Inleiding Internationaal Publiekrecht - Recht - UL - B1 - Oefenbundel
- 4247 reads
In de afgelopen tijd hebben de lidstaten van de Europese Unie met Turkije gepraat en onderhandeld over hoe men de vluchtelingencrisis gaat aanpakken. De fractievoorzitter van VVD, sprak begin maart zijn zorgen uit over de naleving door Turkije van een mogelijk verdrag tussen de betrokken staten.
Ergens in maart van dit jaar zei hij in het televisieprogramma Hallo Holland:
‘Als de Turken het toch niet doen en eigenlijk alleen maar goede wil uitspreken en niet handelen, moeten we ook eens wat harder worden naar hen toe. Dan moeten we gewoon zeggen: u wilt ook heel veel goederen naar Europa exporteren, daar gaan we dan toch een keer wat moeilijker over doen. Slecht gedrag gaan we niet belonen. Als zij slecht gedrag blijven houden, dan moet Europa gewoon zeggen: dat wordt afgestraft en dan gaan we gewoon economische sancties treffen.’
De Minister-president vraagt u naar aanleiding van de opmerkingen van Halbe Zijlstra om een kort memo ter voorbereiding op de verdere onderhandelingen met Turkije. Hij vraagt u om hem te adviseren over de vraag:
Hoe staten de nakoming van verplichtingen onder internationaal publiekrecht kunnen afdwingen en;
Aan welke criteria eventuele maatregelen moet worden voldaan?
Schrijf uw memo van maximaal 400 woorden met aandacht voor de zinsbouw en het taalgebruik.
Er zijn maximaal 10 punten te verdienen. Voor incorrect taalgebruik of zinsbouw kunnen er maximaal 2 punten worden afgetrokken.
In het Nuhanović-arrest oordeelde de Hoge Raad ten aanzien van de aansprakelijkheid van Nederland voor het handelen van Dutchbat dat:
Het VN Handvest legt aan de leden van de VN een aantal verplichtingen op. Wat is geen verplichting voor lidstaten van de VN?
Er zijn drie soorten verdragen die worden onderscheiden in het internationaal publiekrecht, welke?
De Verklaring van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties inzake de Beginselen van het Internationale Recht betreffende Vriendschappelijke Betrekkingen en Samenwerking tussen Staten (1970) bepaalt dat verovering geen rechtsgeldige aanspraak (‘titel’) op grondgebied oplevert.
Wat levert wèl een rechtsgeldige aanspraak (‘titel’) op grondgebied op?
Britse militairen hebben zich mogelijk schuldig gemaakt aan oorlogsmisdrijven in Irak in de periode tussen 2003 en 2009. Irak is geen partij bij het Statuut van Rome; het Verenigd Koninkrijk is sinds 2001 partij bij het Statuut van Rome. Heeft het Internationaal Strafhof de bevoegdheid om deze militairen te berechten?
Regels van dwingend recht worden in het internationaal publiekrecht ook wel aangeduid als regels van ‘ius cogens’.
Stel dat Duitsland een geschil met Nederland over de toepassing van het VN Verdrag inzake Verdovende Middelen voorlegt aan het Internationaal Gerechtshof. Beide staten zijn partij bij dit verdrag. Artikel 48 van dit verdrag bepaalt:
“1. If there should arise between two or more Parties a dispute relating to the interpretation or application of this Convention, the said Parties shall consult together with a view to the settlement of the dispute by negotiation, investigation, mediation, conciliation, arbitration, recourse to regional bodies, judicial process or other peaceful means of their own choice.
2. Any such dispute which cannot be settled in the manner prescribed shall be referred to the International Court of Justice for decision.”
Hoe heet een dergelijke bepaling in een verdrag met betrekking tot geschillenbeslechting door het Internationaal Gerechtshof?
Het VN-Zeerechtverdrag uit 1982 bevat regels van internationaal publiekrecht. Het ongeschreven zeerecht is echter veel ouder en heeft om die reden voorrang boven dit verdrag.
Welke stelling ten aanzien van de totstandkoming van verdragen is op grond van het Weens Verdragenverdrag onjuist?
Bij welke vorm van diplomatieke geschillenbeslechting speelt een derde partij, die zelf geen partij is bij het geschil, in beginsel geen rol?
Beoordeel de volgende stelling.
