HC Europees recht week 2 (a en b)

Les 2A: De Europese Unie als Rechtsstaat

Overzicht

Rechtstatelijk karakter van de EU (juridische grondslag, betekenis, schematisch overzicht en rechtsbescherming van individuen) en rechtstreekse beroepen (verdragsschending, nietigheid van handelingen, nalaten van instellingen, aansprakelijkheid van de EU). Morgen de prejudiciële procedure.

 

Het rechtstatelijk karakter van de EU

Juridische grondslag: preambule VEU, artikel 2 VEU, artikel 21 VEU, algemeen rechtsbeginsel (effectieve rechtsbescherming + Handvest art. 47) en geconcretiseerd in taakopdracht voor Hof en nationale rechters en lidstaten (art. 19 VEU).

 

De EU is een rechtsunie, noch lidstaten noch instellingen, organen en instanties ontkomen aan toezicht op de verenigbaarheid van hun handelingen met het Unierecht (Les Verts). Maakt niet wie je bent, er is altijd een mogelijkheid tot rechterlijk toezicht. Het rechtstatelijk karakter veronderstelt toezicht op de wettigheid van handelingen, het veronderstelt namelijk effectieve rechtsbescherming (een volledig stelsel van rechtsmiddelen en procedures). Arrest Yuke en UPA, Yedo Kore: volledig stelsel van rechtsmiddelen en procedures. Als jij denkt dat handeling is van de Unie die een effect op jou heeft en dat dat niet in lijn is met de verdragen moet je je daartegen kunnen beschermen.

 

Er is rechtsbescherming van individuen jegens handelingen van EU instellingen, organen of instanties. Dit gaat via een rechtstreeks beroep/prejudiciële procedure bij het Gerecht. Er is ook rechtsbescherming tegen handelingen van lidstaten in het kader van het EU recht, hier is sprake van een verticaal geschil en komt men terecht bij de nationale rechter (overheid-burger). Als laatste is er rechtsbescherming van individuen jegens handelingen individuen in het kader van het EU recht, hier is sprake van een horizontaal geschil en komt men terecht bij de nationale rechter.

Rechtsbescherming van lidstaten en EU instellingen, organen of instanties wordt verkregen via het Hof.

 

Rechtstreekse beroepen

Verdragsschendingsprocedures: Artikel 258-269 VWEU à EU en/of lidstaat tegen lidstaat.

Nietigheid handelingen: Artikel 263 VWEU à Controle van iedereen op EU.

Nalaten van de instellingen: Artikel 265 VWEU à Hey, EU, neem aub een besluit.

Aansprakelijkheid van de EU à EU heeft me pijn gedaan, ik wil geld (contractueel 268 jo 240 lid 1 VWEU, niet-contractueel art. 268 jo 340 lid 2 VWEU).

 

Verdragsschending

Procedure door de Commissie (art. 258 VWEU), kijken of het verdrag wordt nageleefd.

Procedure tussen lidstaten (art. 259 VWEU), begint niet door de Commissie zelf.

Dwangsom en boeteprocedure (art. 260 VWEU), gevolgen van niet-naleving.

Onthoud: Bedoeling om verdrag na te leven, geen punitief systeem.

 

Artikel 258 geeft drie fases:

  1. Aanmaning: schriftelijke aanmaning door de Commissie, Lidstaat krijgt termijn om zijn positie uit te leggen en/of gedrag te veranderen. Dit bepaalt de omvang van het geschil.
  2. Advies: Als de commissie na afloop van de termijn van inbreuk overtuigd blijft, brengt zij een met redenen omkleed advies uit aan de lidstaat om actie te nemen (nieuwe termijnà definitief standpunt Commissie)
  3. Beroep: als de Commissie na afloop termijn van inbreuk overtuigd blijft, kan zij een beroep bij het HvJ aanhangig maken (Belgische houtzaakà geen excuses zoals val kabinet). Pas een echte inbreuk als Hof dit vaststelt.

