Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Clinically oriented anatomy - verplichte stof week 2

Deze samenvatting is gebaseerd op collegejaar 2012-2013. Bekijk hier ons huidige aanbod.

Thema: De Huid (Clinically oriented anatomy)

Integumentary systeem

Inspectie van de huid bij lichamelijk onderzoek geeft een goede indruk over de algemene gezondheidstoestand. Bij bijna iedere ziekte is de huid betrokken.

Functies van de huid:
o  Bescherming het lichaam tegen omgevingsfactoren: wrijving, vochtverlies, schadelijke stoffen, ultraviolet stralen en het binnen dringen van micro organisme
o  Begrenzing van lichaam structuren (weefsel en organen) en vitale delen (extracellulaire vloeistoffen), voorkomt dehydratatie, die kunnen ernstig zijn uitgebreide huidverwonding zoals brandwonden
o  Warmte regulatie dmv transpiratie/zweten en/of verwijden en vernauwen van oppervlakkige bloedvaten
o  Sensatie (pijn) dmv oppervlakkige zenuwen en zenuw uiteinden
o  Aanmaak en opslag van vitamine D

 

De huid is de grootste orgaan in het lichaam. Het bevat epidermis, een oppervlakkige cel laag, dermis en een diepere bindweefsel laag (afbeelding 1.6 MDA blz13)

 

Epidermis is verhoornd epitheel met een regeneratieve en gepigmenteerd basaal laag. Omdat het zelf geen bloedvaten en lymfevaten bevat, wordt het gevoed door de onderliggende gevasculariseerde dermis. De afferente zenuw uiteinde detecteren druk, irritatie (pijn) en temperatuur. De meeste zenuwuiteinde bevinden zich in de dermis, enkele doordringen de epidermis.

 

Dermis is een compacte laag. Het bestaat uit collageen en elastische vezels die de huid stevigheid biedt. De dermis van dieren wordt gebruikt om leer te maken. De spanning en rimpels in de huid zijn een uiting van hoe de collageen vezels richting verlopen.

 

Druklijnen/Langer-  verlopen in de lengterichting over de ledematen, verlopen dwars in de nek en romp (afbeelding 1.7 blz14). In de elleboog, knie, enkel en pols lopen de druklijnen loodrecht op de druklijnen van de ledematen. Een huidsnee parallel lopend aan zo’n Langerlijn, vermindert de kans dat huidranden van elkaar wijken, geneest sneller en veroorzaakt minder littekenweefsel dan een huidsnee die dwars op zo’n Langerlijn wordt gemaakt.

De diepere laag van de dermis bevat haarzakjes verbonden met gladde spiercellen en talgklieren. Samentrekking van de “L.musculi arrector pili”- spier leidt er toe dat haren overeind gaan staan (kippenvel) en talgklieren compressie waardoor er olie over het huidoppervlakte wordt uitgescheiden. Thermoregulatie kan dmv transpiratie uit de zweetklieren waardoor warmte afgifte (afkoeling) wordt bewerkstelligd. Dilatatie van de kleine arteries (arterioles) leidt tot vulling van de capillaire vaten en daarmee warme uitstraling (huid kleurt rood) of vernauwing om warmte verlies te beperken (lippen en vingertoppen kleuren blauw). Andere huidstructuren zijn nagels, Borstklieren en tandglazuur.

Onder de dermis bevindt zich subcutaan weefsel bestaande uit losmazig bindweefsel en zweetklieren (afbeelding 1.6 blz13). De hoeveelheid vet depositie is afhankelijk van een iemand zijn voedingstoestand. Er is subcutaan weefsel distributie rond de taille, heupen, binnenzijde dijbenen en de handrug. Vrouwen hebben meer subcutaan vet depositie in de borsten en heupen terwijl mannen onder in de buik. De neurovasculaire structuren komen uit de dieper fascia laag, gaan door de subcutaan weefsel en eindigen naar de oppervlakkige huid. Subcutaan weefsel fungeert als isolatie, houdt warmte vast in het lijf, beschermt de huid tegen compressie tegen uitstekende botdelen zoals de zitbotjes.

Talloze huid aanhechtingsvezels/ligamenten (L. retinacula cutis) lopen uit door de subcutaan weefsel om de dermis te verankeren aan de dieper fascie. De lengte en dikte van zo’n ligament bepaalt de bewegelijkheid van de huid over diepere gelegen anatomische structuren. Bv de handrug heeft langere en dunnere huidligamenten.

Bij de voetzolen en handpalm zijn de ligamenten kort en in overvloed aanwezig waardoor de huid stevig is verankerd aan de diepere fascia laag (afbeelding 1.8c blz 17).

 

Lichamelijk onderzoek
De huidskleur wordt bepaald door de doorbloeding van oppervlakkige capillaire vaten in de dermis. De huidskleur kan belangrijke aanwijzingen geven bij het diagnosticeren van bepaalde ziektes. De huid verkleurt blauw of cyanotisch indien zuurstofspanning in het bloed te laag is, ademhalingsnood en bij falende bloedcirculatie. Normaliter is hemoglobine helderrood als het aan zuurstof is gebonden (zoals in slagaders en capillairen) en blauw als het zonder zuurstof is (aders). Cynasis is goed waarneembaar daar waar de huid dun is: lippen, oogleden en nagels. Huidschade, overmatig hitte blootstelling, infectie, ontsteking of allergische reacties kunnen leiden dat de oppervlakkige capillaire vaten overvullen waardoor de huid abnormaal red aankleurt. Dit wordt erythema genoemd. Bij bepaalde leverziektes, stapelt een gele pigment bilirubin in het bloed waardoor het oogwit en handpalmen geel verkleurt, dit heet geelzucht. Huidverkleuringen zijn moeilijker waarneembaar met mensen met een donkere huidskleur.

