zich niet enkel focust op economische winst maar zich ook bezig houdt met het sociale- en omgevingseffect van hun acties. Hierdoor maken ze gebruik van grondstoffen zonder de mogelijkheden voor toekomstige generaties met betrekking tot grondstoffen te verminderen.

  • Een grote focus van deze strategie ligt op de effectiviteit van de activiteiten (operations). Operations effectiveness is gerelateerd aan de kern bedrijfsprocessen die nodig zijn om het bedrijf te laten draaien. Het gaat hierbij om de uitvoering van activiteiten op zo’n manier dat de strategische prioriteiten het beste geïmplementeerd kunnen worden voor zo min mogelijk kosten. Hierdoor reflecteert het direct de kosten die verbonden zijn aan de uitvoering van bedrijfsactiviteiten.

  • Een bedrijf kan niet uitblinken in alle competitieve dimensies. Het management moet beslissen welke parameters van resultaten van kritiek belang zijn voor het succes van het bedrijf en zich dan concentreren op die parameters. Voorbeeld: als een bedrijf zich wil focussen op het heel snel leveren van diens producten dan kan het niet heel flexibel zijn in diens mogelijkheid om veel verschillende producten aan te bieden. Een strategische positie is niet duurzaam tenzij ze een compromis sluiten met andere posities. Een dergelijke compromis vindt plaats als activiteiten onverenigbaar zijn.

  • Een goed ontworpen link tussen de bedrijfsactiviteiten (operations) en marketing is van groot belang. De termen order winner en order qualifier beschrijven marketing georiënteerde dimensies die van groot belang zijn voor het competitieve succes van een bedrijf.

  • Door de onzekerheid in de (wereld)omgeving waarin bedrijven opereren moeten de risico’s in de OSCM strategieën geëvalueerd worden. Supply chain risk geeft de mogelijkheid weer dat een verstoring impact heeft op de mogelijkheid van een bedrijf om continue producten of diensten te leveren. Verstoringen in de supply chain zijn ongepland en er is niet op geanticipeerd, hierdoor onderbreekt het de normale doorstroom van goederen en materialen binnen de supply chain. Dit kan leiden tot financiële risico’s. hierdoor moeten strategieën dergelijke risico’s meenemen in hun supply chains en initiatieven ontwikkelen om, om te kunnen gaan met mogelijke verstoringen.

Hoe voorspel je de vraag? - Bulletpoints 3

  • Forecasting gaat over het maken van voorspellingen. Het is van essentieel belang voor ieder bedrijf en voor elke management beslissing. Het vormt de basis voor bedrijfsplanningen en controles. Voordat je een voorspelling maakt moet er nagegaan worden wat het doel van de voorspelling is. Zo hebben sommige voorspellingen als doel om de toekomstige vraag te bepalen, waar anderen erover gaan hoe de vraag bereikt kan worden met de huidige strategie. Hierdoor kan er een onderscheid gemaakt worden tussen verschillende voorspellingen (forecasts). Deze zijn als volgt:

    • Strategic forecasts: Deze voorspellingen zijn gericht op de medium- of lange termijn. Ze worden gebruikt om beslissingen te kunnen maken omtrent de strategie en bij het schatten van de geaggregeerde vraag.
    • Tactical forecasts: Dit zijn korte termijn voorspellingen. Deze worden gebruikt als input voor het maken van dag-tot-dag beslissingen, gericht op het voldoen aan de vraag.
  • Time series Analysis modellen proberen de toekomst te voorspellen op basis van data uit het verleden. Hierbij kunnen er 3 verschillende data uit het verleden gebruikt worden:

    • Short term: Dit refereert naar een tijd onder de 3 maanden.
    • Medium term: Dit varieert van 3 maanden tot 2 jaar.
    • Long term: Dit gaat over een tijdsspan langer dan 2 jaar.
  • De moving average is een handig model als de vraag naar een product niet snel toe- of afneemt en als het geen seizoen karakteristieken bevat. Aan de hand van de moving avarage kunnen de random fluctuaties verwijderd worden uit de voorspelling.

  • Waar de moving average een gelijk gewicht toekent aan ieder component, kent de weighted moving average verschillende gewichten toe aan ieder component. De som van alle gewichten is gelijk aan 1. De meest recente data krijgt het meeste gewicht toebedeeld. Hoe ouder de data, hoe minder zwaar deze meetelt in het gemiddelde. Zo is recentere data significanter dan oudere data.

  • Exponential smoothing is een voorspelling aan de hand van tijdsreeksen waarin elke stap van data uit het verleden wordt verminderd door (1- α). Dit wordt het meest gebruikt van alle voorspel technieken. Het is een integraal onderdeel van virtuele of gecomputeriseerde voorspel programma’s. Het is erg nuttig, voor bijvoorbeeld het bijhouden van voorraden.

  • Exponentiële smoothed voorspellingen kunnen gecorrigeerd worden door trend aanpassingen te maken. Om de trend aan te passen heb je twee smoothing constanten nodig. Naast de smoothing constante van alpha (α), maakt de trend vergelijking ook gebruik van smoothing constant delta (δ). Zowel de apha als de delta verminderen de impact van een error dat plaatsvindt tussen de daadwerkelijke vraag en de voorspelde vraag. Als zowel de alpha als de delta niet gebruikt worden, dan reageert de trend te sterk op errors.

