Oefententamens Burgerlijk Recht 3 - RUG
- 2384 reads
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Zoals altijd is het gezellig druk bij Noorderslag. Tussen de theaterlocaties staan allerlei kraampjes met etenswaren. Dirk, een bezoeker van het festival, manoeuvreert met veel moeite een dienblad met plastic bekertjes Thaise curry door de menigte. Hij loopt heel langzaam met het dienblad naar enkele vrienden die zich op terrasstoeltjes hebben geïnstalleerd. Op een van die stoeltjes zit Charles met de rug naar het pad toe. Net op het moment dat Dirk hem passeert, staat Charles op. Dirk kijkt op dat moment naar de bekertjes op het dienblad en heeft Charles niet in het vizier. De bekertjes met de gloeiendhete curry glijden van het dienblad op het nieuwe jasje van Charles. Het jasje raakt onherstelbaar beschadigd. Vaststaat dat Dirk tegen wettelijke aansprakelijkheid verzekerd is.
Heeft Dirk jegens Charles een onrechtmatige daad begaan? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op grond waarvan? Betrek bij uw antwoord tevens de ‘insteek’ die in Spier-Hartlief ten aanzien van deze materie wordt gekozen (6).
Stel dat Dirk tijdens dat festival als vrijwilliger in een café aan de rand van het Noorderplantsoen werkzaam was en een dienblad met hete curry uit zijn handen laat vallen, waardoor een van de vaste klanten van het café ernstige brandwonden oploopt met blijvend letsel als gevolg. Vaststaat dat Dirk vóórdat hij zijn werk in het café begon, van de chef op tal van onderdelen van de bediening strenge instructies had ontvangen. Achteraf komt vast te staan dat Dirk in de haast van het moment vergeten was de gegeven instructies in praktijk te brengen.
Kan de gelaedeerde klant de exploitant van het café met succes voor de schade aanspreken? Zo neen, waarom niet? Zo ja, op grond waarvan? (6).
Op maandagochtend april 2014 fietst de 16-jarige Anna samen met een vriendin naar school. Anna heeft iets meer vaart dan haar vriendin en de afstand tussen de twee meiden wordt steeds groter. Als Anna op een gegeven moment lachend achterom kijkt en op haar trappers gaat staan om nog meer vaart te maken, komt ze met een harde klap in aanraking met de onderkant van een verkeersbord dat boven het fietspad geplaatst is. Vast staat dat het bord in december 2014 gedeeltelijk los is komen te hangen nadat een automobilist per ongeluk het bord had geraakt met een aan zijn auto gekoppelde boedelbak. Daardoor was de doorrijhoogte onder het bord nogal lager geworden. Anna stelt de gemeente als wegbeheerder aansprakelijk voor haar schade op grond van artikel 6:174 BW.
a. Kan de gemeente op grond van artikel 6:174 BW met succes worden aangesproken vanwege het te laag hangend verkeersbord. U mag ervan uitgaan dat het bord lager was komen te hangen dan de wettelijke verkeersvoorschriften toestaan (6).
b. Stel dat komt vast te staan dat het verkeersbord 5 minuten vóórdat het ongeval met Anna plaatsvond door de aanraking met de boedelbak was losgeraakt. Welk verweer zal de gemeente in dat geval voeren? Beoordeel vervolgens de houdbaarheid van dat verweer. Verwijs daarbij naar jurisprudentie van de Hoge Raad (6).
In Spier-Hartlief wordt het leerstuk van de relativiteit door Van Maanen uitvoerig besproken.
Voor welk gebied van de onrechtmatige daad is de relativiteitsleer ‘met name’ (citaat van Van Maanen) van belang? Leg uit. Verwijs daarbij naar jurisprudentie van de Hoge Raad (6).
