Inleiding Internationaal Publiekrecht - B1 - Rechten - UL Oefententamen 2012 (2)

Meerkeuzevragen

Vraag 1

De Vrede van Westfalen (1648) bracht mee:

  1. De erkenning van de onafhankelijkheid van staten op basis van het beginsel ‘cuius regio, eius natio’: één staat, één natie.
  2. De erkenning van de onafhankelijkheid van staten op basis van het beginsel ‘cuius regio, eius religio’: één staat, één godsdienst.
  3. Een statengemeenschap bestaande uit een kring van ‘Beschaafde Naties’.
  4. Een statengemeenschap bestaande uit een kring van ‘Vredelievende Naties’.

Vraag 2

Nederland en Vlaanderen hebben een geschil over de nakoming van een bilateraal verdrag dat zij in 2005 hebben gesloten over de ontwikkeling van de rivier de Schelde. Het verdrag bepaalt dat in geval van een geschil tussen partijen, dit geschil in de eerste plaats moet worden opgelost door middel van onderhandelingen. Stel dat partijen er niet uitkomen en een derde partij, de Secretaris-Generaal van Verenigde Naties, vragen de onderhandelingen tussen Nederland en Vlaanderen te leiden en te onderzoeken of een akkoord mogelijk is. Deze manier van geschillenbeslechting is een vorm van:

  1. Diplomatieke geschillenbeslechting, namelijk bemiddeling.
  2. Diplomatieke geschillenbeslechting, namelijk onderhandelingen.
  3. Juridische geschillenbeslechting, namelijk arbitrage.
  4. Juridische geschillenbeslechting, namelijk rechtspraak.

Vraag 3

Welke alternatief kwalificeert niet als een bron van internationaal recht?

  1. Internationale verdragen.
  2. Eenzijdige handelingen.
  3. Algemene rechtsbeginselen.
  4. Besluiten van non-gouvernementele organisaties.

Vraag 4

Welke van de volgende stellingen is niet juist?

  1. Uit het Nicaragua arrest blijkt dat na codificatie van een regel van internationaal gewoonterecht de gewoonterechtelijke regel blijft bestaan.
  2. Uit de Continental Shelf arresten blijkt dat een regel die is neergelegd in een verdrag zich kan ontwikkelen tot een regel van internationaal gewoonterecht.
  3. Uit het Lotus arrest blijkt dat staten alleen aan regels van internationaal recht gebonden worden als zij daar mee instemmen.
  4. Uit het Reparation for Injuries advies blijkt dat de Verenigde Naties géén rechtspersoonlijkheid heeft onder internationaal recht.

Vraag 5

Welk verdrag valt onder de reikwijdte van het Weens Verdragenverdrag?

  1. Een mondelinge overeenkomst betreffende de handel in kaas tussen Spanje en Frankrijk gesloten in 2011 en beheerst door het internationaal publiekrecht.
  2. De schriftelijke overeenkomst tussen Nederland, België en Luxemburg, betreffende de oprichting van de Benelux gesloten in 1958 en beheerst door het internationaal publiekrecht.
  3. De schriftelijke overeenkomst betreffende de import van wijn uit Afrika, tussen de Europese Unie en de Intergouvernementele Organisatie voor Handel in Wijnproducten, gesloten in 1990 en beheerst door het internationaal publiekrecht.
  4. Een schriftelijke overeenkomst betreffende de textielhandel tussen China en Japan, gesloten in 2010 en beheerst door het internationaal publiekrecht.

Vraag 6

Waar moet je volgens het Weens Verdragenverdrag eerst naar kijken voor de interpretatie van een verdrag?

  1. De voorbereidende werkzaamheden.
  2. De preambule van het verdrag.
  3. Het internationaal gewoonterecht.
  4. De omstandigheden waaronder het verdrag gesloten is.

Vraag 7

Welk middel wordt door het Weens Verdragenverdrag niet beschouwd als een vorm van instemming om door een multilateraal verdrag gebonden te worden?

  1. Bekrachtiging.
  2. Toetreding.
  3. Ondertekening.
  4. Parafering.

Vraag 8

Stel dat de leden van de Afrikaanse Unie op 10 januari 2012 een verdrag sluiten waarin zij nadere afspraken maken over begrotingsdiscipline op het Afrikaans continent. Bij dit verdrag wordt een commissie – de Afrikaanse Commissie – in het leven geroepen die toe moet zien op de naleving van dit verdrag. Bij bekrachtiging van dit verdrag maakt Zuid-Afrika een voorbehoud ten aanzien van de bevoegdheid van de Afrikaanse Commissie om boetes op te leggen. Alle leden van de Afrikaanse Unie zijn partij bij het Weens Verdragenverdrag. Welk alternatief is juist?

