Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014. De online samenvattingen zijn nog te gebruiken.
Verplichte Literatuur Week 5
Acute diarree
Acute diarree komt veel voor. Meestal is het een milde aandoening, die vanzelf weer over gaat. Maar het kan zich ook ontwikkelen tot een levensbedreigende aandoening. Acute diarree duurt minder dan 3 weken. Bij diarree hebben mensen vaak een hogere ontlastingsfrequentie en toegenomen vochtinhoud van de ontlastig.
Fysiologie
In de normale situatie komt er per dag 9 liter vocht in de dunne darm. De dunne darm neemt daar een groot deel van op, zodat gemiddeld 1-2 liter vocht overblijft om vervolgens naar de dikke darm te gaan. Van deze 1-2 liter wordt het meeste opgenomen, er is nog ongeveer 100 mL aanwezig in de ontlasting. Het colon kan maximaal 3-5 liter vocht opnemen per dag. Als er meer aanbod aan het colon is, zal er diarree ontstaan. Er is sprake van diarree als het gewicht van de ontlasting >200g is.
Het vocht in de darmen wordt op verschillende manieren opgenomen:
- Passieve osmose van water. Dit gebeurt zowel in de dunnen als dikke darm.
- Actief transport over het basaalmembraan, dit wordt gestimuleerd door de Na+ gradiënt (in stand gehouden door de Na/K-pomp).
- Cotransport met suikers en aminozuren
Diarree
Er zijn vier belangrijke pathofysiologische mechanismen die diarree kunnen veroorzaken.
1. Osmotische diarree
Osmotische diarree ontstaat als een stof die niet absorbeerbaar is accumuleert in de dunne darm. De osmotische gradiënt, die hierdoor wordt opgebouwd, leidt ertoe dat water uit plasma naar het lumen van de dunne darm migreert, met waterige diarree als gevolg. Wanneer de slecht absorbeerbare stof uit het voedsel geëlimineerd wordt zal de diarree meestal verdwijnen.
Voorbeelden van osmotische diarree zijn:
Carbohydraatmalabsorptie (lactaatdeficiëntie)
Magnesiumzouten
Lactulose
Malabsorptiesyndromen
Resectie van maag en dunne darm
2. Secretoire diarree
Bij een verlaagde ionresorptie of verhoogde ionsecretie door de dunne darm ontstaat secretoire diarree. Meestal wordt dit veroorzaakt door bacteriële toxine. Het nemen van ander voedsel of vasten zal geen invloed hebben op de diarree. Vaak heeft de ontlasting een erg groot volume (>1 liter/ dag)
Voorbeelden van secretoire diarree zijn:
Bacteriële endotoxines, bijv. cholera
Non-osmotische laxantia
Galzouten
Hormoonproducerende maligniteiten, zoals gastrinoom.
Bron: http://www.atsu.edu/faculty/chamberlain/Website/Lects/toxin2.jpg
Exudatieve diarree
Inflammatie van de dunne darm leidt tot schade aan de mucosa. Inflammatie van de dikke darm leidt vaak tot bloederige diarree.
Voorbeelden van exudatieve diarree zijn:
IBD (Morbus Crohn en Colitis Ulcerosa)
Infecties aan het maagdarmkanaal (bacterieel/ viraal/ parasitair)
Gluten overgevoeligheid
Bestralingsschade
Coloncarcinoom
Diverticulitis
3. Versnelde motiliteit
Bij een versnelde passage van voedsel is er minder tijd voor opname en kan er diarree ontstaan.
Voorbeelden van verhoogde motiliteit met waterige diarree als gevolg zijn:
Thyrotoxicose
Diabetes Mellitus
IBS
Abusus van laxantia
Natuurlijk is er in de praktijk vaak sprake van meerdere pathofysiologische mechanismen die in één persoon tegelijk spelen en verantwoordelijk zijn voor de diarree.
Klinische work-up
Acute diarree komt veel voor. De meest voorkomende oorzaak is hoe dan ook: infecties. Klinisch is het belangrijk om onderscheid te maken tussen de volgende klinische syndromen:
- voedselvergiftiging
- reizigersdiarree
- waterige diarree
- bloederige diarree (inflammatoir of ischemisch)
- diarree bij medicijngebruik, mn antibiotica of NSAID’s
- diarree bij HIV+ patiënten
Om onderscheidt te maken tussen de verschilende syndromen is de anamnese erg belangrijk. Daarnaast is het vooral belangrijk om onderscheid te maken tussen self-limiting en niet self-limiting ziekten.