Mr. Gerrits krijgt van de gemeente Voorst op 1 september 2014 de opdracht om haar voor een bedrag van €175.000 de laatste zes maanden van het jaar 2015 bij te staan bij het afsluiten van ICT-contracten. Na een besluit tot gemeentelijke samenwerking besluit de gemeente echter het werk te laten doen door juristen van een grote buurgemeente en laat mr. Gerrits weten dat zijn bijstand niet nodig zal zijn. Mr. Gerrits geeft de gemeente bericht dat hij de overeenkomst ontbindt wegens wanprestatie en vordert schade vergoeding ter zake van het afgesproken bedrag van €175.000. Daarna steekt hij zijn energie in het werven van nieuwe klanten en opdrachten. Gelukkig slaagt hij erin om enkele nieuwe grote opdrachten binnen te halen zodat hij het betreffende half jaar niet duimen hoeft te draaien. De gemeente Voorst weigert schadevergoeding te betalen “omdat de nieuwe verdiensten van mr. Gerrits het nadeel van het niet ontvangen van de €175.000 compenseren”. Heeft de gemeente gelijk? Verwijs ook naar jurisprudentie van de Hoge Raad. (6)
Jana loopt op een zondagavond met een zware weekendtas van het station naar haar studentenhuis in de Muurstraat. In de Nieuwstraat vraagt een onbekende jongen haar of ze twee euro voor hem heeft voor een biertje. Ze weigert haar portemonnee te trekken. Daarop geeft hij haar een harde vuistslag tegen haar hoofd, als gevolg waarvan haar hoofd een muur raakt. De jongeman wordt veroordeeld door de strafrechter wegens mishandeling. Enkele maanden na de mishandeling krijgt Jana voor het eerst van haar leven epileptische aanvallen. Jana wordt onderzocht door een neuroloog. Die rapporteert dat de epilepsie kan zijn veroorzaakt door de mishandeling, maar ook door haar erfelijke aanleg en geeft daarbij het percentage 50%/50% aan. Jana spreekt de jongeman aan op grond van onrechtmatige daad en vordert vergoeding van de schade die veroorzaakt wordt door de epilepsie. De rechter kiest vanwege de onzekerheid over de oorzaak van de epilepsie en de aard en strekking van de geschonden norm voor een proportionele benadering. Hij bepaalt in aansluiting op de door de neuroloog aangegeven veroorzakingswaarschijnlijkheid dat de jongeman voor 50% van de schade aansprakelijk is.
Mag de rechter wegens de ernst van de door de jongeman gemaakte fout door toepassing van de billijkheidscorrectie van artikel 6:101 zijn vergoedingsplicht verhogen naar 70% van de schade? Verwijs in uw antwoord ook naar jurisprudentie van de Hoge Raad. (6)
De familie Van der Horst is de trotse eigenaar van een 17e-eeuwse boerderij in de Achterhoek. In de betreffende streek van Nederland wordt al jarenlang zout gewonnen. Echter kort nadat een nieuwe locatie in de buurt van de boerderij wordt aangeboord blijkt dat de bij een nieuwe techniek gebruikte chemische stoffen in de wijde omtrek bodemverontreiniging veroorzaken, ook op huis en erf van de familie Van der Horst.
Er vindt een zeker mate van sanering plaats waardoor het gevaar voor mens, dier en gewas wordt weggenomen, maar de funderingspalen van de boerderij zijn aangetast door een deel van de chemische stoffen, waardoor sprake is van een flinke waardedaling, die door een makelaar wordt vastgesteld op €150.000. De familie Van der Horst vordert ter zake hiervan schadevergoeding van de zoutwinningsmaatschappij. Deze laatste voert echter aan dat de familie Van der Horst geen schade lijdt omdat zij niet het plan heeft of had om de boerderij die al zoveel jaren in de familie is te verkopen.
