Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Image

Psychopathologie II - UU - Extra oefenvragen

Vragen

Vraag 1

  1. De stoornis in de lichaamsbeleving (Body Dismorfic Disorder) komt tot een bepaalde hoogte overeen met Anorexia Nervosa en gender-identiteitstoornissen. Wat kenmerkt (1) deze overeenkomst en (2) waarin is de stoornis in de lichaamsbeleving verschillend van de twee andere stoornissen?

  2. Zou de tegenwoordig zo populaire plastische chirurgie een uitkomst kunnen bieden voor mensen met een stoornis in de lichaamsbeleving? Motiveer u w antwoord.

Vraag 2

Esther meldt zich aan bij het Ambulatorium van de Universiteit Utrecht met klachten van diverse aard. Ze lopen uiteen van hartkloppingen, zweten, beven, kortademigheid, misselijkheid en duizeligheid tot het gevoel elk moment gek te kunnen worden. Soms heeft ze last van tintelende handen of gevoelloosheid in haar rechterarm. Vooral dit laatste maakt haar bezorgd. Haar tante heeft wel eens een knobbeltje in haar borst gehad (gelukkig onschuldig van aard) en haar opa is aan een hartaanval overleden.

  1. Wat is het meest waarschijnlijk aan de hand? Licht het antwoord toe.

  2. Wat zou er nog meer aan de hand kunnen zijn en welke informatie ontbreekt om dit met zekerheid te kunnen uitsluiten? Er zijn meerdere mogelijkheden; kies er één.

Vraag 3

In deze opdracht geeft u een aantal antwoorden voor ieder van de volgende begrippen paren:

  • stemming – affect
  • waan – overwaardig idee
  • derealisatie - depersonalisatie

Geef van ieder van deze begrippen paren

  1. een omschrijving van het verschil tussen beide begrippen in het paar.

  2. een zo nauwkeurig mogelijke definitie van elk begrip.

  3. een voorbeeld van beide begrippen in het paar met toelichting

Vraag 4

Een vrouw meldt zich in totale wanhoop aan bij haar huisarts. Ze vertelt dat haar man het afgelopen anderhalf jaar toenemend jaloers en beschuldigend is geworden. De laatste tijd waren zijn beschuldigingen volkomen irrationeel geweest. Hij was ervan overtuigd dat ze een groot aantal minnaars had, dat ze ’s nachts opstond om naar hen toe te gaan en dat ze met hen communiceerde door middel van licht en spiegels. Telefoontjes van mensen die verkeerd verbonden waren, zag hij als bewijs dat mannen contact met haar zochten. Tevens meende hij dat er ’s nachts auto’s langs het huis reden die met hun koplampen knipperden, om haar een signaal te geven. Hij bracht plakband op de ramen aan, spijkerde deuren dicht en ging nauwkeurig de positie van alle meubels opmeten. Elke verandering liep uit op een tirade over haar ontrouw. Hij weigerde voedsel of sigaretten van haar aan te nemen. De beschuldigingen gingen niet gepaard met mishandeling en hun seksuele omgang bleef hetzelfde, maar hij leek steeds verdrietiger en afgetobd en was in de tussentijd twaalf kilo afgevallen. De vrouw voelde zich zo ellendig over het gedrag van haar man dat ze eraan dacht om bij hem weg te gaan, maar ze was bang dat hij agressief zou kunnen worden.

De huisarts nam contact op met de echtgenoot en stelde een verwijzing voor een psychiatrisch onderzoek voor. De man schikte zich hier gewillig in. Hij vertelde hetzelfde verhaal als zijn vrouw, maar was geheel overtuigd van haar ontrouw. Ondanks zijn felheid en zijn geloof in alle verschillende onderdelen van zijn ‘bewijsvoering’, leek hij toch enig besef te hebben dat er iets mis met hem was. Een gesprek met een thuiswonende dochter ondersteunde de onschuld van moeder en de irrationaliteit van de vader. Het huwelijk was stabiel geweest tot het bovenstaande probleem ontstond. Alhoewel de echtgenoot als jongeman zwaar had gedronken en soms zijn vrouw had geslagen, was dit zware drinken en agressieve gedrag rond zijn vijfendertigste gestopt en was hij over het algemeen een goede partner en vader en een trouwe kostwinner. Hij heeft nooit drugs gebruikt. Zijn vrouw beschreef hem als eigenwijs, maar hij maakte normaal gesproken weinig ruzie en was nooit eerder jaloers geweest. Hij heeft na de lagere school geen opleiding meer gevolgd. Hij heeft waarschijnlijk een lage tot gemiddelde intelligentie. In zijn familie zijn er enkelen verslaafd aan alcohol, maar er is geen sprake van andere psychische problemen.