Deze 258-procedure leidt tot artikel 260 VWEU: Verplichting maatregelen te nemen tegen opheffing van de verdragsschending: Wet invoeren en wet/bestuurspraktijk aanpassen.

 

Bij het uitblijven van maatregelen om verdragsschending op te heffen via artikel 260 lid 2 gen kiezen voor een boete of dwangsom. Twee fasen. Commissie eist boete en de dwangsom, maar het Hof maakt de beslissing welke boete en welk middel zij oplegt. Zie arrest Franse Visserij. Artikel 260 lid 3 VWEU stelt dat er meteen een boete of dwangsom mag worden opgelegd bij de niet-omzetting van richtlijnen. Dan bevestigt het Hof.

 

Artikel 259 VWEU; grotendeels gelijk aan 258-procesdures. Verschillen zijn er met betrekking tot het indienen, Lidstaat dient klacht over andere lidstaat bij de Commissie in plaats van de Commissie die zelf met initiatief komt. De procedure verloopt gelijk aan artikel 258 via een aanmaning, een termijn, Met Redenen Omkleed Advies, termijn. Vervolgens kan de lidstaat beroep instellen bij het Hof wanneer de Commissie geen MROA geeft binnen drie maanden of de andere lidstaat het MROA niet binnen een redelijke termijn volgt. Deze procedure komt niet vaak voor, want het ligt politiek gevoelig.

 

Verdragsschending:

  1. Aanmaning
  2. Termijn
  3. Met Redenen Omkleed Advies
  4. Termijn
  5. Hof
  6. Vaststelling schending (art. 260 lid 1 VWEU)
  7. Schending corrigeren of anders
  8. Vaststelling schending (260 VWEU)
  9. Notificatie en termijn geschikte boete
  10. Vaststelling schending en boete (art. 260 lid 2 VWEU)

 

Procedure tot nietigverklaring

Wat als verkeerd is met EU of onderdelen zelf, dit gaat via artikel 263 VWEU. De bevoegdheid wordt geregeld via artikel 256 jo 263 en Statuut HvJ. De toets van ontvankelijkheid gaat over de handeling van de instanties van de EU, hierbij spelen het beroepsrecht en de beroepstermijn een grote rol. Er ligt een toets ten gronde, dit betreft de onwettigheid van de handeling.

 

Handelingen

Wetgevingshandelingen (definitie: art. 288 en 289 VWEU), het Hof mag wetgevingshandelingen toetsen aan het verdrag. Het betreft handelingen van instanties (dus ruimer dan instellingen) van de EU: Les Verts; handelingen die boegen rechtsgevolgen jegens derden teweeg te brengen. Het betreft met name verordeningen, richtlijnen en besluiten (art. 288 VWEU). En handelingen sui generis ‘alle door de instellingen getroffene bepalingen die beogen rechtsgevolgen teweeg te brengen (Les Verts).

 

Drie categorieën van beroepsrecht

Bevoorrecht beroepsrecht: Lidstaten, Raad, Commissie en Europees Parlement. Zij kunnen gemakkelijk naar het Hof over iedere omstandigheid.

Semi-bevoorrecht: De Rekenkamer en Europese Centrale Bank en CdR: gericht op vrijwaring van hun prerogatieven. Alleen op hun functies/gebied aangetast.

Natuurlijke en rechtspersonen: tot hen gerechte beschikkingen, alle andere maatregelen die hen rechtstreeks raken zonder uitvoeringsmaatregelen. Alleen dus bij deze uitzonderlijke situaties.

 

 

 

Natuurlijke en rechtspersonen

In principe beroep over zaken tot anderen (bijvoorbeeld lidstaten of concurrenten) gerichte beschikking/besluit. Verordening, die effect van een besluit heeft, aantasten. Alleen beroepsrecht voor zij die rechtstreeks en individueel worden geraakt, de test. Rechtstreeks geraakt is uitgewerkt in Töpfer, individueel geraakt is uitgewerkt in Plaumann en Codorniu.

