ARW 2 - Recht - RUG - B1 - Oefententamen 2013-2014 (2)

Vragen

Rechtsvorming

Geef duidelijk aan of de stelling juist of onjuist is.

Motiveer steeds het antwoord en verwijs – waar mogelijk – naar wetsartikelen.

Vraag 1

De sanctie op een overtreding van een bepaling uit een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) moet te vinden zijn in de AMvB zelf.

Vraag 2

Terwijl de 12-jarige Ilse naar school fietst, stuurt ze een Whatsapp bericht naar haar vriendin Auke. Ze is zo druk met Whatsappen dat ze tegen een geparkeerde auto aanbotst, met als gevolg een verbogen fietswiel en een deuk in de auto.

Zowel Ilse als haar ouders, op wie een risicoaansprakelijkheid rust, zijn aansprakelijk voor de schade aan de auto.

Vraag 3

Ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid kunnen niet zelfstandig deelnemen aan het rechtsverkeer.

Vraag 4

Er is sprake van een arbeidsovereenkomst indien voldaan is aan de volgende drie vereisten: het verrichten van arbeid, tegen loon, gedurende een zekere tijd.

Vraag 5

Een verdrag moet uitsluitend ter uitdrukkelijke goedkeuring aan de Staten-Generaal worden voorgelegd indien het verdrag afwijkt van de Grondwet dan wel tot zodanig afwijken noodzaakt.

Vraag 6

Met betrekking tot de prejudiciële procedure bij het Hof van Justitie houdt de acte clair in dat het Hof de Europese rechtsregel waarover uitleg wordt gevraagd reeds in een andere zaak heeft uitgelegd.

Vraag 7

Het EU-recht dient eerst te worden omgezet in nationaal recht alvorens het werking kan hebben in de nationale rechtsorde van de lidstaten van de Europese Unie.

Vraag 8

Student Erik woont in Delfzijl en houdt in de nacht van 8 op 9 augustus 2014 een huisfeest, wat veel geluidsoverlast met zich meebrengt. De buren kunnen hierdoor niet slapen. Door aanhoudende burenruzies besluiten zowel de buren als Erik te verhuizen. Erik vertrekt naar Enschede. De buren naar Hengelo. Een half jaar later moet Erik voor de Rechtbank Noord Nederland, sector straf, verschijnen. De dagvaarding luidt als volgt:

Dat hij, Erik, op of omstreeks 8 september 2014 in het perceel Hendrikslaan 24 te Delfzijl burengerucht heeft verwekt, waardoor de nachtrust van zijn buren is verstoord (art. 431 Sr).’

De rechter zal Erik vrijspreken.

Vraag 9

Kees is jarig en geeft daarom een groot feest bij hem thuis. De avond is pas net onderweg of de stereo van Kees gaat kapot. Rik haalt daarom zijn net aangeschafte Bose muziekinstallatie met denderende bas op van zijn huis. Kees sluit de Bose muziekinstallatie aan en zet het volume op maximaal om de denderde bas te ervaren. Nog geen uur later gaat de bel en blijkt de politie voor de deur te staan. Zij zijn door de buren ingelicht vanwege de geluidsoverlast. Er wordt proces-verbaal opgemaakt tegen Kees wegens overtreding van art. 431 Sr (burengerucht).

Rik is strafbaar wegens medeplichtigheid aan het verwekken van burengerucht waardoor de nachtrust kan worden verstoord.

Vraag 10

De officier van justitie meent dat Hendriks zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal (art. 310 Sr) en legt hem daarom een strafbeschikking op, inhoudende een taakstraf van 150 uur.

De officier van justitie handelt hiermee binnen de grenzen van zijn bevoegdheid.

Vraag 11

De APV (Algemene Plaatselijke Verordening) van Enschede luidt: ‘Het is verboden op de openbare weg te tippelen, met uitzondering van door het college van b en w aangewezen gebieden’. Het college van b en w wijst in een besluit de B-straat aan als tippelzone.

Dit besluit moet gekwalificeerd worden als een algemeen verbindend voorschrift.

