Bundel aantekeningen en samenvatting van de literatuur bij het vak Inleiding in de Ontwikkelingspsychologie (Universiteit Leiden) - Pedagogische Wetenschappen (1)
- 964 reads
Behavioral control: Ouders maken gebruik van consequente disciplinering en het stellen van regels en grenzen voor een bepaald gedrag. Ouders vormen hiermee het gedrag van het kind, omdat het kind de standaarden van ouders internaliseert.
Deze stijlen zijn makkelijk te onderzoeken door middel van vragenlijsten.
Het is goed om dit model in je achterhoofd te houden, maar kijk ook naar wat ouders nog meer doen.
Ook bij het doormaken van een echtscheiding en/of een tweede huwelijk zijn er enkele aspecten die zich voordoen:
Het opgroeien in een eenoudergezin brengt ook enkele risicofactoren met zich mee. Het is onbekend welke factor het meest 'gevaarlijk' is. Waarschijnlijk gaan deze namelijk samen.
Sociaal economische status is een hele belangrijke variabele in onderzoek.
Belangrijke factoren:
Adviezen voor alleenstaande ouders en/of ouders in armoede:
Of het kind vrienden kan maken kan ook een opvoeddoel zijn van ouders.
Er zijn per leeftijd enkele mijlpalen wat betreft vriendschap:
0-6 maanden: Baby's hebben elkaars aanwezigheid zeker door. Zij vinden elkaar vaak interessant. Dit uit zich in elkaar aanraken en naar elkaar kijken. Ook steken zij elkaar vaak aan tijdens het huilen
6-12 maanden: Jonge kinderen proberen elkaars aandacht te trekken door geluiden te maken, elkaar aan te raken of bijvoorbeeld te zwaaien. Het gaat soms ook minder gezellig, wanneer kinderen elkaar slaan of duwen.
13-24 maanden: Kinderen zijn meer sociaal tijdens hun spel. Zo kunnen zij om de beurt iets doen. Zij houden dus meer rekening met elkaar.
25-36: Kinderen spelen liever met kinderen van hun eigen leeftijd dan met volwassenen.
3 jaar: Kinderen laten een voorkeur zien voor kinderen met hetzelfde geslacht. Meisjes zoeken elkaar vaak op en jongens zoeken elkaar vaak op.
4 jaar: Kinderen leren steeds beter delen met elkaar.
3-7 jaar: Samen spelen verloopt op een positieve en gecoördineerde manier. Ook spelen kinderen veel fantasiespel, bijvoorbeeld vader en moedertje.
8-12 jaar: Acceptatie door peers met dezelfde gender is heel belangrijk. Kinderen maken bijvoorbeeld ook vrienden die dezelfde dingen leuk vinden (gedeelde activiteiten). Op deze leeftijd vinden kinderen begrippen zoals hulp en loyaliteit heel belangrijk. Er heerst vaak de gedachte dat vrienden voor je op moeten komen en beschikbaar moeten zijn. Als kinderen in de steek worden gelaten door vrienden, doet dit vaak ook heel veel pijn.
11-15: Op eerdere leeftijden waren vooral gedeelde interesses (bijvoorbeeld samen voetbal leuk vinden), maar op deze leeftijd worden gedeelde waarden en attitudes juist belangrijk. Ook doen kinderen steeds meer aan self-disclosure: Kinderen willen hun vrienden graag iets over henzelf vertellen. Ten slotte krijgen kinderen steeds meer interesse in het andere geslacht.
16-18 jaar: Kinderen gaan echte romantische relaties aan. Vrienden moeten bovendien emotionele steun kunnen geven.
De invloed van peers stijgt door de jaren heen. Kinderen krijgen ook steeds meer voorkeur voor gezelschap van peers. De voorkeur voor ouders in het gezelschap daalt.
De invloed die peers op elkaar hebben kan zowel positief als negatief zijn. Op de volgende factoren hebben peers invloed:
Belangrijke vraag: Een vriendengroep van 5 personen vertonen allemaal delinquent gedrag. Was er sprak van socialisatie? Of hebben ze elkaar uitgekozen als vrienden omdat ze op elkaar lijken?
Theorieën over peers:
Selectie: We kiezen mensen als vrienden die op je lijken.