 

De huid staat altijd onder een bepaalde spanning. Over het algemeen genezen huidscheuren/laceraties of snee/incisies goed met weinig litteken vorming als ze parallel aan de druklijnen verlopen. Dit komt omdat ze dan minimale verstoring geven van de lengterichting van de vezels. Dwars over de druklijnen lopende laceraties of incisies beschadigen meer collagene vezels. De onderbroken druklijnen veroorzaken dat de wondranden van elkaar wijken waardoor het kan genezen met

overmatige (keloïd) littekenweefsel. Minimale littekenvorming wordt door chirurgen gepoogd door incisies zoveel mogelijk parallel aan de druklijnen te zetten.

 

Striae in de huid
De collagene en elastische vezels in de dermis vormen een flexibele en sterke netwerk in dit weefsel waardoor de huid aanzienlijk kan meerekken en groeien in omvang. Zo kan er met een kleine incisie een grotere operatie gebied worden bekeken dan bij een gebalsemde  kadaver waarbij de huid geen elasticiteit meer bevat. De buikhuid kan in relatieve korte tijd snel in omvang toenemen zoals bij zwangerschap en gewichtstoename. Bij teveel uitrekking van de huid, kunnen collagene vezels in de dermis beschadigen (afbeelding BI.1 blz 15). Dunne gekronkelde huidstrepen/L. striae gravidarum zijn aanvankelijk rood, daarna paars en verkleuren later wit. Deze verschijnen op de buik, billen, dijen en borsten gedurende de zwangerschap. L. striae cutis distence komen voornamelijk voor bij zwaarlijvige mensen en bij bepaalde ziektes ( bv hypercortisolisme of Cushing syndroom). Ze treden op bij uitrekking van de huid en verlies van diepere fascia agv eiwit afbraak waardoor er verminderde samenhang tussen de collagene vezels ontstaat. Striae vervagen over het algemeen na een zwangerschap en bij gewichtsreductie, maar zullen nooit volledige verdwijnen.

 

Huidverwondingen en wonden
Laceraties
zijn ongelukkige oppervlakkige of diepe huidsnede of –scheuren. Oppervlakkige laceratie beschadigen de epidermis en eventueel de oppervlakkige laag van de dermis. Ze kunnen bloeden maar onderbreken niet de dermis structuur. Diepere laceraties doordringen de diepere dermis laag, subcutaan laag en mogelijk verder. De wondranden wijken en de dermis moeten worden gehecht om littekenvorming te minimaliseren.

 

Brandwonden worden veroorzaakt door thermische trauma, ultraviolet, ioniserende straling of chemische middelen. Brandwonden worden onderverdeeld naar ernst en op basis van diepte van de huidschade (afbeelding B1.2 blz15).

o  1e graads (oppervlakkig) brandwond (bv zonverbranding): beschadiging van epidermis; symptomen zijn roodheid/erythema (warm rode huid), pijn en oedeem (zwelling), desquamatie (vervelling) van de oppervlakkige huidlaag dat enkele dagen later optreedt. Deze huidlaag wordt snel vervangen door de basale onderlaag van de epidermis zonder littekenvorming.

o  2e graads (partiële) brandwond: epidermis en oppervlakkige dermis beschadiging met blaren (oppervlakkige 2e graads) of verlies van deze lagen (diepe 2e graads); zenuw uiteinde beschadiging waardoor het zeer pijnlijk wordt ervaart; met uitzondering van de oppervlakkige delen, de zweetklieren en haarzakjes zijn niet beschadigd en kunnen samen met de cellen van de wondranden als bron fungeren ter vervanging van de cellen van de epidermale basaal laag. Genezing duurt 3 weken to verscheidene maanden met litteken vorming en contracturen/samentrekking van de huid.

o  3e graads (volledige) brandwonden: de gehele huiddikte is beschadigd en mogelijk ook onderliggende spieren. Er is aanzienlijk oedeem en de brandwond zelf is gevoelloos doordat de sensorische zenuw uiteinde zijn beschadigd. Een klein gedeelte van de brandwondrand zal genezen maar de open zwerende gedeelte vereist huidtransplantatie: dood materiaal (korsten) worden verwijderd en vervangen (transplantaat) met gezond huid van een ander lichaamsdeel (autograft) of huid van menselijke kadavers of varkens, of gekweekt dan wel kunstmatige huid.

 

De mate van brandwond (% van totale aangedane lichaamsoppervlakte) is van meer betekenis dan de graad (ernst uitgedrukt in brandwonddiepte) bij het inschatten van de welzijn van een slachtoffer. Volgens de Amerikaanse Brandwonden Federatie classificatie is er sprake van een grote brandwond bij >10% aan 3e graads van lichaamsoppervlakte verbranding, >25% aan 2e graads of een 3e graad brandwond in het gezicht, handen, voeten of perineum (gebied inclusief anaal en urogenitaal). Bij brandwonden uitbreiding > 70% van het lichaamsoppervlakte, is het sterftecijfer > 50%. Bij volwassen kan de brandwondoppervlakte worden berekend aan de “Regel van Negen” waarbij het lichaam is onderverdeeld in delen die staan voor 9% of een vermenigvuldiging van 9% van het lichaamsoppervlakte (afbeelding BI.3 blz16).

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Follow the author: Vintage Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
480