Vraag 12

In het Ikon-arrest (HR 27 maart 1987, NJ 1987, 727) heeft de Hoge Raad beslist dat de Gemeente Amsterdam bij het verrichten van privaatrechtelijke handelingen niet verplicht is om de algemene beginselen van behoorlijk bestuur in acht te nemen.

Vraag 13

Firma Cousine BV levert al jarenlang ingrediënten die gebruikt worden voor het bereiden van etenswaren in restaurant De Branderij. De Branderij wordt geëxploiteerd door de Gemeente Amsterdam, maar erg succesvol is deze exploitatie niet. De Gemeente Amsterdam besluit daarom om De Branderij te sluiten. De burgemeester stuurt namens de gemeente een brief naar firma Cousine BV, waarin hij schrijft geen ingrediënten van de firma meer af te nemen.

Firma Cousine BV kan in eerste instantie de beslissing van het gemeentebestuur aanvechten bij de rechtbank, sector bestuursrecht.

Rechtsvinding

Vragen bij Hoge Raad 14 september 2007, NJ 2008, 334.

Vraag 1

Motiveer steeds het antwoord en verwijs naar de juiste regelnummers en/of wetsartikelen.

Hoe had het hof het antidrugsbeleid van Hyatt moeten uitleggen volgens de advocaat van verzoekster tot cassatie? En waarom? Leg uit.

Vraag 2

Hoe oordeelt de Hoge Raad over het eerste cassatiemiddel? En waarom? Leg uit.

Vraag 3

Waarom is volgens de advocaat van verzoekster tot cassatie het ontslag op staande voet in casu in strijd met de eis van proportionaliteit en de eis van subsidiariteit? Leg uit.

Vraag 4

Om welke reden(en) is het ontslag van de werknemer van Hyatt volgens de Hoge Raad niet in strijd met de eis van subsidiariteit?

Vraag 5

In overweging 4 merkt de annotator op: ‘Voor zogenaamde ‘identiteitsgebonden’ of ‘gekleurde’ werkgevers, zoals scholen op bijzondere grondslag en politieke partijen kan dat anders zijn, vanwege het beroep dat die werkgever zelf toekomt op een grondrecht.’ Op welk(e) grondwettelijk beschermd(e) grondrecht(en) doelt de annotator hier? Leg uit.

Vraag 6

Welke kritiek heeft de annotator op het door het hof geformuleerde en in cassatie niet bestreden legitieme doel dat het strenge antidrugsbeleid dient? Leg uit.

Logica en argumentatie

LET OP: u dient bij de vragen 7a tot en met 7e alleen aan te geven of de stelling juist of onjuist is. Motivering dient u bij deze vragen achterwege te laten.

Vraag 7a

Is de volgende stelling juist of onjuist?

  • Stelling: In onderstaand fragment is sprake van de redeneervorm modus ponens.

  • Fragment: ‘Als het sneeuwt worden de daken wit. Het sneeuwt. Dus de daken worden wit.’

Vraag 7b

Is de volgende stelling juist of onjuist?

  • Stelling: De redenering in onderstaand fragment is logisch geldig.

  • Fragment: ‘Wanneer iemand voor eigen rekening slavenhandel drijft, dan kan diegene op grond van artikel 274 Sr gestraft worden met een gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of een geldboete. Tieme drijft voor eigen rekening slaven. Dus kan Tieme worden gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of een geldboete.’

Vraag 7c

Is de volgende stelling juist of onjuist?

  • Stelling: Van een verschil van mening is sprake als een standpunt niet door iedereen volledig wordt gedeeld.

Vraag 7d

Is de volgende stelling juist of onjuist?

  • Stelling: Nevenschikkende argumentatie bestaat uit een op elkaar aansluitende reeks argumentaties, die alleen gezamenlijk een afgeronde verdediging van een standpunt vormen.

Vraag 7e

Is de volgende stelling juist of onjuist?

  • Stelling: Wanneer iemand een ander standpunten of argumenten in de mond legt die de ander niet gebruikt, is sprake van de drogreden van de stroman.

