Werkgroepopdrachten Burgerlijk recht 2 2018/2019 - RUG
- 4023 reads
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
De heren S en H zijn buren. H laat zijn pand opknappen en heeft daartoe B opdracht gegeven. Tijdens de bouwwerkzaamheden stort door onzorgvuldigheid van de aannemer een deel van een der muren van Hoek ineen, waardoor schade wordt toegebracht aan het huis van S. S wendt zich tot B die op het werk aanwezig is. Boom verzekert hem dat S, H kan aanspreken en dat hij - B - bevoegd is namens H een schaderegeling te treffen. S en B leggen dan ook een schaderegeling, op grond waarvan H aansprakelijk is, schriftelijk vast. Wanneer S, H aanspreekt tot betaling van het overeengekomen schadebedrag, betwist H dat hij daartoe gehouden is.
Kan S met succes van H nakoming van de schaderegelingsovereenkomst vorderen?
D. Koetje heeft zijn Vwo-diploma gehaald en gaat dit vieren met een tuinfeest BBQ op 9 juni 2017. Zijn moeder stapt op 9 juni 2017 een supermarkt binnen en vraagt naar de bedrijfsleider. Enige tijd later wordt zij te woord gestaan door de heer U. De heer U is in dienst van Super BV als bedrijfsleider. Super BV exploiteert 10 supermarkten in Groningen en heeft voor elke supermarkt een bedrijfsleider aangesteld. Mevrouw Koetje vraagt U of zij korting kan krijgen als zij 10 BBQ- vleespakketten, tegelijk koopt. Udema antwoordt dat zij de pakketten mag kopen voor de helft van de prijs. Hij heeft hierover geen overleg gepleegd met mevrouw T, de bestuurder van Super BV in de zin van artikel 2:240 BW. Mevrouw Koetje accepteert het bod van U.
Is er een overeenkomst tot stand gekomen tussen de heer U en mevrouw Koetje?
Is er een overeenkomst tot stand gekomen tussen Super BV en mevrouw Koetje?
Is er een overeenkomst tot stand gekomen tussen Akke BV en de heer Udema?
Is er een overeenkomst gesloten tussen Akka BV en Super BV?
Wat is nu uw antwoord op vraag d?
De heer P maakt schapenkaas en verkoopt deze op de markt. Hij geeft commissionair T opdracht om voor hem op eigen naam een melkschaap te kopen. T aanvaardt de opdracht en koopt op eigen naam een schaap bij schapenhouder B. Nadat het schaap is afgeleverd bij P, is de melkgift van het dier aanvankelijk prima, maar al na enkele dagen vermagert het dier sterk. Bloedonderzoek door een veearts brengt aan het licht dat het schaap lijdt aan zwoegerziekte. Volgens de veearts moet het schaap de ziekte al enkele weken onder de leden hebben. Als de veearts bij collega-veeartsen navraagt of hun relaties ook met zwoegerziekte te kampen hebben, wordt bekend dat schapenhouder B ten tijde van de verkoop wist dat het aan de ziekte leed. P zijn schade is in totaal € 5000.
Tegenover wie heeft Bravemans wanprestatie gepleegd?
Kan die persoon o p grond van artikel 6:74 BW de genoemde schade vorderen?
Verandert er iets in de antwoorden op de vragen a en b als Tiel de koopovereenkomst op naam van Prak mocht sluiten en dat ook gedaan had?
De heer X, werkzaam bij de provincie Groningen, reserveert bij reisbureau S voor een aantal werknemers van de provincie een meerdaagse studiereis naar Europese instellingen te Brussel, Luxemburg en Straatsburg, inhoudende vervoer, overnachtingen, maaltijden en dergelijke. Zes maanden na de reservering ontvangt het reisbureau een lijst met namen van 41 deelnemers, allen werkzaam bij de provincie, onder vermelding van de afdeling waar zij werkzaam zijn. Reisbureau S stuurt de provincie een schriftelijke bevestiging van de reservering en de factuur. De reis wordt vervolgens door de heer X geannuleerd. Reisbureau S stuurt de provincie in reactie daarop een factuur voor 75% van de reissom, het bedrag volgens de toepasselijke ANVR-voorwaarden verschuldigd bij annulering van de reis. Vast staat dat de provincie ter zake van de reservering niet de schijn van bevoegdheid van de heer X had gewekt en dus niet gebonden is aan de overeenkomst en niet gehouden is tot betaling van de 75% reissom.