  1. Het voorbehoud van Zuid-Afrika is rechtsgeldig tenzij het voorbehoud in strijd is met het voorwerp en doel van het verdrag.
  2. Het voorbehoud van Zuid-Afrika is rechtsgeldig omdat het Weens Verdragenverdrag het maken van een voorbehoud niet reguleert.
  3. Het voorbehoud van Zuid-Afrika is niet rechtsgeldig omdat het Weens Verdragenverdrag het maken van voorbehouden verbiedt.
  4. Het voorbehoud van Zuid-Afrika is niet rechtsgeldig omdat het Weens Verdragenverdrag vereist dat een voorbehoud tijdens de onderhandelingen wordt gemaakt.

Vraag 9

Welk element is wel noodzakelijk om als staat te kwalificeren onder internationaal publiekrecht?

  1. Een afgebakend grondgebied waarvan alle grenzen vastliggen.
  2. Een democratisch gekozen regering.
  3. Een permanente bevolking.
  4. Erkenning door andere staten.

Vraag 10

Welke van de volgende stellingen is juist?

  1. Als aan de criteria van staat-zijn is voldaan moeten andere staten overgaan tot erkenning van die staat.
  2. Een staat wordt pas staat als deze door andere staten wordt erkend.
  3. Erkenning kan uitdrukkelijk geschieden, maar ook stilzwijgend, bijvoorbeeld door het sluiten van een bilateraal verdrag.
  4. Een staat die niet door andere staten wordt erkend heeft onder het internationale recht wel plichten maar geen rechten.

Vraag 11

In welke maritieme zone heeft een staat niet enkel functionele jurisdictie?

  1. De aansluitende zone.
  2. De territoriale zee.
  3. De Exclusieve Economische Zone.
  4. Het continentaal plateau.

Vraag 12

Intergouvernementele organisaties (IGO’s) verschillen aanzienlijk van non-gouvernementele organisaties (NGO’s). Welk alternatief is juist?

  1. Een IGO is opgericht door staten onder internationaal publiekrecht.
  2. Een IGO is opgericht door individuen onder internationaal publiekrecht.
  3. Een NGO is opgericht door staten onder internationaal publiekrecht.
  4. Een NGO is opgericht door individuen onder internationaal publiekrecht.

Vraag 13

Welke stelling is juist?

  1. Alle besluiten van de VN Veiligheidsraad worden met absolute meerderheid aangenomen.
  2. Besluiten van de VN Veiligheidsraad zijn niet bindend.
  3. Elk lid van de Veiligheidsraad heeft één stem.
  4. Als China zich van stemming onthoudt kan een besluit niet genomen worden.

Vraag 14

Op 17 maart 2011 nam de VN Veiligheidsraad Resolutie 1973 aan waarin VN lidstaten werden gemachtigd de burgerbevolking van Libië te beschermen, desnoods door middel van het gebruik van geweld (‘all necessary measures’). Naar aanleiding van deze machtiging besloot een aantal staten, waaronder Frankrijk, Italië, het Verenigde Koninkrijk (VK) en de Verenigde Staten (VS), om geweld te gebruiken tegen Libië.

Welke alternatief is juist?

  1. Frankrijk, Italië, het VK en de VS handelden in strijd met het internationaal publiekrecht omdat de Veiligheidsraad onder Hoofdstuk 7 VN-Handvest slechts de bevoegdheid heeft om economisch sancties op te leggen.
  2. Frankrijk, Italië, het VK en de VS handelden in strijd met het internationaal publiekrecht omdat de Veiligheidsraad onder Hoofdstuk 7 VN-Handvest alleen zelf geweld mag gebruiken.
  3. Frankrijk, Italië, het VK en de VS handelden niet in strijd met het internationaal publiekrecht omdat zij hun recht op zelfverdediging uitoefenden op grond van artikel 51 VN-Handvest.
  4. Frankrijk, Italië, het VK en de VS handelden niet in strijd met het internationaal publiekrecht omdat zij handelden op basis van een machtiging van de Veiligheidsraad op grond van artikel 42 VN-Handvest.

Vraag 15

De Veiligheidsraad is bevoegd dwangmaatregelen op grond van Hoofdstuk 7 VN Handvest te nemen als de Veiligheidsraad een situatie juridisch kwalificeert als:

  1. Een gewapende aanval.
  2. Een daad van agressie.
  3. Een schending van humanitair oorlogsrecht.
  4. Een schending van internationaal recht.

Vraag 16

Welk orgaan mag het Internationaal Gerechtshof altijd vragen om een advies uit te brengen betreffende juridische kwesties?

  1. De Algemene Vergadering.
  2. Het Secretariaat.
  3. De Economische en Sociale Raad.
  4. De Trustschapsraad.

Vraag 17

De ex-president van Ivoorkust Laurent Gbagbo is onlangs uitgeleverd aan het Internationaal Strafhof in Den Haag. Hij wordt verdacht van misdrijven tegen de menselijkheid. Welk alternatief ten aanzien van het Internationaal Strafhof is juist?

  1. Het Internationaal Strafhof is het primaire juridische orgaan van de Verenigde Naties.
  2. Het Internationaal Strafhof is bevoegd om staten strafrechtelijk te veroordelen voor oorlogsmisdrijven.
  3. De rechtsmacht van het Internationaal Strafhof is beperkt tot misdrijven tegen de menselijkheid.
  4. De rechtsmacht van het Internationaal Strafhof is in beginsel beperkt tot misdrijven die zijn begaan op het grondgebied van staten die partij zijn geworden bij het Statuut van Rome.

