Oefententamen 1 2018/2019: Burgerlijk Recht 3 - Rijksuniversiteit Groningen

Vragen

Vraag 1

Amanda is eigenaar van paard Storm. Ze is goed bevriend met de eigenaar van de plaatselijke manege: de Hinnikende Hengst. De eigenaar van de manege organiseert ieder jaar ter promotie van zijn bedrijf een optocht waarbij diverse paarden praalwagens door het dorp trekken. Dit jaar is een aantal manegepaarden ziek, waardoor de manege een paard te kort komt voor de optocht. Amanda wordt benaderd met het verzoek of zij haar paard ter beschikking wil stellen. Ze stemt toe. Op de dag van de optocht staat Amanda vol trots te kijken hoe Storm een mooie wagen trekt. Maar dan gaat het ineens mis. Een deel van een reclamebord komt aanwaaien en belandt tussen de benen van Storm. Storm schrikt en begint de bokken. Daarbij duwt het paard een ijzeren hekwerk om, van waarachter het publiek naar de optocht staat te kijken. Koen is de ongelukkige toeschouwer: hij wordt door het omvallende hek getroffen op zijn onderbeen en loopt een breuk op. Koen wenst schadevergoeding te ontvangen en zet in op art. 6:179 BW. Hij spreekt zowel Amanda als de manege aan. Amanda en de manege verweren zich tegen de claim en wijzen naar elkaar als de kwalitatief aansprakelijke partij.  Ook wordt het verweer gevoerd dat art. 6:179 BW helemaal niet toepasselijk is, omdat het letsel in feite niet door paard Storm is veroorzaakt maar door het vallende hekwerk.

  1. Leg uit of in deze kwestie is voldaan aan de toepassingsvoorwaarden van art. 6:179 BW. Betrek hierin het verweer dat het letsel niet door het paard maar door het vallende hekwerk is ontstaan. Ga in uw antwoord ook in op de tenzij-clausule van art. 6:179 BW (5 punten). 
  2. Stel, los van uw antwoord op de voorgaande vraag, dat aan de vereisten van art. 6:179 BW is voldaan. Leg uit op wie in deze kwestie de aansprakelijkheid van art. 6:179 BW dan rust: op Amanda, op de manege of op beiden? Noem relevante wetsartikelen en ook een richtinggevend arrest van de Hoge Raad (5 punten).
  3. Stel dat het hekwerk dat omviel in opdracht van de manege is geplaatst door een aannemersbedrijf OPDEVLOER BV. De manege maakt jaarlijks gebruik van de dienst van OPDEVLOER om de openbare weg af te zetten met hekken. Het door de manege ingeschakelde aannemersbedrijf heeft nu echter nagelaten het betreffende hekwerk goed te verankeren. Als het hekwerk wél deugdelijk zou zijn vastgezet, had het hekwerk nooit kunnen omvallen door van buiten komende krachten. Koen probeert ook een schadevergoeding te verkrijgen vanwege de door OPDEVLOER gemaakte fout. Dit bedrijf zelf was echter niet WA-verzekerd en is inmiddels failliet gegaan. Ziet u nog kans voor Koen om met succes een vordering tegen de manege in te stellen in verband met de door het aannemersbedrijf gemaakte fout? Noem daarbij het relevante wetsartikel en een relevant arrest van de Hoge Raad (5 punten).

Vraag 2

De heer Stugge woont met zijn gezin in een forse, schitterende villa. De villa is ruim opgezet en heeft mooie raampartijen. Het perceel waarop de villa is gesitueerd is groot. In de achtertuin bevinden zich struiken met klein fruit om zangvogels te trekken. In de voortuin bevinden zich verschillende bomen, waaronder twee essen. Door de zachte winter en snel oplopende temperaturen hebben de essen al vrij veel bladeren halverwege april. De bomen vangen daardoor veel wind en tijdens een storm begin mei raakt één van de essen nogal beschadigd. Eerde is net op een zakenreis en de rest van het gezin houdt meivakantie op Ibiza. Een groot deel van de kroon van de beschadigde es hangt gedeeltelijk over de openbare weg. De gemeente ontvangt hierover verschillende meldingen. Naar aanleiding daarvan zaagt de gemeentedienst een groot deel van de es af en brengt zij deze naar het milieupark.  

