Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Image

When interventions harm: Peer groups and problem behavior - Dishion et. al. - 1999 - Artikel

Abstract

In dit artikel is gekeken naar het bewijs voor iatrogene effecten in peergroup interventies. Longitudinaal onderzoek toont aan dat deviancy training bij vriendschappen tussen adolescenten een toename in overtredingen, drugs gebruik, geweld een slechtere aanpassing voorspelt. Twee interventiestudies tonen aan dat peergroup interventies het probleemgedrag bij adolescenten een negatieve ontwikkelingsuitkomsten in de volwassenheid vergroten. Bovendien bleek dat risicojongeren vooral kwetsbaar zijn voor groepsinvloeden, in vergelijking met andere jongeren.

Introductie

Gedragsproblemen bij adolescenten is een belangrijk onderwerp voor meerdere instellingen in de maatschappij. Er zijn veel verschillende ideeën over interventies bij dit probleem, en het is belangrijk om er achter te komen welke interventies helpen en welke interventies het probleem juist vergroten. Er moet uitgezocht worden welke iatrogene interventies de uitkomsten voor jongeren en hun familie verbeteren. Sommige onderzoekers hebben na de interventie negatieve effecten op het gedrag van adolescenten gevonden.

In dit artikel wordt de hypothese getoetst dat het probleemgedrag van risicojongeren mogelijk kan escaleren bij interventies. Hiervoor hebben de auteurs eerst een beroep gedaan op studies die de sociale ontwikkeling van adolescenten in kaart brengen, voor de processen die zich mogelijk voordoen bij het escaleren van probleemgedrag. Daarnaast zijn twee interventiestudies die op korte en lange termijn negatieve effecten constateerden bekeken.

Invloed van leeftijdsgenoten

Longitudinale studies over de ontwikkeling van probleemgedrag bij adolescenten bieden sterk bewijs dat dit gedrag is ingesloten binnen de groep. In tegenstelling tot historische aannames over de grote effecten van vriendschap tijdens ontwikkeling in de kindertijd, blijkt de adolescentie ook een tijd te zijn waarin slechte vriendschappen de goede ontwikkeling van een adolescent kunnen ondermijnen. Tijdens de Oregon Youth Study (OYS) werden adolescenten in conversatie met een vriend op drie momenten gedurende 25 minuten gefilmd. De mate van positieve bekrachtiging bleek hoog gerelateerd aan de sterkte en duur van de deviante discussies. Opeenvolgende analyses toonden aan dat delinquente jongeren positief reageren op deviante uitspraken en niet-delinquente jongeren deviante uitspraken negeren om de discussie gaande te houden. Met ‘deviancy training’ wordt gedoeld op het proces van voorwaardelijke positieve reacties op discussies. Bevindingen suggereren dat vriendschappen tijdens de adolescentie die gebaseerd zijn op deviant gedrag zorgen voor een omgeving waarin probleemgedrag escaleert van adolescentie tot volwassenheid. Data suggereren diverse implicaties voor interventies bij risicojongeren. Dit kan gezien worden als de belangrijke rol van peers die benut kan worden in een positieve richting. Een andere interpretatie is dat risicojongeren elkaars deviante gedrag zullen bekrachtigen, dus dat gedurende de interventie het groepscontact moet worden vermeden.

Het Adolescent Transition Program

The Adolescent Transition Program (ATP) iss ontworpen om het theoretische model van probleemgedrag bij jongeren te toetsen. Twee ontwikkelingsprocessen werden onder de loep genomen. De focus bij de ouders lag op de opvoedingsvaardigheden betreft het omlaag brengen van probleemgedrag en het stimuleren van peer support voor pro-sociaal gedrag. Bij de leeftijdsgenoten lag de focus op pro-sociale doelen en zelf-regulatie. In het onderzoek werden 119 risicojongeren en hun families toegewezen aan een van de volgende condities: alleen de focus op de ouders, alleen de focus op de peers, de focus op zowel ouders als peers en de placebo groep. Daarnaast weren 38 jongeren toegewezen aan de controlegroep van dit quasi-experimentele design. Er werd door de auteurs gedacht dat de gecombineerde conditie (ouders en peers) de beste uitkomsten zou geven. Op de korte termijn behaalden deze jongeren ook betere resultaten. Na drie maanden werd echter een toename in roken gezien bij de jongeren die een peer-interventie hadden gehad, ongeacht of er ook een ouder-interventie was. De gecombineerde programma’s reduceerden niet de kans op middelengebruik en delinquent gedrag, zoals gedacht werd. Leerkrachten gaven aan dat jongeren die ingedeeld waren onder peer-focus meer delinquent gedrag lieten zien dan de leerkrachten van jongeren uit de controlegroep dat deden. Tijdens de studie waren de leerkrachten niet op de hoogte, ook niet tijdens de metingen later in het onderzoek. Tevens werd gevonden dat oudere jongeren met het meeste probleemgedrag het meest vatbaar waren voor de iatrogene effecten.