Vraag 18

Welk verdrag wordt gerekend tot de ‘International Bill of Rights’?

  1. Het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten.
  2. Het VN Handvest.
  3. Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
  4. Het Statuut van Rome.

Vraag 19

De VN Mensenrechtenraad:

  1. Is een hoofdorgaan van de Verenigde Naties en ziet toe op de naleving door staten van mensenrechten.
  2. Beoordeelt om de vier jaar het mensenrechtenbeleid van elke lidstaat van de Verenigde Naties door middel van de Universal Periodic Review.
  3. Is bevoegd om klachten van individuen te beoordelen van staten die partij zijn geworden bij het Facultatief Protocol van het IVBPR.
  4. Is bevoegd dwangmaatregelen op te leggen op grond van artikel 39 VN Handvest.

Vraag 20

China is momenteel geen partij bij het Internationaal Verdrag inzake Burgerlijke en Politieke rechten (IVPBR). Stel dat China besluit toe te treden tot het IVBPR en het bijhorende Facultatief Protocol. Welk alternatief is juist?

  1. China moet het IVBPR implementeren in de nationale rechtsorde. Het Mensenrechtencomité kan door middel van onaangekondigde inspecties controleren of China het IVBPR naleeft.
  2. China moet het IVBPR implementeren in de nationale rechtsorde. Het Mensenrechtencomité controleert door middel van de Universal Periodic Review of China het IVBPR naleeft.
  3. China moet het IVBPR implementeren in de nationale rechtsorde. Als China dit niet doet kan het Mensenrechtencomité economische sancties instellen.
  4. China moet het IVBPR implementeren in de nationale rechtsorde. Als China dit niet doet kunnen individuen een klacht indienen bij het Mensenrechtencomité.

Vraag 21

Artikel 34 en 35 EVRM bevatten de ontvankelijkheideisen voor een klacht bij het EHRM. In welk van de onderstaande situaties is de klacht sowieso niet-ontvankelijk?

  1. De nationale rechtsmiddelen zijn niet uitgeput, maar er kan sterk getwijfeld worden aan de onafhankelijkheid van het nationale rechtssysteem.
  2. De klacht is reeds eerder behandeld door het IVBPR. Op grond van nieuwe feiten is de klacht nu ook ingediend bij het EHRM.
  3. Jan Gevaar zit al enkele jaren in hechtenis. In de gevangenis wordt hij gediscrimineerd. Na uitputting van de nationale rechtsmiddelen dient hij daarom een klacht in onder de naam ‘prison boy’.
  4. Een groep Scientology-gelovigen uit een klein Brabants dorpje dient een aanklacht in na uitputting van de nationale rechtsmiddelen, omdat de groep geen publieke bijeenkomsten mag organiseren.

Vraag 22

Een pilootarrest is een arrest waarin …

  1. … het mensenrechtencomité een schending van een positieve verplichting om personeel te beschermen tegen discriminatie vaststelt op basis van art. 26 IVBPR.
  2. … het Europees Hof voor de Rechten van de Mens een afwijking van de vrije keuze over de middelen van rechtsherstel door een veroordeelde lidstaat toelaat.
  3. … het Internationaal Gerechtshof vaststelt dat er sprake is van een schending van een onder hoofdstuk VI VN-Handvest afgekondigde no-fly zone.
  4. … het Europees Hof voor de Rechten van de Mens oordeelt dat een systematisch falen van de rechtbanken om te voorzien in een uitspraak binnen redelijke termijn een schending van artikel 6 EVRM is.

Vraag 23

Welke van de volgende stellingen is juist?

  1. Zowel het EVRM als het IVBPR hebben een individuele klachtenprocedure waar een bindende uitspraak uit volgt.
  2. Alleen het IVBPR heeft een individuele klachtenprocedure waar een bindende uitspraak uit volgt.
  3. Alleen het EVRM heeft een individuele klachtenprocedure waar een bindende uitspraak uit volgt.
  4. Geen van beide hebben een individuele klachtenprocedure waar een bindende uitspraak uit volgt.

Vraag 24

Tijdens de ‘Empty-chair Crisis’ …

  1. ... weigerde Duitsland aan de zittingen van de Raad van Ministers deel te nemen.
  2. ... weigerde het Verenigd Koninkrijk aan de zittingen van de Raad van Ministers deel te nemen.
  3. ... weigerde Nederland aan de zittingen van de Raad van Ministers deel te nemen.
  4. ... weigerde Frankrijk aan de zittingen van de Raad van Ministers deel te nemen.

Antwoordindicatie

  1. A
  2. A
  3. D
  4. D
  5. D
  6. B
  7. D
  8. A
  9. C
  10. C
  11. B
  12. A
  13. C
  14. D
  15. B
  16. A
  17. D
  18. A
  19. B
  20. D
  21. C
  22. B
  23. C
  24. D

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:
Activities abroad, study fields and working areas:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Law Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
2327 1