Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Image

Romeins recht - RUG - Oefententamen II

Vragen

Casus 1

De canoniekrechtelijke rechtsbronnenleer, zoals die onder meer in het Decretum van Gratianus tot uitdrukking komt, heeft in heel West Europa een grote invloed gehad op de rechtskracht van het gewoonterecht als autonome rechtsbron.

Vraag 1

Hoe ziet het cannonieke recht de rechtskracht van het gewoonterecht?

Vraag 2

Wat bedoelt men met het interdictum?

Casus 2

Atrus is eigenaar van een koe en is tevens bezitter van het dier. De koe verhuurt hij voor enige tijd aan Bassus, deze krijgt het dier ook in zijn bezit. Atrus weet dat Bassus een boerderij heeft en het dier zal gebruiken voor de melkproductie, met het bijkomende aspect van doorverhuren aan derden.

Bassus verkoopt het door hem aan CIaudius verhuurde koe aan Didius. Didius is in de veronderstelling dat Bassus eigenaar is van het dier. De levering van de koe geschiedt door middel van een constitutum possesorium. Enige tijd nadien is de verhuurtermijn verstreken en verzoekt Atrus, Bassus hem de koe terug te geven. Bassus verklaart dat hij de koe aan Didius heeft verkocht en geleverd. Atrus, die weet dat Bassus geen verhaal biedt omdat hij nagenoeg failliet is, bezint zich op zijn zakenrechtelijke (of, zo men wil, goederenrechtelijke) positie.

Vraag 3

Wat is in casu de goederenrechtelijke positie van Atrus nadat Bassus het door hem van Atrus gehuurde koe aan Claudius heeft verhuurd?

Vraag 4

Wat is in casu de goederenrechtelijke positie van D nadat B de koeaan hem heeft verkocht en door middel van een constitutum possessorium geleverd?

Casus 3

Aulus verkoopt, met de bijbehorende inboedel, zijn winkelpand aan Blasius. Blasius betaalt een koopprijs en maakt een lijst met daarop de in het pand gevonden roerende goederen. Hij concludeert aan de hand van de lijst door Aulus te zijn bedrogen. Als gevolg van die constatering vordert hij, met succes, vernietiging van de overeenkomst van koop en verkoop. Een aantal maanden later wordt Aulus failliet verklaard. Blasius bezit op dat moment nog steeds de inboedel van de winkel. De curator is van mening dat de inboedel toekomt aan Aulus.

Vraag 5

Wie is volgens Romeins recht de rechtmatige eigenaar van de inboedel?

Casus 4

Titius heeft al jaar en dag een groot en majestueus schip. Hij heeft Stichtus in dienst genomen als kapitein van het schip. Titius geeft Stichtus een volmacht om namens hem voor het behoud van het schip, noodzakelijke rechtshandelingen te verrichten.

Tijdens een woeste storm loopt het schip ernstige schade op en moet noodgedwongen gerepareerd worden in een nabij gelegen haven. Stichus geeft opdracht om de nodige herstelwerkzaamheden te laten verrichten en doet dit op zijn eigen naam, dat wil zeggen zonder aan de haven kenbaar te maken dat hij voor rekening van een ander handelt. Stichus beschikt echter niet over de financiële middelen om de reparaties te bekostigen en sluit daarom namens Titius een lening bij de bank. Stichtus steekt echter het geld in eigen zak en gaat er met schip en al vandoor als het gerepareerd is. Stichtus en het schip zijn niet meer terug gevonden. De bank en de haven beraden zich op mogelijkheden hun vermogensverlies op Titius te verhalen.

Vraag 6

Is er een mogelijkheid voor de bank om een actie in te stellen tegen Titius? Zo ja, op welke grond?

Vraag 7

Is er een mogelijkheid voor de haven om een actie in te stellen tegen Titius? Zo ja, op welke grond?

Casus 5

Appus heeft een vordering van 12.000 sestertiën ( Romeinse munteenheid) op Bakkus. Bakkus heeft een kostbare vaas in vuistpand gegeven aan Appus als zekerheid. Helaas komt kort daarna Bakkus te overlijden.

