HC7. Celmembranen en transport
Algemene informatie
- Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?
- In dit college wordt de opbouw van een celmembraan en de verschillende manieren van transport door het celmembraan besproken
- Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
- Alle onderwerpen in dit college worden ook behandeld in de literatuur
- Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
- Er worden geen recente ontwikkelingen besproken
- Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
- Er zijn geen opmerkingen met betrekking tot het tentamen gedaan
- Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?
- Er zijn geen mogelijke vragen behandeld
Structuur en functie van celmembranen
De bouw van prokaryote en eukaryote cellen:
Er zijn enkele verschillen tussen de bouw van prokaryote en eukaryote cellen:
- Prokaryoot
- Eén plasmamembraan
- Alle cellulaire processen vinden plaats in het cytoplasma
- Eén plasmamembraan
- Eukaryoot
- Er zijn interne membranen (om de organellen) en plasmamembranen (om de cel)
- Organellen zijn d.m.v. een membraan afgescheiden van het cytoplasma
- Er zijn interne membranen (om de organellen) en plasmamembranen (om de cel)
Opbouw van een celmembraan:
Alle celmembranen zijn opgebouwd uit:
- Lipiden
- Eiwitten
Het plasmamembraan heeft een dun laagje dat bestaat uit een lipide-dubbellaag:
- Twee lipiden tegen elkaar aan
- De hydrofiele koppen van de lipiden zijn naar buiten gericht, de hydrofobe staarten naar binnen
- Hiertussen dobberen allerlei eiwitten
Het grootste deel van de lipiden in membranen zijn amfipatische fosfolipiden. Deze bestaan uit:
- Een glycerol-ruggengraat waar vetzuren aan vast zitten → de hydrofobe staarten
- Een fosfaatgroep met daarboven choline → de hydrofiele koppen
Als fosfolipiden in water opgelost worden vormen ze spontaan een celmembraan, het worden liposomen. De hydrofiele koppen gaan spontaan naar buiten en de hydrofobe staarten naar binnen.
Vloeibaarheid van membranen:
Eiwitten binnen de lipiden liggen niet stil → membranen zijn niet statitsch. Dit wordt veroorzaakt door de continue beweging van de lipiden binnen een celmembraan. Lipiden kunnen verschillende bewegingen maken:
- Beweging op afstand (lateral diffusion)
- Van plek wisselen (flexion)
- Draaien (rotation)
- Van de ene laag naar de andere laag (flip-flop) → dit komt zelden voor!
- Hiervoor zijn enzymen nodig
Om deze niet-statische membranen toch een beetje stevigheid te geven zijn er cholesterol moleculen aanwezig → zorgen voor de rigiditeit van het membraan:
- Cholesterol heeft een heel klein OH-kopje dat naar de waterkant toesteekt → veroorzaakt stevigheid
- 20% van het celmembraan bestaat uit cholesterol.
De vloeibare eigenschap van het membraan is belangrijk bij veel cellulaire processen:
- Celdeling: het membraan moet kunnen openen en sluiten
- Vesiculair transport: blaasjes moeten kunnen fuseren en daarna weer verlaten
- Eiwitten moeten zich fatsoenlijk kunnen bewegen
Functie van membraaneiwitten:
Er zijn heel veel membraaneiwitten die allemaal een andere functie hebben:
- Transporteurs
- Ankereiwitten
- Receptoren
- Enzymen
Eiwitten in een membraan hebben vaak een alfa-helix vorm → zo blijven ze in het membraan vastzitten. Meerdere alfa-helixen samen vormen een kanaal waar stoffen doorheen kunnen. De hydrofobe aminozuurketens in de eiwitten zijn naar buiten gericht zodat ze goed vast blijven zitten.
Transport over membranen
Een cel moet bouwstoffen kunnen opnemen of afnemen. Er zijn 4 verschillende soorten van transport:
- Passieve diffusie
- Passieve gefaciliteerde diffusie
- Actief transport
- Bulktransport (exo- en endocytose)
Passieve diffusie:
Bij passieve diffusie bewegen stofjes zich spontaan door het celmembraan heen. Dit vindt plaats bij:
- Hele kleine moleculen (vooral hydrofobe stofjes zoals zuurstof, kooldioxide, stikstof en steroïdhormonen)
- Kleine ongeladen moleculen (water, glycerol, ethanol)
Als deze stoffen door een membraan gaan volgen zij altijd hun concentratiegradiënt → ze verplaatsen zich van hoge naar lage concentratie.