Kan de gemeente de kosten van het verwijderen verhalen op de heer Stugge (6 punten)?

Vraag 3

HighTech BV verkoopt op grote schaal allerlei benodigdheden voor fotografie. Zij biedt op haar website zoomlenzen waaronder superteleobjectieven. Deze laatste zoomlenzen zijn bedoeld voor sterke vergrotingen en worden – vanwege de hoge prijs – doorgaans alleen verkocht aan professionele fotografen. De EPSON BX100 is een dergelijk superteleobjectief en kost € 10.000. De verkoop van deze zoomlens valt HighTech BV een beetje tegen en daarom plaatst ze bij de advertentie voor de EPSON BX100 op haar website de zelfbedachte vermelding ‘Nationale Testwinnaar 2018’. Deze toevoeging helpt en het aantal bestellingen bij HighTech BV van de EPSON BX100 loopt op. DFA photos BV verkoopt ook de bewuste EPSON. Zij ziet haar eigen verkoop van de EPSON BX100 dalen en gaat na wat daarvan de oorzaak is. Een medewerker van DFA treft de advertentie van HighTech BV voor de EPSON BX100 aan en ziet dat geadverteerd wordt met ‘Nationale Testwinnaar 2018’, terwijl de EPSON BX100 helemaal niet bij een nationale test als beste uit de bus is gekomen. DFA photos BV overweegt een vordering in te stellen tegen HighTech BV. 

  1. Is een vordering kansrijk (6 punten)?  
  2. Wat kan DFA eventueel vorderen? Noem kort drie vorderingen (3 punten).

Vraag 4

Sinds de aardbeving van 22 mei 2019, heeft Sjaak Overste slapeloze nachten. Hij vreest voor de veiligheid van zijn gezin. Op 7 juni 2019 krijgt hij van zijn huisarts slaaptabletten die hij dezelfde avond inneemt. Als het gezin in de ochtend aan de ontbijttafel zit, ligt Sjaak nog steeds in bed. Zijn echtgenote gaat ervan uit dat hij slaapt en belt met de waarnemend huisarts, een gepensioneerd, zeer ervaren arts die af en toe nog invalt. Deze zegt tegen Koosje dat Sjaak waarschijnlijk binnen twee uur wakker wordt en als dat niet mocht gebeuren, zij maar weer moet bellen. Koosje is gerustgesteld en gaat naar haar werk. Wanneer zij rond het middaguur thuiskomt om te lunchen blijkt haar man te zijn overleden. Er wordt geen post-mortem onderzoek verricht zodat de doodsoorzaak en het precieze moment van overlijden niet vast komt te staan. Koosje stelt de waarnemend huisarts aansprakelijk voor de geleden overlijdens- en affectieschade omdat hij door zijn grote ervaring beter had moeten weten en meteen langs had moeten komen toen zij belde.

  1. Aan de hand van welke maatstaf zal de rechter de aansprakelijkheid van de arts vaststellen? Betrek de stelling van Koosje in uw antwoord (4 punten).
  2. Stel daargelaten uw antwoord op vraag 2.a. dat de waarnemend huisarts aansprakelijk is omdat hij niet meteen in actie kwam toen Koosje belde. Koosje is van mening dat haar man is overleden als gevolg van de onrechtmatige daad van de arts maar kan dit moeilijk bewijzen. Zal de rechter haar tegemoetkomen in haar bewijslast (6 punten)?
  3. Koosje Overste is van plan om schadevergoeding te vorderen van de NAM voor het feit dat zij sinds zij het huis in Groningen heeft gekocht, door de ondervonden hinder nauwelijks plezier heeft beleefd aan de woning. Wat adviseert u Koosje?  Van welke twee typen schade kan zij vergoeding vorderen om dit leed te verzachten (mede gelet op de uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland van 1 maart 2017? (Deze vraag is ook zonder kennis van deze uitspraak te beantwoorden) (5 punten per gevorderde schadesoort, in totaal 10 punten).