Bij de meeste patiënten is diarree een self-limiting aandoening en is er behalve uitleg en geruststelling een expectatief beleid gangbaar. Kenmerken van diarree die niet self-limiting is, zijn: ernstige aanhoudende diarree, hoge koorts, ernstige buikpijn, bloed bij de ontlasting, dehydratie, de immuungecompromitteerde patient.
Het lichamelijk onderzoek richt zich op tekenen van dehydratie en het abdomen wordt onderzocht. Het is altijd nodig een rectaal toucher te verrichten!
Bij risicopatiënten (zie boven) zijn er verschillende diagnostische mogelijkheden. De triple feces test (TFT) is gebruikelijk. Daarnaast is scopie van de darm mogelijk, evt met biopsie.
Het is belangrijk dat patiënten met dehydratie te rehydreren. Adequate hydratie is vaak de enige behandeling die nodig is bij acute diarree. Er zal altijd geprobeerd worden dit oraal te doen, d.m.v. zoute soep of fruitsappen (glucose, natrium en kalium die daarin zitten bevorderen de vochtabsorptie). Orale Rehydratie Solutie (ORS) is nodig bij matig dehydratie. Bij ernstige dehydratie wordt gekozen voor intraveneuze vochttoediening. Daarnaast kan er op het dieet worden gelet. Bepaalde voedingsmiddelen, zoals sommige fruitsappen, kunnen de diarree verergeren. De calorie intrake moet echter worden behouden, ondanks anorexie.
Middelen tegen diarree, bijvoorbeeld Loperamide, zijn effectief bij volwassenen met diarree. Dit moet echter wel vermeden worden bij colitis, omdat een mogelijke complicatie een toxisch megacolon is. Bij kinderen zijn deze middelen vaak ineffectief.
Antibiotica moet in het algemeen vermeden worden bij diarree. Ze zijn meestal ineffectief en hebben als bijwerking diarree. Het is wel zinvol om een gericht antibioticum te geven al ser een bacterie geïsoleerd is uit de TFT.
Belangrijkste pathogenen bij acute diarree zijn:
RECOGNISED ENTEROPATHOGENS FOR ACUTE DIARRHOEA | ||
Viruses | Bacteria | Parasites |
Rotavirus | Escherichia coli
| Entamoeba histolytica |
|
Voedselvergiftiging
Voedselvergiftiging is wereldwijd een enorm probleem. Een voedselvergiftiging ontstaat door het eten van voedsel waar bacteriën, bacteriële toxines, virussen, parasieten of chemicaliën in zitten. Het klinisch beeld bevat misselijkheid en braken, krampende buikpijn, acute diarree en mogelijk neurologische symptomen. De belangrijkste verwekker is Clostridium Perfringens. Deze bacterie bevindt zich vooral in vlees en kip en veroorzaakt symptomen na 8 tot 12 uur na inname (incubatietijd). De ziekte is meestal self-limiting en duurt vaak niet langer dan 24 uur. In ontwikkelingslanden kan deze bacterie ook het fatale enteritiss necricans veroorzaken.
Andere, minder belangrijke, verwekkers van voedselvergiftiging zijn:
- Staphylococcus Aureus
- Bacillus Cereus
- Vibrio parahaemolyticus
- Clostridium botulinum
- Salmonella
- Shigella
- Vibrio cholera
- Escherichia coli
- Campylobacter jejuni
- Zware metalen zoals ijzer, zink, tin en koper
- Virale hepatitis A
- Tcichinella spiralis
- Giardia lamblia
Bepaalde zware metalen, paddestoelen, schelpdieren en vissen met toxines kunnen niet-bacteriële voedselvergiftigingen veroorzaken.
Reizigersdiarree
Van alle mensen die naar ontwikkelingslanden gaan voor vakantie krijgt 30-50% minimaal een keer reizigersdiarree. Meestal is deze diarree kortdurend. Het grootste deel van deze patiënten heeft een infectieuze diarree op basis van E. Coli. Je kunt deze bacterie vinden in kraanwater, melkproducten, gewassen groenten, fruit en rauwe schelpdieren.
Het klinisch beeld van waterige diarree ontstaat acuut. Vaak duurt het drie tot vier dagen, in 10% van de gevallen duurt het een week. Wanneer er bloed bij de ontlasting te vinden is, is dit suggestief voor Shigella, Ent. Histolytica, E. Coli of C. jejuni..