Bakkus laat drie erfgenamen achter; Claudius, Didius en Emilio. Zij zijn alle voor gelijke delen erfgenaam, die ze dan ook volledig en zuiver hebben aanvaard. Bij de boedelverdeling komt ook de kostbare vaas ter sprake. Deze wordt toegedeeld aan Claudius, mits hij de schuld aan Appus volledig zal betalen. Claudius voldoet echter niet aan deze afspraak. . Hij betaalt slechts de helft van de schuld en vordert bovendien van Appus afgifte van de kostbare vaas.

Vraag 8

Beschikt Appus over een actie om zich te verweren tegen de door Claudius ingestelde vordering tot afgifte?

Vraag 9

Beschikt Appus over een actie om een vordering in te stellen tegen Claudius tot betaling van het resterende deel van de schuld van Bakkus?

Vraag 10

Beschikt Appus over een actie om een vordering tegen Didius of Emilio in te stellen tot betaling van het resterende gedeelte van de schuld van Bakkus?

Casus 6

Appius en Brutus hebben zich hoofdelijk borg gesteld voor de schuld van Cassius doormiddel van een overeenkomst (stipulatio). Cassius is 11.000 serstiënen verschuldigd aan Drusus. Cassius betaald enige tijd erna 4.000 serstiënen aan Drusus als verlichting van zijn schuld. Wanneer de rest niet wordt voldaan spreekt Drusus, Appius en Brutus aan tot betaling. Appius die niet op de hoogte is van de betaling betaald meteen 5.500 aan Drusus. Brutus weet ook niks van de reeds gemaakt betalingen door Cassius en betaald ook 5.500 aan Drusus. Een tijdje later komen ze er beide achter dat er reeds eerder in betaald.

Vraag 11

Kan Appius succesvol een rechtsvordering in te stellen tegen Drusus? Op welke grond en tot welk bedrag?

Vraag 12

Kan Brutus een rechtsvordering in te stellen tegen Drusus? Op welke grond en tot welk bedrag?

Vraag 13

Op welke rechtsgronden kon men op grond van een betaalde borg het geld terug vorderen op de hoofdschuldenaar?

Vraag 14

Wat is de juridische strekking van het adagiurn genus non perit (‘de soort gaat niet teniet')?

Antwoordindicatie

Casus 1

Vraag 1

Het Canonieke recht en het gewoonterecht gingen niet goed samen. Het Canonieke recht verzette zich tegen de absolute geldingsleer van het lokale recht. Er werden door de kerk drie vereisten gesteld aan de geldingsleer van dit recht, namelijk gewoonterecht: 1. Lange gelding 2. Instemming en 3. Rationaliteitsvereiste, redelijk recht. Gewoonte recht werd onderworpen aan een rationaliteitstoets.

Vraag 2

Gebod of verbod van de Romeinse magistraat

Casus 2

Vraag 3

Hoofdstuk IV, Paragraaf 8, pagina 99 & 100

Romeinse recht: eigendomsoverdracht door bezitsverschaffing. B verhuur aan C, zolang C voor B houdt, blijft A de bezitter, omdat B voor A houdt, A is eigenaar.

Toelichting over res (nec) mancipi vereist(zaken die door traditie worden overgeslagen)!

Vraag 4

Hoofdstuk IV, paragraaf 15 & 46, pagina 109 & 152

B is beschikkingsonbevoegd, in het Romeinse recht geldt de nemo-plusregel: niemand kan meer recht op een ander verdragen dan hij zelf heeft. Aangezien B geen eigenaar is kan hij dus nooit het eigendom overdragen. Dat betekent dat D nooit eigenaar is geweest. Bezit is een ander geval, bezit kan namelijk wel overgedragen worden, dat is namelijk geen recht maar een feit. Er dient dan wel een feitelijke bezitsoverdracht te zijn. Regel nemo causam sibi … … potest, dat wil zeggen niemand kan zich door een enkele wilsverklaring van de houder voor de een, de houder voor de ander maken (paragraaf Z32).