In het arrest ‘Mothers of Srebrenica c.s. tegen de Nederlandse Staat en de Verenigde Naties’ (2012) oordeelde de Hoge Raad, met een beroep op het Verdrag inzake de voorrechten en immuniteiten van de Verenigde Naties, dat de Verenigde Naties (VN) te allen tijde vrijgesteld is van rechtsvervolging.
Stelling: Een voorbehoud bij een verdrag is volgens het Weens Verdragenverdrag alleen toegestaan als alle verdragspartijen met het voorbehoud instemmen.
Het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing uit 1984 legt aan Nederland de verplichting op om foltering strafbaar te stellen. Nederland heeft hier gevolg aan gegeven door middel van de Uitvoeringswet folteringverdrag. Artikelen 1 en 2 van de Uitvoeringswet regelen de strafbaarstelling van foltering. Artikel 5 van deze Uitvoeringswet luidt als volgt:
“Artikel 5 De Nederlandse strafwet is toepasselijk op ieder die zich buiten Nederland aan een van de in de artikelen 1 en 2 van deze wet omschreven misdrijven schuldig maakt.”
Stelling: Artikel 5 Uitvoeringswet folteringverdrag is een manifestatie van het universaliteitsbeginsel.
Welke stelling met betrekking tot diplomatieke immuniteit is juist?
Het beginsel ‘par in parem non habet imperium’ is onder meer gecodificeerd in:
Stelling: Juridische geschillenbeslechting door middel van arbitrage kan ook tussen een particulier en een staat plaatsvinden.
In het Spoorwegstaking-arrest beoordeelde de Hoge Raad of artikel 6 lid 4 van het Europees Sociaal Handvest (ESH) direct doorwerkt in de Nederlandse rechtsorde.
Beoordeel de volgende stelling.
Artikel 6 lid 4 ESH heeft weliswaar directe werking in de Nederlandse rechtsorde, maar geen voorrang op wettelijke voorschriften die daarmee in strijd zijn.
In september 2014 besloot Nederland om gevechtsvliegtuigen beschikbaar te stellen voor luchtaanvallen gericht tegen IS op Iraaks grondgebied. Het gaat om vier gevechtsvliegtuigen, twee reservetoestellen en 130 militairen, die tot taak hebben de Iraakse en Koerdische strijdkrachten met training en advies te ondersteunen.
Stel dat één van de Nederlandse militairen op eigen houtje besluit deel te nemen aan gevechten en daarbij op onrechtmatige wijze onschuldige burgers doodt.
Kan het handelen van de Nederlandse militair worden toegerekend aan Nederland?
Een internationale onrechtmatige daad kan in beginsel niet bestaan uit:
In november 2015 publiceerde de NOS het volgende:
“De Spaanse regering heeft het Constitutionele Hof gevraagd om een stokje te steken voor de voorgenomen afscheiding van Catalonië. Het Catalaanse regionale parlement zette maandag de eerste stap in de richting van onafhankelijkheid van Spanje.
De separatisten in Barcelona streven ernaar om over anderhalf jaar de soevereine republiek Catalonië uit te roepen.”
Welke van onderstaande argumenten die de Spaanse regering mogelijk heeft aangewend voor het Constitutionele Hof is niet in overeenstemming met het internationaal publiekrecht?
Beoordeel de volgende stelling.
Het Verdrag inzake Staatsimmuniteit is nog niet in werking getreden. Voor de Nederlandse rechtsorde zijn de in het verdrag neergelegde regels daarom niet van belang.
In 2004 zond de VN Veiligheidsraad een VN vredesmacht naar Haïti (MINUSTAH). Deze vredesmacht is nog steeds actief. In 2010 zond Nepal een contingent Nepalese soldaten naar Haïti om deel uit te maken van MINUSTAH.
In november 2010 berichtte de NOS, voor zover relevant:
“In Haïti zijn betogingen uit de hand gelopen van mensen die de VN de schuld geven van de cholera-epidemie. (…)
De oorzaak van de uitbraak is nog niet opgehelderd, maar de betogers zeggen dat de ziekte is meegenomen door militairen uit Nepal, waar ook cholera heerst. Een week na hun aankomst op de VN-basis in Haïti werden in de buurt de eerste cholera-gevallen vastgesteld. In Haïti is al decennia geen cholera voorgekomen.”
Welke stelling ten aanzien van de mogelijke aansprakelijkheid voor het handelen van de Nepalese MINUSTAH-soldaten onder internationaal publiekrecht is, mede in het licht van de jurisprudentie van de Hoge Raad, onjuist?