  • Lineaire regressie refereert naar een speciale klasse van regressie. Hierbij is de relatie tussen de variabelen namelijk een rechte lijn. De lineaire regressie lijn heeft de vorm van Yt = a + bt. Yt is de waarde van de afhankelijke variabele. a is de interceptie van Y, b is de helling en t is de index voor de tijdsperiode. Een lijn is lineair als de data een rechte lijn vormt.

  • Een time serie kan gedefinieerd worden als een chronologisch geordende data dat een of meer componenten van de vraag kan bevatten. Hierbij kan gedacht worden aan trends, seizoens-, cyclische-, of autocorrelatie en random componenten.

  • Errors kunnen op verschillende manieren ontstaan. Vaak komt het voort uit het feit dat voorspellers trends uit het verleden niet meenemen in hun voorspelling voor de toekomst. Errors kunnen geclassificeerd worden in Bias errors en Random errors. Deze betekenen het volgende:

    • Bias errors: deze ontstaan als er consistente fouten gemaakt worden. Voorbeeld: als er gebruikt wordt gemaakt van de verkeerde variabelen, relaties onder variabelen enzovoort.
    • Random errors: dit zijn fouten die niet verklaard kunnen worden door het voorspel model dat wordt gebruikt.
 

Hoe bepaal je de benodigde capaciteit? - Bulletpoints 4

  • Capaciteit is de mogelijkheid om iets in bewaring te houden; op te slaan. Vaak wordt het gezien als de hoeveelheid output dat een systeem kan bereiken over een specifieke periode aan tijd. Hierbij kan gedacht worden aan de hoeveelheid klanten die een bedrijf kan bedienen of het aantal auto’s dat binnen een bepaalde tijd geproduceerd kan worden. Bij het beoordelen van de capaciteit moet er zowel naar de input van grondstoffen als naar de output van producten worden gekeken. Het management kijkt ook naar de tijdsdimensies van de capaciteit. Over het algemeen zijn er 3 tijdseenheden bij de planning van capaciteit:

  1. Long range: Dit is een tijdseenheid van langer dan één jaar. Dit zijn productieve resources (zoals gebouwen). Hiervoor heb je de medewerking en goedkeuring van het top management voor nodig. Het gaat dus om een planning van langdurige producten.
  2. Intermediate range: Dit zijn maandelijkse planningen of planningen per kwartaal. Hierbij kan de capaciteit variëren in zaken als kijken naar het benodigde personeel en materialen.
  3. Short range: Deze duren korter dan één maand. Het gaat dan om het dagelijkse of wekelijkse schematische proces en het heeft te maken met het maken van aanpassingen en het elimineren van variantie tussen de geplande en de actuele output.
  • Het doel van een strategic capacity planning is om een aanpak te verschaffen om de algemene capaciteit of kapitaal intensieve grondstoffen te bepalen die het beste de lange termijn competitieve strategie van een bedrijf ondersteunen. Het capaciteitslevel dat dan uiteindelijk wordt geselecteerd heeft impact op zaken als de kosten structuur en voorraad wetten.

  • Bij het best operating level zorgt het volume aan output voor minimale kosten per item. Een ander belangrijke meting is de capacity utilization rate, welke laat zien hoe dicht een bedrijf zit op diens best operating level.

  • Economies of scale gaat over het gegeven dat als een bedrijf groter wordt in volume, de gemiddelde kosten per item dalen. Dit komt deels door de lagere uitvoerende kosten en deels door de lagere kapitaal kosten.

  • Capaciteit flexibiliteit betekend de mogelijkheid om snel de productie te verlagen of te verhogen of om de productiecapaciteit snel te verplaatsen van het ene product of dienst naar het andere. Een dergelijke flexibiliteit kan bereikt worden door zaken als flexibele processen en werknemers, maar ook door strategieën die de capaciteit van andere organisaties gebruiken. Meer en meer nemen bedrijven het idee van flexibiliteit mee in hun supply chain ontwerp. Ze kunnen zo capaciteit inbouwen in het gehele systeem.

  • Een handige manier om capaciteitsproblemen te verhelpen is om gebruik te maken van beslissingsbomen. Aan de hand van beslissingsbomen kan je capaciteitsalternatieven evalueren. Een beslissingsboom is een schematisch model, opgebouwd uit stappen. De stappen worden opgebouwd in een volgorde van beslissingen die een bedrijf moet nemen. De potentiële gevolgen van deze beslissingen kunnen geëvalueerd worden. Aan de hand hiervan kan ingeschat worden hoeveel capaciteit er nodig is.

  • Capaciteit planningen voor diensten moeten rekening houden met de dag-tot-dag relatie tussen het gebruik van een dienst en de kwaliteit hiervan. Het is erg context afhankelijk wanneer er een optimaal gebruik ontstaat, sommige bedrijven hebben meer vrijheid dan anderen. De strategie van een bedrijf is een goede richtlijn voor lange termijn planningen omtrent de capaciteit.

Hoe zien projecten eruit? - Bulletpoints 5

  • Het is belangrijk voor een bedrijf om te zien welke mix aan projecten het beste is voor een organisatie. Een bedrijf moet de juiste mix aan projecten hebben om de strategie van een bedrijf het beste te kunnen ondersteunen. Projecten kunnen worden onderverdeeld in 4 grote onderdelen:

  1. Productverandering
  2. Proces verandering
  3. Research and development (R&D)
  4. Samenwerkingen en partnerschappen
  • Voordat een project begint moet het senior management bepalen welke van de 3 organisatorische structuren gebruikt zal worden voor het project:

  1. Pure Project: Dit is een structuur voor een project waarbij een zelfsturend team fulltime werkt aan een project. Hier zijn innovatie en snelheid de prioriteit; een klein focus team wordt gebruikt. Leden van het team worden alleen bij elkaar gezet tijdens het project. Deze pure project structuur is een zelfsturend team die fulltime aan het project werkt.

