Jurisprudentie vragen
Meta hofman
Vraag 1
Beschrijf de casuspositie.
Vraag 2
Wie stelt cassatieberoep in en op welk onderdeel van noodweer is het cassatiemiddel gericht?
Vraag 3
Waarom heeft het hof, volgens de steller van het cassatiemiddel, dit aspect van noodweer onjuist beoordeeld?
Vraag 4
Hoe beoordeelt de Hoge Raad het voorgestelde cassatiemiddel op dit punt?
Extensief exces: Ruzie te Loon op Zand
Vraag 1
Waarom heeft het hof het beroep op noodweer c.q. noodweerexces verworpen?
Vraag 2
Heeft, blijkens het arrest van de Hoge Raad, het hof het beroep op noodweer terecht verworpen?
Vraag 3
Geef in uw eigen woorden weer waarom de HR het arrest van het hof casseert.
Vraag 4
Annotator Mulder maakt een onderscheid tussen intensief noodweerexces en extensief noodweer exces. Wat is het verschil tussen deze vormen?
Vraag 5
Extensief noodweerexces kan zich ook weer in twee vormen voordoen. Welke zijn dat? Om welke vorm ging het in het onderhavige arrest?
Oefenvragen
Kiradech wordt vervolgd wegens eenvoudige mishandeling (300 lid 1 Sr). Hij vertelt ter zitting: "ik ben de uitbater. Op maandagochtend stond Sonchai voor mijn neus. Wij hebben geen goede verstandhouding. Hij eiste enige aandelen in mijn arcadehal. Hij weigerde hiervoor te betalen. Sonchai is mij achtervolg met een woeste blik. Ik was bang aangezien hij aan vechtsport doet. Ik kon geen kant op en heb met een briefopener Sonchai meermalen gestoken".
Vraag 1a
Heeft het beroep op noodweer(exces) kans van slagen? Motiveer uw antwoord.
Vraag 1b
Stel dat de rechter het beroep op noodweer accepteert. Tot welke einduitspraak zal hij dan komen?
Vraag 1c
Stel dat de rechter het beroep op noodweerexces accepteert. Tot welke einduitspraak zal hij dan komen?
Ivana slaat Milan met een glas in het gezicht, aangezien hij hiervoor vervelende opmerkingen heeft gemaakt en iemand van de kruk heeft geduwd.
Ter zitting verklaard Ivana dat het niet mogelijk is dat zij wordt veroordeeld voor mishandeling. Zij heeft zichzelf immers verdedigd, want een ander meisje had haar geslagen. Zij doet een beroep op noodweer. En stelt dat als dit verweer niet slaagt, zij een verweer doet op noodweerexces".
Vraag 2a
Heeft het beroep op noodweer kans van slagen? Motiveer uw antwoord.
Vivian loopt de bus in met een ijsje. Buschauffeur vraagt aan haar of ze het ijsje wilt weggooien. Als zij doorloopt wordt de buschauffeur boos en er ontstaat een ruzie. Vivian komt in een hoek terecht en de buschauffeur slaat Vivian herhaaldelijk. Vervolgens steek zij met een klapmes.
Vivian wordt ten laste gelegd dat zij Harm (in functie van buschauffeur) heeft mishandeld, bestaande die mishandeling uit eenmaal of meermalen met een mes steken of snijden, althans raken van een arm, waardoor deze letsel heeft bekomen (art. 300 lid 1 Sr)
Vraag 3
Stel, de rechtbank onderzoekt ambtshalve of de verdachte heeft gehandeld uit noodweer of noodweerexces. Heeft Vivian in uw ogen gehandeld uit noodweer dan wel noodweerexces? Motiveer uw antwoord.
Antwoordindicatie
jurisprudentie vragen
vraag 1
Twee agenten gaan af op melding. Er is een vrouw aangetroffen in bed. De vrouw pakt een mes en begint te dreigen hiermee. Agent waarschuwd en geeft een waarschuwing. De agenten kunnen geen kant op en schieten de vrouw neer. Het hof heeft in hoger beroep de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging ter zake van het bewezenverklaarde “doodslag”.
vraag 2
Het beroep is ingesteld door de Procureur-Generaal bij het Hof Amsterdam. Het schieten op de vrouw was disproportioneel.
Vraag 3
Verontschuldigingsoverwegingen, verdachte subjectief (opleiding) betreffend, worden aldus ingevoerd in het door objectiviteit (de feiten) gekenmerkt klimaat van de noodweer en leiden op die wijze tot het misleidende resultaat van het aannemen van een rechtvaardigingsgrond.
Vraag 4
R.o. 6.7 en 6.8: HR stelt dat je kan kijken naar subjectieve benadering: dat zijn ook leeftijd, opleiding en capaciteiten. Hof heeft dus juist gehandeld.
Vraag 1
Nu niet aannemelijk is geworden dat verdachte ter noodzakelijke verdediging de ander heeft geslagen faalt het beroep op noodweerexces eveneens.
Vraag 2
R.O. 5.3;
Nee, de HR stelt dat het hof de verwerpen van het beroep op noodweerexces niet naar de eis der wet met redenen heeft omkleed.
(gaan slechts in op noodweerexces)
Vraag 3
R.O. 5.3;
Het hof heeft volgens de HR de mogelijkheid opengelaten dat het bewezen verklaarde een onmiddellijk gevolg is van een hevige gemoedsbeweging die is ontstaan door de (voorafgaande) aanranding. Hierbij zijn de grenzen van de noodzakelijke verdediging overschreden. Maar bij Noodweerexces is het mogelijk dat men zich nog steeds in een hevige gemoedsbeweging bevindt, het noodweerexces is door het hof dus niet goed gevoerd.