Is dat standpunt juist? (6)
Op een mistige decemberavond rijdt Angela op haar fiets een klein stukje op de linkerkant van de rijweg die naar haar huis leidt tegen de rijrichting in. Dit om vervolgens gemakkelijk linksaf het pad naar haar huis in te kunnen slaan. Zij veroorzaakt hierbij een botsing met scooterrijder Simone, die haar op het allerlaatste moment ziet en meteen probeert te stoppen maar hierin niet slaagt. Simone is gewond en de scooter is beschadigd. Volgens de reflexwerking van art. 185 WVW zal een deel van de schade voor rekening van Simone komen en dus niet verhaalbaar zijn op (de WA-verzekeraar van) Angela. Hierop zijn echter twee uitzonderingen mogelijk. Welke zijn dit? Verwijs in uw antwoord ook naar jurisprudentie van de Hoge Raad. (6)
In Spier-Hartlief, nr. 312 wordt gerefereerd aan de “eis van het zogenaamde ‘dubbele plafond’ voor een succesvolle actie uit ongerechtvaardigde verrijking”. Leg uit wat hiermee wordt bedoeld. (6)
In Van Dam Tort Law nr. 705.3 wordt inzake ‘schrikschade’ gesteld: “The differences between the legal systems can be well illustrated by referring to Article 2:201(2)(b) DCFR and Article 10:202(1) PETL. Both proposals pretend to have found a European compromise by virtually copying the German rule and requiring that mental harm needs to amount to a medical condition or a recognized illness, but that it is not required to have been a witness to the accident or its immediate aftermath.”
Geef aan wat de benadering is in de huidige Nederlandse rechtspraak van de Hoge Raad van het criterium dat wordt aangeduid in het gecursiveerde gedeelte van het bovenvermelde citaat en geef ook aan of die benadering wordt beïnvloed door de ernst of aard van de normschending.(5)
Beantwoord over de aansprakelijkheid van ouders voor hun minderjarige kinderen onderstaande vragen: Geldt in het Franse recht als vereiste voor het met succes aanspreken van de ouder dat het jonge kind zelf een fout heeft begaan? Idem het Duitse recht? (5)
Nee, hoogstwaarschijnlijk zal de schade worden geschaard in de categorie ongelukkige samenloop van omstandigheden. De schade wordt veroorzaakt buiten de profijtsfeer. Daarom is de drempel voor aansprakelijkheid hoog. Dirk nam hoogstwaarschijnlijk niet meer risico dan onder die omstandigheden redelijkerwijs verantwoord was. Dit blijkt o.a. uit het feit dat hij langzaam liep. Het enkele veroorzaken van schade is niet beslissend voor het aannemen van onrechtmatigheid en de zorgvuldigheid die men jegens de belangen van een ander in acht moet nemen, strekt niet zover dat ieder gevaar op het ontstaan van schade vermeden moet worden. Dat is de lijn die gevolgd wordt in Spier-Hartlief. Daar worden enkele arresten besproken, waarbij het evenzeer betreft mensen die ongelukkigerwijze tegen elkaar aanbotsen, waarbij een van hen ten gevolge daarvan schade lijdt. Verbintenissen uit de wet en Schadevergoeding, nr. 52. Omdat er geen sprake is van wettelijke aansprakelijkheid, komt men aan de verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid in het geheel niet toe.
Als de ‘dader’ optreedt in een professionele hoedanigheid en (zijn werkgever) profijt heeft van de bediening op het terras, zal het gedrag eerder als onzorgvuldig/onrechtmatig worden bestempeld. Zie het boek Verbintenissen uit de wet en Schadevergoeding, nr. 52. Gezien de feiten van de casus is sprake van foutief gedrag van de ondergeschikte en is art. 6:170 lid 1 van toepassing. Art. 6:170 lid 1 is namelijk ook van toepassing op feitelijke ondergeschiktheid, zie Spier-Hartlief, nr. 89; ook de vrijwilliger die, zoals de casus aangeeft, zich in het ‘bedieningssysteem’ moet voegen valt onder art. 6:170 lid 1, aldus expliciet Keirse, nr. 89. Aan het vereiste van een functioneel verband is voldaan. Aan de voorwaarden van art. 6:170 lid 3 is niet voldaan.
