Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Image

Cel tot Molecuul HC11: Ligand-eiwitbinding en enzymologie

HC11: Ligand-eiwitbinding en enzymologie

Algemene informatie

  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?
    • In dit college wordt de werking ligands en enzymen besproken
  • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
    • Alle onderwerpen in dit college worden ook behandeld in de literatuur
  • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
    • Er zijn geen recente ontwikkelingen besproken
  • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
    • Er zijn geen opmerkingen met betrekking tot het tentamen gedaan
  • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?
    • Er zijn geen mogelijke vragen behandeld

Ligand-eiwitbindingen

In de cel binden eiwitten binden aan andere moleculen:

  • Soms kortdurig en zwak
  • Soms sterk

Als de eiwitten andere moleculen tegenkomen gaan ze non-covalente interacties aan:

  • Waterstofbruggen
  • Elektrostatische aantrekkingskrachten
  • Vanderwaals-aantrekkingskrachten

Specifieke moleculen waar eiwitten aan kunnen binden worden ligands genoemd. Deze zijn heel belangrijk: zo kunnen eiwitten hun functie vervullen.

Cellulaire communicatie:

Cellen in het lichaam willen met elkaar kunnen communiceren, ook op afstand. Hiervoor scheiden cellen stofjes uit: ligands/chemische boodschappers. Een voorbeeld van een chemische boodschapper is insuline. Insuline wordt gemaakt door de pancreas en werkt op specifieke cellen met een insuline receptor. Als insuline bindt op bv. een skeletspier gaat glucose naar het celmembraan en wordt het opgenomen.

Receptoren:

Als de concentratie van ligand toeneemt zijn op een gegeven moment alle receptoren gebonden aan insuline → maximale hoeveelheid gebonden ligand: → saturatie.

Als de concentratie insuline nog meer stijgt, kan het niet meer binden aan receptoren.

De ligand-receptor binding kan ook wiskundig beschreven worden: 

  • Ligand + de vrije receptor vormen een evenwichtsreactie met de ligand-receptor
    • L + Rfree ⇌LR 
    • Waar het evenwicht ligt, hangt af van of het een sterke of een zwakke binding is
  • Receptoren met een lagere affiniteit hebben meer ligand nodig om hetzelfde aantal gebonden receptoren te bereiken
    • De affiniteit kan berekend worden met de dissociatie constante
  • Het is handig om te bekijken bij welke concentratie 50% van de receptoren bezet zijn
    • Dit kan aan de hand van de verzadigingscurve
    • Als 2 receptoren verschillende 50% punten hebben, hebben zij een verschillende affiniteit voor ligand

Enzymologie

Een enzym heeft een aantal eigenschappen:

  • Eiwitten die binden aan een substraat (ligand)
  • Katalysatoren: versnellen een biochemische reactie versnellen
    • Maken of breken covalente bindingen
  • Zetten substraten om in producten
  • Hun naam eindigt meestal op -ase

Enzymen versnellen dus biochemische reacties. Het enzym orotidine 5’-fosfaat decarboxylase (OMP-decarboxylase) katalyseert de reactie in de pyrimidine biosynthese (DNA en RNA-synthese):

  • Zonder OMP vindt er 1 reactie per 1 miljoen jaar plaats
  • Met OMP vindt er 1 reactie per milliseconde plaats

Activatie energie:

Enzymen kunnen een reactie versnellen door de activatie energie te verlagen. Hierdoor kan de reactie eerder starten. Dit doen zij op verschillende manieren:

  • Binden substraten in hun actieve centrum: twee substraten kunnen in de juiste positie voor een reactie gebracht worden
  • Creëren een optimale omgeving voor een reactie (pH, polariteit)
  • Buigen een substraat om → binding kan makkelijk verbroken worden

Enzym-substraat interactie:

Er zijn 2 modellen van enzym-substraat interactie:

  • Sleutel-slot principe
  • Induced fit model: door vormverandering kan de reactie beter verlopen

Een enzymreactie verloopt dus als volgt:

Enzym bindt aan actieve centrum substraat → enzym-substraatcomplex wordt gevormd: → katalyse → enzym-product complex ontstaat → product wordt afgegeven

Michaelis-Menten vergelijking:

In 1913 kwamen Leonor Michaelis en Maud Menten met een simpel model om enzymkinetiek te beschrijven. Bij grafische weergave hiervan ontstaat de Michaelis Menten curve:

  • Op de Y-as staat de reactiesnelheid
  • Op de X-as staat de substraatconcentratie

De snelheid van een enzymreactie is afhankelijk van de substraat- en de enzymconcentratie. Als de substraatconcentratie toeneemt, worden er meer enzymen gebonden → saturatie. Bij saturatie is het maximum aan gebonden substraat bereikt.

Er kan ook een aantal vergelijkingen vastgesteld worden:

  • E + S <> ES > E + P
    • De omzetting van E + S naar ES vindt plaats met K1 en de omzetting van ES naar E + S met K-1
    • Beschijft de omzetting van ES naar E + P met kp
  • V (snelheid) = Vmax * ([S] / Km + [S])
    • Km = Michaelis constante = [S] bij halve Vmax
    • Km= (k−1 + kp) / k1

Vmax wordt bepaald door:

  • De hoeveelheid enzym
  • Kcat: het turnover getal van een enzym → aantal reacties per seconde

Km is de concentratie van het substraat waarbij de snelheid de helft is van de Vmax (maximale snelheid). Bij een lage Km heeft een enzym een hoge affiniteit voor het substraat. 

Enzymremmers:

Enzymremmers (proteases, nucleases) hebben bepaalde eigenschappen:

  • Kunnen aan enzymen binden en hun werking remmen
  • Zijn schadelijk voor de cel
  • Kunnen uitgeschakeld worden door inhibitoren (de ribonuclease-inhibitor bindt aan ribonuclease)
  • Downstream producten uit een metabole pathway remmen een enzym → feedback-inhibitie
  • Er zijn ook remmers van buiten het lichaam:
    • Gif
    • Pesticiden
    • Medicijnen
      • Allopurinol is een medicijn tegen jicht: remt het enzym xanthine oxidase in de purineafbraak

Er zijn verschillende soorten enzymremmers:

  • Irriversibele remmers
  • Reversibele remmers
    • Competitieve: concurreren met het substraat → substraat kan niet meer binden in het actieve centrum omdat de remmer er al zit
      • Competitieve inhibitie: de Km wordt hoger en de Vmax blijft hetzelfde
    • Non-competitieve remmers: het substraat bindt in het actieve centrum, de remmer gaat op een andere plek in het enzym zitten waardoor de reactie niet meer kan verlopen
      • De Km blijft hetzelfde en de Vmax wordt lager

Image  Image  Image  Image

Access: 
Public
This content is used in:

Collegeaantekeningen Cel tot Molecuul 2019/2020

Image

This content is also used in .....
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:
Institutions, jobs and organizations:
Statistics
1992