Boeksamenvatting bij de 4e druk van Europees Recht: Algemeen deel van Eijsbouts e.a.
- 1731 reads
Wat zijn de functies van het recht van de Europese Unie?
Beschrijf de ontwikkeling van de Europese Unie aan de hand van de volgende jaartallen: 1951, 1957, 1986, 1992, 1997, 2001 en 2009?
Wat bepaalde het Hof van Justitie in de zaak Van Gend & Loos?
Wat betekent het begrip ‘rechtsorde’ en waarom heeft de Europese Unie een ‘eigen’ rechtsorde?
Wat houdt het attributiebeginsel in?
Hoe worden de bevoegdheden tussen de Unie en de lidstaten verdeeld?
Welke drie beginselen begrenzen de bevoegdheden van de Unie, gegeven door de lidstaten?
Noem de drie bonnen van grondrechten volgens het VEU?
Noem een lacune in de gedeelde rechtsorde van de Europese Unie?
Uit welke instellingen bestaat de Europese Unie?
Wat zijn de belangrijkste functies van de Europese Raad?
Wat kan je vertellen over de Raad?
Wat zijn de taken van het Europees Parlement?
Welke instelling voert het dagelijks bestuur over de Europese Unie?
Hoe heet de rechterlijke instantie binnen de Europese Unie?
Noem vijf andere instellingen en organen van de Europese Unie?
Wat is het verschil tussen primair en secundair Europees recht?
Wat is het verschil tussen verordeningen, besluiten en richtlijnen?
Hoe zit het met de hiërarchie binnen het secundaire recht?
Noem enkele overige bronnen van Europees recht?
Wat houdt het begrip ‘de interne markt’ in, en wat is hiervoor de verdragsrechtelijke basis?
Wat is het verschil tussen negatieve en positieve integratie?
Noem de vier marktvrijheden, waar staan deze in het VWEU en leg deze uit?
Noem enkele uitzonderingsbepalingen van de bovenstaande marktvrijheden
Noem ook de uitzonderingen uit de jurisprudentie?
Wat houdt het discriminatieverbod in?
Wat houdt het belemmeringsverbod in?
Wat is het verschil tussen tarifaire en non-tarifaire belemmeringen?
Wat zijn, t.a.v. het vrij verkeer van goederen, de belangrijkste rechterlijke uitspraken?
Wat is er in Keck bepaald over de reikwijdte van het vrije verkeer van goederen?
Noem de verschillen tussen de Rule of reason en de uitzonderingen in het VWEU?
Noem de overeenkomsten tussen de Rule of reason en de uitzonderingen in het VWEU?
Wat is harmonisatie, en wanneer is er sprake van minimumharmonisatie?
Wat is de belangrijkste bepaling in het VWEU inzake harmonisatie van de interne markt?
Is het mogelijk om af te wijken van harmonisatierichtlijnen en zo ja, hoe?
Welke rechten zijn er verbonden aan het Europees burgerschap?
Wat houdt de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht in?
Wat houdt het beginsel van wederzijdse erkenning in?
Wat is het Kaderbesluit Europees Aanhoudingsbevel?
Waar zijn de regels t.a.v. mededinging te vinden, en welke normen worden hierbinnen onderscheiden?
Op wie zijn de regels van het mededingingsrecht in eerste instantie gericht?
Wat houdt het kartelverbod in, en noem de voorwaarden?
Wat is het verschil tussen horizontale en verticale afspraken?
Wanneer is er sprake van een ‘onderneming’?
Wat zijn de uitzonderingen op het kartelverbod, en in welke drie groepen kunnen deze worden verdeeld?
Wanneer is sprake van misbruik van machtspositie in de zin van het VWEU?
Welke soorten markten worden onderscheiden?
Welke bepalingen uit het VWEU hebben betrekking op de rol van de overheid bij mededinging?
Wat zijn steunmaatregelen, en zijn deze verenigbaar met de interne markt?
Wat is het verschil tussen ex post en ex ante (toezicht)?
Wat gaf aanleiding tot een snelle ontwikkeling van de economische unie?
Wat houdt het monetaire beleid van de Europese Unie in?
Hoe ziet de Economische Unie eruit?
Noem een voorbeeld van een noodfonds?
Aan welke voorwaarden moet zijn voldaan, wil het verstrekken van leningen geoorloofd zijn?
Wat voegde het Verdrag van Lissabon toe aan het externe beleid van de Unie?
Als wat voor soort persoonlijkheid kan de Europese Unie gekenmerkt worden?
Noem de exclusieve bevoegdheden van de Europese Unie?
Hoe ruim zijn de bevoegdheden van de Unie op het gebied van GBVB en GVDB?
Welke twee nieuwe functies heeft het Verdrag van Lissabon in het leven geroepen?
