ARW 2 - Recht - RUG - B1 - Oefententamen 2014-2015 (1)


Vragen

Rechtsvorming

Geef duidelijk aan of de stelling juist of onjuist is.

Motiveer steeds het antwoord en verwijs – waar mogelijk – naar wetsartikelen.

Vraag 1

De bevoegdheidsverlening in artikel 21a lid 1 Wet Maatschappelijke Ondersteuning is een voorbeeld van territoriale decentralisatie, de toegekende bevoegdheid wordt uitgeoefend in medebewind.

Vraag 2

Anita Tuin is eigenaresse van een huis in Rotterdam dat zij heeft verhuurd aan Petra Woning. Anita verkoopt het huis – in verhuurde staat – aan Tineke Boomgaard.

Levering van het huis kan geschieden door bezitsverschaffing via traditio longa manu, dat wil zeggen een tweezijdige verklaring, gevolgd door een mededeling hiervan aan Petra.

Vraag 3

Een vereniging is altijd een rechtspersoon hetgeen onder andere met zich meebrengt dat bestuurders ervan nooit hoofdelijk aansprakelijk zijn.

Vraag 4

In het arrest Boefje (HR 11 november 1949, NJ 1950, 140) heeft de Hoge Raad beslist dat de overeenkomst aangegaan tussen een toneelgezelschap en een actrice gekwalificeerd dient te worden als ‘aanneming van werk’.

Vraag 5

De Nederlandse rechter moet het ongeschreven volkenrecht toepassen indien dit niet in strijd is met een bepaling van nationaal recht, omdat de Verenigde Naties een incorporatiesysteem voor alle lidstaten dwingend voorschrijven.

Vraag 6

Uit de in het Handvest tot oprichting van de Verenigde Naties geregelde procedures van besluitvorming en de geregelde binding aan de hieruit voortvloeiende besluiten blijkt dat de Verenigde Naties een intergouvernementele organisatie vormen met een enkele supranationale karaktertrek.

Vraag 7

Het zijn de Raad van Ministers en het Europees Parlement tezamen, op voorstel van de Europese Commissie die in een gewone wetgevingsprocedure een verordening vaststellen; een zodanige verordening heeft op grond van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie in iedere lidstaat van de Europese Unie gelding zonder omzetting in nationale wetgeving.

Vraag 8

Laura rijdt op een mooie zomerdag met haar motor over een bosweg in Apeldoorn. Op een gegeven moment komt Laura Simon tegen, die autopech heeft. Laura en Simon hebben elkaar nooit gemogen, waardoor Laura besluit om keihard op Simon af te rijden om hem eens te laten schrikken. Laura weet echter dat haar motor soms kuren vertoont en ze mogelijk niet tijdig kan bijsturen. Ondanks het feit dat Laura hiervan op de hoogte is, gaat ze toch keihard op Simon inrijden met de kans dat Simon daardoor komt te overlijden. Wat Laura kon verwachten gebeurt ook. Ze rijdt Simon aan, waarna hij sterft. Het OM besluit Laura te vervolgen voor doodslag (art. 287 Sr.).

De strafrechter kan Laura niet veroordelen voor doodslag nu het subjectieve bestanddeel ‘opzet’ niet vervuld is.

Vraag 9

Hans Hansen is een fervent autoliefhebber en deinst niet weg voor een beetje spanning. Om die reden neemt hij regelmatig deel aan wedstrijden met rijtuigen op de weg. Als hij zich op 6 april 2012 klaar maakt voor de start, wordt hij door de politie aangehouden en geverbaliseerd. Enige tijd later wordt hij vervolgd voor de Rechtbank sector kanton wegens poging tot het deelnemen aan een wedstrijd op de weg met een voertuig (art. 10 lid 1 Wegenverkeerswet).

De uitspraak van de rechter zal ontslag van alle rechtsvervolging (OVAR) wegens niet strafbaarheid van het feit zijn.

Vraag 10

Indien een verdachte is aangehouden op verdenking van eenvoudige mishandeling (art. 300 lid 1 Sr) kan de Officier van Justitie bevelen dat deze in het belang van het onderzoek in verzekering zal worden gesteld.

Vraag 11

Een last onder bestuursdwang is een herstelsanctie die – indien de overtreder de last niet of niet tijdig uitvoert - door feitelijk handelen ten uitvoer kan worden gelegd. De overtreder kan deze last aanvechten bij de Rechtbank sector civiel op grond van onrechtmatige overheidsdaad.

Vraag 12

De Regeling Ademanalyse is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Vraag 13

Van een beroep tegen een besluit van de gemeenteraad op grond van artikel 8 lid 1 sub a Wet Werk en Bijstand is bevoegd kennis te nemen de rechtbank sector bestuursrecht van het arrondissement waarbinnen de gemeente haar zetel heeft.

Rechtsvinding

Vragen bij:

  • Hoge Raad 24 september 2013, NJ 2014, 277 m.nt. B.F. Keulen.

  • R. Jansen, ‘Een nieuwe kijk op de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit bij noodweer’, Delikt en Delinkwent 2014, 77.

Motiveer steeds het antwoord en verwijs naar de juiste regelnummers en/of wetsartikelen.

Vraag 1

Opzoekvraag: hoe hoog is de geldboete die de rechter in geval van poging tot doodslag ten hoogste kan opleggen?

Vraag 2

Het subsidiariteitsvereiste speelt een grote rol in het oordeel van het hof. Leg uit op welke manier.

Vraag 2 (vervolg)

De A-G bespreekt de a contrario redenering van de verdachte.

  1. Hoe luidt die a contrario redenering van de verdachte volgens de A-G?

  2. Wat vindt de A-G van die redenering?

Vraag 3

De Hoge Raad casseert en verwijst de zaak naar het gerechtshof Amsterdam.