  2. Functional Project: Deze projectvorm maakt gebruik van werknemers uit de organisatie die vanuit hun functionele unit worden geselecteerd. Ze blijven gedurende het project onderdeel van deze functionele unit en zijn hierdoor vaak niet toegewijd aan het project.

  3. Matrix Project: Dit is een structuur die de functionele en pure project structuren samenvoegt. Elk project gebruikt mensen van verschillende functionele gebieden. Een gemotiveerde project manager beslist welke taken uitgevoerd moeten worden en wanneer dit gebeurd moet zijn, maar de functionele manager controleert welke mensen er gebruikt moeten worden hiervoor.

  • Work breakdown structure (WBS): Deze definieert de hiërarchie van de project taken sub-taken en gebundelde activiteiten (work package). Als een sub-taak gedaan en afgerond is resulteert dit in de afronding van een andere taak en uiteindelijk de afronding van alle gebundelde taken. De WBS is belangrijk voor een project omdat het, het project opbreekt in verschillende stukken. Het aantal levels varieert per project. Hoeveel details of hoeveel levels je hebt hangt af van:

    • In hoeverre een individu of een organisatie verantwoordelijk gehouden kan worden voor de afronding van een werk takenpakket.
    • De level waarin budget en kosten data verzameld worden gedurende een project
  • Critical path: Aan de hand hiervan kan een project geanalyseerd worden. Dit wordt gedaan op basis van de volgorde van activiteiten in een project dat de langste schakel vormt. Dit houdt in dat het de activiteiten zijn die de langste tijd in beslag nemen voordat ze volbracht zijn.

  • Voor sommige activiteiten in een project is er wat ruimte met betrekking tot wanneer een activiteit moet starten en wanneer deze klaar moet zijn. Dit heet de slack time van een activiteit.

  • Als één enkele tijdsschatting van een activiteit niet betrouwbaar is dan is het, het beste om 3 schattingen te maken. Deze 3 schattingen zorgen ervoor dat bepaald kan worden hoelang een activiteit duurt en wanneer het hele netwerk klaar is. De activiteiten worden hierbij berekend door er een gewicht aan te hangen: minimum, maximum en ‘most likely’ schattingen.

  • Het schematiseren van minimale kosten staat ook wel bekend als ‘crashing’. Hierbij bestaat er een relatie tussen de tijd waarin een activiteit volbracht is en de kosten van een project. ‘Crashing’ refereert aan het verkorten van de tijd dat nodig is om een project uit te voeren.

Hoe ontwerp je een productieproces? - Bulletpoints 6

  • De tijd die een bedrijf nodig heeft om te reageren op de vraag van een klant heet de lead time. Dit verschilt van bedrijf tot bedrijf. Zo heeft een vliegmaatschappij jaren nodig om op de vraag naar een nieuw vliegtuig te reageren, terwijl dit in een supermarkt minuten is. Een sleutel concept in het productieproces is daarbij het customer order decoupling point, dit bepaalt waar de voorraad geplaatst wordt om de verschillende processen in de supply chain onafhankelijk van elkaar te kunnen laten bewegen.

  • Bedrijven die klanten bedienen vanuit een voorraad met eindproducten zijn make-to-stock bedrijven. Bedrijven die voor gemonteerde modules combineren om zo aan de specifieke vraag van de klant te voldoen zijn assemble-to-order bedrijven. Bedrijven die het gewenste product van de klant maken vanuit ruwe materialen, onderdelen en componenten worden getypeerd als make-to-order. Tot slot heb je nog bedrijven die samen met de klant een design opstellen, waarnaar het bedrijf de benodigde materialen, onderdelen en componenten gaat inkopen. Deze bedrijven heten engineer-to-order.

  • Materialen in een proces komen voor op één of twee manieren. De eerste manier is als het materiaal in beweging of doorvoer is en in de tweede manier is het materiaal als buffer opgeslagen in de voorraad. Materiaal dat in het productieproces gebruikt wordt, is het materiaal dat in beweging is. Dit wordt ook wel gezien als werk in uitvoer. Een veel voorkomend meetinstrument in het proces is de total average value inventory. Dit is de som van de waarde (kosten) van de ruwe materialen, het werk in uitvoer en de eindproducten in voorraad. Het is een handig hulpmiddel voor accounting doeleinden, maar het is niet erg bruikbaar om de resultaten van het proces te evalueren. Een betere meting om de waarde van de voorraad te beoordelen is door middel van inventory turn, wat de kosten van de verkochte goederen is minus gedeeld door de gemiddelde waarde van de voorraad. Als je het aantal dagen aan voorraad per item wil bereken, dan is de days-of-supply  een handig meetinstrument.

  • Simpele systemen kunnen geanalyseerd worden aan de hand van Little’s Law. Deze zegt dat er een lange termijn relatie bestaat tussen voorraad, de doorvoersnelheid (throughput rate) en de doorloop tijd (flow time) van een productie systeem in een stabiele staat.