Vaak is er geen aanvullend onderzoek nodig, bij ernstige of aanhoudende symptomen kan een triple feces test ingezet worden.
Om reizigersdiarree te voorkomen zal met kraanwater,ongekookte groente, ongeschild fruit, melk-producten en rauwe schelpdieren moeten mijden. Antibiotica kan profylaxisch worden ingenomen. Het is echter niet mogelijk om dit aan alle reizigers voor te schrijven.
Behandeling bestaat vaak uit behoud van de hydratietoestand. Middelen tegen diarree kunnen gegeven worden, maar zijn bij kinderen niet zinvol. Antibiotica kunnen gegeven worden bij matig tot ernstige diarree. Er kan gekozen worden voor doxycycline, cotrimoxazol, ciprofloxacine of norfloxacine. Deze remmen allemaal de lengte van de ziekteduur.
Waterige diarree
1. Giardia lamblia
Giardia lamblia is een protozoan, die verspreid wordt door gecontamineerd water. Het kan voor kleine epidemietjes zorgen door de makkelijke overdracht van mens op mens. De incubatietijd is 1 tot 2 weken en de ziekte duurt meestal 1 tot 3 weken. De symptomen bestaan uit waterige acute diarree, flatus en krampende buikpijn. De ontlasting laat tekenen zien van malabsorptie. Bloed of pus hoor je hierbij niet te zien. De diagnose kan worden gesteld met de TFT, maar deze is helaas niet zo sensitief. Behandeling van eerste keuze is metronidazol. Soms is het nodig mensen in de omgeving ook te behandelen, om zo de mens op mens verspreiding tegen te gaan.
2. Cholera
Cholera wordt veroorzaakt door Vibrio cholera, een bacterie die entertoxines verspreidt. Het is endemisch in Azië en Afrika. Het hoge sterftecijfer is voornamelijk te wijten aan de dehydratie. Het is nl niet ongewoon om >1 liter ontlasting per uur te hebben. De extreme waterige diarree komt doordat V. cholera de enterocyt binnendringt, het celmembraan irreversibel activeert tot secretie. Klinisch kenmerkend is de ‘rijstewaterontlasting’; ontkleurde waterige ontlasting met vlokken.
De diagnose kan gesteld worden dmv kweek of microscopie.
Hoeksteen van de behandeling is vocht toediening. De glucose-natrium cotransporter is niet aangedaan bij cholera, en reguliere ORS is daarom effectief bij milde tot matige dehydratie. Intraveneuze vochttoediening is nodig bij ernstige dehydratie. Er kan een acidose optreden, in dat geval moet bicarbonaat erbij worden gegeven. Er is een vaccin tegen cholera op de markt.
3. Virus
Bij kinderen is de meest voorkomende verwekker van diarree een virusinfectie met rotavirus of Norwalkvirus. Andere veel voorkomende virussen zijn: adenovirus en astrovirus. Het rotavirus infecteert vooral kleine kinderen van 6 – 24 maanden oud, mn in de wintertijd. De diarree op basis van een virus is bijna altijd mild en self-limiting. Het is belangrijk de hydratie in stand te houden, een effectief antiviraal middel is er niet.
Bloederige diarree
Dysenterie = diarree met bloed en pus.
De belangrijkste verwekkers van infectieuze bloederige diarree zijn Shigella, Salmonella, Yersinia, Clostridium, Escherichia Coli en Entamoeba. Het pathogeen verspreidt meestal enterotoxines. Het type antibioticum hangt af van het gekweekte organisme. Shigella verspreidt zich vooral in ontwikkelingsladen met weinig weinig sanering en overcrowding. Transmissie gaat via de oro-faecale route. De symtomen van infectie zijn: koorts, buikkrampen met diarree (wisseld van milde waterie diarree tot dysenterie). Shigella beschadigd het darmslijmvlies door toxinen en door de enterocyt binnen te dringen, de diagnose kan worden gesteld door een faeceskweek. Hierbij kan gelijk de medicijnresistentie worden getest. De behandeling bestaat uit hydratie en koortsverlagende middelen. Anti-diarree middelen moeten vermijden worden. Antibiotica kunnen de ziekteverschijnselen en de duur van de ziekte verminderen.
Salmonella-infectie worden vaak veroorzaakt door voedselinfecties (dierlijke producten). Dit veroorzaakt zowel in de dikke als dunne darm een ontstekingsrespons. De incubatie tijd is 24-48 uur, waarna de eerste ziekteverschijnselen ontstaan. De behandeling bestaat uit hydratie en toedienen van elektrolyten. Antibiotica moet buiten risicogroepen worden vermeden.