  1. Op welke grondslag casseert de Hoge Raad?

  2. Waarover dient het gerechtshof Amsterdam nog te oordelen? En hoe dient het hof dit te doen volgens de Hoge Raad?

Vraag 4

De annotator kan zich niet vinden in de wijze waarop de Hoge Raad de subsidiariteitseis uitlegt.

  1. Hoe legt de Hoge Raad de subsidiariteitseis uit volgens de annotator?

  2. Hoe zou de subsidiariteitseis volgens de annotator moeten worden uitgelegd? En waarom?

Vraag 5

Jansen gaat in zijn artikel nader in op het voorbeeld van de A-G in r.o. 6.9.7..

  1. Op welk leerstuk lijkt de A-G met het voorbeeld in r.o. 6.9.7. te doelen?

  2. Wat houdt dit leerstuk in?

  3. Waarom speelt dit leerstuk in het arrest zelf verder geen rol?

Vraag 6

In de rechtspraak en literatuur bestaat volgens Jansen ten aanzien van het subsidiariteitsvereiste verdeeldheid over de vraag of het lichtste verdedigingsmiddel moet worden gehanteerd.

  1. Wat zijn volgens Jansen de nadelen indien dit WEL wordt verlangd?

  2. Wat zijn volgens Jansen de nadelen indien dit NIET wordt verlangd?

Antwoordindicatie

Rechtsvorming

Vraag 1

Juist, want:

  • er wordt een bevoegdheid verleend aan een niet centrale bestuurseenheid, dus decentralisatie;

  • de bevoegdheid gaat naar de gemeenteraad, dat wil zeggen een orgaan van een territoriale eenheid met breed scala aan bevoegdheden (gemeente), dus territoriaal en niet functioneel (slechts met een enkele specifieke bevoegdheid, zoals waterschap);

  • het betreffende orgaan moet de medewerking verlenen (‘stelt) en heeft daarin weinig tot geen ruimte voor eigen beleid, dus medebewind.

Vindplaats: Inleiding in het Nederlandse recht, J.W.P. Verheugt. Hoofdstuk 2, §3: Decentralisatie

Vraag 2

Onjuist, want

  • levering door bezitsverschaffing kan alleen bij roerende zaken; hier betreft het een onroerende zaak;

  • levering daarvan vindt plaats door opstellen notariële akte + inschrijving daarvan in het daartoe bestemde register;

  • art 3: 89 lid 1 BW.

Vindplaats: Inleiding in het Nederlandse recht, J.W.P. Verheugt. Hoofdstuk 7, §3.3.2: Levering van roerende zaken

Vraag 3

Onjuist, want:

  • de vereniging is wel altijd rechtspersoon, art. 2: 26 BW of art. 2:3 BW;

  • maar indien zij niet is opgericht met een notariële akte betreft het een informele vereniging of wel notariële akte = formele vereniging;

  • een informele vereniging kent een aantal beperkingen, waaronder het ontbreken van bescherming van de bestuurders, die dus wel hoofdelijk aansprakelijk zijn voor schulden uit die tijdens bestuur opeisbaar worden of: hoofdelijke aansprakelijkheid zolang notariële akte ex art. 2: 29 lid 1 BW niet is ingeschreven in handelsregister;

  • art. 2: 30 lid 2 BW/art. 2: 29 lid 2 BW.

Vindplaats: Inleiding in het Nederlandse recht, J.W.P. Verheugt. Hoofdstuk 11, §4.1: De vereniging

Vraag 4

Onjuist, want:

  • de rechter besliste dat de actrice de opdrachten en aanwijzingen die haar werden gegeven ten aanzien van tijdstip en plaats van repetities en opvoeringen diende op te volgen en dus was er sprake van een gezagsverhouding;

  • zij was daarom ‘in dienst’; omdat ook aan de overige voorwaarden werd voldaan was er dus sprake van een arbeidsovereenkomst in de zin van art. 7: 610 BW.

Vindplaats: Inleiding in het Nederlandse recht, J.W.P. Verheugt. Hoofdstuk 12, §1.2: Aspecten van de arbeidsovereenkomst

Vraag 5

Onjuist, want:

  • de Nederlandse rechter moet ongeschreven volkenrecht inderdaad toepassen;

  • zolang het niet in strijd is met een regel van nationaal recht;

  • dit vloeit voort uit een incorporatiesysteem;

  • maar de VN schrijven dit niet dwingend voor;

  • het systeem vloeit voort uit een ongeschreven regel van constitutioneel recht.

Vindplaats: Inleiding in het Nederlandse recht, J.W.P. Verheugt. Hoofdstuk 15, §2.1: De doorwerking van verdragen in het nationale recht

Vraag 6

Juist, want:

  • de VN zijn een organisatie met een overwegend intergouvernementeel karakter ;

  • een aanbeveling van de Algemene Vergadering wordt met een meerderheid van stemmen aangenomen, maar is niet bindend;

  • een resolutie van de Veiligheidsraad op het terrein van de handhaving van vrede en veiligheid wordt aangenomen met een meerderheid van 9 van de 15 stemmen, mits de vijf permanente leden geen veto uitspreken en is bindend voor alle leden;

  • de Veiligheidsraad heeft derhalve een supranationale karaktertrek.

Vindplaats: Inleiding in het Nederlandse recht, J.W.P. Verheugt. Hoofdstuk 15, §4: De Verenigde Naties

Vraag 7

Juist, want:

  • Raad en Parlement zijn de wetgever, op voorstel van Commissie, art. 289 lid 1 VwEU;

  • een verordening is rechtstreeks toepasselijk/heeft directe werking (1 pnt), dus verplichte incorporatie en omzetting niet nodig, zelfs verboden, art. 288 VwEU.