  • Het selecteren van een productie proces is een strategische beslissing waarbij besloten wordt welk type productie proces gebruikt wordt om een product te produceren of een dienst te verschaffen. De manier waarop een faciliteit wordt geregeld wordt gedefinieerd oor een algemeen doorstroom patroon aan werk. Hiervoor zijn 5 basis structuren: project, workcenter, manufacturing cell, assembly line en continuous process.

  • Een assembly line is een ontwerp indeling met als doel om een product te bouwen aan de hand van een progressief stappenplan. De lopende band stappen worden gedaan in gebieden die stations genoemd worden. Deze stations zijn aan elkaar gelinkt door middel van een materieel bedingsapperaat.

  • Als je een product sneller wil produceren, zijn er 6 dingen die je kan doen:

  1. Het splitten van taken: meer werkstations inzetten
  2. Het verdelen van taken: het verdelen van taken over werkstations
  3. Gebruik maken van parallelle werkstations
  4. Het in dienst nemen van werknemers met meer skills
  5. Overwerken: het meer produceren door middel van overuren
  6. Het maken van een nieuw schema

Hoe ziet een dienst proces eruit? - Chapter 7

  • Een dienst is de output, het resultaat, van een proces dat niet tastbaar is. Dit houdt in dat het geen fysieke dimensies heeft die gewogen of gemeten kunnen worden. In tegenstelling tot product innovaties kan er bij een dienst geen patent worden aangevraagd. Hierdoor moet een bedrijf een nieuw concept snel uitbreiden voordat concurrenten de procedures kunnen kopiëren.

  • Customer contact refereert naar de fysieke aanwezigheid van de klant in het systeem en de creation of the service refereert naar het werk proces dat betrokken is bij het verschaffen van de dienst zelf. Extent of contact is het percentage aan tijd dat de klant in het systeem moet zijn, relatief gezien aan de totale tijd dat het duurt om de dienst uit te voeren. Bij deze conceptualisatie heb je een high degree of customer contact en een low degree of customer contact. High degree of customer contact systemen zijn moeilijker te rationaliseren dan de low degree of customer contact systemen. In high contact systemen kan de klant invloed uitoefenen op zaken als de natuur van de dienst, de kwaliteit, de verwachte kwaliteit van de dienst enzovoort. Zij kunnen invloed uitoefenen omdat ze betrokken zijn bij het proces.

  • Diensten kunnen op verschillende manieren worden geconfigureerd. De Service-system design matrix identificeert 3 mogelijkheden van klanten/dienst contact:

  1. Buffered core: Deze is fysiek afgescheiden van de klant.
  2. Permeable system: Deze kan de klant betreden door middel van telefonisch of face-to-face contact.
  3. Reactive system: Deze is zowel benaderbaar als reactief naar de vragen van de klant toe.
  • Een standaard hulpmiddel om een ontwerp te maken voor een dienst proces is door middel van een flowchart. Bij diensten wordt een flowchart ook wel service blueprint genoemd, dit om het belang van een proces ontwerp te benaderukken.

  • Een groot probleem van veel diensten bedrijven is het management van de wachttijd. Het management moet een afweging maken tussen het verhogen van de kosten om diensten sneller te kunnen leveren en de inherente kosten van wachten. Dit heeft dus te maken met een kosten trade-off. Wachtrijen zijn geen vaststaande conditie van een productief systeem, het valt in grote mate binnen de controle van het management systeem.

  • Klanten die het diensten systeem binnekomen kunnen voortkomen uit een finite of infinite populatie. Dit onderscheid is van belang omdat analyses gebaseerd zijn op verschillende beloften en verschillende vergelijkingen vereisen om tot een oplossing te komen.

    • Finite population: Dit refereert naar een gelimiteerde omvang aan klanten die van de dienst gebruik maken en die soms in de wachtrij staan. Het hangt af van de hoeveelheid ruimte dat beschikbaar is en het aantal bronnen die er zijn om de klanten te kunnen voorzien. Het is van belang om in de gate te houden of de omvang toe- of afneemt. Voorbeeld: als je 5 machines hebt en één raakt defect, dan heeft dit invloed op de hoeveelheid.
    • Infinite population: Deze populatie is groot genoeg, in relatie met het dienst systeem, dat de omvang van de populatie geen significant effect heeft op het systeem. Als er iets misgaat, dan worden de systeem mogelijkheden dus niet significant beïnvloed. Voorbeeld: als je 100 machines hebt en één machine raakt defect, dan heeft dit niet zo’n groot effect.
  • Er zijn verschillende lijn structuren die gehandhaafd kunnen worden bij een dienst. De keuze voor een bepaald format hangt af van het volume aan klanten, de beperkingen van bijvoorbeeld de overheid en de volgorde waarin de dienst uitgevoerd moet worden. Je hebt de volgende verschillende lijn structuren:

  1. Single channel, single phase: dit is het simpelste type van een wacht lijn structuur. Als de distributie niet standaard is, dan kan het probleem gemakkelijk opgelost worden met een computer simulatie. Een voorbeeld van een single channel is een éénpersoons kapperszaak.
  2. Single channel, multiphase: een autowasserij is een voorbeeld hiervan, omdat deze een serie aan diensten verleent (wassen, drogen etc.).
  3. Multichannel, single phase: Hierbij is er één dienst maar meerdere lijnen. Zoals een bank waar mensen zowel geld op kunnen halen, als storen, als naar hun kluis kunnenet c.
  4. Multichannel, multiphase: twee of meer diensten worden dan in volgorde uitgevoerd. Een ziekenhuis maakt hier bijv. gebruik van omdat specifieke stappen worden gevolg.
  5. Mixed: we onderscheiden hierbij 2 subcategorieën:
    1. Multiple-to-single channel structures: hierbij vinden we of lijnen die samenkomen in één lijn of lijnen die samen komen voor multiphase service
    2. Alternative path structure: hierbij zijn er twee structuren die verschillen in directe doorstroom vereisten.