Op grond van lid 1 jo. lid 2 van art. 6:174 BW rust de aansprakelijkheid voor openbare wegen op de wegbeheerder (in dit geval de gemeente), indien deze niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen. Op grond van lid 6 van art. 6:174 BW wordt onder openbare weg mede de weguitrusting verstaan. Een verkeersbord valt onder de term weguitrusting. Zie Spier-Hartlief nr. 109, p. 114. Op grond van het Wilnis-, Paalrot- en Spleet in de weg-arrest spelen bij de beoordeling van de gebrekkigheid ex art. 6:174 BW mede een rol gedrags- en zorgvuldigheidsnormen, alsook de ‘Kelderluik-factoren’. In casu is aansprakelijkheid ex art. 6:174 BW aan de orde. Het bord hing al zeer geruime tijd en in strijd met de voorschriften te laag. Tevens moet de wegbeheerder rekening houden met onoplettendheid van verkeersdeelnemers, was de kans op ongevallen groot, kunnen de gevolgen ernstig zijn en was het maar weinig bezwaarlijk maatregelen te treffen. Een beroep op beleidsvrijheid en beperkte financiële middelen (Wilnis-, Paalrot- en Spleet in de weg-arrest) zal in casu geen bevrijdend verweer van de gemeente opleveren. Evenmin slaagt, gelet op het tijdsverloop, een beroep op de tenzij-clausule van art. 6:174 BW.
Ten eerste kan de gemeente ontkennen dat het verkeersbord niet voldeed aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mocht stellen. Bij het antwoord op de vraag of de weg(uitrusting) ‘gebrekkig’ is, is van belang welke onderhouds- en veiligheidsmaatregelen van de wegbeheerder mogelijk en redelijkerwijs te vergen zijn. Zie r.o. 4.4.4 van de Hoge Raad in het Wilnis-arrest. Ook genoemd kunnen worden het Paalrot- en Spleet in de weg-arrest.
Voorts is van belang dat de gemeente in de ogen van de Hoge Raad beleidsvrijheid heeft en geen onbeperkte financiële middelen. De kwalitatieve aansprakelijkheid uit 6:174 BW heeft dus ook ‘schuld’-elementen. De gemeente kan zeggen dat zij in dit geval niet tekortgeschoten is in een onderhouds- of veiligheidsmaatregel omdat de weguitrusting op gezette tijden geschouwd en onderhouden wordt. De gemeente kan in redelijkheid niet overal tegelijk zijn, zodat van haar niet gevergd kan worden het laaghangende bord direct te herstellen. Daarmee is dan geen sprake van gebrekkigheid ex art. 6:174 BW. Ten tweede kan de gemeente zich beroepen op de tenzij-formule van lid 1 van artikel 6:174 BW. Aansprakelijkheid ex art. 6:162 BW zou hebben ontbroken indien de gemeente het gebrek/gevaar op het moment van het ontstaan ervan zou hebben gekend. Immers, ook als de gemeente wist dat het verkeersbord op zeker moment door de boedelbak geraakt was, had zij een en ander niet binnen drie minuten weer in orde kunnen maken.
Spier-Hartlief, nr. 63. Op het gebied van de wettelijke normen. Voorbeeld: arrest inz. Iraanse vluchteling. Art. 17 Vluchtelingenverdrag strekt niet tot bescherming van het vermogensrechtelijk belang van de vluchteling. De bepaling ziet slechts op mogelijke toelating op grond van humanitaire redenen.
Nee, de gemeente heeft niet gelijk. Zie rechtsoverweging 3.7 van het arrest Vos/TSN, syllabus p. 63 e.v. Voor voordeelstoerekening is aanleiding als eenzelfde gebeurtenis voor de benadeelde naast schade ook voordeel heeft opgeleverd (art. 6:100 BW). In het onderhavige geval heeft mr. Gerrits schade geleden door de – op de tekortkoming van de gemeente gebaseerde – ontbinding, en voordeel gerealiseerd door behaalde winst in het kader van nadien, als gevolg van zijn eigen inspanningen, gesloten overeenkomsten met derden. Deze schade en dit voordeel vloeien dus in beginsel niet voort uit 'eenzelfde gebeurtenis' in de zin van art. 6:100 BW. Zie Boek Verb. Uit de wet en schadevergoeding nr. 225 noot 170.