Vindplaats: Inleiding in het Nederlandse recht, J.W.P. Verheugt. Hoofdstuk 15, §6.2: De instellingen van de Europese Unie

Vraag 8

Onjuist, want:

  • de intentie van Laura was weliswaar niet dat het gevolg optrad, maar zij heeft wel bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat door zijn gedrag het gevolg kon intreden en neemt die kans op de koop toe;

  • daarmee is sprake van voorwaardelijk opzet (ook wel kansopzet).

Vindplaats: Inleiding in het Nederlandse recht, J.W.P. Verheugt. Hoofdstuk 13, §3.2: Opzet en schuld

Vraag 9

De formele en materiele vragen moeten, voor zover er informatie over wordt gegeven, in volgorde worden doorlopen.

  • 2e formele vraag:

De Rechtbank sector kanton is bevoegd, art. 45 RO jo. 382 sub b Sv, omdat-art. 10 lid 1 WvW een overtreding is, artt. 177 lid 1a en 178 lid 2 WvW.

  • 2e materiele vraag:

    Poging tot overtreding is niet strafbaar, art. 45 lid1 Sr. Dit betekent dat het tenlastegelgde wel kan worden bewezen, maar OVAR vanwege niet strafbaarheid van het feit volgt, omdat het bewezenverklaarde niet kan worden gekwalificeerd (alleen een punt als kwalificatie expliciet wordt genoemd).

N.B.: Op grond van art. 2 WAHV is deze wet niet van toepassing

Vindplaats: Inleiding in het Nederlandse recht, J.W.P. Verheugt. Hoofdstuk 14, §5: Het onderzoek ter terechtzitting

Vraag 10

Juist, want:

  • in verzekering stellen wordt bevolen door de Officier van Justitie, art.57 lid 1 Sv;

  • dit is alleen mogelijk bij een strafbaar feit waarbij voorlopige hechtenis mogelijk is, art. 58 lid 1 Sv;

  • art. 67 lid 1 sub a en b Sv bevat de gevallen waarin voorlopige hechtenis mogelijk is;

    • hoofdregel: alleen bij misdrijven waarop een gevangenisstraf van 4 jr of meer staat, dus daar valt 300 lid 1 Sr niet onder (max 3 jr);

    • maar art. 300 lid 1 Sr wordt expliciet genoemd.

Vindplaats: Inleiding in het Nederlandse recht, J.W.P. Verheugt. Hoofdstuk 14, §2.3: Vrijheidsbenemende dwangmiddelen

Vraag 11

Onjuist, want:

  • last onder bestuursdwang is inderdaad een herstelsanctie, want gericht op het ongedaan maken of beëindigen van een overtreding, art. 5:2 Awb jo. 5:21 Awb;

  • die d.m.v. feitelijk handelen ten uitvoer kan worden gelegd;

  • de last wordt aangemerkt als een beschikking, zie art. 5:9 Awb;

  • hiertegen staat bezwaar en beroep open, bevoegde bestuursrechter is: Rechtbank sector bestuur, art. 7:1 en 8:1 Awb;

  • civiele rechter onbevoegd, ogv arrest Schellen en deuropeners (er is adequate bestuursrechtelijke rechtsgang).

Vindplaats: Inleiding in het Nederlandse recht, J.W.P. Verheugt. Hoofdstuk 5, §4: Handhaving in het bestuursrecht

Vraag 12

Juist, want:

  • de regeling is opgesteld door de minister, en dat is een bestuursorgaan;

  • de regeling is een op schrift gestelde avv;

  • o.g.v. exclusieve bevoegdheid (ex art. 163 lid 10 WvW), dus publiekrechtelijk;

  • rechtshandeling, want stelt voorwaarden aan apparatuur;

  • art. 1:3 lid 1 Awb noemt een dergelijke beslissing een besluit.

Vindplaats: Inleiding in het Nederlandse recht, J.W.P. Verheugt. Hoofdstuk 5, §1: Handelingen van bestuursorganen

Vraag 13

Onjuist, want:

  • Absolute competentie:

    • Er is sprake van een avv (verordening);

    • Beroep uitgezonderd, art. 8:3 lid 1 sub a Awb;

    • Wel bevoegd is de rechtbank, sector civiel, art. 42 RO jo. 93 Rv.

Vindplaats: Inleiding in het Nederlandse recht, J.W.P. Verheugt. Hoofdstuk 5, §6: Beroep bij de rechtbank

Rechtsvinding

Onjuiste of ontbrekende regelnummers leveren 1 punt aftrek op.

Vraag 1

De maximale geldboete die de rechter in geval van poging tot doodslag kan opleggen is € 54.000,-. Immers:

  • Doodslag kan gestraft worden met een geldboete van de vijfde categorie volgens artikel 287 Sr.

  • Geldboete van de vijfde categorie is ten hoogste € 81.000,-, zo volgt uit artikel 23 Sr.

  • Poging tot een misdrijf is strafbaar gesteld in artikel 45 lid 1 Sr.

  • Doodslag is een misdrijf: artikel 287 Sr is opgenomen in boek 2 Sr getiteld ‘misdrijven’.

  • In geval van poging tot een misdrijf wordt de maximum van de hoofdstraf op het misdrijf met een derde verminderd, zo volgt uit artikel 45 lid 2 Sr. (€ 81.000,- verminderd met een derde (€ 27.000,-) is € 54.000,-.)

Vraag 2

Het subsidiariteitsvereiste speelt een rol bij de afwijzing van het beroep op noodweer én bij de afwijzing van het beroep op noodweerexces:

  • Op grond van het subsidiariteitsvereiste wijst het hof het beroep op noodweer af, omdat verdachte volgens het hof een andere, minder vergaande uitweg had kunnen vinden.