In welke categorieën kunnen de gemeenschappelijke handelspolitieke maatregelen worden onderscheiden?
In hoeverre heeft het internationaal publiekrecht (ook wel volkenrecht genoemd) invloed op de verhoudingen (zowel extern als intern) van de Europese Unie?
Op welke drie manieren kan sprake zijn van doorwerking?
Welke uitspraken zijn kenmerkend voor de rol van het Europees recht in verhouding tot nationaal recht?
Aan welke voorwaarden moet zijn voldaan, wil er sprake zijn van rechtstreekse werking?
Welke rechtsverhoudingen zijn er van belang bij rechtstreekse werking?
Welke rechtsgevolgen heeft rechtstreekse werking?
Wat houdt het beginsel van conforme interpretatie in, en welke uitspraak is hierbij van belang?
Wat zijn de voorwaarden van staatsaansprakelijkheid?
Uit welke instellingen bestaat het Hof van Justitie van de Europese Unie?
Welke rechtsgangen bestaan er binnen de Unie?
Voor wie staat toegang tot de (Europese) rechter open, en tegen wie?
Noem de directe en indirecte acties (tegen alle actoren)?
Wat houdt de nietigheidsactie in, en waar staat deze rechtsgang genoemd?
Wat zijn de voorwaarden voor een schadevergoedingsactie?
Wat houdt de prejudiciële procedure in?
Noem enkele procedureregels binnen het Europees recht?
Wat zijn (Europeesrechtelijke) wetgevingshandelingen?
Welke instellingen zijn betrokken bij de wetgevingsprocedures?
Hoe steekt de gewone wetgevingsprocedure in elkaar?
Beschrijf de bijzondere wetgevingsprocedure?
Welke stemmodaliteiten bestaan er binnen de Europese Raad, en het Europees Parlement?
Welke twee vormen van niet-wetgevingshandelingen bestaan er?
Wat betekent het begrip ‘comitologie’?
Noem de twee cycli van de besluitvorming inzake de Europese begroting?
Noem drie voorbeelden van gedeeld bestuur?
Wat is een belangrijk element van de democratische grondslag van de Unie in de lidstaten?
Welk element is hierin problematisch?
Het boek Europees recht algemeen deel is geschreven onder redactie van W.T. Eijsbouts, J.H. Hans, A. Prechal, A.A.M. Schrauwen en L.A.J. Senden en bundelt de kennis van 15 auteurs waarvan de meeste werkzaam zijn als hoogleraar Europees recht of daarmee samenhangende vakken. Het is speciaal geschreven als studieboek en daarom is het zo opgebouwd dat losse onderwerpen gemakkelijk te vinden zijn. Vooral de basis van het Europese recht wordt erin uiteengezet.
Niet alleen worden alle belangrijke procedures en instanties van de EU uitgelegd, maar er wordt steeds terugverwezen naar de historische ontwikkeling ervan. Ook worden vergelijkingen gemaakt met nationale rechtsstelsels, vooral dat van Nederland, om het voor een rechtenstudent die nieuw is in het Europese recht zo duidelijk mogelijk te maken.
Eerst worden de geschiedenis van de Europese Unie en de belangrijkste begrippen hierbinnen uitgelegd. Vervolgens gaat hoofdstuk 2 over de Uniewetgeving en hoofdstuk 3 over de uitvoering hiervan. Hierna volgt een meer materiele benadering van het Europees recht. In hoofdstuk 4 wordt de interne markt uitgewerkt. Burgerschap van de EU wordt in hoofdstuk 5 besproken. Mededinging komt naar voren in hoofdstuk 6. In hoofdstuk 7 wordt ingegaan op de Monetaire en Economische Unie. Hoofdstuk 8 gaat over externe betrekkingen en buitenlands beleid. De laatste hoofdstukken zijn weer meer formeel en gaan respectievelijk over doorwerking, de verschillende rechtsgangen en het gedeelde gezag.
Na het lezen van dit boek zal de student dus een volledig beeld hebben van de opbouw van de EU, de structuur van het Unierecht en de belangrijkste beleidsterreinen van de Unie.
Het boek Europees recht algemeen deel is geschreven onder redactie van W.T. Eijsbouts, J.H. Hans, A. Prechal, A.A.M. Schrauwen en L.A.J. Senden en bundelt de kennis van 15 auteurs waarvan de meeste werkzaam zijn als hoogleraar Europees recht of daarmee samenhangende vakken. Het is speciaal geschreven als studieboek en daarom is het zo opgebouwd dat losse onderwerpen gemakkelijk te vinden zijn. Vooral de basis van het
.....read more
Met de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon is de codecisie procedure verheven tot de gewone wetgevingsprocedure. Tevens werd deze procedure van toepassing op de overgrote meerderheid van beleidsterreinen.