Nee. Verhoging van de vergoedingsplicht op grond van de billijkheidscorrectie zou verder gaan dan door de regel van de proportionele aansprakelijkheid wordt gerechtvaardigd. Dat zou op gespannen voet staan met de terughoudendheid waarmee proportionele aansprakelijkheid moet worden toegepast. Zie r.o. 4.3 en 4.4 van het arrest Nationale Nederlanden/Sen L, syllabus p. 105.
In beginsel wordt schadevergoeding concreet begroot. In een aantal gevallen wordt echter de zg. abstracte schadebegroting gehanteerd. De situatie van waardedaling van woningen als gevolg van bodemverontreiniging behoort daartoe. Het standpunt van de zoutwinnings maatschappij is dus onjuist. Boek Verb. Uit de wet en schadevergoeding nr. 208.
Antwoord vraag 7: De eerste uitzondering op het uitgangspunt dat een deel van de schade voor rekening van Simone zelf blijft is de situatie waarin sprake is van overmacht aan zijn zijde. Daarnaast kan ook de billijkheid een uitzondering op de zg. reflexwerking met zich meebrengen. Bij die toetsing spelen onder meer de ernst en de mate van verwijtbaarheid van de over en weer gemaakte fouten een rol maar ook ‘alle andere omstandigheden van het geval’. De kernwoorden zijn dus: overmacht en de billijkheidscorrectie. Arrest Chan a Hung- Maalsté; Spier-Hartlief, nr. 162.
De vordering uit ongerechtvaardigde verrijking kent twee begrenzingen. De eerste begrenzing is de omvang van de verarming. De tweede begrenzing ligt in de hoogte van de verrijking. Met de term ‘dubbel plafond’ wordt aangegeven dat de vordering uit ongerechtvaardigde verrijking niet hoger kan zijn dan elk van deze factoren. De te vorderen schadevergoeding kan dus noch het bedrag van de verarming noch het bedrag van verrijking overschrijden en kent daarmee een tweevoudig begrenzing. Spier-Hartlief, nr. 312.
Spier-Hartlief, nr. 251. In de jurisprudentie van de Hoge Raad geldt het confrontatievereiste. In nr. 251 wordt dat vereiste uitvoerig besproken in het kader van het Shockschadearrest (Taxibusje): de rechtsnorm is ook geschonden jegens degene bij wie door het waarnemen van het ongeval of door de directe confrontatie met de ernstige gevolgen ervan, een hevige emotionele schok wordt teweeggebracht, waaruit geestelijk letsel voortvloeit. De confrontatie kan ook plaats vinden (kort) nadat de gebeurtenis die tot de dood of verwonding van een ander heeft geleid, heeft plaats gevonden. De ernst of de aard van de gedraging doet daaraan niet af. Velen wezen in dat verband op het Vilt-arrest (HR 9 oktober 2009 NJ 2010, 387 m.nt. J.B.M. Vranken).
Art. 1384 lid 4 wordt tamelijk strikt opgevat; voor disculpatie is nauwelijks ruimte. Foutief gedrag van het kind zelf is niet vereist. Van Dam, nr. 1602: ‘In this respect, it is sufficient if the child has committed an unlawful act (un acte objectivement illicite). It is not required that the child could be blamed for its conduct: the parents will also be liable if the child did not know how to behave or was not capable of refraining from its behaviour’.
In Duitsland ligt dat anders; de aansprakelijkheid van de ouder wordt als schuldaansprakelijkheid opgevat ( art. 831 BGB). Het kind moet ‘wederrechtelijk’ hebben gehandeld; dat hij zelf vanwege zijn jonge leeftijd geen besef van het ongeoorloofde van zijn daad had, is niet vereist. Velen verwezen tevens naar Par. 829 (aansprakelijkheid op grond van billijkheid). Indien dat van een deugdelijke motivering was voorzien, werd dat goed gerekend.
Oefententamens te gebruiken bij het vak Burgerlijk Recht 3 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2409 |
Add new contribution