  • Onder meer op grond van het subsidiariteitsvereiste wijst het hof tevens het beroep op noodweerexces af, omdat verdachte ondanks de emoties redelijkerwijs had kunnen gebruikmaken van zinvolle alternatieven die voor hem openstonden, nu zijn emoties – die weliswaar waren veroorzaakt door de (dreigende) wederrechtelijke aanranding – niet zodanig waren dat verdachte als onmiddellijk gevolg van een hevige door die aanranding veroorzaakte gemoedsbeweging verder is gegaan dan geboden is.

Vindplaats: regelnummers 37-44 en 50-60 van het arrest van het Hof

Vraag 2 (vervolg)

  1. De a contrario redenering van de verdachte luidt als volgt: als er niet is voldaan aan het proportionaliteitsvereiste, dan slaagt een beroep op noodweer niet DUS als er wel is voldaan aan dit vereiste, dan slaagt een beroep op noodweer wel.

  2. De A-G is het niet met deze redenering eens, omdat het proportionaliteitsvereiste niet het enige vereiste is voor het aannemen van noodweer. Er gelden volgens de A-G ook zekere subsidiariteitseisen.

    Vindplaats: regelnummers 90-118 van de conclusie van de A-G

Vraag 3

  1. De Hoge Raad casseert omdat hij het oordeel van het hof niet begrijpelijk vindt / hij vindt het onvoldoende gemotiveerd gezien de door het hof vastgestelde feiten en omstandigheden.

  2. Het hof zal moeten toetsen of er voldaan is aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. Dit zal het hof volgens de Hoge Raad moeten doen aan de hand van de waardering van de feitelijke omstandigheden van het geval.

    Vindplaats: regelnummers 182-184 en 159-170 van het arrest van de Hoge Raad.

Vraag 4

  1. De Hoge Raad legt de subsidiariteitseis niet ruim (strikt) uit door enkel de eis dat de verdachte zich (niet) aan de aanranding heeft kunnen en moeten onttrekken binnen de subsidiariteitseis onder te brengen.

  2. De annotator is van mening dat de subsidiariteitseis ruimer moet worden uitgelegd en dat daarbij ook moet worden betrokken de wijze waarop de verdachte zich verdedigt. Hij geeft hiervoor drie redenen:

    • Dit sluit beter aan bij de algemene notie van het subsidiariteitsbeginsel;

    • Leidt tot resultaten die beter uit te leggen zijn;

    • De verhouding tot de schulduitsluitingsgrond noodweerexces komt zo meer tot zijn recht.

Vindplaats: regelnummers 215-218 en 231-243 van de annotatie.

Vraag 5

  1. De A-G lijkt met het voorbeeld in r.o. 6.9.7. te doelen op het leerstuk van de Garantenstellung.

  2. Dit leerstuk houdt volgens Jansen in dat er in een noodweersituatie hogere eisen gesteld mogen worden aan iemand die beschikt over meer dan gemiddelde vaardigheden zodat hij zich kan verdedigen op een wijze die minder schade berokkent.

  3. Dit leerstuk speelt in het arrest zelf verder geen rol, aangezien de feiten van het arrest niet het idee geven dat de verdachte over bovengemiddelde vaardigheden beschikt. Verdachte is bijvoorbeeld een ongeoefend schutter.

    Vindplaats: regelnummers 93-108 van het artikel.

Vraag 6

  1. De nadelen indien dit wordt verlangd: de ruimte voor een geslaagd beroep op noodweer wordt dan zozeer ingeperkt dat artikel 41 Sr aan betekenis zou verliezen. De omstandigheid dat de verdachte meerdere verdedigingsmiddelen tot zijn beschikking heeft, krijgt dan wel heel veel waarde toegekend.

  2. De nadelen indien dit niet wordt verlangd: bij de beoordeling van de proportionaliteit is het van belang of de verdachte voor een lichter alternatief had kunnen kiezen. Het zal bij de beoordeling of er proportioneel en subsidiair is gehandeld dus zeker uitmaken over welke verdedigingsmiddelen de verdachte beschikte. Een proportionaliteitstoets waarbij van alle omstandigheden moet worden geabstraheerd doet tamelijk geforceerd aan.

    Vindplaats: regelnummers 55-65 van het artikel.

Check page access:
Public
Check more or recent content:

Algemene Rechtswetenschap 2 - RUG - Recht - B1 - Oefenbundel

ARW 2 - Recht - RUG - B1 - Oefententamen 2018-2019

ARW 2 - Recht - RUG - B1 - Oefententamen 2018-2019


Rechtsvorming

Vragen

Vraag 1

Wat is de rechtsregel uit het arrest ‘Lycos/Pessers’ (HR 25-11-2005, NJ 2009/550)? (5 pnt)

Vraag 2

Thierry Baudet, partijleider van de FvD, is onlangs verschenen in een parodie bij Zondag met Lubach, waarin er de draak met hem gestoken gaat worden. Stel, hij is hier niet blij mee en vraagt zich af welke juridische stappen hij kan ondernemen om te voorkomen dat het segment op TV komt.

Leg uit op welk recht Baudet zich kan beroepen en leg uit of dit beroep kans van slagen heeft. (5 pnt)

Vraag 3

Alejandra en Jeroen spreken in december af dat Alejandra drie Correctbooks voor een goede prijs koopt van Jeroen, die de Correctbooks in eigendom heeft. Omdat Alejandra de Correctbooks pas het volgende blok nodig heeft, besluiten zij dat Annemarie de boeken op de eerste dag – maandag 1 maart – van het nieuwe collegeblok komt ophalen. Op de afgesproken datum haalt ze de boeken op, maar ze vergeet te betalen.

