Werkgroepopdrachten Burgerlijk recht 2 2018/2019 - RUG
- 4023 reads
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Aukema is een ondernemer uit de stad Groningen. Buringa, eveneens een ondernemer, toont belangstelling voor het perceel grond dat grenst aan het perceel waarop het auto-uitdeuk en spuitbedrijf is gevestigd, Aukema is eigenaar van dit perceel. Buringa zou hier een showroom willen bouwen. Aukema verwacht van de vestiging van een BMW-dealer in zijn directe omgeving een omzetstijging en wil het perceel dan ook graag verkopen, maar hij wil er zeker van zijn dat de showroom er binnen twee jaar komt. Hoe kan hij dit bewerkstelligen?
Telemarketingsbedrijf Vliethoven BV koopt op 9 juni 2017 bij leverancier Excelchair BV, een groothandel in bedrijfsmeubilair, 300 bureaustoelen onder eigendomsvoorbehoud. Een vervoerder van Excelchair komt de bureaustoelen op 13 juni 2017 bij Vliethoven BV afleveren. Van de koopprijs van €34.000 wordt de helft bij levering betaald. Betaling van het verdere bedrag zal later volgen.
Leg uit op welke wettelijke basis de levering van bureaustoelen hier plaatsvindt.
Wat is na levering op 13 juni 2017 de juridische positie van Vliethoven BV respectievelijk Excelchair BV ten aanzien van de stoelen?
Stel dat Vliethoven BV op 20 juni krediet nodig heeft en een onderhandse akte opstelt en registreert waarin ten behoeve van M&M-bank een pandrecht wordt gevestigd op alle huidige en toekomstige inventaris van Vliethoven BV. Vliethoven BV heeft de koopprijs van de stoelen nog niet volledig voldaan. Heeft M&M-bank een pandrecht verkregen? Zo nee, waarom niet? Zo ja waarop?
Wat gebeurt er als Vliethoven BV de koopprijs volledig betaalt aan Excelchair BV?
Karel Langhorst, onroerendgoedhandelaar verkoopt aan Jaap Smit, eveneens onroerendgoedhandelaar, een bedrijfshal met kantoor in Zuidbroer. Jaap moet eerst een andere vastgoedtransactie afwerken om de koopsom te kunnen voldoen. Aangezien de zogenaamde ‘zes maanden termijn’ voor de overdrachtsbelasting dreigt te verstrijken zal worden geleverd onder de ontbindende voorwaarde dat Jaap de koopsom van €1.100.000 op 1 januari 2010 nog niet heeft voldaan. Karel en Jaap laten de notaris een akte van levering opmaken en inschrijven, met daarin de genoemde ontbindende voorwaarde. Karel gaat failliet op 10 mei 2009. De curator sommeert Jaap om de koopsom van €1.100.000 voor 9 juni 2009 te voldoen aan de faillissementsboedel. Mocht Jaap hieraan niet voldoen dan ‘acht ik mij vrij om de levering van de heer Karel Langhorst aan u terug te draaien’ aldus de curator.
Moet Jaap zich zorgen maken over dit dreigement van de curator?
Wat is de goederenrechtelijke positie van Jaap wanneer Jaap de koopsom van €1.100.000 op 13 juni 2009 voldoet aan de curator?
Jansen is een verzamelaar van antieke klokken. Bij Pietersen, een handelaar in klokken, ziet hij een uniek exemplaar uit 1860. Pietersen wil de klok eerst restaureren omdat dat beter is voor het behoud van de klok. Jansen wil de klok kopen en stelt voor dat hij hem laat restaureren. Het lot van de klok gaat Pietersen nauw aan het hart. Om er zeker van te zijn dat Jansen de klok laat restaureren wordt in de overeenkomst een ontbindende voorwaarde opgenomen waarin is bepaald dat de overeenkomst wordt ontbonden als de klok niet binnen een maand wordt gerestaureerd. Jansen koopt de klok voor 5000 euro en Pietersen geeft de klok aan Jansen mee. Een week later wordt Jansen benadert door Klaas, hij wil de klok kopen voor 15.000 euro. Jansen aarzelt geen moment en verkoopt de klok aan Klaas. Hij vergeet Klaas in te lichten over de ontbindende voorwaarde. De klok is dan na een maand ook nog niet gerestaureerd. Pietersen beroept zich op de ontbindende voorwaarde en eist de klok van Klaas op. Klaas stelt op zijn beurt niks te weten van de ontbindende voorwaarde en hij stelt daarnaast dat hij eigenaar is geworden van de klok. Wie heeft gelijk?