 

Kritiek op Plaumann en de toekomst

Individuele geraaktheid in arrest Plaumann: individuele geraaktheid houd in dat jij je kunt onderscheiden waarop je eigenlijk dezelfde status hebt alsof je geadresseerd was. Plaumann-formule wordt niet consequent toegepast, wat is precies het verschil tussen Plaumann en Codorniu? De Plaumann-formule werkt alleen voor economische effecten, bij niet-economisch beleid is er bijna per definitie niet-ontvankelijkheid (greenpeace en Danielson). Het Hof houdt vast aan Plaumann, maar nu sinds Lissabon: mogelijkheid van beroep tegen regelgevingshandelingen die hem rechtstreeks raken en geen uitvoeringsmaatregelen met zich meebrengen.

 

Voorbeeld: wij hebben een enorme vissersvloot, er is een visserijverordening. Commissie mag hierover dingen bepalen, zij zegt netmazen van 5 centimeter. Ons visserijbedrijf vist alleen maar met 6 centimeter, wij zijn het er niet mee eens. We zijn niet de normadressaat, niet in de privilegegroep. Vallen in de vierde categorie als BV. We zijn rechtstreeks geraakt, maar zijn we individueel geraakt? Nee, want geldt voor iedere visser. Visserij heeft gelijk. Yeko-Coresa: enige manier waarop we eventueel rechterlijke toetsing kunnen krijgen, is dat we een overtreding moeten begaan voor controle op de handeling. Op die grond is sinds Lissabon een nieuwe categorie ontstaan. Regelgevingshandelingen staan niet in het verdrag van Lissabon, dit komt in de Microbanzaak.

 

Regelgevingshandelingen

Wat zijn regelgevingshandelingen en hoe dienen de voorwaarden te worden begrepen? Volgens het Gerecht in het arrest Microban, sluit het wetgevingshandelingen (art. 290 lid 1 VWEU) uit, dus alleen een beroep mogelijk tegen gedelegeerde handelingen (290 VWEU) en uitvoeringshandelingen (291 VWEU). Dit is bevestigd en uitvoerig uitgelegd door het Hof in Inuit-zaak. “Het zijn niet-wetgevingshandelingen van algemene toepassing waar geen verdere implementatie voor nodig is”. Houdt in dat het geen wetgevingshandeling is, de regels gelden voor iedereen en dus iedereen wordt geraakt, de regel geldt hoe dan ook (geen lidstaten nodig die effect aangeven via een handeling). Dit is de directe route (art. 263).

Handeling door lidstaat? Dan begint je zaak daar.

 

Voor natuurlijke en rechtspersoon hoge drempel voor individuele geraaktheid, maar als we kunnen zeggen dat het een regelgevingsbevoegdheid is (niet wetgevingshandeling) en niet geïmplementeerd door lidstaten worden we “gered”.

 

Termijn en toets ten gronde

Beroep binnen twee maanden: nadere regels in Reglement voor Procesvoering (art. 101-103)

(on)wettigheid op grond van (4): ontbreken bevoegdheid (geen/onjuiste rechtsgrondslag), schending van wezenlijke vormvoorschriften, schending van verdragen en misbruik van bevoegdheid. De gevolgen staan in artikel 264 en 266 VWEU, vaak vernietiging.

 

Beroep wegens nalaten

Beroep wegens nalaten gaat via artikel 265 VWEU, spiegelbeeld van artikel 263 VWEU (Port-arrest). Nalaten te handelen kan alleen zien op optreden dat verzoeker rechtstreeks en individueel zou raken. Eerst een instelling uitnodigen tot handelen (Lütticke I). Maar er is geen optie bij discretionaire bevoegdheid (Star Fruit Company), Commissie mag beslissen dus geen 265 VWEU. Voorbeeld: ontbreken Staatssteun. Eerst verwittigen en goede termijn geven aan Commissie.