Wat verstaan we onder plannen omtrent verkoop en uitvoering? - Bulletpoints 8

  • Bedrijven gebruiken sales and operations planning (S&OP) om vraag en aanbod in balans te houden. Dit wordt vaak een geaggregeerde planning genoemd. Bij de sales and operations planning is het, het doel om een balans te vinden tussen vraag en aanbod door middel van coördinatie.

  • Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen verschillende tijdsduren aan planningen. Long-range planning wordt voornamelijk jaarlijks gedaan en focust zich op een horizon, groter dan één jaar. Intermediate -range planning gaat vaak over een periode van 3 tot 18 maanden, met tijd tijdsstappen die wekelijks, maandelijks of kwart jaarlijks zijn. Short-range planning heeft betrekking op een duur van één dag tot 6 maanden, met dagelijkse of wekelijkse tijdsstappen.

  • Het doel van een geaggregeerd plan is om de optimale production rate, , workforce level  en inventory on-hand te bepalen.

    • Production rate: Aantal eenheden dat per tijdseenheid wordt gemaakt.
    • Workforce level: Aantal werknemers die nodig zijn per periode.
    • Inventory on-hand: Voorraad dat meegenomen wordt vanuit een voorgaande periode.
  • Er zijn in essentie 3 productie plan strategieën. Deze strategieën bevatten compromissen in werkomvang, werk uren en voorraad.

  1. Chase strategie: Je huurt dan een hoeveelheid werknemers aan dat aansluit bij de vraag. Dit zorgt voor angst onder de werknemers, want ze weten dat ze wellicht ontslagen worden als de vraag laag is.
  2. Stabiele werkdruk – variabele werk uren: De werkuren worden dan aangepast op de vraag. Dit voorkomt dat mensen telkens ontslagen en weer aangenomen worden.
  3. Level strategie: Dit is als er sprake is van steeds dezelfde hoeveelheid aan output en werknemers. Dit kan wel zorgen voor overschotten of tekorten.
  • Veel bedrijven gebruiken de cut-and-try methode om geaggregeerde plannen op te stellen. Dit houdt in dat verschillende productieplanning alternatieven worden opgesteld en de beste wordt geselecteerd. Op een grafische manier worden dus alle alternatieven op een rijtje gezet en de beste optie wordt gekozen. Het kan hierdoor gezien worden als een ‘trial-and-error’ techniek voor het analyseren van problemen omtrent geaggregeerde planningen.

  • Soms betaal je minder geld voor bijvoorbeeld een vliegticket of hotelkamer dan dat je had moeten betalen als je op een ander tijdstip had geboekt. Hoe kan dit? Het antwoord bevindt zich in de uitvoering van yield management. Dit kan gedefinieerd worden als het proces van het aanwenden van de juiste type capaciteit voor het juiste type klant voor de juiste prijs. Dit om de winsten te maximaliseren.

Hoe plan je materiële vereisten? - Bulletpoints 9

  • MRP is in bijna alle productiebedrijven geïnstalleerd. De reden hiervoor is dat MRP logisch makkelijk te begrijpen is als het gaat om het bepalen van het aantal onderdelen, componenten en materialen dat nodig is om een item te produceren. MRP is gebaseerd op de afhankelijke vraag. Je moet hierdoor goed kijken wat de afhankelijke vraag van een product is. Wat produceer je zelf aan onderdelen en wat koop je in? Het wordt het meest gebruikt wanneer er meerdere producten worden geproduceerd met dezelfde materialen. Het is het meest waardevol bij bedrijven die producten maken waarbij ze dezelfde uitrusting gebruiken.

  • Master production schedule (MPS) houdt zich bezig met eindproducten; de items die daadwerkelijk verkocht worden aan de consument. Dit is belangrijke input voor het MRP (material requirement planning) proces.

  • De time fence hebben als doel om controle te behouden over de doorstroom in het productiesysteem. Ongeacht uitvoerende regels kan het systeem namelijk chaotisch zijn en te maken hebben met teveel orders en constante bespoedigingen. Het management definieert time fences als periodes aan tijd waarin klanten de mogelijkheid hebben om veranderingen aan te brengen.

  • Het MRP systeem gebruikt dus 3 bronnen van informatie: 1. Het master schema waar de vraag uit bepaald wordt, 2. De bill-of-materials die identificeert wat er nodig is om een eindproduct te kunnen maken en tot slot 3. De huidige voorraad status aan items dat gemanaged wordt dor het systeem. Door deze 3 bronnen van informatie te gebruiken kan het MRP systeem schema’s opstellen voor elk item.

  • De logica achter MRP wordt vaak verwoord als explosion calculations. Dit omdat de vereisten in de MPS uitgesplitst worden in gedetailleerde schema’s voor ieder item dat in het systeem gemanaged wordt. Het MRP gebruikt een duidelijke logica. Het pakt de balans van de voorgaande periode en haalt hier de vereisten voor deze periode vanaf. Op basis hiervan voegen ze schema’s en geplande vereisten toe. De uitkomst hiervan is dan de beschikbare balans voor deze periode.