Antwoordindicatie

Rechtsvorming

Vraag 1

Onjuist, want:

  • een AMvB mag zelf geen strafmaat bevatten deze moet in een wet in formele zin staan;

  • art. 89 lid 2 Gw.

Vindplaats: Inleiding in het Nederlandse recht, J.W.P. Verheugt: Hoofdstuk 3, §1.2.3: Algemene maatregelen van bestuur en Hoofdstuk 13, §1: Het materiële strafrecht.

Vraag 2

Onjuist, want:

  • Ilse is jonger dan 14 jaar en dus niet aansprakelijk, art. 6:164 BW;

  • de ouders zijn wel aansprakelijk, -en wel o.g.v. risico, 6:169 lid 1 BW.

Vindplaats: Inleiding in het Nederlandse recht, J.W.P. Verheugt: Hoofdstuk 9, §6: Aansprakelijkheid voor anderen.

Vraag 3

Juist, want:

  • alleen rechtssubjecten kunnen deelnemen aan het rechtsverkeer;

  • rechtssubjecten zijn of natuurlijke personen of daaraan vermogensrechtelijk gelijkgestelde rechtspersonen;

  • art. 2:5 BW.

Vindplaats: Inleiding in het Nederlandse recht, J.W.P. Verheugt: Hoofdstuk 11, §2: Ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid

Vraag 4

Onjuist, want:

  • de drie genoemde eisen (het verrichten van arbeid, tegen loon, gedurende een zekere tijd) worden wel gesteld, maar:

    • de werknemer dient tevens ‘in dienst’ te zijn;

    • dat betekent dat er een gezagsverhouding dient te zijn, waarbij de werknemer ondergeschikt is;

    • art. 7:610 lid 1 BW.

Vindplaats: Inleiding in het Nederlandse recht, J.W.P. Verheugt: Hoofdstuk 12, §1: De arbeids- overeenkomst

Vraag 5

Juist, want:

  • een verdrag kan ook aan uitdrukkelijke goedkeuring worden onderworpen als de Staten-Generaal dit wenst;

  • art. 5 lid 1 van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen;

  • het is echter alleen verplicht als er strijd is met de Grondwet;

  • art. 6 Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen.

Vindplaats: Inleiding in het Nederlandse recht, J.W.P. Verheugt: Hoofdstuk 15, §2: Verdragen in de Nederlandse rechtsorde

Vraag 6

Onjuist, want:

  • een acte clair is een rechtsregel, waarvan de rechter vindt dat die van zichzelf duidelijk is en dus geen uitleg behoeft;

  • de omschreven rechtsregel wordt een acte éclairé genoemd.

Inleiding in het Nederlandse recht, J.W.P. Verheugt: Hoofdstuk 15, §6.4.5: Eigen rechter

Vraag 7

Onjuist, want:

  • uit de arresten Costa Enel en Van Gend & Loos blijkt dat EU-recht rechtstreek in de lidstaten gelding krijgt;

  • er wordt in die arresten dus een verplicht stelsel van incorporatie opgelegd

  • ook als ze volgens hun nationale recht het transformatiestelsel aanhangen.

Vindplaats: Inleiding in het Nederlandse recht, J.W.P. Verheugt: Hoofdstuk 15, §2.1: De door- werking van verdragen in het nationale recht

Vraag 8

Onjuist, want:

  • dagvaarding wel geldig: bevat plaats en tijd, 261 Sv;

  • rechter onbevoegd, immers 431 Sr is een overtreding (bk 3);

  • en die komt dus bij sector kanton;

  • art. 45 RO jo. art. 382 Sv;

  • tijdstip (september ipv augustus) klopt niet, maar daar komt rechter niet meer aan toe.

Vindplaats: Inleiding in het Nederlandse recht, J.W.P. Verheugt: Hoofdstuk 14, §5.1: Het onderzoek ter terechtzitting

Vraag 9

Onjuist, want:

  • Rik is wel medeplichtig omdat hij middelen heeft verschaft;

  • maar art. 431 Sr is een overtreding, want bk 3 Sr;

  • medeplichtigheid is bij een overtreding niet strafbaar;

  • art. 48 sub 2e Sr.