Antje is eigenaresse van een unieke gouden ketting van een bekend juweliershuis. Zij heeft de ketting in 1985 cadeau gekregen van haar vader. Haar zus Boukje had toen bijpassende oorbellen gekregen van haar vader. Antje heeft met Boukje afgesproken dat zij de eerste is die Boukje als eerste de ketting zal aanbieden als zij hem wil verkopen. Boukje heeft dus een contractueel voorkeursrecht tot koop van de ketting. Als Antje de ketting eens op een bruiloft draagt en Christa dit ziet wil zij 25.000 euro neertellen voor de ketting. Omdat Antje vermoed dat Boukje niet zoveel geld wil neertellen voor de ketting, wil zij hem wil aan Christa verkopen, onder de voorwaarde dat Boukje afstand doet van haar voorkeursrecht. Antje levert de ketting alvast aan Christa door de ketting mee te geven op 13 januari 2017 en belooft dat ze Boukje zal vragen of zij afstand wil doen van haar voorkeursrecht.
Christa laat de ketting op 4 februari 2017 taxeren door juwelier Daan. Daan laat weten dat hij de ketting wil kopen voor 30.000 euro. Christa ziet dit zitten, maar speelt open kaart en vertelt dat haar eigendomsrecht afhangt van het voorkeursrecht van Boukje. Omdat Christa verwacht dat Boukje dit zal doen worden ze het eens over de overdracht van het recht dat Christa heeft. Aldus geschiedt op 5 februari 2017. Op 7 februari legt Daan de ketting in de etalage van de winkel.
Op 10 februari vraagt Antje aan haar zus Boukje of zij afstand wil doen van haar voorkeursrecht. Boukje zegt direct dat ze daarmee akkoord gaat. Antje zegt dat ze Christa graag een akte wil kunnen tonen. Daarom maken Antje en Boukje op 12 februari 2017 een document waarin Boukje verklaart dat zij afstand doet van haar voorkeursrecht. Dat document wordt geprint en door Boukje ondertekend. Antje overhandigt het document op 14 februari 2017 aan Christa. Christa stuurt de verklaring door naar Daan. Daan ontvangt de verklaring op 16 februari 2017.
Op welke momenten wisselde de ketting van eigenaar?
Verandert uw antwoord op vraag a als de vader van Antje bij de schenking aan Antje bedongen heeft dat de ketting niet aan anderen mag worden overgedragen?
6:21 jo. 6:22 BW. Het gaat hier om een voorwaardelijke verbintenis met een opschortende voorwaarde. Dat kan op de voet van artikel 3:38 BW. De opschortende voorwaarde wordt onderdeel van de titel.
Titel: Voorwaardelijke koopovereenkomst.
Levering: 3:89 BW het inschrijven van een notariele akte met de opschortende voorwaarde.
Beschikkingsbevoegdheid: Ja, daar is aan voldaan.
Burema verkrijgt het voorwaardelijke eigendom, 3:84 lid 4 BW. Pas na het bouwen is hij geheel eigenaar.
Bureaustoelen zijn een roerend goed, art. 3:90 BW. Het eigendomsvoorbehoud is een opschortende voorwaarde. 3:92 BW: Er wordt bij eigendomsvoorbehoud vermoed dat de vervreemder zich verbindt tot overdracht van de zaak onder opschortende voorwaarde. 3:91 BW: De overdracht geschiedt door machtsverschaffing.
Waarom machtsverschaffing en niet bezitsverschaffing? Bezit is houden voor jezelf, iemand wordt pas eigenaar na de betaling voor de koopprijs, pas vanaf dat moment ga je voor jezelf houden. Tot die tijd houdt je voor een ander.
Titel: voorwaardelijke koopovereenkomst.
Levering: Ja.
Beschikkingbevoegd: Ja.
Na levering is Excelchair nog eigenaar, vanaf het moment van betaling wordt Vliethoven eigenaar. Dan is er aan de voorwaarde voldaan en gaat het eigendom over. Op 13 juni houdt Excelchair voor Vliethoven en is Vliethoven nog eigenaar. 6:22 jo 3:84 lid 4 BW.
Rabobank/Reuser arrest: iemand kan zijn verwachtingsrecht vervreemden en bezwaren op dezelfde manier als het goed van het verwachtingsrecht. Er is een titel, de levring geschiedt via 3:237 BW en er is een beschikkingsbevoegde. M&M bank heeft daarom pandrecht verkregen.
Na betaling van de koopprijs wordt Vliethoven zonder een verdere handeling eigenaar. Het eigendom van Excelchair vervalt met het vervullen van de voorwaarde.
Jaap verkrijgt het eigendom onder ontbindende voorwaarde, 6:21, 6:22 en 3:84 lid 4 BW. Titel is de koopovereenkomst onder voorwaarde, de levering geschiedt via 3:89 BW en is een beschikkingsbevoegde. Jaap Smit is eigenaar, tenzij hij niet voldoet aan de voorwaarde. De curator kan niks doen nu Jaap eigenaar is, het goed valt daarom ook niet in de boedel.
Jaap wordt na betaling van de koopprijs onvoorwaardelijk eigenaar.
Klaas wordt door artikel 3:86 beschermd, daarom wordt Klaas eigenaar. Pietersen kan de klok niet revindiceren.
Nee.
In deze bundel staan werkcolleges van het vak Burgerlijk recht 2 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2023 |
Add new contribution