  • Lot-for-lot is de simpelse manier van lot sizes in een MRP systeem en wordt gehanteerd als het systeem precies schematiseert wat er nodig is in een bepaalde periode. Zodra je te maken hebt met installatie kosten of andere beperkingen omtrent verschillende hoeveelheden, dan is deze manier niet de handigste methode om te gebruiken. Lot-sizing technieken worden gebruikt om de vaste en variabele kosten te balanceren. 

Wat is kwaliteitsmanagement en Six Sigma? - Bulletpoints 10

  • Total quality management (TQM) kan gedefinieerd worden als het managen van een hele organisatie op zo’n manier dat het uitblinkt op alle dimensies van het product en de diensten die geleverd worden en van belang zijn voor de klant. Dit heeft 2 fundamentele doelen, namelijk:

    • Het ontwerp van het product of dienst
    • De verzekering dat het systeem van de organisatie consistent dat ontwerp kan produceren
  • Design quality refereert naar de inherente waarde van een product in diens marktplaats en gaat hierdoor over de strategische beslissing van het bedrijf. Deze dimensies van kwaliteit refereren naar de kenmerken van het product of dienst dat direct gelinkt kan worden aan ontwerp kenmerken. Conformance quality refereert naar de mate waarop de ontwerp specificaties van een product of dienst worden bereikt. Vaak heeft dit te maken met tactische- en dag-tot-dag beslissingen. Quality at the source is een veel bediscussieerd ontwerp in de context van kwaliteit. Dit houdt namelijk in dat de persoon die het werk uitvoert de verantwoordelijkheid op zich neemt voor de garantie dat de output specificaties worden bereikt. Dit komt voornamelijk voor bij diensten, waar de lokale manager verantwoordelijk is hiervoor. Uiteindelijk kan de kwaliteit bepaald worden aan de hand van de dimensions of quality, dit zijn de criteria waarmee kwaliteit wordt gemeten.

  • Er zijn internationale standaarden voor kwaliteit management en verzekeringen. De standaarden zijn ontwikkeld om bedrijven te helpen om hun efficiënte kwaliteitssystemen te documenteren. ISO 9000 is een internationaal referentiekader geworden voor kwaliteitsmanagement vereisten. Het idee achter de standaarden is dat fouten voorkomen kunnen worden door middel van planning en toepassing van de best practices op elk niveau van een bedrijf. Deze standaarden focussen zich op het identificeren van criteria waarmee elk bedrijf kan garanderen dat aan de eisen van de consument worden voldaan.

  • Six Sigma refereert naar de filosofie en methoden die bedrijven gebruiken om fouten in hun producten en processen te elimineren. Een fout is elke component dat niet binnen de specificaties van de klant valt. Elke stap of activiteit van een bedrijf is een mogelijkheid dat een fout optreedt. Six Sigma programma’s proberen de variatie in de processen die leiden tot fouten te verminderen.

  • Als de variatie verminderd, dan verbeterd de kwaliteit. Het is echter onmogelijk om 0 variatie te hebben. Je kunt de variatie wel terugdringen en tot een acceptabele hoeveelheid houden. Deze ontwerp limieten worden vaak verwoord als de upper and lower specification limits. Het bestaat dus uit een boven- en ondergrens waartussen afwijkingen acceptabel zijn.

  • De capability index (Cpk) is een proces waarbij gemeten wordt wat de mogelijkheid is om te produceren binnen specifieke limieten. De Cpk laat zien hoe dicht de geproduceerde goederen bij de specificaties liggen. Als de specificatie limieten groter zijn dan 3 sigma (standaarddeviatie), dan moet het gemiddelde aangepast worden. Hoe groter namelijk het verschil, hoe groter de kans dat er foute onderdelen worden geproduceerd.

  • Proces controles hebben te maken met het monitoren van kwaliteit terwijl het product of de dienst wordt geproduceerd. Statistical process control (SPC) heet te maken met het testen van random samples aan output om te bepalen of het proces de items binnen de opgestelde range produceert. Attributes zijn hierbij de kwalitatieve karakteristieken waarop gelet wordt. Hierbij wordt bepaald of ze in overeenstemming zijn met de opgestelde specificaties.

Hoe ziet voorraadmanagement eruit? - Chapter 11

  • Er zit een economisch voordeel aan het verminderen van de voorraad. Voorraden zorgen voor een groot deel voor de kosten van een bedrijf. Dit komt deels door het geld dat erin is geïnvesteerd maar ook door kosten als verzekeringen, opportunity kosten enzovoort. Deze kosten kunnen worden gereduceerd door minder voorraad te hanteren en verspilling te verminderen.

  • Het hoofddoel van een voorraad analyse is 1.) om te specificeren wanneer een item besteld moet worden en 2.) hoe groot de order bestelling moet zijn. Veel bedrijven kiezen voor lange termijn relaties met verkopers om ervoor te zorgen dat ze genoeg aanbod hebben gedurende het hele jaar.

