Romeins Recht - RUG - B2 - Oefenmaterialen
- 3511 reads
Apius geeft Blasius, zijn zaakwaarnemer en vertegenwoordiger, de opdracht om een uniek sieraad te kopen van Markus. Daarbij hoeft Blasius niet de naam van Apius gebruiken. Markus verkoopt het sieraad aan Blasius en levert het dezelfde dag nog aan hem. Een aantal dagen na de levering wordt Blasius helaas failliet verklaard. Het sieraad is dan nog niet door Blasius aan Apius geleverd. De crediteuren stellen dat het unieke en zeer waardevolle sieraad tot de failliete boedel van Blasius behoort. Apius stelt echter dat het sieraad van hem is.
Hoe bepaalt men volgens het Romeinse recht wie in deze situatie de eigenaar is geworden van het sieraad?
Aulus is bezig om door middel van verkrijgende verjaring (usucapio) eigenaar te worden van een bestekset dat eigendom is van Brutus. Aulus verkoopt en levert de set, nog voordat de verjaringstermijn is verstreken, aan Cassius. Cassius weet dondersgoed dat de bestekset ooit eigendom was van Brutus. Cassius concludeert echter dan Aulus doormiddel van verkrijgende verjaring eigenaar is geworden van de set. Cassius leent de bestekset direct na de levering van Aulus de set aan Didius. Hij vertelt direct het hele verhaal over de herkomst van de kostbare set en vertrekt weer. Didius neemt de set mee naar huis en schrijft, daar aangekomen, een brief aan Brutus waarin hij deze meedeelt de set voortaan voor hem (Brutus) onder zich te zullen houden. Een paar dagen nadien is de verjaringstermijn verstreken na ommekomst waarvan de set eigendom zou zijn geworden van Aulus.
Wordt de wettelijke verjaring belet door de levering aan Cassius? Beantwoord de vraag aan de hand van Romeins recht.
Het Romeinse recht en het canonieke recht kijken verschillend naar het leerstuk van goede trouw. Waarin zit dit verschil?
Indien de verjaringstermijn is verstreken, wie is dan naar Romeins recht de eigenaar van de unieke bestekset?
Atus geeft aan Boxus te kennen dat hij tot over z’n oren verliefd is op de slavin Shiloh. Hij beweegt Boxus met een vooraf afgesproken geldbedrag hem er dan ook toe om haar vrij te laten. Atus overhandigt Boxus het geld bedrag, echter na enige tijd bedenkt Atus zich en nog voordat Boxus Shiloh heeft vrijgelaten, verzoekt hij Boxus om het door hem betaalde geldbedrag terug te geven.
Benoem de tussen Atus en Boxus gesloten overeenkomst. Hoe wordt deze gekwalificeerd?
Welke actie staat Atus tot zijn beschikking wanneer Boxus weigert het geldbedrag terug te geven?
Asus heeft een vordering van 11.000 asses (een Romeinse munteenheid), deze vordering bestaat uit een hypotheekrecht die gevestigd is op het aan Balbus toebehorende huis. Asus komt overeen met Catalya dat de vordering die hij op Balbus heeft aan Catalya geleverd zal worden. Gezamenlijk verzoeken zij Balbus of hij instemt met deze schuldeisersvervanging. Balbus stemt in, waardoor er een overeenkomst tot schuldvernieuwing (novatio) tot stand komt. Na enige tijd verzuimt Balbus in het betalen van zijn schuld en verzoekt Catalya tot executie van het huis van Balbus.
Kan Balbus zich verzetten tegen de executoriale verkoop van zijn huis? Zo ja, geef dan de beschikbare rechtsgrond aan.
Is er nog een andere mogelijkheid binnen het Romeinse recht om de opbrengst van een vordering aan een ander dan de oorspronkelijke schuldeiser kon toevallen? Noem, indien het antwoord ja is, de belangrijkste verschillen met de novatio eraan waren verbonden.
De fruitteler Antonius heeft de volledige appelopbrengst van dit jaar verkocht aan Blasius. De opbrengst betreft 20 kratten met ieder 100 appels erin. De kratten heeft ze voor de verkoop in zijn schuur staan, echter na een half jaar verzoekt Antonius een Blasius om de appels te komen ophalen. Deze geeft echter aan te weinig ruimte te hebben om de kratten allemaal te kunnen opslaan. De nieuwe oogst van Antonius is verkocht aan Claudius. Antonius moet de beschikking dus hebben over de kratten waarin de voor Blasius bestemde appels opgeslagen liggen.
Hoe kan Antonius zich ontdoen van de 2000 appels, zonder zijn verplichtingen jegens Blasius te schenden?
Wie draagt in casu het risico voor de 2000 opgeslagen appels? Licht nader toe.
Amolit overhandigt, in de veronderstelling dat zij handelt uit naam van een schenkingsbelofte die haar zoon Geos heeft gedaan, een bedrag van 9000 asses (een Romeinse munteenheid) aan Bascus. Geos is een maand daarvoor plotseling overleden. Bascus laat twee erfgenamen na Lucius en Domitius, die zijn nalatenschap vol en zuiver hebben aanvaard, maar nog niet hebben verdeeld. Lucius en Domitius besteden 9.000 asses, die zij gevonden hebben in een envelop in het bureau van Bascus, aan een grafmonument ter nagedachtenis van Bascus. Enige tijd nadien komt Amolit erachter dat zijn overleden zoon Geos nimmer een schenkingsbelofte aan de inmiddels ook reeds overleden Bascus had gedaan.