  1. Geef een 5-assige classificatie volgens de DSM-IV-TR

  2. Beargumenteer kort per as uw antwoorden.

Vraag 5

  1. Wat is dissociatieve amnesie?

  2. Welke differentiaaldiagnoses moeten goed uitgezocht worden bij dissociatieve amnesie?

  3. Welke verklaring geeft de theorie van situatie-afhankelijk leren voor het ontstaan van dissociatieve amnesie na het ervaren van een trauma?

Vraag 6

  1. Wat is de prevalentie van Anorexia Nervosa bij jonge vrouwen?

  2. Bespreek kort de etiologie van Anorexia Nervosa

  3. Is anorexia egosyntoon of egodystoon? Wat heeft dit voor gevolgen voor de behandeling?

Antwoordindicatie

Vraag 1

  1. De overeenkomst is een voortdurende onvrede met het eigen lichaam, hetzij omdat een onderdeel als bijzonder lelijk wordt gezien (BDD), hetzij omdat het lichaam als te dik wordt beschouwd (AN) of omdat men zich niet thuis voelt in het lichaam met de huidige seksespecifieke kenmerken (GID). De stoornis in de lichaamsbeleving heeft dus met name te maken met het als extreem lelijk ervaren van een specifiek deel van het lichaam.

  2. Plastische chirurgie lost vaak de onderliggende problemen niet op. Vaak wordt het geopereerde lichaamsdeel nog steeds als lelijk ervaren en worden plastisch chirurgen aangeklaagd wegens falen.

Vraag 2

  1. Naar alle waarschijnlijkheid is hier sprake van een paniekstoornis. Cliënte vertoont diverse angstsymptomen als hartkloppingen, zweten en duizeligheid (meestal als gevolg van hyperventilatie) en daarnaast rapporteert zij de angst gek te worden. Dit zijn criteria behorend bij de paniekstoornis.

  2. Er zou sprake kunnen zijn van een somatische grondslag voor haar klachten. Dit zou medisch onderzocht moeten worden, bijvoorbeeld of er sprake is van hartfalen.

Vraag 3

  1.  

    1. stemming vs affect: stemming is een langdurige grondtoon van emotie, blijft aanhouden en kleurt het beleven; affect is de direct waarneembare expressie van emotie, welke overeen kan komen met de stemming, maar daar ook van kan verschillen. Iemand kan depressief zijn, maar de ene keer huilen, de volgende keer lachen, dan weer boos zijn, etc. Depressie is de grondtoon, ofwel de stemming, en huilen, lachen en boosheid zijn de waarneembare affecten.

    2. waan vs overwaardig idee: waan is duidelijk niet in overeenstemming met de realiteit, waarvan de persoon zich doorgaans niet of weinig bewust is; overwaardig idee zou eventueel in overeenstemming met de realiteit kunnen zijn, maar is duidelijk enorm uit proporties. De cliënt heeft wel in mindere of meerdere mate het besef dat het wellicht absurd is wat hij of zij denkt.

    3. derealisatie vs depersonalisatie: in het eerste geval wordt de omgeving als onwerkelijk of anders beschouwt, in het tweede geval heeft dit betrekking op de eigen persoon.

  2. Definities:

    • stemming: doordringende en aanhoudende emotie, welke subjectief beleefd en vermeld wordt door de cliënt en waargenomen wordt door anderen

    • affect: observeerbare expressie van een emotie, welke soms niet in overeenstemming is met het door cliënt omschreven gevoel

    • waan: onware overtuiging, gebaseerd op een foutieve perceptie van de waarneembare realiteit en niet in overeenstemming met de intelligentie en culturele achtergrond van de cliënt. De waan laat zich niet corrigeren door rationele argumentatie.