Op 12 december 2015 werd na langdurige onderhandelingen een akkoord bereikt over nieuwe maatregelen die klimaatverandering tegen moeten gaan. Het akkoord is gerelateerd aan het VN Raamverdrag inzake klimaatverandering uit 1992.
Artikel 3 lid 1 van VN Raamverdrag bepaalt, voor zover relevant:
“De partijen zouden het klimaat moeten beschermen voor huidige en toekomstige generaties van de mensheid, op basis van billijkheid en in overeenstemming met hun gezamenlijke, maar gedifferentieerde verantwoordelijkheden en respectievelijke mogelijkheden.”
In 1998 hebben de verdragspartijen bij het Raamverdrag het Kyoto Protocol opgesteld. Artikel 3 lid 1 van het Kyoto Protocol bepaalt, voor zover relevant:
“De in Bijlage I opgenomen Partijen zorgen er ieder voor zich of gezamenlijk voor dat hun gezamenlijke antropogene in kooldioxideequivalenten uitgedrukte emissies van de in Bijlage A genoemde broeikasgassen de hun toegewezen hoeveelheden, berekend aan de hand van hun gekwantificeerde verplichtingen inzake emissiebeperking en emissiereductie als genoemd in bijlage B en overeenkomstig het in dit artikel bepaalde, niet overschrijden, met het oog op de reductie van hun totale emissie van die gassen in de verbintenisperiode 2008 tot 2012 met ten minste 5% ten opzichte van de niveaus van 1990.”
Welk alternatief ten aanzien van het Raamverdrag en het Kyoto Protocol is juist?
Welke stelling met betrekking tot de bevoegdheid van het Internationaal Gerechtshof om advies te geven is juist?
In 1984 werd een politieagente dood getroffen door een kogel die was afgevuurd vanuit de Libische ambassade in Londen in het Verenigd Koninkrijk. Welke stelling is juist?
Stelling: Bij de beoordeling van een aanvraag tot lidmaatschap van de Verenigde Naties spelen de criteria voor staat-zijn uit het Montevideoverdrag geen rol.
Beoordeel de volgende stelling.
Staten die partij zijn bij het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (IVBPR) aanvaarden automatisch de rechtsmacht van het Mensenrechtencomité om klachten van individuen over schendingen van het IVBPR binnen hun rechtsmacht te beoordelen.
Stelling: Als de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties stemt over een lidmaatschapsaanvraag dan moet dit besluit worden genomen bij gekwalificeerde meerderheid.
Stelling: In de North Sea Continental Shelf cases oordeelde het Internationaal Gerechtshof dat de praktijk van staten die de equidistantieregel hadden toegepast na inwerkingtreding van artikel 6 van de 1958 Geneva Continental Shelf Convention en die geen partij waren bij dit verdrag relevant was, omdat deze was gebaseerd op opinio iuris.
Prof. Schrijver schreef over de crisis rondom Oekraïne en de rol van het internationaal publiekrecht het volgende:
“Het internationale recht biedt duidelijke regels en een goed gevulde gereedschapskist voor een aanpak van de crisis rondom de Oekraïne door de betrokken staten en de internationale gemeenschap.”
Desondanks wordt het internationaal publiekrecht niet altijd als effectief ervaren. Waarom?
Beoordeel de volgende stelling.
Lidmaatschap van het Internationaal Strafhof brengt mee dat staten aansprakelijk gehouden kunnen worden voor het begaan van internationale misdrijven.
Op 17 november 2015 berichtte de NOS, voor zover relevant:
“Een Spaanse rechter heeft de politie gevraagd hem te waarschuwen wanneer de Israëlische premier Netanyahu voet op Spaanse bodem zet. De rechter wil hem spreken over het geweld dat is gebruikt om een scheepskonvooi onderweg naar Gaza te stoppen in 2010. Het verzoek van de rechter wordt gezien als een verkapt arrestatiebevel. (…)
Een woordvoerder van het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken ziet het verzoek van de Spaanse rechter als een provocatie, zei hij tegen de krant Jerusalem Post. ‘We overleggen met de Spaanse autoriteiten om het besluit terug te draaien. We hopen dat dit snel voorbij is.’”
Zou een eventuele arrestatie en/of berechting van premier Netanyahu door Spaanse autoriteiten in overeenstemming zijn met regels van internationaal publiekrecht?
Het VN-Zeerechtverdrag uit 1982 reguleert de uitoefening van rechtsmacht op zee. Het verdrag erkent onder meer de soevereine rechten van staten in de exclusieve economische zone (EEZ).