Vraag 5

Linda Kraay is een jonge moeder met een goede baan bij een groot energiebedrijf. Via haar bedrijf kan zij met korting allerhande cursussen volgen, op cultureel en sportief gebied. Samen met haar directe collega Ivonne Bommel kiest zij ervoor om op hun vrije dag een cursus boksen te volgen. Zij sluit met de boksschool een overeenkomst voor 5 proeflessen. Kort voor de laatste les begint, besluiten Linda en Ivonne om bij wijze van warming up, in de oefenring te sparren. Zij spreken af de eerder geleerde stoten te oefenen. Volgens de regels dient het sparren zonder krachtinzet en met ontspannen arm plaats te vinden. De opwarmsessie verloopt echter vrij fanatiek en beide dames raken op dreef. Een energieke stoot van Linda raakt op ongelukkige wijze het hoofd van Ivonne, waarna zij in elkaar zakt. Door de opgelopen hersenbloeding raakt Ivonne in coma. Zij overlijdt diezelfde avond. De nabestaanden van Ivonne spreken Linda aan tot vergoeding van de overlijdensschade.

  1. Kunnen de nabestaanden van Ivonne schadevergoeding vorderen van Linda? (8 punten)
  2. Stel, daargelaten uw antwoord op vraag 1a, dat Linda aansprakelijk is. De man van Ivonne, Henk, vordert namens hem en hun zoon van 4 jaar schadevergoeding wegens gederfde kosten van levensonderhoud, de kosten van hulp in de huishouding en de kosten van lijkbezorging. Linda wint juridisch advies in en beweert dat:
    1. de gederfde kosten van levensonderhoud naar beneden moeten worden bijgesteld omdat Ivonne een overlijdensrisicoverzekering had afgesloten (4 punten)
    2. van een vergoeding van de hulp in de huishouding geen sprake kan zijn omdat Henk al na enkele maanden een nieuwe vriendin kreeg (4 punten).
    3. zij niet hoeft “op te draaien” voor de keuze van Henk om het as van Ivonne op Aruba uit te strooien (waar Henk en Ivonne ooit op huwelijksreis zijn geweest) zodat zij deze kosten niet hoeft te vergoeden (4 punten)

Geef steeds aan of het verweer van Linda slaagt.

Antwoordindicatie

Vraag 1a

Het komt aan op de vraag of sprake was van ‘eigen energie’ van het dier ex art. 6:179 BW. Een fysieke aanraking met het dier is niet noodzakelijk. De bepaling wordt in die zin ruim uitgelegd, dat voldoende is dat het dier met zijn gedrag ‘er de oorzaak van is’ dat de schade is ontstaan. Dat is hier aan de orde: het paard duwt uit eigen energie het hekwerk om, dat vervolgens op Koen valt. Aan de vereisten van art. 6:179 BW is voldaan. De tenzij-clausule van art. 6:179 BW biedt geen uitkomst: als de gedraging van het paard bewust werd toegelaten, zou art. 6:162 BW aan de orde zijn. Dan gaat de tenzij-clausule niet op.

Vraag 1b

Art. 6:181 legt de aansprakelijkheid bij de bedrijfsmatige gebruiker. De manege heeft als zodanig te gelden. Dit betreft een verlegging van aansprakelijkheid van de bezitter naar de gebruiker. Zie Loretta-arrest. Amanda gaat zodoende vrijuit; alleen de manege is aansprakelijk ex art. 6:179 jo. 181 BW.