    • overwaardig idee: onredelijke en aanhoudende overtuiging, waar minder sterk aan vastgehouden wordt dan aan een waan

    • derealisatie: een subjectief gevoel dat de omgeving vreemd of onwerkelijk is; een gevoel dat de werkelijkheid veranderd is

    • depersonalisatie: een subjectief gevoel van de persoon vreemd, onwerkelijk, of anders dan anders te zijn

  3. voorbeelden:

    • stemming: depressief, angstig (gevoel houdt minstens enige uren, of dagen tot weken aan en vormt een soort emotionele grondtoon)

    • affect: cliënt lacht hardop (observeerbare uiting van emotie=affect), terwijl hij over het plotseling overlijden van zijn geliefde vrouw vertelt (affect niet in overeenstemming met verwachte emotie)

    • waan: cliënt heeft het idee voortdurend achtervolgd te worden en lijkt niet voor rede vatbaar (niet met de werkelijkheid overeenkomend idee én oncorrigeerbaar)

    • overwaardig idee:een slanke cliënt heeft het idee afstotelijk dik te zijn (is ook niet in overeenstemming met de werkelijkheid maar minder extreem dan bij een waan; daarnaast is de overtuiging weliswaar zeer sterk, maar cliënt lijkt te beseffen dat anderen het anders zien en dat het wellicht niet geheel op waarheid berust)

    • derealisatie: cliënt geeft aan dat hij tijdens een begrafenis het idee had alsof hij zich in een film bevond (omgeving wordt waargenomen als in een film, dus niet direct op normale wijze)

    • depersonalisatie: cliënt geeft aan dat zij zich soms ineens geheel leeg kan voelen, alsof ze niet meer bestaat (het eigen beleven wordt ineens als anders en onwerkelijk ervaren)

Vraag 4

  1.  
  • As I: 297.1 waanstoornis, jaloersheidstype

  • As II: V71.09

  • As III: geen

  • As IV: problemen binnen de primaire steungroep: partnerrelatie

  • As V: GAF: 30

  1.  
  • As I: Er is sprake van een niet-bizarre waan met een duur van meer dan een maand. Cliënt is extreem overtuigd van de ontrouw van zijn vrouw, terwijl geen enkel bewijs bestaat. Er is in de geschiedenis naar alle waarschijnlijkheid geen sprake geweest van schizofrenie. Alhoewel cliënt vroeger veel alcohol gebruikte, is daar de laatste jaren geen sprake meer van. Dit kan de waan niet verklaren.

  • As II: Alhoewel er in het begin van hun huwelijk perioden zijn geweest van alcoholmisbruik en agressieve uitlatingen, heeft cliënt zich hierin hersteld en wordt hij omschreven als een over het algemeen goede partner en trouwe kostwinner, die nooit jaloers is geweest en weinig ruzie maakte. Er blijkt geen stabiel patroon van beroepsmatig en sociaal disfunctioneren.

  • As III: er zijn geen somatische bijzonderheden die in verband kunnen staan met de waanstoornis

  • As IV: de vrouw van cliënte denkt erover om te scheiden. Uit angst voor agressie blijft zij nog bij hem.

  • As V: het gedrag wordt in ernstige mate gehinderd door wanen. Er lijkt echter nog geen sprake te zijn van een gevaar voor zichzelf of anderen. Hij is niet agressief jegens zichzelf of zijn vrouw.

Vraag 5

  1. dissociatieve amnesie: onvermogen om zich belangrijke persoonlijke informatie te herinneren, meestal van traumatische of stressvolle aard.

  2. differentiaaldiagnose: onder meer: organische stoornissen als epilepsie en hersentrauma; cognitieve functiestoornissen als dementie en delirium; geheugenproblemen als gevolg van middelengebruik; posttraumatische stress-stoornis of acute stress-stoornis; andere dissociatieve stoornissen; somatoforme stoornissen

  3. herinneringen zijn gebonden aan een context. Een gelijke context in het heden maakt deze herinneringen toegankelijker. De context van een trauma en het extreme gevoel wat doorgaans daarmee gepaard gaat, zullen zich vrijwel nooit in deze hoedanigheid herhalen. De herinnering aan het trauma is daardoor minder toegankelijk.

Vraag 6

  1. 0,5 tot 1 %

  2. biologische factoren: disfunctie in neurotransmitters (serotonine, dopamine en norepinefrine). sociale factoren: sociale druk om slank te zijn; soms een gezin van herkomst dat zich kenmerkt door vijandigheid, chaos en weinig empathie. psychologische factoren: door excessieve zelfdiscipline proberen te compenseren voor het gebrek aan een gevoel van autonomie of zelfbeschikking. Proberen via lijnen waardering te krijgen als een uniek persoon.

  3. egosyntoon, d.w.z. het eetpatroon wordt gezien als onderdeel van de identiteit, als normaal en bij zichzelf behorend. Daardoor kan het zijn dat anorexia patienten de ernst van hun problemen ontkennen en niet gemotiveerd zijn om ervoor behandeld te worden.

Image  Image  Image  Image

Access: 
Public

Image

Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:
Statistics
3064