Kan reisbureau S het bedrag van de heer X terugvorderen?
Stel dat het bedrag niet van de heer X kan worden gevorderd of dat de heer X geen verhaal biedt, kan het reisbureau het bedrag van de provincie vorderen op grond van 6:170 BW?
Volmacht is stilzwijgend verleend wanneer het tot de normale werkzaamheden of functie behoort. Is dat in casu zo bij de architect? Het gaat hier om een schaderegelingsovereenkomst en dat behoort niet bij de functie van architect. Boom heeft hier onbevoegd Van der Hoek vertegenwoordigd. Ex art. 3:66 BW moet Boom binnen de grenzen van zijn bevoegdheid handelen. Toch kan het gevolg wel intreden bij onbevoegde vertegenwoordiging ex art. 3:69 BW.
Er is geen sprake van een gerechtvaardigd vertrouwen. Sleutel kan hier geen beroep op doen dus hij kan niet met succes nakoming van de schaderegelingsovereenkomst vorderen.
Nee, want de wil van Udema om zichzelf te binden ontbreekt, hij doet het namelijk in naam van Super BV.
Ja, want Udema is de directe vertegenwoordiger van Super BV op grond van art. 3:66 BW. Udema werkt binnen de grenzen van zijn bevoegdheid. Op grond van verkeersopvatting is hij hiertoe bevoegd. Super BV is impliciete volmachtgever.
De volmacht is stilzwijgend verleend ex art. 3:61 lid 1 BW want sluiten van de overeenkomst behoort tot functie van Udema.
Nee. Udema zelf was geen partij bij de overeenkomst, hij handelt in naam van de super BV.
Eerst kijken of Udema handelt binnen de grenzen van zijn bevoegdheid ex art. 3:66 BW. Er is geen uitdrukkelijke volmacht gegeven (art. 3:61 lid 1 BW). Dat betekent dat Udema niet de volmacht had, want afvalwerking gaat buiten zijn bevoegdheid. Dus onbevoegde vertegenwoordiging. Maar is er toch een geldige overeenkomst door bekrachtiging (art. 3:69 BW) of gerechtvaardigd vertrouwen?
Er is nu wel sprake van een overeenkomst. Arrest Kuijpers/Wijnveen: het niet reageren is op te vatten als een stilzwijgende bekrachtiging, art. 3:37 jo. 3:69 BW. Dit valt onder ‘toedoen’ en dan werkt de bescherming van art. 3:61 lid 2 BW wel.
Super BV is nu dus wel gebonden aan de overeenkomst.
Tegenover T, want met hem had Bravemans de overeenkomst. T handelde in zijn eigen naam. Wanprestatie is te vinden in 6:74 BW, tekortkoming in de nakoming. De tekortkoming is een gebrekkig product namelijk het schaap; non-conformiteit. Dit is toe te rekenen want hij wist dat het door hem geleverde schaap aan de ziekte leed.
T kan alleen de schade vorderen die hij lijdt, maar in casu is het niet T die schade lijdt maar P. P is geen wederpartij bij de overeenkomst, dus heeft hij geen contractuele aanspraak jegens B.
Ja, dan was de overeenkomst met Prak gesloten en had hij recht op schadevergoeding ex art. 6:74 BW. Dan is er sprake van een overeenkomst tussen P en B, dan heb je 7:419 BW.
Is er een overeenkomst tussen het reisbureau en X? 3:70 BW: X staat in voor het bestaan van de overeenkomst en is aansprakelijk voor het positieve contractsbelang.
Nee, er is geen sprake van een onrechtmatige daad. Daarom kan er geen beroep worden gedaan op artikel 6:170 BW.
In deze bundel staan werkcolleges van het vak Burgerlijk recht 2 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1857 |
Add new contribution