Vraag 1c

Genoemd moet worden art. 6:171 BW, de kwalitatieve aansprakelijkheid voor fouten van ingeschakelde zelfstandige hulppersonen. Toch biedt deze bepaling Koen geen soelaas, want er is niet voldaan aan het functioneel verband-vereiste van art. 6:171 BW (hier: werkzaamheden ‘ter uitoefening van’ het bedrijf van de manege). Dit vereiste wordt (zeer) beperkt opgevat. Zie arresten Delfland/Stoeterij en Koeman/Sijm Agro. Beslissend is dat het bedrijf van de manege en dat van de aannemer een zekere eenheid moeten vormen: de aard van het werk moet bij elkaar passen, er moet een zekere samenhang zijn. Die ontbreekt hier. Kort gezegd, omgaan met paarden (manegebedrijf) is geheel wat anders dan hetgeen een aannemersbedrijf doet (in dit geval: plaatsen van hekken langs de openbare weg). Van belang is ook dat de manege bedoeld werk nooit zelf deed, maar altijd uitbesteedde aan het aannemersbedrijf.

Vraag 2

De gemeente kan de kosten proberen te verhalen op basis van zaakwaarneming (art. 6:198 BW). Daarvoor is vereist dat sprake is van het willens en wetens behartigen van eens anders belang op een redelijke grond door middel van een materiële daad of een rechtshandeling zonder dat daarvoor een bevoegdheid bestaat. In casu bestaat er wel een bevoegdheid. De gemeente heeft de publiekrechtelijke taak de openbare weg te onderhouden. Dit neemt niet weg dat zij eventuele schade kan verhalen op basis van zaakwaarneming. Alleen omdat het in deze zaak niet zozeer gaat om de behartiging van een individueel belang (heer Stugge), maar eerder om een collectief belang (weggebruikers) heeft een actie krachtens zaakwaarneming niet veel kans van slagen. Daarbij komt dat met het oog op het arrest Kostenverhaal brandweer een dergelijke actie slechts mogelijk is als geen sprake is van onaanvaardbare doorkruising. Dit moet aan de hand van het Windmill-arrest worden vastgesteld. HC 11, sheet 10 en Asser/Hartkamp & Sieburgh 6-IV 2015, nr. 392 e.v. 

Vraag 3a

DFA kan als concurrent een vordering baseren op art. 6:194 jo art. 6:162 BW. Daarvoor is onrechtmatigheid, toerekenbaarheid, causaal verband en schade vereist. De advertentie van HighTech B.V. is te zien als misleidende reclame omdat deze is gericht aan professionele fotografen en ten onrechte wordt aangegeven dat de lens bij een test gewonnen heeft (art. 6:194 lid 1 sub f). Deze reclame veroorzaakt schade bij DFA. De bewijslast ten aanzien van de onrechtmatigheid en de toerekenbaarheid rust op HighTech B.V. op grond van art. 6:195 lid 1 en 2 BW. Het is aan HighTech B.V. om juistheid van de mededeling ‘Nationale Testwinnaar 2018’ (rechtmatigheid) te bewijzen. Aangezien HighTech B.V. dit niet kan heeft de vordering van DFA kans van slagen. Zie HC 10, sheet 29 en Verheij, nr. 42.

Vraag 3b

DFA kan een verbod eisen (art. 6:196 en art. 3:296 BW), rectificatie (art. 6:196 en art. 6:167 BW) en vergoeding van de schade. Zie HC 10, sheet 29 en Verheij, nr. 42.

Vraag 4a

HC 2 slide 33: het gaat hier om beroepsaansprakelijkheid (deelnorm art. 6:162 BW buiten gevaarzetting). De rechter zal de objectieve maatstaf van de redelijk bekwaam en redelijk handelend arts toepassen en geen acht slaan op de ervarenheid van de arts. Het gaat hier specifiek om de in art. 7:453 BW neergelegde verplichting om de zorg van een goed hulpverlener in acht te nemen niet is nagekomen. Dit artikel hoeft niet genoemd te worden.

