Oefenmateriaal Kennismaking Onderzoeksmethoden en Statistiek - UU - Psychologie, jaar 1
- 2924 reads
TentamenTests bij Kennismaking met Onderzoeksmethoden en Statistiek aan de Universiteit Utrecht - 4
JoHo WorldSupporter membership (donateurschap): €5,- per jaar
JoHo membership met extra services (abonneeservices):
Online toegang: €10,-
Online toegang + Postbezorg en pickup service + Projectsteun: €15,-
Online toegang + Postbezorg- en pickup service + Extra projectsteun: €20,-
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Een verdeling heeft een gemiddelde van 85 en een mediaan van 80. Hoe ziet deze verdeling eruit?
Wat is het effect van steekproefgrootte op de uitkomst van een hypothesetest?
Wat is waar met betrekking tot de vorm van de verdeling van steekproefgemiddelden?
Welke van de onderstaande uitspraken is juist?
I. Over het algemeen is de distributie van t-statistieken platter en meer uitgespreid dan de standaard normaalverdeling.
II. Wanneer een sample n=21 scores heeft, krijg je een t-statistiek met df = 22.
Welke van de onderstaande uitspraken is juist?
I. Om statistische technieken te gebruiken in een within-subjects design moeten de samples aan elkaar gematcht zijn.
II. Een herhaalde metingen design is een vorm van gecorreleerde sample designs
In een onderzoek naar het aantal benodigde afspraken met een logopediste bij kinderen die de letter ‘r’ niet goed kunnen uitspreken, is een steekproef getrokken van 100 kinderen. Het gemiddeld aantal afspraken dat de kinderen nodig hadden is 13. De schatting van de standaardfout is 0.5. Stel dat er een kleinere steekproef is getrokken uit dezelfde populatie waarbij ook het gemiddelde 13 en standaardafwijking 5 is gevonden. Wat kan er gezegd worden over de grootte van de schatting van de standaardfout?
Onderstaand voorbeeld hoort bij vragen 8 t/m 11!
Een onderzoeker doet een onderzoek met 2 groepen met elk 12 proefpersonen, aan de hand van een ANOVA test.
De cumulatieve percentagewaardes zijn geassocieerd met de …… grenzen van de corresponderende scores van intervallen
Bij een steekproef hoort een ……; bij een populatie hoort een……
Een steekproeffout ontstaat doordat:
In een onderzoek wordt gevraagd naar de hobby’s van tieners. Ze kunnen kiezen uit sporten, muziek, lezen en overige hobby’s. In wat voor grafiek kunnen de resultaten het beste worden weergeven?
In onderzoek worden over het algemeen verschillende soorten variabelen gemeten. Welke termen ontbreken in de zin: De …… variabele heeft invloed op de …… variabele.
Welke van de onderstaande uitspraken is waar? 1. Populaties kennen minder spreiding dan samples en 2. Ongeveer 68% van de scores valt binnen twee standaardafwijkingen van het gemiddelde.
Wat is het doel van correlationeel onderzoek?
Er wordt op de Universiteit Utrecht onderzoek gedaan naar het zelfbeeld van eerstejaarsstudenten. Ze moeten vragen beantwoorden op een schaal van 1 (laag) tot 7 (hoog). Op wat voor niveau wordt er gemeten?
Er wordt onderzoek gedaan naar de bereidheid van drugsverslaafden in Nederland om zich te laten opnemen in een kliniek. Een groep van 100 verslaafden wordt geselecteerd om vragenlijsten te beantwoorden. Wat is de populatie in dit onderzoek?
Geef aan welke van de volgende stellingen juist is. 1. Het is mogelijk dat een verdeling meer dan een modus heeft, en 2. De modus is de juiste centrummaat voor nominale data.
In een onderzoek wordt gevraagd naar de hobby’s van tieners. Ze kunnen kiezen uit sporten, muziek, lezen en overige hobby’s. In wat voor.....read more
Empirische vragen zijn vragen die:
Voorstanders van studies met een ‘single design subject’ (n=1) beweren dat deze studies weldegelijk externe validiteit kunnen hebben, omdat:
Wanneer een psychologische test betrouwbaar is, dan houdt dit in:
Wat is de term die beschrijft hoe men van het ene focusgebied naar het andere schuift binnen een bepaald vakgebied? Voorbeeld: in de psychologie was het behaviorisme een tijd populair, nu is het denken in schema’s en cognities populair.
Wat is de beste manier om een steekproef te trekken wanneer je in een werkgroep de attitude wilt onderzoek t.a.v. vrouwelijke piloten? In de groep zitten 30 mannen en 10 vrouwen.
Wanneer er gebruikt gemaakt wordt van een schriftelijke enquête:
Volgens de ethische APA code voor de mens moeten mensen die vrijwillig meedoen aan een onderzoek:
Welk antwoord is correct als het gaat over constructvaliditeit?