Leg uit wat de bevoegdheden van het Europees Parlement in dit besluitvormingsproces zijn. Verwijs daarbij naar relevante verdragsbepalingen.
Het Europees Parlement oefent samen met de Raad de wetgevingstaak uit, art. 14 lid 1 VEU. In de gewone wetgevingsprocedure ex art. 294 VEU is het Europees Parlement ‘gelijkwaardige’ medewetgever. Zonder instemming van het Europees Parlement komt er geen wetgeving tot stand. Het Europees Parlement kan amendementen indienen, art. 294 lid 3 en lid 7 sub c VWEU. Het Europees Parlement kan ieder besluit blokkeren (vetorecht).
Stel dat de Commissie krachtens de gewone wetgevingsprocedure een voorstel indient om de Tabaksreclamerichtlijn te herzien. Het Europees Parlement amendeert in de eerste lezing en dit leidt er uiteindelijk toe dat de procedure in de tweede lezing belandt. Stel, de Commissie geeft een negatief advies in de tweede lezing over de amendementen van het Europees Parlement.
Wat zijn de mogelijke consequenties van een negatief advies? Wat zijn de verschillen met een positief advies?
Stel dat de procedure in de derde lezing komt, maar dat er inmiddels zoveel is geamendeerd dat er weinig meer van het oorspronkelijke voorstel over is. De Commissie kan zich niet langer vinden in het voorstel. Welke opties heeft de Commissie nog?
De gewone wetgevingsprocedure is te vinden in art. 294 Wv. Volgens lid 8 kan de raad binnen drie maanden na ontvangst van de amendementen van het Europees Parlement met gekwalificeerde meerderheid van stemmen: alle amendementen goedkeuren, de handeling wordt dan vastgesteld; of niet alle amendementen goedkeuren, de voorzitter van de Raad roept dan binnen zes weken het bemiddelingscomite bijeen. In lid 9 staat dat de Raad met eenparigheid van stemmen besluit over de amendementen waarover de Commissie negatief advies heeft uitgebracht. De mogelijke consequenties zijn dus dat het voorstel niet kan worden aangenomen, of alsnog wel. Bij een positief advies van de Commissie wordt de handeling aangenomen.
De
.....read moreDe Europese Unie (hierna ‘EU’) is een bijzondere internationale organisatie, in die zin dat zij een ‘politieke gemeenschap in wording’ is. De EU groeit in het aantal lidstaten, complexiteit en taken. In de loop van deze ontwikkeling vormt zich het Europees recht, bestaande uit juridische regels, besluiten, feiten en structuren. De EU kan gezien worden als een maatschappelijk verband tussen lidstaten. Kenmerken van dit verband zijn de ongebroken continuïteit sinds 1951 en de herhaalde schoksgewijze vernieuwing.
Het recht in de Unie heeft zes functies:
Politiek: Europese landen binden door politieke processen
Historisch: in verdragen grote stappen vastleggen
Instrumenteel: door middel van regelgeving gestelde doelen nastreven
Conflictoplossend: geschillen beslechten
Sociaal-economisch: welvaart en solidariteit vermeerderen door het vergemakkelijken van uitwisseling van bijvoorbeeld diensten
Individueel: burgers handelingsmogelijkheden en bescherming bieden tegen overheden en elkaar
De ontwikkeling van de Unie wordt niet door het recht veroorzaakt of bepaald: rechtsontwikkeling is geen zelfstandige doelstelling (de doelstellingen zijn politiek en economisch). Toch is aan de hand van juridische ontwikkelingen de geschiedenis goed in kaart te brengen. Voorbeelden van deze juridische ontwikkelingen zijn het sluiten van verdragen, toonaangevende arresten, etc. Tezamen worden deze ontwikkelingen aangeduid als ‘rechtsgeschiedenis’.
De belangrijkste bron van gemeenschapsrecht vormt de oprichtingsverdragen van de Europese gemeenschap (EG-verdrag), de Europese gemeenschap voor Atoomenergie (EGA/Euratom) en de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS-verdrag).
Van Gemeenschappen naar Unie;
Verdragsgeschiedenis van de EU, Europees recht.
1951: EGKS (Verdrag van Parijs)
1957: EEG-Verdrag (Verdrag van Rome), Euratom
1965: Fusieverdrag
(1966: Akkoord van Luxemburg)
1973: Toetreding Engeland, Ierland en Denemarken, Oprichting van de Europese Raad, Invoering directe verkiezingen voor het Europees Parlement.
1985: Schengen (+1990, niet alle lidstaten nemen deel)
1986: Europese Akte
1992: EU-Verdrag (Verdrag van Maastricht)
1997: Verdrag van Amsterdam
2001: Verdrag van Nice (inwerkingtreding: 2003)
2004: Grondwet van Europa (niet geratificeerd!)