  • Je hebt hierin verschillende systemen waarbij er een onderscheid gemaakt kan worden tussen single-period systemen en multiple-period systemen. Deze 2 systemen zijn als volgt:
    • Single-Period inventory model: Dit systeem kan gehanteerd worden als een item slechts één keer gekocht wordt en waarbij de verwachting is dat het niet nogmaals wordt gekocht. Bij dit systeem wordt er gebruik gemaakt van de single-period problem: deze beantwoord de vraag hoeveel er besteld moet worden als een item slechts één keer wordt besteld. De verwachting is hierbij dat het item wordt gebruikt en dan niet opnieuw wordt besteld.
    • Multiperiod Inventory systems: Dit systeem is geschikt als een item opnieuw wordt besteld en het de intentie is dat het item op voorraad blijft. Er zijn twee generale typen van multiperiod inventory systems: 1.) fixed-order quantity models (ook wel economic order quantity, Q-model genoemd) en 2.) fixed-time period models (ook wel periodic system, P-model genoemd). Multi periodieke voorraad systemen zijn ontworpen om te garanderen dat een item beschikbaar is door heel het jaar. Een item wordt vaak meerdere keren besteld gedurende het jaar en de logica in het systeem bepaalt de daadwerkelijke hoeveelheid die per keer wordt besteld.
  • Het verschil tussen de 2 typen multiple-period modellen is het verschil in dat wat de timing van de order plaatsing bepaald. Bij het fixed-order quantity model wordt een order geplaatst als de voorraad zakt beneden een bepaald level, dit heet het reorder point. Bij het fixed-time period model worden orders geplaatst op vaststaande tijdstippen, bijvoorbeeld iedere 2 weken. De hoeveelheid dat besteld wordt verschilt per order.

  • De vraag is vaak niet constant, maar varieert van dag tot dag. Hiervoor moet safety stock ingebouwd worden. Dit kan dienen als bescherming, dat de voorraad nooit op raakt.

  • Veel voorraad controle systemen zijn zo groot dat het niet praktisch is deze allemaal in een model te stoppen en ze individueel aandacht te geven. In dergelijke gevallen is het handig om ze te categoriseren op basis van hun jaarlijkse waarde. Een simpele, A, B, C, categorisatie kan hierbij handig zijn. A zijn dan de items die een hoge jaarlijkse waarde hebben, B zijn de items die een middelmatige waarde hebben en C zijn de items die een lage waarde hebben. Deze categorisatie kan gebruikt worden als meetinstrument voor de relatieve waarde van een item.

Wat verstaan we onder lean binnen supply chains? - Bulletpoints 12

  • De meest significante aanpak binnen operations and supply management is lean production. Dit refereert naar de focus van het elimineren van zoveel mogelijk verspilling. Alle handelingen, stappen, voorraad etc. dat niet nodig zijn, zijn input voor het lean proces. De basis van het lean denken komt voort uit de just-in-time (JIT) productie, ontworpen in Japan bij Toyoto. Deze filosofie draait om het elimineren van verspilling. Customer value is eveneens een belangrijk concept binnen lean. Het refereert naar datgene waar de klant bereid is voor te betalen. Tot slot is waste van belang bij lean management; iets dat geen waarde toevoegt. Er kan hierbij gedacht worden aan zaken als overproductie, wachten etc. Dit moet volgens lean zoveel mogelijk geminimaliseerd worden.

  • De value stream bestaat uit waarde toevoegende en niet waarde toevoegende activiteiten die vereist zijn om te produceren, ontwerpen en uiteindelijk te leveren aan de klant. Als dit wordt toegevoegd aan een supply chain, dan is de waste reduction gerelateerd aan de optimalisatie van waarde toevoegende activiteiten en de eliminatie van niet waarde toevoegende activiteiten als onderdeel van de value stream.

  • Een bekende Japanse manier om value stream mapping uit te voeren heet Kaizen. Deze focust zich op continue verbeteringen. Het richt zich hierbij voornamelijk op korte termijn projecten.

  • Er zijn een aantal sleutel principes dat het ontwerp van supply chains kan sturen en ondersteunen. Deze kunnen onderverdeeld worden in 3 grote categorieën. De eerste 2 zijn gerelateerd aan interne productieprocessen, de processen die daadwerkelijk de goederen en diensten creëren in het bedrijf. Deze categorieën zijn Lean concepts en Lean production schedules.  De 3e categorie past lean concepten toe in de gehele supply chain, deze heet dan ook Lean supply chains.

  • Lean concepten kunnen ook succesvol worden toegepast bij diensten bedrijven. Net zoals bij productieprocessen zijn het elimineren van verspilling en het creëren van waarde voor de klant ook doelen van diensten bedrijven. Vaak opereren diensten bedrijven echter in een omgeving waar meer onzekerheid speelt, dit maakt het moeilijker om alles te controleren.

Waarom besteden bedrijven processen uit? - Bulletpoints 13

  • Strategic sourcing is het ontwikkelen van goede relatie met leveranciers, zodat je goederen en diensten kan verkrijgen die bijdragen aan de onmiddellijke behoeftes van een bedrijf. Vandaag de dag is sourcing de basis voor competitieve veranderingen. Een bedrijf is niet langer afhankelijk van diens eigen capaciteiten, het draait erom dat ze het meeste kunnen maken van hun beschikbare capaciteiten, of ze nu in bezit zijn van het bedrijf of niet. Als bedrijven uitbesteed dan gaat het voornamelijk over producten die van strategisch belang zijn voor het bedrijf.

  • Het fenomeen van variëteit als we gaan van de klant naar de producent in de supply chain is gerefereerd aan het bullwhip effect. Dit effect laat het gebrek aan synchronisatie onder supply chain leden zien. Als de aanbod patronen niet overeenkomen met de vraag patronen, dan accumuleert de voorraad op verschillende levels en kan er een tekort of vertraging ontstaan op andere onderdelen. Om dit tegen te gaan, en de doorstroom van materialen door het aanbod systeem gelijker te maken, gebruiken sommige bedrijven het programma genoemd continuous replenishment. Dit is een programma dat automatisch groepen aan items bij de klant aanvult op reguliere basis.

