Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Oefenvragen KV Staats- & Bestuursrecht I, deel 1 (deeltoets 1)

Deze samenvatting is geschreven in collegejaar 2012-2013.

Oefententamen

 

Opgave 1

In juli 2010 besluit de Nederlandse regering tot een militaire bijdrage aan een vredesmissie. Bij deze vredesmissie komen dertig militairen om het leven.

Een onderzoekscommissie concludeert later dat er bij de uitzending ernstige fouten zijn gemaakt. Zo waren de Nederlandse militairen veel te licht bewapend, slecht geoefend en waren er geen afspraken met andere landen over mogelijke assistentie. Bovendien blijkt de beslissing tot uitzending genomen te zijn zonder dat er adequate informatie beschikbaar was over de veiligheidssituatie. Het rapport wijst de minister van Defensie aan als hoofdverantwoordelijke voor het drama.

a)         Op grond van welke bevoegdheid kunnen de Tweede Kamerleden de minister
van Defensie ter verantwoording roepen en waar is deze bevoegdheid nader geregeld?

Naar aanleiding van het onderzoeksrapport van de onderzoekscommissie verzoeken nabestaanden van de overleden militairen het Openbaar Ministerie om tot strafvervolging over te gaan van de minister van Defensie bij de rechtbank van Den Haag, wegens overtreding van de artikelen 307 en 309 Wetboek van Strafrecht.

b)         In hoeverre acht u dit verzoek kansrijk?

 

Opgave 2

Lees de volgende passage:

‘De  Nederlandse Grondwet ontvangt het internationale recht met open armen. Om die reden wordt er wel voor gepleit in de Grondwet een bepaling op te nemen die beschermt tegen internationaal recht dat niet voldoet aan rechtsstatelijke eisen.’

Noem drie grondwetsbepalingen waaruit blijkt dat de Nederlandse Grondwet het internationale recht met open armen ontvangt en licht uw keuzes toe.

 

Opgave 3

Eén van de beginselen van de rechtsstaat is het legaliteitsbeginsel. Dit beginsel wordt naar geldend recht doorgaans gedefinieerd als de eis dat ingrijpend optreden door de overheid moet berusten op en in overeenstemming moet zijn met wettelijke regels.

Waarom is het mede vanuit rechtsstatelijk perspectief onwenselijk om voor ál het overheidsoptreden de eis van een wettelijke grondslag te stellen? Noem twee argumenten en licht deze kort toe.

 

Opgave 4

In zijn boek Constitutioneel recht onderscheidt Kortmann drie functies van het constitutioneel recht: de constituerende, de attribuerende en de regulerende functie. Daarnaast spreekt Kortmann over de legitimerende functie. Ook geeft hij aan dat bepaalde mensenrechtenverdragen, zoals het EVRM en het IVBPR, gerekend kunnen worden tot het Nederlandse constitutionele recht.

Welke van de vier bovengenoemde functies vervullen deze mensenrechtenverdragen? Noem er twee en licht deze kort toe.

 

Opgave 5

Op het weblog “Publiekrecht en politiek” schrijft een auteur het volgende:

“De vertrouwensregel is een kernregel van ons parlementaire stelsel. Deze regel vergt onder meer dat de Tweede Kamer het vertrouwen opzegt in een minister indien ambtenaren van zijn departement ernstige fouten hebben begaan of onrechtmatig hebben gehandeld.”

Heeft deze auteur gelijk?

 

Opgave 6

Kortmann merkt in zijn boek Constitutioneel recht op dat de vertrouwensregel ook geldt tussen bewindslieden (of het kabinet) en de Eerste Kamer. Wel geeft hij aan dat de Eerste Kamer zich in de praktijk terughoudend opstelt als het gaat om het opzeggen van vertrouwen.

Noem twee redenen die deze terughoudendheid van de Eerste Kamer kunnen verklaren.

 

Opgave 7

In 2006 bestond enige onduidelijkheid over de vraag of het Tweede Kamerlid Hirsi Ali in het bezit was van de Nederlandse nationaliteit. Omdat art. 51 Grondwet stelt dat de Tweede Kamer bestaat uit honderdvijftig leden en kamerleden op grond van art. 56 Grondwet de Nederlandse nationaliteit dienen te bezitten, werd de vraag opgeworpen of de wetgeving die gedurende het kamerlidmaatschap van Hirsi Ali tot stand was gebracht wel rechtsgeldig was. Stel: een Nederlandse rechter komt voor de vraag te staan of in die tijd tot stand gekomen wetgeving verbindend is. Hoe zal de rechter met deze vraag omgaan?

 

 

Antwoorden

Opgave 1

a)         Op grond van hun bevoegdheid inlichtingen te vragen aan de minister. De ministers en de staatssecretarissen geven de kamers elk afzonderlijk en in verenigde vergadering mondeling of schriftelijk de door een of meer leden verlangde inlichtingen, tenzij dat in strijd komt met het belang van de staat. Zie art. 68 Gw. Nader geregeld in art. 133 e.v. van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer.

b)         Een dergelijk verzoek is niet kansrijk. Het optreden van de Minister waarvoor hij zou moeten worden vervolgd, vond plaats in het kader van de uitoefening van zijn functie. Het zou daarom gaan om een ambtsmisdrijf. Op basis van de Wet ministeriële verantwoordelijkheid is de minister strafrechtelijk aansprakelijk voor zulke ambtsmisdrijven (artikel 1 lid 1 Wmv). Op basis van artikel 4 zou de minister dan terecht staan voor de Hoge Raad en niet de Rechtbank Den Haag.
[Ook goed: als men artikel 119 Gw noemt]. Op basis van datzelfde artikel [ook 119 Gw] moet de vervolging echter worden bevolen door de regering of de Tweede Kamer. Dat betekent dat een vervolging door het OM is uitgesloten. Een dergelijke vervolging zou door de rechter niet-ontvankelijk moeten worden verklaard.
Ook goed te rekenen: op grond van hun bevoegdheid een (onderzoek) enquête in te stellen. Zie art. 70 Gw. Nader geregeld in het Reglement van Orde van de Tweede Kamer, alsmede in de Wet op de Parlementaire Enquête.