Leg uit wie er na maandag 1 maart eigenaar is van de studieboeken. (5 pnt)

Vraag 4

Leg uit wat het verschil is tussen rechtshandelingen en feitelijke handelingen. (5 pnt)

Vraag 5a

Wat houdt voorwaardelijk opzet in? (3 pnt)

Vraag 5b

De grens tussen zware schuldvormen (grove schuld, roekeloosheid) en de lichte opzetvorm (voorwaardelijk opzet) is soms moeilijk te trekken. Waarom is – onder meer bij verkeersdelicten – dit onderscheid sinds enige tijd minder relevant? (2 pnt)

Vraag 6a

Henk meent dat hij ernstig wordt beperkt in zijn vrijheid van meningsuiting, aangezien de gemeenteraad een stekende brief van hem weigert te publiceren in het lokale blad. Hij heeft hierover geprocedeerd tot aan de Hoge Raad aan toe, maar zonder succes. Hij vraagt zich af welke juridische stappen hij nog kan nemen.

Welke rechter is bevoegd om zich nog over deze kwestie te buigen? (3 pnt)

Vraag 6b

Zal deze rechter Henk ontvankelijk verklaren? (2 pnt)

Vraag 7a

Alexandra, een Griekse studente aan de universiteit in Athene, ontwerpt en bouwt in haar vrije tijd keukenartikelen van duurzaam hout. Zij wordt hier steeds beter in en verdient in Griekenland al een tijdje een redelijke duit door dit keukengerei te verkopen. Om haar omzet te vergroten, besluit zij haar keukenartikelen ook in Nederland, Spanje en Duitsland te verkopen. Ze heeft hiervoor een webshop opgezet waarin je de artikelen kan bestellen. In Duitsland mag keukengerei alleen worden verkocht als zij een keurmerk bezitten. Dit keurmerk krijg je automatisch wanneer je in Duitsland gevestigd bent als producent. Voor keukenspullen van niet-Duitse producenten moet dit keurmerk eerst aangevraagd worden, en dat kost veel tijd en geld.

Is de handelswijze van Duitsland toegestaan op grond van Europees recht? (3 pnt)

Vraag 7b

Leg uit op welke bepaling van Europees recht Alexandra een beroep kan doen. (2 pnt)

.....read more
Access: 
Public
ARW 2 - Recht - RUG - B1 - Oefententamen 2017-2018

ARW 2 - Recht - RUG - B1 - Oefententamen 2017-2018


Rechtsvorming

Vragen

Vraag 1

Jan, woonachtig te Groningen, is in dienst van het bedrijf Snel Schoon B.V., statutair gevestigd te Amsterdam. Hij krijgt van zijn werkgever de opdracht om de ramen te wassen van het huis van Kees, die in Haren woont. Omdat Jan ruzie heeft met Kees laat hij tijdens zijn werkzaamheden expres de ladder tegen de splinternieuwe Lamborghini van Kees vallen. De schade is enorm (ca. € 26.000).

  1. Wie is/zijn aansprakelijk jegens Kees om de schade te vergoeden? (3 pnt)
  2. Wie is uiteindelijk draagplichtig ten aanzien van de schade? (2 pnt)

Vraag 2

Twintig Maastrichtse wijnboeren willen gezamenlijk een organisatie oprichten. De bedoeling is dat zij jaarlijks hun druiven aan die organisatie leveren, die daar dan superieure wijn van maakt. De organisatie zal de wijn vervolgens onder de naam Chateau Maastricht verkopen en de winst onder de leden van de organisatie verdelen.

  1. Welke juridische vorm past het beste bij de door wijnboeren gewenste organisatie? (2 1/2 pnt)
  2. Op welk(e) vermogen(s) kunnen de crediteuren van de organisatie hun vorderingen verhalen? (2 1/2 pnt)

Vraag 3

Lees de considerans van de Regeling bloed- en urineonderzoek.

  1. Is deze regeling een algemene maatregel van bestuur?
  2. Is deze regeling op grond van een geattribueerde dan wel gedelegeerde bevoegdheid tot stand gebracht

Vraag 4

  1. Wat is de rechtsregel uit het arrest ‘Ontslag op staande voet’ (HR 27 september 1996, NJ 1997, 42 ;ook wel geheten OSV Brinkman/Theelen)? (3 pnt)
  2. Welk rechtsmiddel staat open voor de werknemer die het niet eens is met een ‘ontslag op staande voet’? (2 pnt)

Vraag 5

Noem twee verschillen tussen het Europese Hof van de Rechten van de Mens en het Hof van Justitie van de Europese Unie ten aanzien van de rechtsmacht. (5 punten).

Vraag 6

Axel M. heeft in januari 2010 in het schuurtje bij zijn woning in Leeuwarden een stiletto gemaakt.Door opsporingsonderzoek van de politie komt dit kort daarna aan het licht, maar de zaak blijft een tijd op de plank liggen. De officier van justitie brengt pas in november 2017 de volgende dagvaarding uit tegen Axel M.:
‘(...) dat hij, Axel M., in januari 2012 te Groningen een wapen van categorie 1 van de Wet wapens en munitie heeft vervaardigd, te weten een stiletto (art. 2 lid 1 sub 1 jo. 13 lid 1 Wwm).’ Tijdens het onderzoek ter terechtzitting verweert Axel M. zich door te stellen dat hij het wapen onder dreiging heeft vervaardigd. De rechter vindt zijn beroep op psychische overmacht geloofwaardig. Bespreek alle formele vragen in het licht van deze casus (de materiële vragen komen bij vraag 9 aan bod).

Vraag 7

(Vervolg op de vorige vraag). Bespreek alle materiële vragen in het licht van de gegeven casus.

Vraag 8

.....read more
Access: 
Public
ARW 2 - Recht - RUG - B1 - Oefententamen 2014-2015 (1)

ARW 2 - Recht - RUG - B1 - Oefententamen 2014-2015 (1)


Vragen

Rechtsvorming

Geef duidelijk aan of de stelling juist of onjuist is.

Motiveer steeds het antwoord en verwijs – waar mogelijk – naar wetsartikelen.

Vraag 1

De bevoegdheidsverlening in artikel 21a lid 1 Wet Maatschappelijke Ondersteuning is een voorbeeld van territoriale decentralisatie, de toegekende bevoegdheid wordt uitgeoefend in medebewind.