Vindplaats: Inleiding in het Nederlandse recht, J.W.P. Verheugt: Hoofdstuk 13, §4.2: Deelneming

Vraag 10

Juist, want:

  • diefstal (art. 310 Sr) kent een maximale gevangenisstraf van 4 jaar;

  • pp grond van art. 257a Sv mag bij delicten met een strafmaximum tot 6 jaar een strafbeschikking door de OvJ worden uitgevaardigd, dus hier kan een strafbeschikking worden opgelegd;

  • een taakstraf mag ingevolge art. 257a Sv worden opgelegd voor maximaal 180 uur, en de hier opgelegde 150 uur blijft daarbinnen.

Vindplaats: Inleiding in het Nederlandse recht, J.W.P. Verheugt: Hoofdstuk 14, §3: De straf- beschikking

Vraag 11

Onjuist, want:

  • een avv moet afkomstig zijn van een tot wetgeving bevoegd orgaan en een zelfstandige normstelling bevatten;

  • het college van b en w is niet een dergelijk tot wetgeving bevoegd orgaan;

  • het gaat hier om een aanwijzingsbesluit, ook wel bestuurlijke maatregel genaamd.

Vindplaats: Inleiding in het Nederlandse recht, J.W.P. Verheugt: Hoofdstuk 3, §6: Het verdrag als rechtsbron

Vraag 12

Onjuist, want:

  • wel daartoe verplicht;

  • omdat het een overheidslichaam is.

Vindplaats: Inleiding in het Nederlandse recht, J.W.P. Verheugt: Hoofdstuk 5, §3.3: Geldigheids- vereisten buiten de Awb (algemene beginselen)

Vraag 13

Onjuist, want:

  • het betreft hier een privaatrechtelijke handeling van de gemeente als rechtspersoon;

  • het is dus geen publiekrechtelijke rechtshandeling en dus geen besluit;

  • de bestuursrechtelijke rechtsgang staat daarom niet open;

  • Cousine BV moet naar de rechtbank, sector civiel;

  • artt. 1:3 en 7:1/8:1 Awb.

Vindplaats: Inleiding in het Nederlandse recht, J.W.P. Verheugt: Hoofdstuk 5, §6: Beroep bij de rechtbank

Rechtsvinding

Vragen bij Hoge Raad 14 september 2007, NJ 2008, 334.

Vraag 1 (twee mogelijke antwoorden)

Antwoord 1

Relevante passage:

Overweging 1.1 Cassatiemiddel

Het Hof geeft met de geciteerde overweging blijk van een onjuiste rechtsopvatting, nu bij de uitleg van een beleid als het onderhavige dat strekt tot mededeling van overtredingen waar sancties, waaronder ontslag op staande voet, op staan, ter bescherming van de werknemer een restrictieve uitleg geboden is. Alleen handelingen die duidelijk als overtreding zijn aangemerkt en waarvan in redelijkheid niet betwijfeld kan worden dat zij verboden zijn, mogen grond bieden voor ontslag op staande voet. Uit het beleid kan niet ondubbelzinnig worden opgemaakt dat het enkele privé-gebruik dat leidt tot een positieve test, zonder dat is gebleken van een negatief effect op werk of veiligheid, grond is voor ontslag op staande voet, zodat het Hof niet, althans niet zonder nadere motivering, kon komen tot het oordeel dat het beleid inhoudt dat een positieve test, ook als dit gevolg is van louter privé-gebruik van drugs zonder negatieve invloed op het werk, daadwerkelijk grond voor ontslag op staande voet is.

Standaardantwoord & puntenverdeling:

  • Restrictief (2);

  • ter bescherming van de werknemer (1);

  • omdat alleen handelingen die duidelijk als overtreding zijn aangemerkt en waarvan in redelijkheid niet betwijfeld kan worden dat zij verboden zijn, grond kunnen bieden voor ontslag op staande voet (1).

  • Hiervan is in casu geen sprake, omdat uit het beleid niet duidelijk blijkt dat privégebruik van drugs dat leidt tot een positieve test, maar zonder dat er zichtbaar sprake is van negatieve beïnvloeding op werk of veiligheid, een grond is voor ontslag op staande voet (1).