2009: Verdrag van Lissabon
De EU is ontstaan met het Verdrag van Parijs. Dit wordt ook wel het EGKS-Verdrag genoemd, wat staat voor verdrag tot oprichting van de
.....read moreHet recht binnen de Europese Unie kent een aantal functies, waaronder een politieke (het binden van Europese landen door politieke processen), een historische (het vastleggen van belangrijke stappen in verdragen), een instrumentele (door middel van regelgeving gestelde doelen nastreven), een conflictoplossende (geschillen beslechten), een sociaal-economische (welvaart en solidariteit vermeerderen door het vergemakkelijken van uitwisseling van bijvoorbeeld diensten) en een individuele functie (het bieden van bescherming en mogelijkheden aan burgers tegen overheden en elkaar).
De ontwikkeling van de Unie wordt gekenmerkt door een aantal gebeurtenissen, zoals het EEG-Verdrag (1957), het EU-Verdrag (1992) en het Verdrag van Lissabon (2009).
De Europese Unie heeft een eigen rechtsorde, wat betekent dat zij een afzonderlijk rechtsstelsel heeft dat zijn eigen ontwikkeling beheerst (onder andere via rechterlijke uitspraken).
Het attributiebeginsel (artikel 5 VEU) betekent dat beleidsterreinen die niet voorkomen in de Verdragen geen voorwerp van bindende besluitvorming door de Europese instellingen kunnen zijn. Daarnaast moeten bevoegdheden worden uitgeoefend met het oog op de doelstellingen en de van toepassing zijnde rechtsbasis.
De bevoegdheidsverdeling tussen de Europese Unie en de lidstaten geschiedt aan de hand van het bepaalde in de artikelen 3 t/m 6 van het VWEU.
De door lidstaten gegeven bevoegdheden aan de Europese Unie worden begrens door het beginsel van evenredigheid, het beginsel van subsidiariteit (zie artikel 5 lid 3 VEU) en het beginsel van loyale samenwerking (zie artikel 4 lid 3 VEU).
Grondrechten spelen een grote rol binnen de Europese Unie. In het Verdrag van Lissabon zijn drie bronnen van grondrechten vastgelegd (zie hiervoor artikel 6 VEU).
De Europese Unie bestaat uit een aantal instellingen (zie artikel 13 VEU), waarvan het Europees Parlement, de Raad, de Commissie en het Hof van Justitie van de Europese Unie de belangrijkste zijn.
De Europese Raad is de leidinggevende instelling binnen de Unie (artikel 15 VEU).
De Raad van de Europese Unie (ook wel Raad van Ministers genoemd en niet te verwarren met de Europese Raad) behoort
Wat zijn de functies van het recht van de Europese Unie?
Beschrijf de ontwikkeling van de Europese Unie aan de hand van de volgende jaartallen: 1951, 1957, 1986, 1992, 1997, 2001 en 2009?
Wat bepaalde het Hof van Justitie in de zaak Van Gend & Loos?
Wat betekent het begrip ‘rechtsorde’ en waarom heeft de Europese Unie een ‘eigen’ rechtsorde?
Wat houdt het attributiebeginsel in?
Hoe worden de bevoegdheden tussen de Unie en de lidstaten verdeeld?
Welke drie beginselen begrenzen de bevoegdheden van de Unie, gegeven door de lidstaten?
Noem de drie bonnen van grondrechten volgens het VEU?
Noem een lacune in de gedeelde rechtsorde van de Europese Unie?
Uit welke instellingen bestaat de Europese Unie?
Wat zijn de belangrijkste functies van de Europese Raad?
Wat kan je vertellen over de Raad?
Wat zijn de taken van het Europees Parlement?
Welke instelling voert het dagelijks bestuur over de Europese Unie?
Hoe heet de rechterlijke instantie binnen de Europese Unie?
Noem vijf andere instellingen en organen van de Europese Unie?
Wat is het verschil tussen primair en secundair Europees recht?
Wat is het verschil tussen verordeningen, besluiten en richtlijnen?
Hoe zit het met de hiërarchie binnen het secundaire recht?
Noem enkele overige bronnen van Europees recht?
Wat houdt het begrip ‘de interne markt’ in, en wat is hiervoor de verdragsrechtelijke basis?
Wat is het verschil tussen negatieve en positieve integratie?
Noem de vier marktvrijheden, waar staan deze in het VWEU en leg deze uit?
Noem enkele uitzonderingsbepalingen van de bovenstaande marktvrijheden
Noem ook de uitzonderingen uit de jurisprudentie?
Wat houdt het discriminatieverbod in?
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Je vertrek voorbereiden of je verzekering afsluiten bij studie, stage of onderzoek in het buitenland
Study or work abroad? check your insurance options with The JoHo Foundation
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Add new contribution