Vraag 2

Anita Tuin is eigenaresse van een huis in Rotterdam dat zij heeft verhuurd aan Petra Woning. Anita verkoopt het huis – in verhuurde staat – aan Tineke Boomgaard.

Levering van het huis kan geschieden door bezitsverschaffing via traditio longa manu, dat wil zeggen een tweezijdige verklaring, gevolgd door een mededeling hiervan aan Petra.

Vraag 3

Een vereniging is altijd een rechtspersoon hetgeen onder andere met zich meebrengt dat bestuurders ervan nooit hoofdelijk aansprakelijk zijn.

Vraag 4

In het arrest Boefje (HR 11 november 1949, NJ 1950, 140) heeft de Hoge Raad beslist dat de overeenkomst aangegaan tussen een toneelgezelschap en een actrice gekwalificeerd dient te worden als ‘aanneming van werk’.

Vraag 5

De Nederlandse rechter moet het ongeschreven volkenrecht toepassen indien dit niet in strijd is met een bepaling van nationaal recht, omdat de Verenigde Naties een incorporatiesysteem voor alle lidstaten dwingend voorschrijven.

Vraag 6

Uit de in het Handvest tot oprichting van de Verenigde Naties geregelde procedures van besluitvorming en de geregelde binding aan de hieruit voortvloeiende besluiten blijkt dat de Verenigde Naties een intergouvernementele organisatie vormen met een enkele supranationale karaktertrek.

Vraag 7

Het zijn de Raad van Ministers en het Europees Parlement tezamen, op voorstel van de Europese Commissie die in een gewone wetgevingsprocedure een verordening vaststellen; een zodanige verordening heeft op grond van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie in iedere lidstaat van de Europese Unie gelding zonder omzetting in nationale wetgeving.

Vraag 8

Laura rijdt op een mooie zomerdag met haar motor over een bosweg in Apeldoorn. Op een gegeven moment komt Laura Simon tegen, die autopech heeft. Laura en Simon hebben elkaar nooit gemogen, waardoor Laura besluit om keihard op Simon af te rijden om hem eens te laten schrikken. Laura weet echter dat haar motor soms kuren vertoont en ze mogelijk niet tijdig kan bijsturen. Ondanks het feit dat Laura hiervan op de hoogte is, gaat ze toch keihard op Simon inrijden met de kans dat Simon daardoor komt te overlijden. Wat Laura kon verwachten gebeurt ook. Ze rijdt Simon aan, waarna hij sterft. Het OM besluit Laura te vervolgen voor doodslag (art. 287 Sr.).

De strafrechter kan Laura niet veroordelen voor doodslag nu het subjectieve bestanddeel ‘opzet’ niet vervuld is.

Vraag 9

Hans Hansen is een fervent autoliefhebber en deinst niet weg voor een beetje spanning. Om die reden neemt hij regelmatig deel aan wedstrijden met rijtuigen op de weg. Als hij zich op 6 april 2012 klaar maakt voor de

.....read more
Access: 
Public
ARW 2 - Recht - RUG - B1 - Oefententamen 2014-2015 (2)

ARW 2 - Recht - RUG - B1 - Oefententamen 2014-2015 (2)


Vragen

Rechtsvorming

Geef duidelijk aan of de stelling juist of onjuist is.

Motiveer steeds het antwoord en verwijs – waar mogelijk – naar wetsartikelen.

Vraag 1

Een rechter kan een ministeriële regeling toetsen aan doelmatigheid en aan het willekeurbeginsel.

Vraag 2

Ouders zijn risicoaansprakelijk voor de onrechtmatige daden van hun minderjarige kind.

Vraag 3

De stichting is in vergelijking met de organisatiestructuur van andere rechtspersonen een nogal autoritaire rechtsvorm.

Vraag 4

Diefstal door een werknemer tijdens werktijd rechtvaardigt zonder meer een ontslag op staande voet, aangezien het een dringende reden ex art. 7:678 lid 2 BW is.

Vraag 5

De rechtsmacht van het Internationale Gerechtshof strekt zich uit tot kwesties met betrekking tot de interpretatie en de toepassing van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM) en de daarbij behorende protocollen. Burgers hebben een individueel klachtrecht bij dit Gerechtshof.

Vraag 6

Het Parlement van de Europese Unie beschikt over bevoegdheden ter controle van de Europese Commissie die vergelijkbaar zijn met die van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ter controle van de Nederlandse regering.

Vraag 7

Henk Smit, die beschikt over de Nederlandse nationaliteit, wil in Duitsland een eigen honden trimsalon openen. Hij kan dit doen op grond van het recht op vrij verkeer van werknemers zoals dat binnen de Europese Unie geldt.

Vraag 8

Nina Gerritsen steelt op 23 augustus 2009, na een avond los te zijn gegaan in het clubhuis van de plaatselijke voetbalvereniging, een fiets die niet op slot staat en die toebehoort aan Simone Kleinstra. Als Nina een paar dagen later door de stad fietst, houdt de politie haar aan. Aan een code op de fiets te zien concludeert de politie dat de fiets niet van Nina, maar van Simone is. Nina wordt zes jaar later gedagvaard om op 12 september 2015 voor de Rechtbank Noord-Nederland, sector strafrecht, te verschijnen op grond van de volgende tenlastelegging:

dat zij, Nina G., op 23 augustus 2009 te Groningen opzettelijk een fiets, althans enig goed, die/dat geheel aan Simone Kleinstra, althans aan een ander, toebehoort, heeft weggenomen met het oogmerk om zich die fiets, althans dat goed, toe te eigenen (art. 310 Sr).’