Casus 3

Vraag 5

Hoofdstuk IV, paragraaf 39-42 & 45, pagina 143t/m 148 & 150

Twee verdedigende theorieën:

  • abstract: In een abstract stelsel heeft de overdracht plaats zonder dat een geldige titel of iusta causa wordt vereist. Dat betekent dat ondanks de geldigheid van de titel de eigen toch op de verkrijger is overgegaan.

  • causaal: In een causaal stelsel gaat eigendom niet over indien de titel geen geldige is, indien er met andere woorden geen insta causa is. Dit stelsel is vergelijkbaar met het stelsel dat wij nu kennen ingevolge art. 3:84 BW.

Het hangt er vanaf welke theorie je aanhangt. Maar in het Romeinse recht kende men, op twee uitzonderingen na, het causale stelsel. Daarom is Aulus eigenaar.

Casus 4

Vraag 6

Hoofdstuk V, paragraaf 56, pagina 295

Het Romeinse Recht kent geen vertegenwoordiging. Antwoord: in beginsel niet, S blijft aansprakelijk (tenzij een constructie van een zetbaas het geval is).

Vraag 7

Hoofdstuk V, paragraaf 62, pagina 304

Als het contract niet de rechtsgrond is, dan moet je kijken naar andere rechtsgronden, zoals onrechtmatige daad of rechtmatige daad.

Scheepswerf

Rechtsgrond: zaakwaarneming of ongerechtvaardigde verrijking. Er is geen sprake van onrechtmatige daad.

Casus 5

Hoofdstuk IV, paragraaf 68, pagina 185 - 187

Vraag 8

Het pand is gevestigd tot zekerheid van 12.000. Tot dat heel de schuld voldaan is, beschikt A over zijn verweer.

Ja, vanwege de onsplitsbaarheid van het pandrecht. In geval van vererving blijft PR bestaan tot dekking van alle schulden.

Vraag 9

Hoofdstuk V, paragraaf 37, pagina 259

Nee, geen contractpartij.

Vraag 10

Hoofdstuk V, paragraaf 37, pagina 259

Ja, D en E blijven zijn schuldenaren (eigenlijk spiegelbeeldvraag van vraag 9).

Casus 6

Vraag 11

Hoofdstuk V, paragraaf 57, pagina 296 & 297

Hoofdelijke borg: ieder is voor het geheel aansprakelijk.

  • C betaalt 3.000 aan D. Nu rest nog een schuld van 7.000. Met andere woorden A en B zijn beide voor de gehele 7.000 aansprakelijk.

  • A betaalt 5.000 aan D. Nu rest nog een schuld van 2.000. A en B zijn allebei voor 2.000 aansprakelijk.

  • B betaalt 5.000 en de schuld gaat teniet. B heeft 3.000 onverschuldigd betaald.

Hoofdstuk IV, paragraaf 41, pagina 145

Nee, A heeft niet onverschuldigd betaald, A heeft te weinig betaald.

Vraag 12

Hoofdstuk IV, paragraaf 41, pagina 145

Ja, onverschuldigde betaling (gedeeltelijk) vordering van 5.500 - 2.000 = 3.500

Vraag 13

Hoofdstuk V, paragraaf 58, pagina 296 & 297

  • Overeenkomst tussen de borg en de schuldenaar

  • Cessieovereenkomst tussen borg en hoofdschuldenaar

  • Overeenkomst van de lastgever tussen de borg en hoofdschuldenaar, borg verschaft krediet

Vraag 14

Lijst met Adagia

Overmachtsregels of risico gelden alleen bij specieszaken en niet bij soortzaken.

Image  Image  Image  Image

Access: 
Public

Image

Follow the author: Law Supporter
More contributions of WorldSupporter author: Law Supporter:
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:
Institutions, jobs and organizations:
Statistics
2454