De Cambridge-Somerville Youth Study Evaluation (CSYS)

Deze studie gebruikte een uitgebreide aanpak voor de preventie van criminaliteit, gebaseerd op het feit dat risicokinderen geen affectieve begeleiding hebben. Een belangrijk aandachtspunt was de verzekering dat de jongens uit de interventie en controlegroep gelijkwaardig waren op alle bekende vlakken. Nadat de jongens in groepen van twee ingedeeld waren werden ze random toegewezen aan de behandelings- of controlegroep. De twee groepen verschilden niet van elkaar in risico voor delinquent gedrag. De behandeling was geïndividualiseerd, hoewel de meeste jongens wel academische begeleiding, medische behandeling of algemene begeleiding genoten.

Kort na het onderzoek werd een evaluatie gedaan, maar er konden geen oorzaken voor de verschillen tussen verschillende paren gevonden worden. De behandeling had blijkbaar schadelijke effecten. Twee analyses lieten zien dat er iatrogene effecten gevonden waren bij het behandelingsprogramma. Allereerst waren de jongens die de meeste aandacht over de langste periode hadden gekregen degene met de meeste iatrogene effecten. Ten tweede zijn de iatrogene effecten alleen opgetreden bij coöperatieve gezinnen. Pogingen om de subgroepen te vinden waarin de behandeling gunstig was waren niet gelukt. De iatrogene effecten van het programma lijken niet te wijten aan de nadruk om jongens aan te moedigen deel te nemen aan groepsactiviteiten.

De vergelijking tussen gemengde paren laat zien dat, ondanks geen van de groepen profijt had van het programma, de meeste schade is toegedaan aan jongens die meer dan één keer op zomerkamp geweest zijn. Een negatief effect van zomerkamp lijkt er algemeen te zijn bij de interventiegroep, hoewel het effect het sterkste was bij de groep met het meeste risico op delinquent gedrag. Ondanks dit, vertonen niet alle jongens negatieve uitkomsten.

Discussie

Samenkomende peers kunnen onder bepaalde omstandigheden iatrogene effecten op korte en lange termijn op probleemgedrag veroorzaken. Er zijn twee voordelen om zowel te kijken naar de ontwikkeling als interventies. Allereerst is onderzoek naar interventies om ontwikkelingshypotheses te toetsen een belangrijk hulpmiddel om modellen op te stellen voor toekomstig klinisch werk en interventie onderzoek. Ten tweede kan ontwikkelingsonderzoek gebruikt worden om de uitkomsten van interventies te begrijpen of om richting te geven aan alternatieve interventies. Er zijn twee mogelijke verklaringen voor het samenkomende bewijs voor peers in de sociale ontwikkeling, namelijk (1) dat jongeren elkaar versterken in hun gedrag en (2) dat risicojongeren hun normen en waarden ontlenen aan ‘deviancy training’. De meer lastige jeugd ontlokte meer bekwaam gedrag bij de therapeut uit, die geen positieve invloed bleek te kunnen bieden. Er is bewijs om voorzichtig te zijn en samenkomende risico jongeren in interventie groepen te vermijden, aangezien sommige condities de iatrogene effecten kunnen verergeren.

Sommige interventies hebben wel succes, maar deze waren gericht op een mix van prosociale en agressieve jongeren, wat mogelijk de gewenste mix is. Feldman vond dat het mixen van antisociale en prosociale jongeren in interventies een effectieve strategie is voor het verminderen van probleemgedrag.

Leeftijd van het kind en het formaat van de groep kunnen invloed hebben op het risico op negatieve effecten op het probleemgedrag. Onderzoek bij oudere kinderen geven gemixte resultaten. De soorten jongeren in de groepen zijn ook belangrijk voor de grootte van het risico op probleemgedrag. Vroege adolescentie blijkt een zeer kwetsbare periode voor effecten van peers op de sociale ontwikkeling, in ieder geval voor kinderen met een hoog risico voor delinquent gedrag. Tevens is gebleken dat interventies voor risicojongeren een focus moeten hebben op het gezin en andere belangrijke volwassenen. Interventies bij risico-ouders hebben positieve resultaten laten zien. Daarom moet de focus bij de ouders liggen. 

Image  Image  Image  Image

Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Statistics
867