Socialisatie: Gedrag overnemen van vrienden en daarmee dus gelijk worden aan vrienden. Dit kan bijvoorbeeld door imitatie, straf (gedrag overnemen omdat anderen zeggen 'dat durf je toch niet eens!'), Reinforcement (positieve beloning na het vertonen van een bepaald gedrag). Deze factoren blijken allemaal mee te spelen.
Deselectie/afwijzing: Sommigen hebben moeite met het maken van vrienden, maar in sommige gevallen wordt er een vriendschap verbroken. Een persoon wordt dan soms vrienden met de mensen die overblijven (Depressie/delinquentie?). Afwijzing is voor kinderen vaak heel pijnlijk
Vriendengroepen worden soms onderverdeeld in een bepaalde cultuur.
Sociometrie: Een manier om sociale relaties te kunnen meten. Structuren van groepen en relaties worden hiermee in kaart gebracht.
Het is belangrijk om na te gaan hoe goed banden zijn tussen leeftijdsgenoten. Dit hangt namelijk samen met de invloed die zij kunnen uitoefenen. 'Beste' vrienden kunnen bijvoorbeeld uitoefenen op depressie, maar 'aardige' leeftijdsgenoten kunnen invloed uitoefenen op externaliserend gedrag.
In de puberteit/adolescentie is er een sterke invloed van leeftijdsgenoten, terwijl ouders vaak een invloed hebben op langere termijn als er sprake was van positief opvoeden en een open sfeer.
Wat betreft romantische relaties zijn we hier in Europa wat meer open over dan bijvoorbeeld in de VS.
Vanaf ongeveer 11/12 jaar (begin puberteit) beginnen jongeren interesse te krijgen in jongeren van het andere geslacht.
Oudere adolescenten sluiten makkelijker compromissen in een relatie. Zij worden namelijk steeds beter in het vormgeven van een relatie. Ook worden adolescenten steeds beter in het vinden van oplossingen van problemen.
Pellegrini: Veronderstelt dat plaaggedrag voor kinderen/jongeren een veilige manier is om interesse te tonen in iemand. Hier komt het bekende gezegde 'meisjes plagen is kusjes vragen' vandaan. Als iemand afwijzing ervaart is dat normaliter heel vervelend. Als je iemand plaagt en diegene wordt afgewezen, heb je nog een dekmantel. Dan kan diegene altijd nog zoiets zeggen als 'Ja, maar ik vond diegene ook stom'
Relaties duren over het algemeen ook langer bij oudere adolescenten
Tijdens een romantische relatie wordt de mening van de peer groep steeds minder belangrijk.
Relaties geven soms ook conflicten. Soms kan een relatie hierdoor uitgaan. Dit wordt door adolescenten als heel heftig ervaren en kan soms zelfs een reden zijn voor depressie.
Als iemand veel wisselende relaties aangaat, kan dit soms reden zijn tot zorg. In eerste instantie is dit onderwerp voor een goed gesprek.
Uit onderzoek onder 79 landen geeft 30% van de adolescenten aan wel eens een pestervaring te hebben gehad. Dit gaat dan om dag in, dag uit nare ervaringen hebben.
Gevolgen van pesten kennen onder andere de volgende gevolgen:
Negatieve gevolgen van pestervaringen kunnen heel lang aanhouden. Wel tot 40 jaar lang. Ook bij volwassenen kunnen dus klachten optreden als gevolg van pestgedrag
Vroeger werd gesuggereerd dat gepest worden juist goed was of dat dat iets was waar je hard van werd.
Vroeger werd ook gedacht dat de pestkop niet wist hoe hij contact moest maken en daarom maar ging pesten als alternatief gedrag. Dit beeld is nu bijgesteld.
De pestkop:
Wat vooral niet te doen:
Wat is verder niet genoeg:
Slachtoffers praten niet altijd. Angst dat volwassenen pestkoppen aanspreken met de angst dat de pestkop nog erger achter diegene aankomt.
Adviezen bij pesten:
Een pestkop kan (ook voor volwassenen) heel eng zijn!
Deze bundel bevat de aantekeningen en de samenvattingen van de literatuur uit alle hoorcolleges van het collegejaar 22-23 van het vak Inleiding in de Ontwikkelingspsychologie van de Universiteit Leiden, jaar 1. Alle informatie is per hoorcollege geordend.
De
...JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Add new contribution