Passieve gefaciliteerde diffusie:
Passieve gefaciliteerde diffusie kan op twee manieren plaatsvinden:
- D.m.v. transporteurs (eiwitten)
- Transporteren grotere moleculen (glucose, aminozuren)
- Ook hier wordt de concentratiegradiënt gevolgd
- Transporteurs zijn specifiek voor het molecuul:
- De specifieke transporteur voor glucose bindt aan glucose
- Glucose verandert van vorm
- Glucose kan de cel in gaan → wordt binnen de cel afgegeven
- Ionkanalen
- Kanalen voor ionen in het celmembraan
- Door een signaal/trigger gaan de kanalen voor een specifiek ion open staan
- Volgens de concentratiegradiënt stroomt het ion de cel in
- Moet nauwkeurig gereguleerd worden
- Ionen kunnen door elektrostatische krachten tegengehouden worden
- De concentratiegradiënt en de voltagegradiënt (lading) kunnen verschillende kanten op lopen → er ontstaat een elektrochemische gradiënt
Actief transport:
Bij actief transport worden stoffen tegen hun concentratiegradiënt in getransporteerd → kost energie. Deze energie kan op twee manieren worden geleverd:
- Actief transport m.b.v. energie: koppeling van het transport aan ATP
- ATP wordt omgezet in ADP → energie komt vrij → zorgt ervoor dat de stof door het membraan gepompt wordt
- Actief gekoppeld transport: koppeling van de stof aan de gradiënt van een andere stof
- Deze stof heeft energie die ervoor zorgt dat de andere stof wordt getransporteerd
- Er zijn twee soorten actief gekoppeld transport:
- Symport: de twee stofjes gaan in dezelfde richting
- Antiport: de twee stofjes gaan in tegenovergestelde richting
Transport van glucose over de darmwand:
Een voorbeeld waarin veel verschillende transportprocessen terugkomen is het transport van glucose over de darmwand:
- Actief gekoppeld transport: enterocyten nemen glucose gekoppeld op uit de darm
- Glucose wordt vanuit het darmlumen gekoppeld aan een gradiënt van natrium
- De concentratie van natrium is laag in de enterocyten en hoog in de darm → natrium neemt glucose mee
- Gefaciliteerde diffusie: als glucose is opgenomen wordt het aan het lichaam afgegeven
- Glucose volgt d.m.v. een transporter zijn concentratiegradiënt
- Actief transport m.b.v. energie: de ATP-gedreven natrium-kalium pomp zorgt ervoor dat natrium constant uit de cel wordt gepompt zodat het aan glucose kan koppelen
- De natrium-kalium pomp pompt 3 Na+-ionen de cel uit en 2 K+-ionen de cel in → dit kost ATP → er wordt één gradiënt gecreëerd voor natrium en één voor kalium
- De natrium-kalium pomp houdt dus intracellulair de concentratie Na+laag en K+hoog, hierdoor kunnen:
- Electochemische gradiënten ervoor zorgen dat de stoffen via over het membraan heen kunnen
- Membraan potentialen gegenereert worden
De pomp wordt vaak primair actief transport genoemd → zorgt ervoor dat de gradiënt ontstaat. De glucoseopname in de cel is secundair actief transport → kan niet zonder pomp gebeuren.
Membraan potentiaal
Naast natrium-kalium pompen hebben cellen ook kalium-lek kanalen, deze staan altijd open. De natrium-kalium pomp en de kalium lek kanalen zorgen er samen voor dat iedere cel een membraanpotentiaal heeft. Omdat kalium in de cel een hogere concentratie heeft dan erbuiten, stroomt kalium de cel uit. Hierbij wordt kalium een beetje tegengehouden waardoor het enkele negatieve ionen achterlaat. Dit zorgt voor een spanning op het membraan → membranen zijn aan de binnenkant een beetje negatief en aan de buitenkant een beetje positief geladen. Dit heet de membraanpotentiaal.
