Werkgroepopdrachten Burgerlijk recht 2 2018/2019 - RUG
- 4023 reads
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Arnold heeft in 2014 maast zijn vaste maandelijkse salaris een aantal neveninkomsten. Zo verhuurt hij een huis aan Cees. Maandelijks ontvangt hij 800 euro van Cees aan huurpenningen in ruil voor het verschafte huurgenot. Arnold heeft daarnaast in 2013 zijn auto verkocht aan Jan met de afspraak dat Jan in termijnen mag betalen. Hierdoor ontvangt Arnold tot en met november 2014 maandelijks een bedrag van Jan ten hoogte van 200 eur0. Op 1 februari 2014 wil Arnold een aantal vorderingen cederen aan zijn vriend Bert. Het gaat om de van Cees te ontvangen huurtermijnen voor de maanden april en maart 2014 en de te ontvangen betalingen van Jan voor de maanden mei en juni 2014. In hoeverre kan Arnold deze vorderingen op 1 februari 2014 leveren en overdragen aan Bert?
Peter verkrijgt een vordering op Alfons. Deze vordering is ontstaan uit overeenkomst tussen Peter en Alfons. Op instigatie van Alfons hebben beide partijen afgesproken dat de vordering niet op derden overgedragen kan worden. Vervolgens wil Peter een vruchtgebruik vestigen op de vordering ten behoeve van Karel.
Heeft de afspraak tussen Peter en Alfons goederenrechtelijke werking? Verandert uw antwoord wanneer de afspraak gemaakt zou zijn ten aanzien van een roerende zaak?
Frans heeft een vordering op Lucas. Ter zekerheid van de vordering heeft Frans een pandrecht bedongen op de antieke klok van Lucas. Op 1 februari 2015 verkoopt en cedeert Frans de vorderingen aan Willem. Wanneer Willem op 15 februari zijn geld wil halen bij Lucas treft hij de curator aan die hem meedeelt dat Lucas op 10 februari 2015 failliet is gegaan. De curator weigert te betalen aan Willem. Wat kan Willem het beste doen om zijn geld te innen?
Stel dat Frans op 1 februari 2015 zijn auto verkoopt en levert aan Willem onder de opschortende voorwaarde dat Willem de overeengekomen koopprijs voor 1 maart 2015 door de bank gefinancierd krijgt. Na een paar dagen krijgt Frans spijt van de overeenkomst met Willem, hij wil zijn auto houden. Op 4 februari 2015 belt hij Willen en zegt dat de overdracht niet doorgaat. Willem gaat hier niet mee akkoord. Op 15 februari wordt de aanvraag van de lening van Willem ter zake de financiering van de auto door de bank goedgekeurd.
Wie is op 1 maart 2015 rechthebbende van de auto?
Er moet hier bij voorbaat worden geleverd; 3:94 jo. 3:97 BW. De vorderingen zijn allemaal toekomstige vorderingen. Ze zijn bepaald, de schuldeiser is bekend, maar ze zijn nog niet opeisbaar. Arnold kan de vorderingen bij voorbaat leveren. De overdracht slaagt echter pas op het moment dat de vordering opeisbaar wordt, op dat moment wordt Arnold in een ondeelbaar moment beschikkingsbevoegd en gaat de eigendom over op Bert.
In beginsel kan de overdraagbaarheid van een goed niet worden uitgesloten. Maar voor vorderingen geldt een utizondering; 3:83 lid 2 BW. De afspraak heeft nu goederenrechtelijke werking.
Willem is eigenaar geworden van de vordering, maar ook van het bijbehorende pandrecht, 6:142 lid 1 jo. 6:145 BW. Hij kan daarom de klok van Lucas opeisen.
Willem wordt al eigenaar onder opschortende voorwaarde. Op 1 maart 2015 is Willem rechthebbende van de auto, omdat de lening wordt goedgekeurd voldoet hij aan de voorwaarde om eigenaar te worden.
In deze bundel staan werkcolleges van het vak Burgerlijk recht 2 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2125 |
Add new contribution