Onafhankelijkheid en interdependentie in verschillende culturele contexten - Killen & Wainryb - Artikel
- Inleiding
- Culturele ideologieën en de typering van individuen
- Sociale oriëntaties van individuen
- De overname van meerdere sociale oriëntaties
- Onafhankelijkheid en onderlinge afhankelijkheid in Japanse en Colombiaanse schoolsettings
- Onafhankelijkheid en onderlinge afhankelijkheid in hiërarchisch georganiseerde Druzen gemeenschappen
- Conclusies
Inleiding
Sommige onderzoekers hanteren de aanname dat culturen gekenmerkt kunnen worden als of individualistisch of collectivistisch. Onderzoeken die dit perspectief gebruiken, bestuderen voornamelijk de eigenschappen van individualistische en collectivistische culturen en de consequenties van individualisme-collectivisme (I-C) voor de ontwikkeling van individuen en hun inter-persoonlijke en inter-groep relaties. De afgelopen vijftien jaar is het construct I-C erg populair geworden als voorspellend en verklarend model van variabiliteit in gedachten, emoties en gedrag van mensen. De status van I-C als dichotoom construct wordt echter betwijfeld, omdat individualistische en collectivistische neigingen naast elkaar kunnen bestaan en slechts meer of minder worden benadrukt in elke cultuur. Het resultaat van het construct I-C leidt dus tot simplistische en vertekende beelden van complexe sociale werkelijkheden. Culturen en individuen worden gestereotypeerd in de zin dat ze beschreven worden als of individualistisch of als collectivistisch, zonder aandacht voor andere waarden of ideologieën die daarnaast nog nagestreefd kunnen worden.
Culturele ideologieën en de typering van individuen
De unidimensionele constructen individualisme en collectivisme zijn geen adequate representaties van het ‘culturele ethos’ van culturen. Bepaalde aspecten van het individualisme worden bekritiseerd door individualisten, terwijl bepaalde aspecten van het collectivisme worden verworpen door collectivisten. Daarnaast worden bepaalde aspecten van het collectivisme gewaardeerd als deel van de individualistische cultuur en worden bepaalde aspecten van het individualisme gewaardeerd als deel van de collectivistische cultuur.
Met betrekking tot het verband tussen cultuur en sociale ontwikkeling moet er niet alleen rekening worden gehouden met diversiteit in culturele symbolen, waarden en praktijken, maar ook met de mogelijkheid dat individuen in een cultuur deze symbolen, waarden en praktijken verschillend kunnen interpreteren.
Er zijn verschillende manieren om het I-C construct opnieuw te conceptualiseren om een verklaring te geven voor de co-existentie van het individualisme en collectivisme in een enkele cultuur. Een manier is om individualisme en collectivisme te zien als twee ideale typen op tegenovergestelde polen van een continuüm. Culturen bevinden zich op verschillende plaatsen op dit continuüm, met verschillende proporties van individualistische en collectivistische elementen. Deze benadering is echter niet veel anders dan het te vervangen perspectief, omdat de benadering ervan uitgaat dat er een aantal homogene (individualistisch of collectivistisch) subculturen naast elkaar bestaan in een cultuur. Een andere manier om de co-existentie te verklaren, is om de bron van heterogeniteit niet op het niveau van de samenleving, maar op het niveau van het individu te plaatsen.
Sociale oriëntaties van individuen
De co-existentie van individualistische en collectivistische oriëntaties ontstaat in culturen vanuit de co-existentie van verschillende belangen in het leven en de redenering van individuen. Kinderen beginnen al op vroege leeftijd verschillende sociale oriëntaties op de sociale wereld te vormen. Als een resultaat van hun interacties met verschillende aspecten van hun sociale omgevingen hebben kinderen (en volwassenen) tegelijkertijd meerdere en vaak conflicterende belangen m.b.t. onafhankelijkheid en interdependentie.
Een andere bron van heterogeniteit in sociale oriëntaties is de informatieve diversiteit die betrekking heeft op sociale en morele beslissingen. Morele concepten (wat is goed, wat is slecht?) en informatieve overtuigingen over wat relevante aspecten van de realiteit zijn (overtuigingen over wat waar is) hebben invloed op de interpretatie en evaluatie van sociale praktijken. De bron van zowel de co-existentie van belangen m.b.t. onafhankelijkheid en interdependentie en de gevarieerde manifestatie van deze belangen in concrete sociale contexten kan geplaatst worden op het niveau van een actief individu dat de sociale wereld interpreteert.