Zenuwimpulsen:
Bij een zenuwimpuls ontstaat er een membraandepolarisatie van het neuron. Een neuron is een prikkelbare cel die over grote afstanden elektrische signalen doorgeeft. Zo’n signaal moet bij de hersenen aankomen. Dit gebeurt langs de axonen van het neuron. Het transport van een zenuwimpuls door een neuron heeft verschillende fases:
- Rustfase
- Kalium lek kanalen staan open (hebben geen stimulus nodig)
- Ionkanalen in het celmembraan staan dicht (er is geen stimulus)
- Er zijn verschillende types ionkanalen die verschillende stimuli nodig hebben
- Voltage gated: er membraanpotentiaal nodig te openen
- Ligandgated: er moet een stofje (neurotransmitters) binden om te openen
- Mechanicallygated: er is een bewegingsprikkel nodig om te openen
- Er zijn verschillende types ionkanalen die verschillende stimuli nodig hebben
- Depolarisatie
- Door verandering van de membraanpotentiaal gaan de voltage-gated (natrium) kanalen openstaan voor een elektrische impuls → er ontstaat een actiepotentiaal
- Het signaal wordt overgebracht
- Depolarisatie stimuleert naastliggende ionkanalen
- Repolarisatie
- De natrium-kanalen gaan dicht
- Synaptische ruimte: hier komt de impuls als het einde van het axon bereikt wordt
- Hier zitten calciumkanalen:
- Worden gestimuleerd door de verandering van de membraanpotentiaal → gaan open staan → calcium stroomt het neuron in → neurotransmitters worden uitgescheiden
- Neurotransmitters zitten opgeslagen in kleine blaasjes omgeven door een membraan → blaasjes gaan naar het uiteinde van het axon → scheiden neurotransmitters uit in de synaptische ruimte
- Worden gestimuleerd door de verandering van de membraanpotentiaal → gaan open staan → calcium stroomt het neuron in → neurotransmitters worden uitgescheiden
- Hier zitten calciumkanalen:
- Aankomst bij een ligand-gated ionkanaal van de volgende cel
- De neurotransmitter is de ligant: de stimulus voor het ionkanaal → ionen stromen cel in → depolariseert waardoor de andere ionkanalen in de cel open gaan staan
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Collegeaantekeningen Cel tot Molecuul 2019/2020
- Cel tot Molecuul HC2: Genoomorganisatie
- Cel tot Molecuul HC3: Mitose en meiose
- Cel tot Molecuul PD1: Velocardiofaciaal syndroom
- Cel tot Molecuul PD2: Chromosoomafwijkingen
- Cel tot Molecuul HC4: Nucleïnezuren en eiwitten
- Cel tot Molecuul HC5: Translatie en eiwitstructuur
- Cel tot Molecuul HC6: Repair
- Cel tot Molecuul PD3: Familiaire Kanker
- Cel tot Molecuul PD4: Hemoglobinopathieën (HbP)
- Cel tot Molecuul HC7: Genomics in de moderne Geneeskunde (thema overstijgend)
- Cel tot Molecuul HC8: Celmembranen en transport
- Cel tot Molecuul PD5: Ionkanaalziekte
- Cel tot Molecuul HC9: Eiwittransport in de cel
- Cel tot Molecuul WC1: Inzoomen op organellen (thema overstijgend)
- Cel tot Molecuul HC10: Prenatale diagnostiek en screening (thema overstijgend)
- Cel tot Molecuul HC11: Ligand-eiwitbinding en enzymologie
- Cel tot molecuul HC12: Glucose en vetmetabolisme
- Cel tot Molecuul HC13: Glucose homeostase
- Cel tot Molecuul PD6: Mono-genetische diabetes
- Cel tot Molecuul HC14: Van zeldzaam naar veelvoorkomend (thema overstijgend)
- Cel tot Molecuul HC15+16: Overervingspatronen
- Cel tot Molecuul HC17: Kansrekenen
- Cel tot Molecuul HC18: Triplet expansie ziekte
- Cel tot Molecuul HC19: Wil je het weten? (thema overstijgend)
- Cel tot Molecuul HC20: Inleiding communicatie en signaaloverdracht
- Cel tot Molecuul HC21: GPRC's en 2nd messengers
- Cel tot Molecuul HC22: RTK's en insulinesignalering
- Cel tot Molecuul PD7: Cellulaire communicatie verstoord
- Cel tot Molecuul HC23: Therapieën in de maak (thema overstijgend)
- Cel tot Molecuul HC24: Cytoskelet
- Cel tot Molecuul HC25: Extracellulaire matrix
- Cel tot Molecuul PD8: Bindweefselziekte
- Cel tot Molecuul Proeftentamen
- Cel tot Molecuul: Antwoorden proeftentamen
Contributions: posts
Spotlight: topics
Collegeaantekeningen Cel tot Molecuul 2019/2020
Een complete bundel van de hoorcolleges behorend bij het blok van Cel tot Molecuul geschreven in studiejaar 2019/2020
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2277 |
Add new contribution