 

Aansprakelijkheid van de EU

De contractuele aansprakelijkheid verloopt via artikel 268 jo 340 (lid 1) VWEU, de niet-contractuele aansprakelijkheid verloopt via artikel 268 jo 340 lid 2 VWEU: handelingen waarbij wij schade ondervinden. Wanneer niet-contractuele aansprakelijkheid? De individuele handelingen, enkele fout is al voldoende zie arrest Kampfmeyer. Normatieve handelingen via arrest Bayerische HNL.

 

Voorwaarden onder Bayerische HNL

Drie cumulatieve voorwaarden:

  1. Voldoende gekwalificeerde schending

    1. Klaarblijkelijke ernstige miskenning van de grenzen van de discretionaire bevoegdheid
    2. Enkele nietigheid leidt niet tot aansprakelijkheid
  2. Van een ter bescherming van particulieren gegeven hogere rechtsregel
  3. Schade en causaal verband
  4. Maar ook termijn van 5 jaar

Als er discretionaire bevoegdheid is, moet er miskenning zijn van de discretionaire bevoegdheid. Als geen discretionaire bevoegdheid is, is schending al voldoende.

 

Les 2B: Prejudiciële procedure

Prejudiciële procedure (267 VWEU)

Het gaat om twee specifieke situaties, uitlegging van verdragen of geldigheid en uitlegging van handelingen van de instellingen, de organen of instanties van de Unie. Gisteren zagen we directe routes om te klagen, 267 is gericht tot nationale rechters. Doel Europees recht ongeveer in alle lidstaten hetzelfde is, nationale rechter vraagt of zij gezag heeft of niet.

 

Het is van betekenis voor het rechtstatelijk karakter van de EU, het hof beantwoordt prejudiciële vragen van nationale rechters over de geldigheid van de handelingen van EU instellingen, organen of instanties (267 sub b). De prejudiciële procedure vormt samen met de rechtstreekse beroepen een volledigheid in stelsel rechtsmiddelen en procedures. Het is tevens van betekenis voor de uniforme uitlegging van EU recht, het Hof beantwoordt de prejudiciële vragen van nationale rechters over de uitlegging vna de verdragen en handelingen van EU instellingen, organen of instanties.

 

Artikel 263 versus artikel 267 VWEU

Het complete systeem van remedies, uitzonderlijk voor natuurlijk/rechtspersoon naar het Hof te gaan. Echter dit is geen probleem, zie Les Verts (ons visbedrijf). Want we hebben een directe en indirecte route naar het Hof, twee lijnen naar het Hof. Link met nationale rechter, dan ga je naar de nationale rechter en die kan een vraag stellen aan het Hof. Een indirecte route naar de top van de Kirchberg, nationale rechter mogen EU recht NOOIT toetsen, 263 is voor uniformiteit voor Europees recht. Zie Foto-Frost. Alleen Hof mag de geldigheid van het Europees recht toetsen, het probleem is dat het veel tijd en geld kosten.

 

Prejudiciële procedure

Nationale rechters zijn een soort decentrale Unierechters, nationale rechter stelt een vraag via artikel 267 VWEU. ‘De geest van samenwerking tussen het Hof en nationale rechters’ (Bosman, RO 60). Hierin legt het Hof het Unierecht uit en beslist zij over de geldigheid van de handelingen van de EU (ter verzekering van uniformiteit en daarmee rechtszekerheid (Foto-Frost 13-20, Zuckerfabrik, Hoffmann-La Roche). En dat nationale rechters aldus uitgelegd unierecht toepassen op de casuspositie in een concreet horizontaal of verticaal geschil (ter verzekering van volle werking/nuttig effect). De dialoog mislukt vaak vanwege tijdnood en Hof heeft het primaat, dus als zij nee zegt dan is het zo. Dit heeft tot gevolg dat nationale rechters huiverig zijn met betrekking tot het stellen van een prejudiciële vraag, dit betreft de constitutionele rechter.