Opgave 2

o        Art. 90 GW de regering bevordert de internationale rechtsorde

o        Art. 91 GW geeft ruime mogelijkheden om verdragen goed te keuren zonder expliciete instemming van de Staten-Generaal: bij wet kan worden geregeld in welke gevallen geen goedkeuring vereist is + ook stilzwijgende goedkeuring is mogelijk.

o        Art. 91 lid 3 GW maakt het zelfs mogelijk om verdragen te sluiten die afwijken van de GW, zonder die GW formeel te wijzigen.

o        Art. 92 GW geeft toestemming om bevoegdheden, ook regelgevende, over te dragen aan internationale organisaties.

o        Art. 93 GW drukt uit dat een ieder verbindende verdragsbepalingen en besluiten van volkenrechtelijke organisaties nadat zij bekend zijn gemaakt als zodanig doorwerken en verbindende kracht hebben binnen de Nederlandse rechtsorde, zonder dat omzetting door de nationale wetgever is vereist.

o        Art. 94 voegt daaraan toe dat de een ieder verbindende verdragsbepalingen  en  bepalingen van besluiten van volkenrechtelijke organisaties voorrang hebben boven daarmee strijdige nationale wetgeving.

Opgave 3

Het is onmogelijk om alle taken die de overheid verricht en al het overheidsoptreden vooraf in te schatten en in regels te vatten. Soms moet de overheid optreden in situaties die niet zijn voorzien, bijvoorbeeld in geval van een krediet- of andere crisis. [ook goed: Dit zou bestuurlijke verlamming veroorzaken.] Als de consequentie dan zou zijn dat de overheid niets mag omdat de wet geen basis biedt voor handelen zou dat de bescherming en de belangen van de burgers niet ten goede komen en op de bescherming daarvan is het hele rechtsstaat-concept nu juist gericht.
Bovendien, als voor al het overheidsoptreden toch een wettelijke basis zou worden geëist, dan kan het niet anders of er komen in de wet een soort blanco-volmachten voor de overheid om in noodgevallen alles te doen wat nodig is. De rechtsstatelijke waarde van het legaliteitsbeginsel is er juist ook in gelegen dat de wet de grenzen aangeeft waarbinnen de overheid bij zijn optreden moeten blijven. Bij blanco-volmachten blijft er van dat grenzen stellen niets over. Zie: Kortmann 2008, p. 326 t/m 329

Opgave 4

Verschillende antwoorden zijn goed te rekenen.

* Aangezien de mensenrechtenverdragen in de eerste plaats erop gericht zijn om te verhinderen dat overheidsoptreden de vrijheidssfeer van de burgers al te zeer aantast, zijn zij duidelijk gericht op de regulerende functie van het staatsrecht: er worden grenzen gesteld aan het overheidsoptreden jegens de burger.

* De legitimerende functie van het staatsrecht heeft te maken met de vraag waarom de burgers de gezagsuitoefening door de staat aanvaarden en het feit dat recht grenzen stelt aan het overheidsoptreden ter bescherming van de vrijheidssfeer van de burgers, draagt over het algemeen bij aan de aanvaarding van het overheidsgezag door de burgers.

* Voor zover in een mensenrechtenverdrag een internationale toezichthoudende instantie wordt gecreëerd met de bevoegdheids om klachten van individuen of staten te behandelen vervult dit verdrag de constituerende functie en de attribuerende functie.

Opgave 5

Nee, weliswaar is de minister in zo’n geval wel politiek verantwoordelijk voor dit optreden van zijn ambtenaren (in de zin van art. 68 Gw), maar de vertrouwensregel houdt slechts in dat een bewindpersoon moet opstappen indien hij/zij niet meer de steun van een meerderheid in 1 van beide kamers van de Staten-Generaal. Deze regel zegt niets over de gevallen waarin een parlementaire meerderheid vertrouwen moet opzeggen; of dat gebeurt of niet kan afhangen van allerhande politieke overtuigingen.

Opgave 6

* De Eerste Kamer is niet rechtstreeks gekozen door de bevolking en heeft beperkter bevoegdheden dan de Tweede Kamer.

* De Eerste Kamer is niet betrokken bij de kabinetsformatie en het opstellen van het regeerakkoord.

Uit het bovenstaande blijkt dat het politieke primaat bij de TK ligt.

* Als de Eerste Kamer het vertrouwen opzegt en de Tweede Kamer niet, komt het kabinet klem te zitten in een mogelijk onoplosbaar conflict.

Opgave 7

Ingevolge HR: Prof. Van den Bergh (0,5 punt) kan de rechter de totstandkoming van de wet niet aan de Grondwet toetsen. Aan toetsing van de verbindendheid van formele wetgeving zal de rechter dus niet toekomen.

Image

Access: 
Public

Image

This content is used in:

Staats- en Bestuursrecht bundel

Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

This content is also used in .....

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Follow the author: Vintage Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
2103