Nina verweert zich ter terechtzitting met een beroep op overmacht in de zin van noodtoestand. Hij lijdt aan een ernstige ziekte op grond waarvan ernstige kou voor hem levensbedreigend is. Op de bewuste 23 augustus 2009 was het heel erg koud. De rechtbank accepteert dit verweer.

De uitspraak van de rechter zal ontslag van alle rechtsvervolging (OVAR) wegens niet strafbaarheid van de dader zijn.

Vraag 9

Niels heeft al jaren last van pyromane neigingen. Hij kan zijn neigingen niet onderdrukken en wil het huis van zijn buren, die een poosje op vakantie zijn, in brand steken. Hij pakt een jerrycan met benzine uit de garage

.....read more
Access: 
Public
ARW 2 - Recht - RUG - B1 - Oefententamen 2013-2014 (1)

ARW 2 - Recht - RUG - B1 - Oefententamen 2013-2014 (1)


Vragen

Rechtsvorming

Geef duidelijk aan of de stelling juist of onjuist is. Motiveer steeds het antwoord en verwijs – waar mogelijk – naar wetsartikelen.

Vraag 1

Op het gazon van Jan Vreman staat een conifeer die veel overlast veroorzaakt voor de medewerkers van het ernaast gelegen gemeentehuis. De conifeer zorgt ervoor dat er onvoldoende licht in het politiebureau komt. De burgemeester vraagt Jan Vreman namens de gemeente om de conifeer weg te halen.

Dit verzoek wordt in hoofdzaak beheerst door materieel bestuursrecht.

Vraag 2

Dirk heeft al jarenlang een zakelijke relatie met Hendrik, maar Dirk staat momenteel op het punt om failliet te gaan. Om de zakenrelatie in stand te houden wil Hendrik Dirk verschillende ‘state of the art’ computers ter beschikking stellen en de kosten hiervan niet rechtens af dwingen. Na twee jaar floreert het bedrijf van Dirk weer en vordert Hendrik toch van Dirk de kosten van de ter beschikking gestelde computers.

Hendrik kan deze vordering bij de rechter afdwingen.

Vraag 3

Een schuldeiser van een vennootschap onder firma (v.o.f) kan zowel het privévermogen van de vennoten aanspreken als het afgescheiden vermogen van de v.o.f.

Vraag 4

Een arbeidsovereenkomst kan slechts op drie manieren tot een einde komen: van rechtswege, met wederzijds goedvinden en door middel van ontslag.

Vraag 5

Het verschil tussen een incorporatiesysteem en een transformatiestelsel is dat bij een incorporatiestelsel het internationale recht als zodanig gelding in de nationale rechtsorde krijgt en bij een transformatiestelsel als nationaal recht.

Vraag 6

De Raad van Europa is een instelling van de Europese Unie. Deze Raad bestaat uit de staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten en bepaalt de algemene politieke beleidslijnen van de Unie.

Vraag 7

Op grond van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie kunnen richtlijnen worden vastgesteld. Een richtlijn is niet bindend voor de lidstaten, want de lidstaten zijn bevoegd om zelf te bepalen op welke manier zij het onderwerp regelen.

Vraag 8

Karel is 73 jaar oud en heeft nog veel sympathie voor het fascisme uit de Tweede Wereldoorlog. Om dit duidelijk te maken loopt Karel op 24 augustus 2008 door het centrum van zijn woonplaats Rotterdam, gekleed in een outfit waarop met koeienletters is geschreven: ‘Laat het fascisme herboren worden, want daar streef ik naar’. Karel wordt op 24 augustus 2012 vervolgd op grond van de volgende tenlastelegging:

‘dat hij Karel W., op 24 augustus 2008 te Rotterdam in het openbaar een kledingstuk heeft gedragen welke uitdrukking was van een bepaald staatkundig streven (art. 435a Sr).’

De Rechtbank Noord Nederland, sector kanton, meent dat art. 435a Sr onverbindend is, omdat het in strijd zou zijn met art. 10 EVRM (vrijheid van meningsuiting).

De uitspraak van de rechter zal OVAR wegens niet strafbaarheid van het feit zijn.

Vraag 9

Een persoon die van belaging (art.

.....read more
Access: 
Public
ARW 2 - Recht - RUG - B1 - Oefententamen 2013-2014 (2)

ARW 2 - Recht - RUG - B1 - Oefententamen 2013-2014 (2)


Vragen

Rechtsvorming

Geef duidelijk aan of de stelling juist of onjuist is.

Motiveer steeds het antwoord en verwijs – waar mogelijk – naar wetsartikelen.

Vraag 1

De sanctie op een overtreding van een bepaling uit een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) moet te vinden zijn in de AMvB zelf.

Vraag 2

Terwijl de 12-jarige Ilse naar school fietst, stuurt ze een Whatsapp bericht naar haar vriendin Auke. Ze is zo druk met Whatsappen dat ze tegen een geparkeerde auto aanbotst, met als gevolg een verbogen fietswiel en een deuk in de auto.

Zowel Ilse als haar ouders, op wie een risicoaansprakelijkheid rust, zijn aansprakelijk voor de schade aan de auto.

Vraag 3

Ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid kunnen niet zelfstandig deelnemen aan het rechtsverkeer.

Vraag 4

Er is sprake van een arbeidsovereenkomst indien voldaan is aan de volgende drie vereisten: het verrichten van arbeid, tegen loon, gedurende een zekere tijd.

Vraag 5

Een verdrag moet uitsluitend ter uitdrukkelijke goedkeuring aan de Staten-Generaal worden voorgelegd indien het verdrag afwijkt van de Grondwet dan wel tot zodanig afwijken noodzaakt.

Vraag 6

Met betrekking tot de prejudiciële procedure bij het Hof van Justitie houdt de acte clair in dat het Hof de Europese rechtsregel waarover uitleg wordt gevraagd reeds in een andere zaak heeft uitgelegd.