Is er tussen Amolit en Bascus een overeenkomst tot stand gekomen? Zo ja, welke?
Heeft Amolit een mogelijkheid tot het instellen van een actie tegen Lucius en Domitius? Zo ja, op welke rechtsgrond?
Is het van belang voor hun aansprakelijkheid jegens Amolit dat Lucius en Domitius nog niet zijn overgegaan tot scheiding en deling der nalatenschap?
Welke is de juridische strekking van de romeinsrechtelijke stelregel mora perpetuat obligationem (‘verzuim bestendigt de verbintenis')?
Hoofdstuk IV, paragraaf 28 & 42, pagina 125 &147
Bezitsverkrijging door corpore et animo in het Romeins recht.
Met andere woorden:
feitelijke leveren en
de wil van B, namelijk zijn wil om de zaak voor A te houden, dan valt de zaak onmiddellijk toe aan A.
De wil van B is dus doorslaggevend.
Hoofdstuk VI, paragraaf 5 en 13, pagina 331, 332 en 345
Enerzijds niet: verkrijgende verjaring van A wordt niet automatisch overgenomen door C (niet als C te kwader trouw is).
In casu is C niet te kwader trouw maar C is te goeder trouw, dwaling omtrent de beschikkingsbevoegdheid van A, dus verjaring wordt overgenomen door C.
Anderzijds wel: als C te kwader trouw is, bijvoorbeeld C weet dat termijn nog niet verstreken is.
Hoofdstuk IV, paragraaf 51, pagina 161 & 162
Duits recht heeft canonieke recht overgenomen dat wil zeggen gedurende de hele tijd van het bezit moet er sprake zijn van goede trouw. Met andere woorden later opkomende kwade trouw schaadt wel.
Romeins Recht: alleen goede trouw ten tijde van de verkrijging. Met andere woorden later opkomende kwade trouw schaadt niet.
Hoofdstuk IV, paragraaf 51, pagina 161 & 162
Effect van de brief van D aan B? NEE, C is eigenaar geworden.
Hoofdstuk V, paragraaf 39 & 62, pagina 304 – 308 & 262 – 266
Onbenoemd contract; ik geef iets opdat jij iets doet/ do ut facias
Hoofdstuk V, paragraaf 62, pagina 304
Condictie wegens ongerechtvaardigde verrijking: want het is van nature billijk dat niemand te koste van een ander wordt verrijkt.
Hier is sprake van schuldvernieuwing in de persoon van de schuldeiser. Gevolgen: accessoria teniet, tenzij anders overeengekomen.
Hoofdstuk IV, paragraaf 68, pagina 185 - 187
Ja, hypotheek is tenietgegaan. accessoria gaan teniet tenzij anders overeengekomen, in casu is dit niet het geval.
Hoofdstuk V, paragraaf 17, 19 & 58, pagina 227, 229 & 279
Overeenkomst van lastgeving (cessiemandaat) tot inning ten behoeve van de lasthebber, verschillen met novatio:
Voordelen:
geen toestemming van de debiteur vereist;
accessoria blijven bestaan
Nadeel:
A blijft schuldeiser tot aan de mededeling
Geen antwoordindicatie beschikbaar
Hoofdstuk V, paragraaf 9, pagina 213
Bij koop/verkoop drukt het risico altijd op de koper ook is hij niet in verzuim!!
Met andere woorden hier is geen sprake van risico-omslag.
Hoofdstuk V, paragraaf 22 en 36, pagina 232 & 258
Er is geen overeenkomst tot stand gekomen, geen wilsovereenstemming.
Hoofdstuk IV, paragraaf 41, pagina 145
Condictio indebiti, onverschuldigde betaling.
A heeft een vordering van 5000 op L en een vordering van 5000 op D.
Boedelscheiding heeft alleen betrekking op zakelijke rechten. w.b. schulden, deze wordt naar evenredigheid verdeeld, dus ieder 5000.
Hoofdstuk IV, paragraaf 41, pagina 145
nee, zie 12.
Als de debiteur in verzuim is, kan hij zich niet meer beroepen op overmacht dat tijdens het verzuim intreedt.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Deze bundel bevat 11 oefententamens en de werkgroepopdrachten bij het vak Romeins Recht aan de Rijksuniversiteit Groningen.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2942 | 2 | 1 |
Fout Anneloes contributed on 21-01-2019 17:45
Casus 5 vraag 9 komt niet overeen met antwoord 9
Vraag 9 casus 5 Law Supporter contributed on 23-01-2019 16:43
Ik zie dat je gelijk hebt, vraag 9 komt niet overeen met antwoord 9! Ik heb het antwoord voor nu even verwijderd, weet jij het goede antwoord wel? :) Dan verwerk ik deze en klopt het weer!
Add new contribution