Vindplaats: regelnummers 20-29.

Antwoord 2

Relevante passage:

Overweging 1.2 Cassatiemiddel

Voorts is 's Hofs uitleg onbegrijpelijk. Het beleid laat geen andere uitleg toe dan dat gebruik van illegale drugs in privé-tijd alleen dan in strijd is met het beleid indien en voorzover de werknemer als gevolg daarvan ook nog onder invloed is tijdens werktijd, of als het gebruik anderzins een negatief effect op het werk of de veiligheid van anderen heeft na aanvang van het werk. Daaruit kan niet worden afgeleid dat ook privé-gebruik op zichzelf verboden is indien dat leidt tot een positieve testuitslag zonder dat sprake is van negatieve invloed op het werk.

Standaardantwoord & puntenverdeling

  • Het hof had het beleid anders (restrictief) moeten uitleggen, omdat volgens het beleid gebruik van illegale drugs in privé-tijd alleen in strijd is met het beleid indien (1):

  • de werknemer tijdens werktijd nog onder invloed is (2);

  • of als het gebruik op een andere manier een negatief effect heeft op het werk of de veiligheid van anderen na aanvang van het werk (2).

Vindplaats: regelnummers 30-35.

Vraag 2

Relevante passage:

Overweging 3.3.2 Hoge Raad

De onderdelen zijn tevergeefs voorgesteld. Mede gelet op de hiervoor in 3.1 (ii) vermelde, in het kader van een ‘Drug-Free Workplace Policy’-training door D. ondertekende verklaring dat zij aanvaardde dat een positieve alcohol- of drugstest een reden voor ontslag kan opleveren, heeft het hof niet blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting noch een onbegrijpelijk oordeel gegeven door ervan uit te gaan dat D. het stringente antidrugsbeleid van Hyatt in zoverre goed heeft begrepen dat een positieve test, ook als het testresultaat het gevolg is van cocaïnegebruik in de privé-sfeer, tot ontslag zou kunnen leiden, ongeacht of het gebruik een negatief effect heeft op het werk.

Standaardantwoord & puntenverdeling:

  • De Hoge Raad verwerpt het eerste cassatiemiddel / de Hoge Raad oordeelt dat het eerste cassatiemiddel tevergeefs is voorgesteld (2);

  • omdat de werknemer een verklaring heeft ondertekend waarin stond dat een positieve uitslag van een drugstest een reden voor ontslag kan zijn, op grond waarvan het hof ervan mocht uitgaan dat het beleid voldoende kenbaar was en het beleid dus niet restrictief hoefde uit te leggen (3).

Vindplaats: regelnummers 140-146.

Vraag 3

Relevante passage:

Overweging 2.2 Cassatiemiddel

Althans is voor zodanige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer, ingevolge de eisen van proportionaliteit, vereist dat daar in het concrete geval voldoende reden toe is, hetgeen in casu niet het geval is. Voor zodanige inbreuk zou reden kunnen zijn als de functie van de desbetreffende werknemer zulks rechtvaardigt, hetgeen in casu evenwel niet het geval is. Een andere omstandigheid die zodanige inbreuk rechtvaardigt is niet door het Hof vastgesteld. Het door het Hof in rov. 4.3 genoemde belang van Hyatt bij een goed imago is daartoe op zichzelf onvoldoende. Ook de overigens door het Hof in rov. 4.3 genoemde, door subonderdeel 2.1 bestreden, rechtvaardiging is ontoereikend vanwege de in subonderdeel 2.1 gronden. Dit klemt te meer nu een minder zware sanctie mogelijk was geweest, zoals een eerste waarschuwing: het ontslag berust slechts op één test.

Het Hof geeft dan ook in zoverre blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Althans had het zijn oordeel nader moeten motiveren.