Welke stelling is juist?
Stelling: Belangrijke besluiten van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties dienen te worden genomen bij consensus.
Wat is geen kenmerk van wereldrecht?
Tot de binnenwateren behoren onder meer havens, estuaria en alle overige wateren aan de landzijde van de basislijn. In deze wateren heeft een staat in beginsel handhavende rechtsmacht ten aanzien van personen met een vreemde nationaliteit die een strafbaar feit plegen.
Wat is de grondslag voor de uitoefening van handhavende rechtsmacht door een staat?
De Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), gesloten in Marrakech in 1994, bepaalt, onder meer, het volgende:
Artikel VIII. Status van de WTO
De WTO bezit rechtspersoonlijkheid, en aan de WTO wordt door elk van haar Leden de rechtsbevoegdheid toegekend die nodig is voor de uitoefening van haar taken.
Aan de WTO worden door elk van haar Leden de voorrechten en immuniteiten toegekend die nodig zijn voor de uitoefening van haar taken.
Artikel IX. Besluitvorming
De WTO zet de praktijk voort van besluitvorming door middel van consensus die werd gehanteerd ingevolge de GATT-Overeenkomst van 1947. Behalve indien anders bepaald, wordt de aangelegenheid in kwestie, wanneer er geen besluit door middel van consensus wordt bereikt, beslist door stemming. Op vergaderingen van de Ministeriële Conferentie en de Algemene Raad heeft elk Lid van de WTO één stem. […] Besluiten van de Ministeriële Conferentie en de Algemene Raad worden genomen met een meerderheid van de uitgebrachte stemmen, tenzij in deze Overeenkomst of in de desbetreffende Multilaterale Handelsovereenkomst anders is bepaald.
Artikel XII. Toetreding
Iedere staat die of ieder afzonderlijk douanegebied dat volledige zelfstandigheid bezit in de buitenlandse handelsbetrekkingen of in de andere aangelegenheden geregeld in deze Overeenkomst en de Multilaterale Handelsovereenkomsten kan tot deze Overeenkomst toetreden op tussen deze staat of dat gebied en de WTO overeen te komen voorwaarden. Deze toetreding geldt voor deze Overeenkomst en de daaraan gehechte Multilaterale Handelsovereenkomsten.
Welk alternatief ten aanzien van de Wereldhandelsorganisatie is juist?
Stelling: De verplichting om verdragen na te komen (‘pacta sunt servanda’) geldt alleen voor staten die partij zijn bij het Weens Verdragenverdrag.
Stelling: Een regel van internationaal publiekrecht kan zowel uit een verdrag als uit het internationaal gewoonterecht voortvloeien.
Welke stelling is op grond van het Weens Verdragenverdrag onjuist?
Aan: Minister-President
Betreft: Handhaving verplichtingen internationaal publiekrecht
Geachte Minister-president,
U vroeg mij naar aanleiding van de uitspraken van VVD-fractievoorzitter in het televisieprogramma Hallo Holland en met het oog op de verdere onderhandelingen met Turkije om een kort memo over de vraag hoe staten de nakoming van verplichtingen onder internationaal publiekrecht kunnen afdwingen en aan welke criteria eventuele maatregelen moeten voldoen. Hierbij bericht ik u als volgt.
De internationale rechtsorde is naar aanleiding van de soevereiniteit van staten horizontaal gestructureerd. Deze horizontale structuur brengt mee dat staten zelf zorg moeten dragen voor handhaving van regels van internationaal publiekrecht. Om naleving van regels van internationaal publiekrecht af te dwingen kunnen staten eenzijdig maatregelen nemen.
Ten eerste kunnen staten retorsies nemen. Retorsies zijn onvriendelijke maatregelen die niet in strijd zijn met internationaalrechtelijke verplichtingen van de staat die deze maatregelen neemt. Een staat kan bijvoorbeeld diplomaten van de staat tegen wie de maatregelen zijn gericht uitwijzen. Omdat retorsies niet in strijd zijn met internationaal rechtelijke verplichtingen zijn deze maatregelen niet aan voorwaarden gebonden.