Vraag 7

Het EU-recht dient eerst te worden omgezet in nationaal recht alvorens het werking kan hebben in de nationale rechtsorde van de lidstaten van de Europese Unie.

Vraag 8

Student Erik woont in Delfzijl en houdt in de nacht van 8 op 9 augustus 2014 een huisfeest, wat veel geluidsoverlast met zich meebrengt. De buren kunnen hierdoor niet slapen. Door aanhoudende burenruzies besluiten zowel de buren als Erik te verhuizen. Erik vertrekt naar Enschede. De buren naar Hengelo. Een half jaar later moet Erik voor de Rechtbank Noord Nederland, sector straf, verschijnen. De dagvaarding luidt als volgt:

Dat hij, Erik, op of omstreeks 8 september 2014 in het perceel Hendrikslaan 24 te Delfzijl burengerucht heeft verwekt, waardoor de nachtrust van zijn buren is verstoord (art. 431 Sr).’

De rechter zal Erik vrijspreken.

Vraag 9

Kees is jarig en geeft daarom een groot feest bij hem thuis. De avond is pas net onderweg of de stereo van Kees gaat kapot. Rik haalt daarom zijn net aangeschafte Bose muziekinstallatie met denderende bas op van zijn huis. Kees sluit de Bose muziekinstallatie aan en zet het volume op maximaal om de denderde bas te ervaren. Nog geen uur later gaat de bel en blijkt de politie voor de deur te staan. Zij zijn door de buren ingelicht vanwege de geluidsoverlast. Er wordt proces-verbaal opgemaakt tegen Kees wegens overtreding van art. 431 Sr (burengerucht).

Rik is strafbaar wegens medeplichtigheid aan het verwekken van burengerucht waardoor de nachtrust kan worden verstoord.

Vraag 10

De officier van justitie

.....read more
Access: 
Public
ARW 2 - Recht - RUG - B1 - Extra oefenvragen

ARW 2 - Recht - RUG - B1 - Extra oefenvragen


Vragen

Vraag 1

Met betrekking tot de prejudiciële procedure bij het Hof van Justitie houdt de acte clair in dat het Hof de Europese rechtsregel waarover uitleg wordt gevraagd reeds in een andere zaak heeft uitgelegd. Deze stelling is juist/onjuist, omdat …

Vraag 2

Ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid kunnen niet zelfstandig deelnemen aan het rechtsverkeer. Deze stelling is juist/onjuist, omdat …

Vraag 3

Een verdrag moet uitsluitend ter uitdrukkelijke goedkeuring aan de Staten-Generaal worden voorgelegd indien het verdrag afwijkt van de Grondwet dan wel tot zodanig afwijken noodzaakt. Deze stelling is juist/onjuist, omdat …

Vraag 4

De sanctie op een overtreding van een bepaling uit een Algemene Maatregel van Bestuur (AmvB) moet te vinden zijn in de AMvB zelf. Deze stelling is juist/onjuist, omdat …

Vraag 5

Al fietsend verstuurt de dertienjarige Annelou een SMS-bericht. Ze botst tegen een geparkeerde auto, met als gevolg een verbogen fietswiel en een deuk in de auto. Zowel Annelou als haar ouders, op wie een risicoaansprakelijkheid rust, zijn aansprakelijk voor de schade aan de auto. Deze stelling is juist/onjuist, omdat …

Vraag 6

Timo v/d K. woont te Groningen en maakt in de nacht van 3 op 4 januari 2011 veel lawaai waardoor zijn buren niet kunnen slapen. Wegens burenruzies besluiten zowel de buren als Timo te verhuizen. Timo v/d K. vertrekt naar Rotterdam. De buren naar Amsterdam. Een half jaar later moet Timo v/d K. voor de Rechtbank Noord Nederland, sector straf, verschijnen. De dagvaarding luidt als volgt:

Dat hij, Timo v/d K., op of omstreeks 4 februari 2011 in het perceel Wilgenpad 8 te Groningen burengerucht heeft verwekt, waardoor de nachtrust van zijn buren is verstoord (art. 431 Sr).’

De rechter zal Timo v/d K. vrijspreken. Deze stelling is juist/onjuist, omdat …

Vraag 7

Er is sprake van een arbeidsovereenkomst indien voldaan is aan de volgende drie vereisten: het verrichten van arbeid, tegen loon, gedurende een zekere tijd. Deze stelling is juist/onjuist, omdat …

Vraag 8

De APV (Algemene Plaatselijke Verordening) van Groningen luidt: ‘Het is verboden op de openbare weg te tippelen, met uitzondering van door het college van b en w aangewezen gebieden’. Het college van B&W wijst in een besluit de B-straat aan als tippelzone. Dit besluit moet gekwalificeerd worden als een algemeen verbindend voorschrift. Deze stelling is juist/onjuist, omdat …

Vraag 9

In het Ikon-arrest (HR 27 maart 1987, NJ 1987, 727) heeft de Hoge Raad beslist dat de Gemeente Amsterdam bij het verrichten van privaatrechtelijke handelingen niet verplicht is om de algemene beginselen van behoorlijk bestuur in acht te nemen. Deze stelling is juist/onjuist, omdat …

Antwoordindicatie

Vraag 1

Onjuist, want:

  • een acte clair is een rechtsregel, waarvan de rechter vindt dat die van zichzelf duidelijk

.....read more
Access: 
Public
Algemene rechtswetenschappen 2 Rechten RUG B1: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - Studiebundel

Algemene rechtswetenschappen 2 Rechten RUG B1: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - Studiebundel

In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Algemene Rechtswetenschap 2 voor de opleiding Rechten Bachelor aan de Rijksuniversiteit Groningen

Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor Algemene Rechtswetenschap 2 ga je naar de Recht & Bestuur in Nederland: leren, studeren en kennis delen- startpagina

Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Check more of this topic?
How to use more summaries?


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
2130
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.