  • De supply chain uncertainty framework is ontwikkeld om managers te helpen om de natuur van de vraag van hun producten te begrijpen en dan de supply chain zo op te stellen dat ze het beste aan de vraag kunnen voldoen. Veel aspecten van de vraag van een product zijn hierbij van belang, zoals: de levenscyclus van het product, in hoeverre de vraag voorspeld kan worden, productvariëteit, marktstandaarden enzovoort. Producten kunnen gecategoriseerd worden in ofwel primaire functies, ofwel primaire innovaties. Omdat elke categorie een verschillende supply chain vereist is de basis van een supply chain probleem een mismatch tussen het type probleem en het type supply chain. Fisher heeft een framework opgesteld dat managers kan helpen met het voorspellen van de vraag en het invullen van het aanbod. Hierbij kunnen 2 type indelingen gehanteerd worden, gericht op de vraag (functional products en innovative products) en 2 type indelingen, gericht op het aanbod (stable supply chain proces en envolving supply process).

  • Er heeft een enorme groei plaatsgevonden in uitbestedingen binnen logistieke gebieden. Logistics is een term dat refereert naar management functies dat de complete cyclus, van materialen doorstroom, ondersteunen.

  • De total cost of ownership (TCO) is een schatting van de kosten van een item dat alle kosten die gerelateerd zijn aan de inkoop en het gebruik van het item (inclusief het afvoeren van het item na diens bruikbare leen) meeneemt. Het zijn dus de totale kosten van een item; het kopen, maken, gebruiken en de na-kosten. Het heeft invloed op de winst die je er uiteindelijk aan overhoudt.

  • Het is van belang om te meten hoe efficiënt de supply chain is. Hier zijn 2 meetinstrumenten voor: inventory turnover en weeks-of-supply.

Wat verstaan we onder locatie, logistiek en distributie? - Bulletpoints 14

  • Logistics houdt zich bezig met het gehele plaatje omtrent het coördineren en verplaatsen van materialen en andere bronnen van de ene locatie naar de andere. De focus ligt hier op de verplaatsing van materialen en op de plaats van de warenhuizen en fabrieken. Dit omdat dit belangrijk is voor de kosten omtrent de verplaatsing van materialen. Bij international logistics worden deze functies gemanaged op wereldlijke schaal. Er zijn bepaalde logistieke bedrijven die gespecialiseerd zijn in dergelijke logistieke handelingen, zoals DHL. Deze transportorganisaties worden ook wel third-party logistics companies genoemd. Zij verlenen hun diensten aan bedrijven.

  • Warenhuizen en andere distributiecentra worden gebruikt om verschepingen vanuit verschillende bronnen te bewaren, om zo de efficiëntie van de supply chain te verbeteren. Cross-docking is een aanpak, bij warenhuizen, waarbij de verschepingen worden opgebroken in lokale leveringen in een specifiek gebied. Dit wordt vaak zo gecoördineerd dat de goederen nooit als voorraad hoeven worden opgeslagen. Hierdoor hoeven warenhuizen maar een minimum aan voorraad te hanteren. Hub-and-spoke systems daarentegen combineren het idee van consolidatie en dat van cross-docking. Hier wordt een warenhuis gezien als een ‘hub’ met als enig doel het sorteren van goederen. Inkomende goederen worden direct gesorteerd en toegewezen naar het juiste gebied. Deze hubs worden geplaatste op strategische locaties, dichtbij geografische centrums zodat de goederen zo min mogelijk hoeven te reizen.

  • Er bestaat een grote variëteit aan criteria, die verder gaan dan kosten, voor het bepalen van een geschikte locatie voor de verschillende faciliteiten die samen de supply chain van een organisatie vormen. Criteria die de locatie van een fabriek of warenhuis beïnvloeden zijn onder andere: de nabijheid tot de klant, het bedrijfsklimaat, de totale kosten, de infrastructuur, kwaliteit van arbeid, aanbieders, de free trade zone, politieke risico’s en trading blocks.

  • Het lokaliseren van diensten bedrijven is vaak sterk afhankelijk van de vraag hoe nauw het contact met de klant moet zijn. Voorbeeld: een automatische telmachine voor een bank moet dicht bij bestaande en potentiële klanten geplaatst worden.

Access: 
Public
Check more of this topic?
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Image

Click & Go to more related summaries or chapters

Studiegids met Operations and Supply Chain Management, The Core van Jacobs en Chase

Samenvattingen en studiehulp bij Operations and Supply Chain Management, The Core van Jacobs en Chase

Inhoudsopgave

Nederlandstalige samenvattingen en studiehulp bij de 5e druk van het boek:

  • Samenvatting bij het boek: Operations and Supply Chain Management, The Core van Jacobs en Chase - 5e druk
  • Bullets bij het boek: Operations and Supply Chain Management, The Core van Jacobs en Chase - 5e druk

Overige:

  • Samenvattingen en studiehulp bij voorgaande drukken van het boek
  • Engelstalige samenvattingen en studiehulp: Study Guide with the book: Operations and Supply Chain Management, The Core by Jacobs and Chase
Access: 
Public
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Check how to use summaries on WorldSupporter.org


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Check related topics:
Activities abroad, studies and working fields
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
826 1