De overname van meerdere sociale oriëntaties
I-C theoretici verklaren de verwerving van individualistische patronen vaak in termen van socialisatie (het expliciet leren van waarden) en de verwerving van collectivistische patronen in termen van enculturatie (indirect boodschappen communiceren). Er zijn een aantal impliciete aannames in deze theorie. Ten eerste wordt aangenomen dat kinderen passieve ontvangers zijn van culturele normen en waarden. Daarnaast wordt aangenomen dat volwassenen een enkele communicatiemethode gebruiken om waarden over te dragen aan kinderen. Deze aannames zijn echter onjuist, wat hieronder geïllustreerd zal worden.
Onafhankelijkheid en onderlinge afhankelijkheid in Japanse en Colombiaanse schoolsettings
De co-existentie van sociale oriëntaties is onderzocht op een Japanse en Colombiaanse school. De Japanse sociale ontwikkeling wordt meestal afgebeeld als collectivistisch, met nadruk op interdependentie. Echter, Japanse kinderen vertoonden conflicten over kwesties van autonomie en interdependentie. Daarnaast gebruikten leerkrachten zowel verbale uitleg (individualisme) als uitleg a.d.h.v. gevoelens (collectivisme). Ook Latijns-Amerikaanse landen worden vaak geclassificeerd als collectivistisch. De sociale interacties worden vaak afgebeeld als interacties van hiërarchie en acceptatie van discipline en straf. Colombiaanse kinderen gaven echter de voorkeur aan onderhandeling en uitleg. Daarnaast gaven leerkrachten bij oudere leerlingen minder voorkeur aan het gebruik van straf. Volgens de auteurs zijn onafhankelijkheid en interdependentie in elkaar gevlochten in Japanse en Colombiaanse leerstijlen, sociale interacties en sociale beoordelingen. Onafhankelijkheid en interdependentie bestaan dus naast elkaar in verschillende culturen, maar de vormen van co-existentie kunnen variëren per leerkracht en per cultuur.
Onafhankelijkheid en onderlinge afhankelijkheid in hiërarchisch georganiseerde Druzen gemeenschappen
Ook onderzoek naar de Druze gemeenschap in Israël toont co-existentie van individualistische en collectivistische oriëntaties aan. De kenmerken van deze gemeenschap zijn meestal die geassocieerd worden met het collectivisme. Onderzoek laat zien dat mensen in de Druze gemeenschap collectivistische beoordelingen vormen over rolrelaties, gehoorzaamheid aan autoriteit en inter-persoonlijke verplichten. Hun concepten van gehoorzaamheid bevatten echter zowel collectivistische beslissingen (bv. mannelijke autoriteit) als individualistische beslissingen (bv. grenzen die autoriteitsfiguren hebben).
Bovendien hebben mensen in de Druze gemeenschap ook individualistische concepten van personen als autonoom en ze beschouwen verschillende zaken als eigen persoonlijke verantwoordelijkheid. De meeste participanten in het onderzoek vonden echter dat mannen beslissingen voor zichzelf en voor hun vrouwen en dochters moeten maken. Het lijkt er dus op dat mannen geconceptualiseerd worden als autonoom en dat zij persoonlijke keuzes mogen maken.
Concepten zoals autonomie zijn niet afwezig in traditionele samenlevingen, maar hebben voor individuen in verschillende rollen en posities een andere betekenis. Dit leidt tot een complexe vervlechting van onafhankelijkheid en interdependentie.
Conclusies
Culturen en individuen in culturen kunnen dus niet nauwkeurig beschrevne worden int emren van enkelvoudige categorieën of oriëntaties. De toepassing van brede, algemene cateogrieën kan leiden tot stereotypering en mislabeling van culturen. Belangen m.b.t. onafhankelijkheid en interdependentie zijn niet wederkerig exclusief, maar maken deel uit van de levens en sociale oriëntaties van leden van verschillende westerse en niet-westerse culturen.
Eén interpretatie van de aanname van co-existentie is dat culturen verschillende proporties van individualistische en collectivistische elementen bevatten, waardoor samenlevingen zich ergens op het continuüm tussen de polen van individualisme en collectivisme of onafhankelijkheid en interdependentie bevinden. Volgens de schrijvers doet deze benadering echter geen recht aan het complexe web van oriëntaties en hun harmonieuze of conflicterende manifestatie, dat kenmerkend is voor de interacties, het gedrag en de redenering van individuen in culturen.
De bron van de naast elkaar bestaande sociale oriëntaties in culturen ligt op het niveau van het individu. Door participatie aan en reflectie op meerdere soorten sociale interacties construeert het individu verschillende soorten oriëntaties op de sociale wereld.
- 1298 reads
Add new contribution