Ten tweede mogen staten tegenmaatregelen ofwel represailles nemen. Dit zijn maatregelen die in beginsel wel een schending van internationaalrechtelijke verplichtingen meebrengen. Omdat een tegenmaatregel ziet op het beëindigen van een onrechtmatige daad van een andere staat wordt de onrechtmatigheid of de wederrechtelijkheid van de maatregel weggenomen. Dit blijkt uit artikel 22 DARS. Vanwege het verstrekkende karakter van tegenmaatregelen zijn deze maatregelen aan strikte voorwaarden verbonden. Volgens artikel 49 DARS mogen alleen benadeelde/gelaedeerde staten tegenmaatregelen nemen. Bovendien moeten deze maatregelen volgens artikel 51 DARS proportioneel zijn ten opzichte van de schending van de internationaalrechtelijke verplichting die de tegenmaatregel beoogt te stoppen en mogen zij niet in strijd zijn met bepaalde rechtsregels, zoals fundamentele mensenrechten en het geweldsverbod (artikel 50 DARS).
Als Turkije zich niet aan eventuele verdragsrechtelijke afspraken houdt dan mag Nederland inderdaad eenzijdige maatregelen nemen, waaronder economische sancties, om Turkije te bewegen zich aan de gemaakte afspraken te houden. Of deze sancties kwalificeren als retorsies of tegenmaatregelen hangt af van de vraag of de tegenmaatregelen in beginsel onrechtmatig zijn.
Op 4 januari 2013 werd op de Vestdijk in Eindhoven een 22-jarige man ernstig mishandeld. Een groep jongens schopte hem op brute wijze. Een aantal van hen heeft de Belgische nationaliteit. Zij keerden na het voorval terug naar België.
Wat is rechtsmacht en in welke vormen komt rechtsmacht voor?
Welke staten kunnen ten aanzien van het voorval in Eindhoven rechtsmacht claimen en op grond waarvan? Motiveer uw antwoord.
Nederland wil de Belgische verdachten in Nederland vervolgen en claimt daarvoor rechtsmacht. Waarom is er dan nog een uitleveringsverzoek nodig? Als Nederland rechtsmacht heeft kan de Nederlandse politie de verdachten toch in Belgie arresteren? Geef een gemotiveerd standpunt over deze stellingen.
Op 11 februari 2011 heeft de VN Veiligheidsraad in resolutie S/RES/1970(2011) de situatie in Libië verwezen naar het Internationaal Strafhof. In reactie hierop heeft de Aanklager op 27 juni 2011 drie Libische mannen gedagvaard:
Muammar Mohammed Abu Minyar Gaddafi (Muammar Gaddafi)
Commander of the Armed Forces of Libya, houder van de titel Leider van de Revolutie, en daarmee opererend als staatshoofd.
Saif Al-Islam Gadaffi
Voorzitter van de Gaddafi International Charity and Development Foundation, en de facto functionerend als Minister President van Libië.
Abdallah Al-Senussi
Colonel in the Lybian Armed Forces en hoofd van de militaire inlichtingendienst.
Alle heren zijn gedagvaard op grond van (kennis van) de wijdverspreide aanvallen op de burgerbevolking, in het bijzonder voor moord en vervolging van politieke tegenstanders.
Stel dat niet het ISH, maar Tunesië de vervolging van deze drie heren aan zich zou hebben getrokken, op basis waarvan zou Tunesië dan rechtsmacht kunnen hebben geclaimd?
Beoordeel gemotiveerd of het ISH bevoegd is in deze zaak.
Muammar Gaddafi, die in november 2011 om het leven kwam, functioneerde als staatshoofd en bezat in die hoedanigheid immuniteit. Leg uit wat immuniteit is. Verklaar verder op grond waarvan het ISH aan die immuniteit voorbij mocht gaan.
Welke stelling ten aanzien van het Internationaal Strafhof is niet waar?
Het internationaal Strafhof is alleen bevoegd ten aanzien van personen; het kan geen oordeel geven over strafbare feiten die door staten zijn verricht.
Het internationaal strafhof heeft geen bevoegdheid meer als een verdachte al voor hetzelfde feit door een nationale rechter is veroordeeld - nebis in idem
Het internationaal Strafhof is uitsluitend bevoegd ten aanzien van staten die de rechtsmacht van het ISH hebben erkend (art 12 lid 1 Statuut ISH)
De rol van de Aanklager bij het ISH is vergelijkbaar met die van de Officier van Justitie in het
Op 15 december 2015 informeerde Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Lodewijk Asscher, de Tweede Kamer over de stand van zaken met betrekking tot de aanpassing van het bilaterale sociale zekerheidsverdrag tussen Nederland en Marokko. Volgens Asscher is Marokko met nieuwe eisen gekomen waar Nederland niet aan kan voldoen.