Met de steekproef …… wordt ervoor gezorgd.....read more
Bij welke steekproef hebben alle leden van een populatie precies dezelfde kans om gekozen te worden om deel te nemen aan een onderzoek?
Welke van de volgende antwoorden maakt doorgaans geen deel uit van het kwalitatieve onderzoeksproces?
De variabele leesvaardigheid is gemeten op een schaal van 0 (heel slecht) tot 100 (perfect). Wat is het meetniveau van deze variabele?
Kritisch-emancipatoir onderzoek wordt meestal gedaan door middel van:
Recently, researchers have claimed that infants have an innate capacity for aggressiveness. At the same time, studies have revealed marked individual differences in aggression among young children by showing that some toddlers can be diagnosed with clinically significant conduct problems. This study tested the hypothesis that 12-month-old infants’ use of force against peers is associated with known risk factors for violence.
We conducted a study with firstborn British infants (n=271) and examined whether risk factors measured during pregnancy predicted infants’ aggressiveness at the age of approximately 12 months. During the first assessment, pregnant mothers were interviewed about their mood disorder symptoms. The interviews were transcribed and then coded in consultation with a psychiatrist according to diagnostic criteria of the fourth edition of the Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM–IV; American Psychiatric Association, 1994). There was significant agreement between two psychiatrists’ diagnoses of 22 randomly selected cases (κ = .77, p < .001), an indication of significant reliability. Furthermore, parents were asked about mothers’ smoking behavior by reporting the number of cigarettes smoked per day during pregnancy and mothers’ past conduct problems (e.g. fighting, stealing) on a scale from 0 (absent) to 2 (definitely present). During the second assessment, families were invited to attend a simulated birthday party. Parents or other caregivers completed a Cardiff Infant Contentiousness Scale (CICS) measuring early manifestations of aggressiveness (e.g. bites, has temper tantrums) on a scale from 0 (absent) to 2 (definitely present). Infants’ observed use of physical force was recorded by observers who were blind to infants’ CICS ratings and family circumstances. Observers transcribed the interactive moves made by each infant, using a set of predetermined behavioral categories, including instrumental force (e.g. with toys) and bodily force. Observers recorded whether each peer-directed move definitely or possibly involved instrumental or bodily force. A summary scale score was derived for each type of force.
Our findings indicate that infants at risk for serious aggression can already be identified when the motor.....read more
In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Kennismaking met Onderzoeksmethoden en Statistiek, Psychologie Utrecht jaar 1.
Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar de Samenvattingen Shop Psychologie Bachelor 1 - UU op JoHo.org.
Een verdeling heeft een gemiddelde van 85 en een mediaan van 80. Hoe ziet deze verdeling eruit?
Wat is het effect van steekproefgrootte op de uitkomst van een hypothesetest?
Wat is waar met betrekking tot de vorm van de verdeling van steekproefgemiddelden?
Welke van de onderstaande uitspraken is juist?
I. Over het algemeen is de distributie van t-statistieken platter en meer uitgespreid dan de standaard normaalverdeling.
II. Wanneer een sample n=21 scores heeft, krijg je een t-statistiek met df = 22.
Welke van de onderstaande uitspraken is juist?
I. Om statistische technieken te gebruiken in een within-subjects design moeten de samples aan elkaar gematcht zijn.
II. Een herhaalde metingen design is een vorm van gecorreleerde sample designs
In een onderzoek naar het aantal benodigde afspraken met een logopediste bij kinderen die de letter ‘r’ niet goed kunnen uitspreken, is een steekproef getrokken van 100 kinderen. Het gemiddeld aantal afspraken dat de kinderen nodig hadden is 13. De schatting van de standaardfout is 0.5. Stel dat er een kleinere steekproef is getrokken uit dezelfde populatie waarbij ook het gemiddelde 13 en standaardafwijking 5 is gevonden. Wat kan er gezegd worden over de grootte van de schatting van de standaardfout?
Onderstaand voorbeeld hoort bij vragen 8 t/m 11!
Een onderzoeker doet een onderzoek met 2 groepen met elk 12 proefpersonen, aan de hand van een ANOVA test.
De cumulatieve percentagewaardes zijn geassocieerd met de …… grenzen van de corresponderende scores van intervallen
Bij een steekproef hoort een ……; bij een populatie hoort een……
Een steekproeffout ontstaat doordat:
In een onderzoek wordt gevraagd naar de hobby’s van tieners. Ze kunnen kiezen uit sporten, muziek, lezen en overige hobby’s. In wat voor grafiek kunnen de resultaten het beste worden weergeven?