 

Voorwaarde 1: bevoegdheid Hof. De bevoegdheid van het Hof strekt zich uit tot het gehele unierecht voor zover de verdragen niet anders bepalen (art. 19 lid 3 sub b VEU), dus nooit nationaal recht! Het betreft handelingen EU instellingen, organen en instanties (267 VWEU). Het handvest van de grondrechten en de beperkte of geen bevoegdheid. Er is geen bevoegdheid tot beantwoording van hypothetische vragen en vragen die geen verband houden met het reëel geschil zijn niet toegestaan. Het moet een concrete vraag zijn.

 

Voorwaarde 2 (267 VWEU): Rechterlijke instantie LS. Algemene regel is het elke rechterlijke instantie die in een Lidstaat als zodanig wordt beschouwd. Arbiters zijn geen rechterlijke instanties. Zij hebben een permanent karakter en zijn onafhankelijk, verplichte rechtsmacht, uitspraak na procedure op tegenspraak en verplichte toepassing van de regels van het recht. Zie zaak Dorsch.

 

Voorwaarde 3: Ontvankelijkheid prejudiciële vragen. De bevoegdheid tot het stellen van prejudiciële vraag ontstaat slechts indien een prejudiciële beslissing noodzakelijk is ter beslechting van een aanhangig geschil. Het initiatief berust bij de nationale rechter alleen, of de partijen in de zaak hem dit hebben verzocht of niet. De noodzaak van een prejudiciële vraag wordt in eerste instantie door nationale rechter beoordeeld (vermoeden van relevantie dat slechts in uitzonderingsgevallen kan worden opgeheven).

 

Bevoegdheid en/of verplichting. Elke rechterlijke instantie is bevoegd om het Hof een prejudiciële vraag te stellen (267 tweede zin VWEU). Rechterlijke instanties waarvan de beslissingen volgens het nationale recht niet vatbaar zijn voor hoger beroep, zijn in beginsel verplicht (267 derde zin VWEU). Tenzij er ter zake al rechtspraak is (acte éclairé) en eventuele nieuwe regelgeving geen echte twijfel doet rijzen over de mogelijkheid om die toe te passen, of de juiste uitlegging van het toepasselijke recht evident is (acte clair) (echter terughoudendheid is geboden: arrest Cilfit 17-20en Köbler). Hof zegt talen van het verdrag, uitspraken in andere landen etc. Alleen in die situatie kan die zeggen acte éclaire. Acte clair zegt het is zo duidelijk uit de tekst, het is onmogelijk het zeker te weten maar je kunt het beter navragen.

 

Niet vatbaar voor hoger beroep?

Let op, dus niet de hoogste instantie. Eerder, in de normale gang heeft uitputting plaatsgevonden. Kan in NL bijvoorbeeld bij de kantonrechter vanwege de appelgrens, normale gang via Verfassungsbeschwerde. Het betreft de natuurlijke hoogste rechter.

 

De prejudiciële procedure

De prejudiciële vraag; het verwijzingsarrest bevat doorgaans de volgende onderdelen:

  1. Voorwerp van geschil en relevante feiten
  2. Inhoud nationaal recht
  3. Relevante bepalingen Unierecht
  4. Reden waarom de verwijzende rechter twijfelt aan de uitlegging of de geldigheid van bepaalde bepalingen Unierecht
  5. Verband unierecht tot nationale wetgeving
  6. Wezenlijke argumenten partijen
  7. Prejudiciële vraag
  8. Suggestie van mogelijk antwoord

Maak duidelijk dat mijn gebied raakvlak heeft met jouw gebied, leg jouw gebied aan mij uit. Nationale rechter moet zoveel mogelijk informatie geven, want Hof niet op de hoogte van de situatie.

Het Hof formuleert de vragen: Wat de verwijzende rechter in wezen wenst te vernemen...