Diarree bij antibiotica
Veel antibiotica verstoren de normale darmflora. Dit geeft C. Difficile de kans om te groeien (overgroei) en toxines te verspreiden die diarree en colitis veroorzaken. C. Difficile vormt sporen die hitte-resistent zijn, dit is vaak de bron van herinfectie. Behandeling bestaat uit staken van de antibiotica indien mogelijk. Metronidazol of vancomycine kan anders gegeven worden.
Diarree bij HIV+
Door de immunodeficiëntie hebben vele AIDS patiënten een persisterende (re)infectie van het maagdarmkanaal. Deze mensen zijn vaak zieker dan normale mensen en zijn ook gevoelig voor pathogenen waar de rest van de bevolking niet gevoelig voor is. Belangrijke verwekkers van diarree zijn: Mycobacterium avium, Salmonella, Shigella, CMV, HSV, Adenovirus, Cryptosporidiium, Giardia.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Stofwisseling - Geneeskunde - Bundel
- Samenvatting Stofwisseling II week 5 (verplichte stof)
- Samenvatting Stofwisseling I week 2
- Sturing en stofwisseling colleges deel 5
- Collegeverslagen Stofwisseling I, week 5 (gebaseerd op 2012-2013)
- Stofwisseling II stamplijst
- Bulletpoint samenvatting Stofwisseling I
- Oefenpakket: Oefenvragen Stofwisseling I
- Notes bij het vak Sturing & stofwisseling - Geneeskunde - B1 - UL (2014-2015)
- Notes bij het vak Sturing & stofwisseling - Geneeskunde - B1 - UL (2015-2016)
- Thema 1.C.2 'Stoornissen in voeding, metabolisme en hormonale regulatie' week 7
- Thema 1.C.1 'Stoornissen in voeding, metabolisme en hormonale regulatie'
- Thema 1.C.2 'Stoornissen in voeding, metabolisme en hormonale regulatie' week 8
- Blok 1.C.2 Thema 'Stoornissen in voeding, metabolisme en hormonale regulatie' week 9
- Thema 1.C.1 "Stoornissen in voeding, metabolisme en hormonale regulatie" week 4
- Thema 1.C.1 "Stoornissen in voeding, metabolisme en hormonale regulatie" week 5
- Stofwisseling 1 - Week 2 - Geneeskunde - B1 - UU (2014-2015)
- Stofwisseling 1 - B1 - Geneeskunde - UU - Notes (2015-2016)
- Stofwisseling 1 - B1 - Geneeskunde - UU - Oefenbundel
- Oefenvragen bij Stofwisseling I
- Stofwisseling 2 - B2 - Geneeskunde - UU - Oefenen
- Stofwisseling 2 - B2 - Geneeskunde - UU - Notes (2015-2016)
- Notes bij Spijsvertering en stofwisseling - Geneeskunde - VU (2014-2015)
Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen bij Stofwisseling 2 - Geneeskunde UU - Studiebundel
- TentamenTests bij Stofwisseling 1, 2 - Geneeskunde UU - Studiebundel
- Stofwisseling 2 - B2 - Geneeskunde - UU - Notes (2015-2016)
- Stofwisseling 2 - B2 - Geneeskunde - UU - Notes (2014-2015)
- Samenvatting Stofwisseling 2 - UU - week 1 - 1314
- Samenvatting Stofwisseling 2 - UU - week 2 - 1314
- Samenvatting Stofwisseling 2 - UU - week 3 - 1314
- Samenvatting Stofwisseling II week 4
- Samenvatting Stofwisseling II week 5 (verplichte stof)
- Stofwisseling II stamplijst
- Stofwisseling - Geneeskunde - Bundel
- Samenvattingen en studiehulp voor Geneeskunde aan de Universiteit Utrecht - Bundel
Contributions: posts
Spotlight: topics
Stofwisseling - Geneeskunde - Bundel
Bundel met diverse samenvattingen op het gebied van stofwisseling, metabolisme, regulatie.
Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen bij Stofwisseling 2 - Geneeskunde UU - Studiebundel
In deze bundel zijn samenvattingen, oefenmaterialen en aantekeningen samengevoegd voor het vak Stofwisseling 2 voor de Bachelor Geneeskunde aan de Universiteit Utrecht.
Heb je zelf samenvattingen en oefenmaterialen? Deel ze met je medestudenten!
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
4664 |
Add new contribution