Stel dat Nederland overweegt om dit geschil met Marokko over aanpassing van het verdrag voor te leggen aan het Internationaal Gerechtshof.
In 1956 heeft Nederland deze verklaring afgelegd met betrekking tot de bevoegdheid van het Internationaal Gerechtshof:
“I hereby declare that the Government of the Kingdom of the Netherlands recognizes, in accordance with Article 36, paragraph 2, of the Statute of the International Court of Justice, with effect from 6 August 1956, as compulsory ipso facto and without special agreement, in relation to any other State accepting the same obligation, that is on condition of reciprocity, the jurisdiction of said Court in all disputes arising or which may arise after 5 August 1921, with the exception of disputes in respect of which the parties, excluding the jurisdiction of the International Court of Justice, may have agreed to have recourse to some other method of pacific settlement.”
U werkt op het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Directie Juridische Zaken. De leidinggevende vraagt u een notitie te schrijven over de voorwaarden waaronder Nederland dit geschil met Marokko aan het Internationaal Gerechtshof voor kan leggen.
Schrijf een advies in maximaal 450 woorden, let hierbij op zinsbouw en taalgebruik (hier kan maximaal 2 punten voor worden afgetrokken).
Stelling: Als een staat zijn verplichtingen onder een vonnis van het Internationaal Gerechtshof niet nakomt kan de wederpartij een beroep doen op de Veiligheidsraad om maatregelen te nemen om naleving af te dwingen.
In oktober 2015 berichtte de krant:
“De Amerikaanse regering is blij met een besluit van het Permanente Hof van Arbitrage over gebieden in de Zuid-Chinese Zee. Het arbitragehof verwierp donderdag de bezwaren van China, dat betoogde dat het in Den Haag gevestigde hof geen rechtsmacht in deze kwestie had. (…) Het kan nog een jaar duren voordat er een (inhoudelijke) uitspraak komt in de zaak. De Filipijnen waren begin 2013 naar het hof gestapt. China kan een uitspraak van het hof terzijde schuiven, maar dat zou het aanzien van de opkomende wereldmacht geen goed doen.”
Het bovenstaande nieuwsbericht is niet juist. Waarom niet?
In de afgelopen tijd hebben de lidstaten van de Europese Unie met Turkije gepraat en onderhandeld over hoe men de vluchtelingencrisis gaat aanpakken. De fractievoorzitter van VVD, sprak begin maart zijn zorgen uit over de naleving door Turkije van een mogelijk verdrag tussen de betrokken staten.
Ergens in maart van dit jaar zei hij in het televisieprogramma Hallo Holland:
‘Als de Turken het toch niet doen en eigenlijk alleen maar goede wil uitspreken en niet handelen, moeten we ook eens wat harder worden naar hen toe. Dan moeten we gewoon zeggen: u wilt ook heel veel goederen naar Europa exporteren, daar gaan we dan toch een keer wat moeilijker over doen. Slecht gedrag gaan we niet belonen. Als zij slecht gedrag blijven houden, dan moet Europa gewoon zeggen: dat wordt afgestraft en dan gaan we gewoon economische sancties treffen.’
De Minister-president vraagt u naar aanleiding van de opmerkingen van Halbe Zijlstra om een kort memo ter voorbereiding op de verdere onderhandelingen met Turkije. Hij vraagt u om hem te adviseren over de vraag:
Hoe staten de nakoming van verplichtingen onder internationaal publiekrecht kunnen afdwingen en;
Aan welke criteria eventuele maatregelen moet worden voldaan?
Schrijf uw memo van maximaal 400 woorden met aandacht voor de zinsbouw en het taalgebruik.
Er zijn maximaal 10 punten te verdienen. Voor incorrect taalgebruik of zinsbouw kunnen er maximaal 2 punten worden afgetrokken.
In het Nuhanović-arrest oordeelde de Hoge Raad ten aanzien van de aansprakelijkheid van Nederland voor het handelen van Dutchbat dat:
Het VN Handvest legt aan de leden van de VN een aantal verplichtingen op. Wat is geen verplichting voor lidstaten van de VN?
Er zijn drie soorten verdragen die worden onderscheiden in het internationaal publiekrecht, welke?