Hof zal vaak aanvullen of herformuleren.

De gevolgen van de prejudiciële beslissing:

  • Deze hebben terugwerkende kracht. Beter, het Hof legt uit hoe het EU recht altijd geweest is. (Blaizot)
  • Echter (Defrenne) rechtszekerheid kan in gedrang komen.
  • Limitering ex tempore, zie tweede paragraaf Art. 264 VWEU
  • Het Hof bepaalt evenwel, zo het dit nodig oordeelt, welke gevolgen van de vernietigde handeling als
  • definitief moeten worden beschouwd.

Uitspraak van een Hof heeft terugwerkende kracht. Zaak Defrenne, discriminatie op sekse verboden en ineens altijd verboden geweest. In belang van rechtszekerheid limiteert het Hof zijn uitspraak in tijd. Want je bedekt het feitelijk onrecht, soort heling. Rechtszekerheid, nationaal recht dacht je dat het mag. Maar je hebt wel rechtens gehandeld.

‘Nationale rechter dit is het Unierecht, u moet zelf kijken of het bij u van toepassing is’. (Jaco Hopman). Belang van de nationale rechter, in zijn eigen domein moet hij dit toepassen. Soort proportionaliteitstoets aan de nationale rechter.

De prejudiciële arresten binden de verwijzende rechter, dit kan de rechter ertoe dwingen strijdend nationaal recht buiten toepassing te laten. Als je eenmaal het antwoord hebt, ben je gebonden. 

De prejudiciële arresten hebben een soort precedentwerking, want andere nationale rechters mogen het arrest en de uitleg als bindend opvatten (CILFIT, acte eclaire). Gericht op het geschil wat eronder ligt.

 

Institutioneel evenwicht

Door de prejudiciële procedure komen alle vragen over het unierecht uiteindelijk terecht bij het Hof. Dus ook vragen over de verenigbaarheid van nationaal recht en unierecht (Foto Frost). Waar de Uniewetgever zaken onbesloten laat, beslist het Hof. Het Hof beslist in het licht van de doelstellingen van de EU, bij de rechtsvorming balans tussen duidelijke wetgeving en verdragsteksten versus open regels die naderen uitlegging vereisen. Het Hof heeft de absolute opdracht om de zaken te zien in de doelen van de Unie.

 

De EU als volwaardige rechtsorde

De prejudiciële vraag is misschien het belangrijkste middel voor het gebruik van EU recht. Het is onlosmakelijk verbonden met het nationale recht. De nieuwste ontwikkeling betreft dat het EHvRM belang hecht aan prejudiciële vragen, niet stellen vraag ‘hoogste rechter’? Arrest Kobler: als het duidelijk is dat je een vraag had moeten stellen, dan zegt dit het arrest dat het leidt tot contractuele aansprakelijkheid tegen de lidstaat met schadevergoeding. Maar ook, inbreuk EVRM want als jij geen vraag stelt schend jij iemand zijn EVRM rechten.

 

Zaaksoverzicht

Aan te raden (niet limitatief!)

- 25/62 Plaumann

- 106 & 107/63 Toepfer

- Bayerische NHL

- 283/81 CILFIT

- 294/83 Les Verts

- 314/85 Foto Frost

- C-415/83 Bosman

- C-352/98 Bergaderm

- C-224/01 Kobler

- C- 263/02 P Jego-Quere

- C- 240/09 Zoskupenie

- C-583/11 Inuit

- T-312/14 Federcoopesca

 

Interessant:

- C-309/89 Codorniu (vooral Opinie)

- Opinie AG C- 50/00 P UPA

Access: 
Public
Comments, Compliments & Kudos

Hoorcollege 2A + 2B 2018-2019

Het onderwerp van college 2A is Vrij verkeer van diensten, vestiging en kapitaal, en het onderwerp van college 2B is Vrij verkeer van personen: werknemers.

 

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.