Standaardantwoord & puntenverdeling:

  • Proportionaliteit: er is in casu onvoldoende reden tot ontslag (1);

  • omdat de functie van de werknemer een zodanige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer niet rechtvaardigt OF omdat belang bij een goed imago onvoldoende is voor een zodanige inbreuk OF omdat de redenen genoemd in r.o. 4.3 van het hof onvoldoende zijn voor een zodanige inbreuk (1);

  • Subsidiariteit: er was een minder zware sanctie mogelijk (1);

  • bijvoorbeeld een eerste waarschuwing (1);

  • het ontslag berust namelijk op maar één test (1).

Vindplaats: regelnummers 70-78.

Vraag 4

Relevante passage:

Overweging 3.4.5-3.4.6 Hoge Raad:

Nu het hof voorts in aanmerking heeft genomen dat ook in de vrije tijd gebruikte drugs het werk negatief kunnen beïnvloeden, is het ook niet onbegrijpelijk dat het hof heeft geoordeeld dat het subsidiariteitscriterium niet is veronachtzaamd.

Voorzover in onderdeel 2.2 wordt geklaagd dat met een minder zware sanctie had kunnen worden volstaan, ziet de klacht eraan voorbij dat D. niet ontslagen is alleen wegens de positieve drugstest, maar op grond van de combinatie van die test en de weigering van het volgen van een rehabilitatieprogramma, terwijl het hof in dit verband van belang heeft kunnen achten dat in het kader van de hiervoor in 3.1 (ii) bedoelde training Hyatt zich ervan heeft overtuigd dat de strekking en de gevolgen van het stringente antidrugsbeleid voldoende bekend zijn bij de werknemers.

Standaardantwoord & puntenverdeling:

  • Omdat in vrije tijd gebruikte drugs het werk negatief kunnen beïnvloeden (2)

  • Omdat de werknemer niet alleen is ontslagen vanwege de drugstest, maar een combinatie van zaken (1):

    1. weigering om een rehabiliteitsprogramma te volgen en (1)

    2. omdat Hyatt het beleid voldoende bekend zou hebben gemaakt aan de werknemers (1).

Vindplaats: regelnummers 208-217.

Vraag 5

Relevante passage:

Dit was een opzoekvraag.

Standaardantwoord & puntenverdeling:

  • Vrijheid van onderwijs ten aanzien van scholen op bijzondere grondslag (1)

  • Artikel 23 lid 2 Gw (1 voor juiste artikel + 1 voor juiste lid)

  • Vrijheid van vereniging ten aanzien van politieke partijen (1)

  • Artikel 8 Gw (1)

Vraag 6

Relevante passage:

Overweging 4 annotator

Als het legitieme doel wordt geformuleerd (r.o. 3.4.3.): ‘Het behoud van de goede naam van Hyatt en aantrekkelijkheid voor de gasten door een immer correct gedrag van haar werknemers zonder de negatieve invloed daarop als gevolg van drugs’. Mijn twijfel richt zich op het verlangde immer correcte gedrag, waarvan in het midden blijft of dat ook buiten de arbeidstijd wordt verlangd. Voor zover dat het geval is, lijkt me dat strijdig met de regel dat een werknemer zich buiten het werk, in privé-tijd, niet correct hoeft te gedragen om toch een goede werknemer te kunnen zijn. Pas als dat gedrag in eigen tijd invloed op zijn arbeidsprestatie of het werk of de werkgever in het algemeen heeft, kunnen daaraan arbeidsrechtelijke gevolgen worden verbonden.

Standaardantwoord & puntenverdeling

  • Volgens de annotator laat het door het hof geformuleerde legitieme doel in het midden of het “immer correcte gedrag van haar werknemers” ook buiten werktijd geldt (2).

  • Als het “immer correcte gedrag van haar werknemers” ook voor buiten werktijd geldt, dan gaat dat te ver (1);

  • aangezien gedrag in eigen tijd pas arbeidsrechtelijke gevolgen kan hebben als dit invloed heeft op de arbeidsprestatie (2).

Vindplaats: regelnummers 273-278.

Logica en argumentatie

Vraag 7a

Juist

Vraag 7b

Juist

Vraag 7c

Juist

Vraag 7d

Juist

Vraag 7e

Juist

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:
Activities abroad, study fields and working areas:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Law Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1913