De Verklaring van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties inzake de Beginselen van het Internationale Recht betreffende Vriendschappelijke Betrekkingen en Samenwerking tussen Staten (1970) bepaalt dat verovering
.....read moreEr bestaat geen hiërarchie tussen de primaire bronnen van het internationaal recht. Klopt deze stelling?
'De Amerikaanse justitie vervolgt een Russische hacker voor het besmetten van honderdduizenden computers met kwaadaardige software. (…) In de staat Texas raakte een bedrijf 211.300 dollar kwijt en een ander bedrijf 165.700. In de staat New York werd een indianenstam voor 256.000 dollar gedupeerd en zo waren er nog een aantal instanties. De hacker maakte deel uit vn een bende die vanuit Rusland werkte.
Het vervolgen van de Russische hacker maakte deel uit van het:
Op 20 december 2013 meldt het Ministerie van Buitenlandse Zaken dat een bilateraal belastingverdrag tussen Nederland en Malawi door Malawi op 5 juni 2013 is opgezegd. Het verdrag is op 1 januari 2014 buiten werking getreden.
Wel alternatief met betrekking tot beëindiging van verdragen is juist?
Uitspraken van het Mensenrechtencomité zijn formeel bindend.
Rusland heeft op 22 november van het jaar 2014 een resolutie voorgelegd aan de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties inzake een verbod op het verheerlijken van het Nazisme en het ontkennen van oorlogsmisdrijven die gepleegd zijn doro Nazi's ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. De VS, Oekraïne en Canada hebben als enige landen tegen de resolutie gestemd.
Welke stelling is juist?
In mei 2014 meldde de toenmalige Minister van Buitenlandse Zaken (Timmermans) dat hij een onderzoek zou instellen naar de reikwijdte en handhaving van een belastingmaatregel van Eritrea. Deze belastingmaatregel bepaalt namelijk dat Eritreeërs die in Nederland wonen, 2% van hun inkomen aan Eritrea moeten betalen.
Welke bewering klopt?
Ten aanzien van de internationale rechtsorde geldt dat:
Prof. Schrijver schrijft dat het internationaal publiekrecht zich ontwikkelt van een afbakeningsrecht (co-existentie) naar samenwerkingsrecht (co-operatie). Enkele hoofdstukken van het internationaal publiekrecht die in dat kader tot ontwikkeling zijn gekomen en die kwalificeren als moderne hoofdstukken van internationaal recht, zijn:
Ten aanzien van de uitspraak van het Permanente Hof van Internationale Justitie in de S.S. Lotus zaak van 1927 geldt dat:
I Het Permanente Hof van Internationale Justitie oordeelde dat het internationaal publiekrecht beperkingen op de soevereiniteit meebrengt ook als staten niet met deze beperkingen hebben ingestemd door middel van verdrag of gewoonte.
II De uitspraak van het Permanente Hof van Internationale Justitie is niet relevant omdat rechterlijke beslissingen niet gelden als een bron van internationaal publiekrecht.
Uit de North Sea Continental Shelf arresten blijkt dat voor de totstandkoming van een regel van internationaal gewoonterecht onder meer vereist is dat:
Welk alternatief is niet juist?
Welk alternatief is gezien de regels van het Weens Verdragenverdrag juist?
De Vrede van Westfalen (1648) bracht mee:
Nederland en Vlaanderen hebben een geschil over de nakoming van een bilateraal verdrag dat zij in 2005 hebben gesloten over de ontwikkeling van de rivier de Schelde. Het verdrag bepaalt dat in geval van een geschil tussen partijen, dit geschil in de eerste plaats moet worden opgelost door middel van onderhandelingen. Stel dat partijen er niet uitkomen en een derde partij, de Secretaris-Generaal van Verenigde Naties, vragen de onderhandelingen tussen Nederland en Vlaanderen te leiden en te onderzoeken of een akkoord mogelijk is. Deze manier van geschillenbeslechting is een vorm van:
Welke alternatief kwalificeert niet als een bron van internationaal recht?
Welke van de volgende stellingen is niet juist?
Welk verdrag valt onder de reikwijdte van het Weens Verdragenverdrag?
Waar moet je volgens het Weens Verdragenverdrag eerst naar kijken voor de interpretatie van een verdrag?
Welk middel wordt door het Weens Verdragenverdrag niet beschouwd als een vorm van instemming om
.....read moreDe internationale rechtsgemeenschap is:
Welke conclusie kan niet worden getrokken uit de uitspraak van het Permanente Hof van Internationale Justitie inzake de S.S. Lotus?