Vraag 4
Intensief noodweerexces = men grijpt naar een te zwaar verdedigingsmiddel in verhouding tot de aanranding
Extensief noodweerexces = de situatie waarin men te lang is doorgegaan in de zelfverdediging dan strikt noodzakelijk.
Vraag 5
Extensief exces in de 2e graad; in dit geval begint de verdediging pas nadat de aanranding reeds is geëindigd; ook wel tardief noodweerexces;
oefenvragen
vraag 1a
Er is geen sprake van een ogenblikkelijke aanranding en dus zal beroep op noodweer niet slagen. Ook geen beroep op noodweerexces mogelijk omdat de ratio van de strafuitsluitingsgrond noodweerexces verban houdt met die van noodweer. Er kan alleen van noodweerexces worden gesproken indien er een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding heeft plaatsgehad. Uit vraag a volgt dan de aanranding echter niet ogenblikkelijk is waardoor er ook geen sprake kan zijn van noodweerexces.
vraag 1b
Art. 41 lid 1 Sr: Noodweer betreft een rechtvaardigingsgrond; een gedraging, die normaal gesproken een strafbaar feit zou hebben ingehouden, haar wederrechtelijk karakter verliest. Het gaar hier om eenvoudige mishandeling artikel 300 lid 1 Sr; Stilzwijgend bestanddeel deze moet dus worden bewezen. Er volgt vrijspraak.
vraag 1c
Art. 41 lid 2 Sr;
Noodweerexces betreft een schulduitsluitingsgrond; degene die de grenzen overschrijdt is dus niet strafbaar. De grensoverschrijding op zichzelf blijft wederrechtelijk.
Het gaar hier om eenvoudige mishandeling artikel 300 lid 1 Sr;
Schuld is geen bestanddeel van art. 300 lid 1 Sr maar een element. De tenlastelegging kan worden bewezen. Het feit kan worden gekwalificeerd. De schulduitsluitingsgrond neemt de schuld van de verwijtbaarheid weg dus volgt er OVAR wegens niet strafbaarheid van de dader (art. 350 SV)
vraag 2a
- Was er sprake van een aanranding van eigen, of eens anders lijf, eerbaarheid of goed?
Dit is het geval namelijk van het lijf van Sanne; Milan duwt Sanne waardoor zij achterwaarts van haar kruk valt.
- was die aanranding ogenblikkelijk?
Nee; De aanranding moet “bestaan” op het moment waarop men zich verdedigt. Deze eis betekent niet alleen dat de aanranding moet zijn begonnen, maar ook dat de aanranding op het moment van verdediging niet geëindigd mag zijn. Dit is in casu wel het geval. Nadat Milan aan sanne een flinke duw heeft gegeven gaat hij er als een haas vandoor. Er is geen sprake meer van een ogenblikkelijke aanranding.
- Was die aanranding wederrechtelijk?
Ja; sprake van een persoon en de aanvaller staat niet in zijn recht om Sanne te duwen, geen sprake van toestemming.
- Was de verdediging noodzakelijk?
Nee; geen sprake meer van een verdedigende reactie, eerder sprake van wraak aangezien zij nog behoorlijk geïrriteerd is over zijn toenaderingspogingen.
Geen sprake van een noodweersituatie aangezien er geen sprake is van een ogenblikkelijke aanranding, waardoor er geen sprake is van artikel 41 lid 1 Sr.
vraag 3
Wil er sprake zijn van een noodweersituatie (art. 41 Sr) dienen de volgende vragen te worden beantwoord:
- Was er sprake van een aanranding van eigen, of eens anders lijf, eerbaarheid of goed?
Ja er was sprake van aanranding van Vivian haar eigen lijf. Harm haalt meerdere malen naar Vivian uit. Hij slaat haar vervolgens met harde vuistslagen op het hoofd.
- was die aanranding ogenblikkelijk?
Ja, op het moment dat Vivian zich verdedigt met het mes om Harm van zich af te houden is er nog steeds een aanval gaande.
- Was die aanranding wederrechtelijk?
Ja, het gaat om een aanranding van een persoon namelijk Harm. Harm stond niet in zijn recht om Vivian te slaan.
- Was de verdediging noodzakelijk?
Het betreft een verdedigende reactie op het slaan van Harm. Doordat Vivian geen kant op kan terwijl er op haar hoofd wordt geslagen wordt ze bang dat de gevolgen ernstig zullen zijn als ze niet snel iets doen. Ze grijpt hierop onmiddellijk het mes uit haar jaszak. kan. Het kan niet van de verdachte worden gevergd dat zij zich op een andere manier aan de aanranding kon onttrekken aangezien Vivian geen kant op.
Er is dus sprake van een noodweersituatie;
- Was het strafbare feit geboden door noodzakelijke verdediging?
Er is sprake van een redelijke verhouding tussen de wijze van verdediging en ernst van de aanranding. Er kan worden gesteld dat Vivian om hulp moest vragen aan andere passagiers, echter kan het zo zijn dat zij tevens bang zijn voor Harm waardoor zij niet in actie komen. Hierbij komt dat ze het mes open klapt en ermee zwaait om Harm van zich af te houden. Zij steekt bijvoorbeeld niet direct op Harm in. Wanneer Harm zelf vervolgens opnieuw uithaalt snijdt hij zijn arm aan het mes.
Er is dus sprake van een noodweer art. 41 lid 1 Sr;
Add new contribution