Vraag 4b

De vraag is of de rechter Koosje zal tegemoetkomen in de bewijslast van het causale verband tussen normschending en schade door middel van toepassing van de omkeringsregel. Om dit vast te stellen moet worden getoetst aan drie vereisten (HC 8, slide 6). Er is een norm geschonden (eis 1) maar de norm in kwestie ziet niet op het voorkomen van een specifiek gevaar voor schade bij een ander (eis 2), hiervan is pas sprake indien de norm wordt ingevuld door bijv. een medisch protocol of een andere concretere norm. Het specifieke gevaar kan zich ook niet verwezenlijken (eis 3). Arrest Gynaecoloog.  HC 8, slide 7 e.v. Geïnspireerd door HR 19 maart 2004, NJ 2004, 307, m.nt. Asser (waarnemend huisarts), Verheij, nr. 19.

Vraag 4c

  1. Ten eerste kan zij vorderen de uitgaven die hun doel hebben gemist wegens het gederfde woongenoot, te begroten, voor zover redelijk op een deel van door benadeelden betaalde hypotheekrente. Het gederfde woongenot moet wel substantieel zijn. Het gaat hier om een vorm van vermogensschade/materiële schadevergoeding: HC 6 slide 11 e.v. Verheij, nr. 46, ad 4). 
  2. Zij kan daarnaast ook vorderen de vergoeding van de immateriële schade wegens een aantasting in de persoon anderszins: art. 6:106 lid 1 sub b BW. Meer in het bijzonder een inbreuk op privacy/persoonlijke levenssfeer art 8 EVRM. Beoordeeld moet worden of NAM inbreuk maakt op een fundamenteel persoonlijkheidsrecht, of die inbreuk ernstig is en of de gevolgen van de inbreuk eisers rechtstreeks treffen. Zie het EBI-arrest. Verheij, nr. 47, p. 183-184; HC 7 slide 30.

Vraag 5a

De nabestaanden doen een beroep op art. 6:108 BW. Het gaat om verplaatste schade. Nodig is dat Linda onrechtmatig jegens Ivonne heeft gehandeld. Er is sprake is van een sport- en spelsituatie (deelnorm binnen gevaarzetting) waarin een verhoogde aansprakelijkheidsdrempel geldt (vgl. Verheij, nr. 24.2 en daar aangehaalde rechtspraak). Dat het gaat om een warming up-sessie voordat de les begint, maakt niet uit. Het gaat om een ongelukkige stoot, die in strijd met de regels vrij krachtig was. Die strijdigheid met de spelregels is echter niet doorslaggevend. Bij de boksoefening moest Ivonne in redelijkheid tot op zekere hoogte gevaarlijke, slecht gecoördineerde, verkeerd getimede of onvoldoende doordachte handelingen of gedragingen waartoe die activiteit uitlokt of die daarin besloten liggen, verwachten. Boksen is een gevaarlijke contactsport. Belangrijk is bovendien dat ook Ivonne energieke stoten gaf en aldus de spelregels overtrad. De stoot levert waarschijnlijk geen onrechtmatig handelen op. Naar de aansprakelijkheid van de boksschool wordt niet gevraagd. Het skeeler-arrest is niet aan de orde. 

Vraag 5b

  1. Dat de nabestaanden een uitkering krijgen uit een dergelijke (sommen)verzekering wordt meegenomen in de behoeftigheidstoets die onderdeel uitmaakt van art. 6:108 lid 1 sub a: Bij overlijdensschade is de vordering van nabestaanden immers beperkt tot hun behoefte (Verheij nrs. 49 en 51), zodat automatisch rekening wordt gehouden met op basis van een sommenverzekering uitgekeerde bedragen. Het apart naar beneden bijstellen is dus niet aan de orde. 
  2. Bij toepassing van art. 6:108 lid 1 sub d wordt geabstraheerd van de mogelijke bijdrage van een stiefouder (HR 11 juli 2008, NJ 2009/385 (Bakkum/Achmea), niet verplicht). Dit verweer faalt. HC 7 slide 24, Verheij, nr. 51, p. 216.
  3. Volgens art. 6:108 lid 2 is Linda verplicht aan Ivonne de kosten van lijkbezorging te vergoeden, voor zover deze in overeenstemming zijn met de omstandigheden van de overledene. Het is twijfelachtig om een de keuze om naar Aruba te gaan om as uit te strooien dit is. Dit verweer slaagt naar verwachting.  

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Law Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
2377