Wat betreft de verhouding tussen het Nederlands recht en het internationaal publiekrecht is het juist te stellen dat:
Het Weense Verdragenverdrag (1969) geldt ten aanzien van:
De Hoge Raad heeft in het Nyugat arrest de regels ten aanzien van de verhouding tussen Nederlands recht en internationaal publiekrecht nader uitgelegd. De Hoge Raad oordeelde dat:
Kolonel Gerritsen, president van de Volksrepubliek Libania, wordt bij een staatsbezoek aan Utopia op het vliegveld ontvangen door vertegenwoordigers van de Utopiaanse regering. Tot zijn woede is er geen rode loper uitgerold tot aan de trappen van zijn vliegtuig. Volgens Kolonel Gerritsen heeft Utopia zich schuldig gemaakt aan een schending van een regel van internationaal gewoonterecht. Bij een bezoek van een buitenlands staatshoofd wordt immers altijd een rode loper uitgerold. Volgt u Kolonel Gerritsen in zijn redenering?
.....read moreDe positivering van het volkenrecht in de zeventiende en achttiende eeuw behelsde:
Uit de uitspraak van het Permanente Hof van Internationale Justitie inzake de S.S. Lotus blijkt dat:
Utopia is partij bij het Internationaal Verdrag inzake Burger- en Politieke Rechten (IVBPR). Op grond van artikel 19 IVBPR – een bepaling waar burgers rechtstreeks rechten aan kunnen ontlenen – kan de vrijheid van meningsuiting slechts op bepaalde gronden worden ingeperkt. Utopia verbiedt in zijn nationale wetgeving echter iedere vorm van vrijheid van meningsuiting. Ten aanzien van doorwerking van het internationaal publiekrecht in de Utopiaanse rechtsorde bevat de grondwet van Utopia twee bepalingen die identiek zijn aan artikel 93 en artikel 94 van de Nederlandse Grondwet. Thomas More, een inwoner van Utopia, beroept zich voor de Utopiaanse rechter op artikel 19 IVBPR. Hoe zal de Utopiaanse rechter moeten oordelen?
Welk alternatief is NIET juist?
Welke bewering over het Reparation for Injuries advies van het Internationaal Gerechtshof is het meest volledig?
In welk opzicht verschillen gewoonterecht en verdragenrecht van elkaar?
Wat is een verschil tussen de VN Algemene Vergadering en de VN Veiligheidsraad?
Welke bewering is juist over de doorwerking van internationaal recht in de Nederlandse rechtsorde?
Een mondelinge verklaring afgelegd door de minister-president van Nederland…
Internationaal gewoonterecht ontstaat als aan twee elementen is voldaan: statenpraktijk en opinio juris. Wat is opinio juris?
Let op: De volgende oefentoets is gebaseerd op de situatie vóór het verdrag van Lissabon. Dit heeft tot consequentie dat niet alle vragen meer accuraat zijn, en dat de gegeven antwoorden kunnen afwijken van de huidige situatie.
Wat zijn zogenoemde 'soevereine' staten?
Voorbeelden van gespecialiseerde organisaties zijn:
De centrale vraag die het Internationaal Gerechtshof beantwoordde in het advies over Reparation for Injuries Suffered in the Service of the United Nations, was:
Wat zei het Internationaal Gerechtshof in de Nicaragua-zaak over de verhouding tussen verdragen en gewoonterecht?
Wat is geen vereiste voor aansprakelijkheid van een lidstaat voor het niet implementeren van een richtlijn?
Beoordeel de juistheid van de volgende twee stellingen:
Stelling I. Zowel het Hof van Justitie als het EHRM kennen een systeem van individueel klachtrecht, waarbij een individu bij deze hoven kan klagen voor een schending door een lidstaat van respectievelijk het EG-verdrag dan wel het EVRM.
Stelling II. Artikel 8 EVRM stelt: ‘Eenieder heeft recht op respect voor zijn privéleven (…)’. Dit betekent dat dit recht door een staat die partij is bij het EVRM op geen enkele wijze kan worden beperkt.
In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Inleiding Internationaal Publiekrecht voor de opleiding Rechten, jaar 1, aan de Universiteit Leiden.
Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor Europees Recht ga je naar Rechten Leiden: Bachelor en Master UL - Samenvattingen en studiehulp
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Op zoek naar een uitdagende job die past bij je studie? Word studentmanager bij JoHo !
Werkzaamheden: o.a.
Interesse? Reageer of informeer
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Add new contribution