In onderzoek worden over het algemeen verschillende soorten variabelen gemeten. Welke termen ontbreken in de zin: De …… variabele heeft invloed op de …… variabele.
Welke van de onderstaande uitspraken is waar? 1. Populaties kennen minder spreiding dan samples en 2. Ongeveer 68% van de scores valt binnen twee standaardafwijkingen van het gemiddelde.
Wat is het doel van correlationeel onderzoek?
Er wordt op de Universiteit Utrecht onderzoek gedaan naar het zelfbeeld van eerstejaarsstudenten. Ze moeten vragen beantwoorden op een schaal van 1 (laag) tot 7 (hoog). Op wat voor niveau wordt er gemeten?
Er wordt onderzoek gedaan naar de bereidheid van drugsverslaafden in Nederland om zich te laten opnemen in een kliniek. Een groep van 100 verslaafden wordt geselecteerd om vragenlijsten te beantwoorden. Wat is de populatie in dit onderzoek?
Geef aan welke van de volgende stellingen juist is. 1. Het is mogelijk dat een verdeling meer dan een modus heeft, en 2. De modus is de juiste centrummaat voor nominale data.
In een onderzoek wordt gevraagd naar de hobby’s van tieners. Ze kunnen kiezen uit sporten, muziek, lezen en overige hobby’s. In wat voor.....read more
Empirische vragen zijn vragen die:
Voorstanders van studies met een ‘single design subject’ (n=1) beweren dat deze studies weldegelijk externe validiteit kunnen hebben, omdat:
Wanneer een psychologische test betrouwbaar is, dan houdt dit in:
Wat is de term die beschrijft hoe men van het ene focusgebied naar het andere schuift binnen een bepaald vakgebied? Voorbeeld: in de psychologie was het behaviorisme een tijd populair, nu is het denken in schema’s en cognities populair.
Wat is de beste manier om een steekproef te trekken wanneer je in een werkgroep de attitude wilt onderzoek t.a.v. vrouwelijke piloten? In de groep zitten 30 mannen en 10 vrouwen.
Wanneer er gebruikt gemaakt wordt van een schriftelijke enquête:
Volgens de ethische APA code voor de mens moeten mensen die vrijwillig meedoen aan een onderzoek:
Welk antwoord is correct als het gaat over constructvaliditeit?
Met de steekproef …… wordt ervoor gezorgd.....read more
Bij welke steekproef hebben alle leden van een populatie precies dezelfde kans om gekozen te worden om deel te nemen aan een onderzoek?
Welke van de volgende antwoorden maakt doorgaans geen deel uit van het kwalitatieve onderzoeksproces?
De variabele leesvaardigheid is gemeten op een schaal van 0 (heel slecht) tot 100 (perfect). Wat is het meetniveau van deze variabele?
Kritisch-emancipatoir onderzoek wordt meestal gedaan door middel van:
Recently, researchers have claimed that infants have an innate capacity for aggressiveness. At the same time, studies have revealed marked individual differences in aggression among young children by showing that some toddlers can be diagnosed with clinically significant conduct problems. This study tested the hypothesis that 12-month-old infants’ use of force against peers is associated with known risk factors for violence.
We conducted a study with firstborn British infants (n=271) and examined whether risk factors measured during pregnancy predicted infants’ aggressiveness at the age of approximately 12 months. During the first assessment, pregnant mothers were interviewed about their mood disorder symptoms. The interviews were transcribed and then coded in consultation with a psychiatrist according to diagnostic criteria of the fourth edition of the Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM–IV; American Psychiatric Association, 1994). There was significant agreement between two psychiatrists’ diagnoses of 22 randomly selected cases (κ = .77, p < .001), an indication of significant reliability. Furthermore, parents were asked about mothers’ smoking behavior by reporting the number of cigarettes smoked per day during pregnancy and mothers’ past conduct problems (e.g. fighting, stealing) on a scale from 0 (absent) to 2 (definitely present). During the second assessment, families were invited to attend a simulated birthday party. Parents or other caregivers completed a Cardiff Infant Contentiousness Scale (CICS) measuring early manifestations of aggressiveness (e.g. bites, has temper tantrums) on a scale from 0 (absent) to 2 (definitely present). Infants’ observed use of physical force was recorded by observers who were blind to infants’ CICS ratings and family circumstances. Observers transcribed the interactive moves made by each infant, using a set of predetermined behavioral categories, including instrumental force (e.g. with toys) and bodily force. Observers recorded whether each peer-directed move definitely or possibly involved instrumental or bodily force. A summary scale score was derived for each type of force.
Our findings indicate that infants at risk for serious aggression can already be identified when the motor.....read more
Op zoek naar een uitdagende job die past bij je studie? Word studentmanager bij JoHo !
Werkzaamheden: o.a.
Interesse? Reageer of informeer
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Add new contribution